IS
S v
1
i
niet op de
ploeg zetten
rjs-
•J
SOMBERHEID OVER TOEKOMST DORP DOOR
VISSERIJBEPERKINC EN DALENDE PRIJZEN
Foto s Theo Kampa
door Rolf Stallinga
Kwetsbaar
Prikkelblaadjes
Pik van Zijtje
Echtscheiding
w*
Eigene
I f
10
-
--
s
wa^a-a-
WA’AWA*
ftX-X-W
WH4
>AWAVA‘
•AMA*
AWA'
>>a»Xw>Xwaw!
mte
len-
reer
Canada geen
oplossing
-eling,
o’s te
voor Urker
vrijbuiters
flinke
-f
Mik»..
Wi
1.
k
x.
..sb*
id.
ek
Bij mijn komst op het bij de
Noord-Oostpo'lder getrokken
„eiland” beuken de golven de Zui-
derzeedijk en striemt de regen het
bronzen beeld van de vrouw, die
voor het paneel met de namen van
de (sinds 1850) ruim driehonderd in
de golven omgekomen vissers de
horizon aftast. In het kerkje herinne
ren de drie Andrieskruizen van
Amsterdam aan de nauwe band die
het dorp door de eeuwen heen met
het westen heeft gehad, want al met
al bestaat Urk al langer dan duizend
jaar.
Op het ministerie van Landbouw en Visserij speelt men met de gedachte
dat het vertrek volgend week van vier Urker kotters naar het Canadese
schiereiland Nova Scotia best eens het begin kan zijn van een massale
uittocht van de Urker Vissers. „Emigratie”, zegt een woordvoerder van het
departement, „speelt op de achtergrond wel degelijk mee. En hoewel het
nu om slechts vier schepen gaat, dient er rekening mee gehouden te
worden dat indien dit kwartet aan de Canadese oostkust goede ervaringen
opdoet, er in 1976 meer kotters zuilen volgen”. Op Urk schudden de oude
zeebonken hun hoofd. „Het wordt een fiasco”, meent visafslager Dubbele
Weerstand. „Het zijn net zulke mooie beloften als in 1960 toen vijftien man
naar Argentinië gingen. In een paar jaar zouden ze daar miljonair worden.
Nou, dat was mooi niet zo. Ze moesten er nog harder werken dan hier en
kwamen berooid terug”. Klaas Romkes, 69 jaar en oud-wethouder, ziet het
Urker ei van Columbus ook al niet zitten. „Men maakt een denkfout, want
het is niet zo dat ze daar op ons zitten te wachten. Ook in Canada heb je
vissers. Bovendien is het geen oplossing van de Urker problemen”. Weer
anderen twijfelen er zelf aan of het kwartet van de Kramers, De Boers en
de Van de Bergs wel aan de Grote Overtocht zullen beginnen. Het gaat
tenslotte om iets heel anders dan om het Englandspiel, waarin Nederlands
erkende zeeduivels zo’n royale rol speelden.
ikelijk
ietail-
te
:orte
aan
tisa-
Urk telt 9200 zielen de helft is
jonger dan twintig dertien
christelijke raadsleden, op papier zeven
predikanten, een vloot van 150 schepen
en alle banken die ons land rijk is. Het
dorp staat ook nog bol van de zangkoren
en de bijnamen, hoewel men zich een
beetje geneert om daar buitenstaanders
deelgenoot van te maken. Maar toch,
namen als De Witte, De Zwarte, Kokend
Water en de Pik van Zijtje zijn
onmisbaar om de telgen van de grote
families soms uit elkaar te kunnen
houden. De schaduwkant van deze
inteelt: het hoge percentage geestelijk
gestoorden.
Klaas Romkes vindt dat „duivelse” een
miskenning van het karakter van de
visserij. „De visserij gaat uit van de
natuur en de jager gaat er vanuit zijn
prooi te zoeken. Hij heeft liever niet dat
een andere jager op hetzelfde konijn
jaagt. Een visserman moet niet te gauw
tevreden zijn. Hij is altijd gespannen op
nog meer want als hij dat niet doet is
het de vraag of nij wel slaagt”.
Waarmee meteen de kern van de Urker
problematiek is geraakt: de West-
Europese maatregelen tegen
overbevissing op de Noordzee. De
vastgestelde beperking van de vangsten
met zo’n 20 pet. tasten direct het bestaan
aan van de Urkers, die hierdoor volgens
voorlopige ramingen een slordige
honderd miljoen gulden aan
besommingen zullen verliezen. En dat is
nog maar het begin voor de mannen die
tot dusver met succes de Noordzee tot
aan Noorwegen en Ierland toe op tong,
schol en schar afstroopten.
met 20 pet. Daardoor zjjn de moderne
kotters, waarin zo’n twee miljoen is
geïnvesteerd, minder rendabel geworden.
Klaas Rcmkes somber: „Ze zitten nu
met torenhoge schulden.”
Het gegeven dat meer dan 80 pet.
van de werkgelegenheid afhankelijk is
van de visserij maakt het dorp erg
kwetsbaar. „Je kunt wel zeggen”, aldus
Klaas Romkes, „dat het een kwalijke
zaak is om alle eieren in één mandje te
hebbel, maar dat is historisch zo
gegroeid en de verbinding met het
De geruchten over een massale
emigratie naar Canada verwijst Buijs
naar de prullebak. Sommige mensen
dachten dat er een soort tweede wonder
van Urk zou komen, maar het is
allemaal een beetje overtrokken
geweest. In het kader van het
experiment dat door het departement
gesubsidieerd wordt, gaan er nu een
,paar weg Omdat je nee hebt en de weg
naar ja misschien kunt vinden Maar de
Urkers staan echt niet te dringen.
Vergeet het maar.”
vasteland heeft daar geen verandering in
gebracht Als we straks ook nog
Frankrijk en Italië als klant zouden
verliezen, kunnen we wel stoppen.”
De burgemeester geeft me een lift
naar de haven waar de 59-jarige
Dubbele Weerstand het is zijn echte
naam de veranderingen op Urk
pessimistisch analyseert. Over de steeds
zwaardere kotters meent hij: „Het gaat
niet meer om het brood maar het is
alleen machtswellust van de groten,
waardoor de kleine vissers niet meer mee
kunnen doen. Het gaat er om zoveel
mogelijk uit zee ie halen en dat is niet
goed. Ook op kerxelijk gebied gaat het
vliegensvlug achteruit. Je zit met al die
professoren die nergens meer in geloven.
Nee, Gods woord wordt verkracht. We
hebben nu ook van die jonge meisjes in
spijkerbroek, die in de kerk wiebelen op
moderne muziek. De jongelui lezen
tegenwoordig ook van die
prikkelblaadjes en gaan naar de
dancing.’
i de
be-
:ven
^7
De burgemeester meent dat het
ministerie Urk het voordeel van de
twijfel moet geven. Hoewel een sanering
van het visserijbedrijf onafwendbaar
lijkt, moet het niet te hard gaan. Van de
Urkers is nu 15 tot 20 pet. werkloos,
maar daar zitten nogal wat jongeren en
seizoenkrachten tussen. „Het wordt pas
echt heel erg als ook die kerels van zee
op straat komen. Omdat, als je hier
iemand uitrangeert je niets anders hebt.
Dat is gewoon het punt. Je hoort dat
sommige reders al geen bemanning meer
kunnen krijgen omdat de verdiensten zo
laag zijn geweest. Het is zoeken en
tasten.”»
Volgens Dubbele Weerstand hangt Urk
nog meer onheil boven het hoofd. „De
vrouwen zijn nu nog gelukkig omdat ze
in auto’s rijden en een mooie woning
hebben. Dat kon omdat 800 gulden per
week werd verdiend. Wij ouderen
kunnen ons aanpassen als het minder
gaat, maar zij niet. Vandaag of morgen
krijgen we echtscheidingen er zijn er
al een paar. En dan” (hij wendt zijn
hoofd naar de haven) „verdwijnen
sommige vissermannen hier m de plomp.
De regering moet ingrijpen, maar
eigenlijk hebben ze het zelf verpest."
steken. Romkes praat over de problemen
van de overbevissing („Het doet elke
visserman pijn als hij ziet hoe van
consumptieve vis vismeel voor dieren
wordt gemaakt”) van de Derde Wereld,
over de stoomtrawlers die naar de
schroothoop gaan omdat ze hun eigen
onkosten niet meer opbrengen, en
begrijpt heel goed dat de economische
depressie niet alleen boven Urk hangt.
Hij vertelt over het karakter van de
Urkers („Samen vormen we de kerk en
het is niet zo dat een kardinaal
uitmaakt wat er moet gebeuren”) en
hun geworteld zijn in de zee.
ifc.
(f .’"WtSmuu
„Het water en de aard van het bedrijf
heeft deze mensen gemgakt. Het zijn
gespecialiseerde mensen. Zet hem van de
brug op de ploeg en hij brengt er niets
van terecht. Je kunt rustig zeggen dat
het onmogelijk is. Als je altijd de frisse
wind hebt gekend, kun je niet als
kantoorklerk verder. Ik was laatst in
een kippenfabriek op de Vehiwe, waar
mensen aan de lopende band staan. Ik
weet zeker dat ik zoiets niet zou
overleven.”
„En tong is de kurk waarop Urk
drijft”, zegt Romkes simpelweg. Hij legt
uit dat de quoterings-affaire daarom zo
ongelegen komt omdat de vismarkt
vorig jaar is ingestort. Terwijl alles
duurder werd, de olie, de nylonnetten,
de ijsfabriek etc., daalden de visprijzen
Dat is eens een ander geluid dan de
kreet dat op Urk de meeste miljonairs
wonen. Burgemeester Buijs: „Als ik zie,
hoe hier gefinancierd is, denk ik: wat is
rijk? Ik weet wel dat ze erg goed
verdiend hebben en dat de bungalows
hier ook niet voor een tientje zijn
neergezet. Toen ik hier voor de eerste
keer kwam, dacht ik: dat liegt er niet
om maar nu begin je je sterk af te
vragen of het wel zo hecht is.”
De visafslager heeft uit de mond van
Rein Bos. de machtige directeur van het
fileerbedrijf op Urk en genoemd als de
inspiratoi van de emigratieplannen,
vernomen dat deze niet naar Canada
gaat. „Hij zag het niet zitten want je zit
in Canada met de afzet en de warmte.
De vis is ai verrot voordat je hem aan
wal brengt. Maar ja, als hij wel zou
vertrekken, is dat voor Urk een strop
want in zijn bedrijf werken honderd
man.”
„En buig je niet zomaar om”, aldus
burgemeester A. P. Buijs, de oud-
wethouder die vorig jaar uit de „rooie
Zaanstreek” kwam maar er ondanks de
voorspellingen van collega’s best redt.
„Waarom ook”, meent hij, „ze vreten je
hier niet op".
WfflSSHiMl
Resteert de vraag of Urk als
vissersdorp in de toekomst overeind
blijft. „JSTu ik zou het niet durven
vóórspellen”, filosofeert Klaas Romkes.
„Gezien de geaardheid van de mensen
zou je ja zeggen, maar er is de laatste
jaren al zoveel veranderd. Stel dat de
hele vissersvloot zou verdwijnen, dan zal
er in ons land nog veel meer gebeuren.”
„We hebben”, besluit hij, „ons brood
altijd op het water verdiend en ik geloof
niet dat dit zo makkelijk zal veranderen.
Als het fout zou gaan, zou het me
ergens spijten. En niet alleen om de
werkgelegenheid want het eigene van
deze gemeenschap gaat dan ook weg.”.
WAwX^X’foX'XÖX
In zoverre is er geen sprake van een
vrijage tussen de vissers en de boeren in
de polder. Die gezien de mechanisatie
ook al niet om landarbeiders zitten te
springen
De Urkers zijn gevormd door honderden
jaren van isolatie. Het zijn trouwe
kerkgangers met een sterke geldings- en
vrijheidsdrang. Een vrijbuiterig volkje
met een speciale humor en gevoel voor
zelfspot, dat zich niet laat commanderen.
Het verhaal gaat dat de „visserman”
maandagochtend als hij op zee gaat zijn
geloof om de belleboei gooit.
Burgemeester Buijs: „Ja dat zegt men
maar vergeet niet dat je overal mensen
hebt, die hun zondagse en door-de-
weekse jas hebben. Urkers staan bekend
als agressieve vissers. Ze pakken hier 30
Pct. van de totale a an voer en hebben het
modernste van het modernste aan boord.
De kotters zijn allemaal volgestopt met
elektronica. Als ze een school
ontdekken, kunnen ze de apparatuur zo
afstellen dat de visjes zo in het net
zwemmen”.
i te®
1
A’X’X’XwAVAwX’X
I
X
Xfiv>X,X,X,?X^X,X,A,I,X,X,X,X'
Hoewel Klaas Romkes naar een
nieuwbouwwijk is verhuisd heeft hij de
klederdracht als één van de zo
langzamerhand weinige Urkers nog niet
afgezworen. Een vitale man met witte
krullen die nog gebruik maakt van het
spuugbakje naast zijn stoel, maar