AL HOE BETROUWBAAR IS JOHN VORSTER? d i Ik ft T -S marstraattT m d antsane 'l, rw M t BW! door Reinier van de Loo Andere kant Bordjes weg Eerlijk? L3 I i f ^'BANTOE DIE ZATERDAG 2 4 M E 1 19 7 5 19 a r 1 - en en I Jl Bh man, waarom dan niet tenminste hem het voordeel van de twijfel gunnen? Het is tenslotte niet niets als erkende vrijheidsstrijders uit onafhankelijk Afrika aan tafel gaan zitten met de man wiens naam in de wereld in één adem genoemd wordt met discriminatie, onder drukking, twintigste-eeuwse slavenhandel en blank- calvinistisch superioriteitsgevoel-met-de-hand-op-de- bijbel; met een politicus in wiens land negers „kaffers” heten, politieke tegenstanders „communisten” en vrij- heidsstrijders „terroristen’ En toch bleef het wantrouwen rond Vorsters ;,ont- spanningsexcursie”. „Bang voor Frelimo (de succes volle overwinnaars van het Portugese kolonialisme in buurland Mozambique)”, zei men; „angst voor Angola’s spoedige onafhankelijkheid, het wegvallen van Zuid-Afrika’s veilige grenzen en het zuidwaarts schuiven van de zwart-wit-barrière; „pressie van de werkelijke machthebbers in zijn land de industriële grootmogols van Johannesburg, Durban en Kaapstad die nieuwe afzetmarkten in arm zwart-Afrika nodig hebben voor het grootste economische kracht-bastion ten zuiden van de Sahara”, of gewoon „tijd winnen om met een aantal schijnverbeteringen voor de neger de apartheidspolitiek beter te kunnen verkopen, zodat het wereldwijde isolement van Zuid-Afrika wat minder pijnlijk wordt”. Sterke argumenten van de twijfelaars! toond in het verkopen van mooie woorden en het „vergeten” van de daden die erbij hoorden. Maar Vorster ging door en bracht zijn critici niet alle in verlegenheid. Met de molensteen van zijn eigen alom verachte binnenlandse apartheids-systeem om de nek, ging hij op politieke safari. Vanuit zijn welvaartsparadijs, waar de bordjes „slegs vir blankes” 15 miljoen negers buitensluiten, naar „donker” Afrika benoorden de zwart-wit-grens van de Zambesi. President Kaoenda van Zambia en president Tolbert van Liberia namen de toegeworpen handschoen op. Als Liberia en Zambia al willen praten met deze „Ik zeg u, geef Zuid-Afrika zes maanden de tijd; geef ons een kans; maak de weg niet nog moeilijker dan ie al is en u zult verbaasd zijn te zien waar we dan zullen staan”. Aldus John Balthasar Vorster, minister-president van Zuid-Afrika, op 4 november 1974. Er ging een lichte schok door de wereld. De hoogste gezagsdrager uit misschien wel het meest gewantrouw de en gekritiseerde regime op deze planeet op de ontspannings-toer? Wantrouwen en schamperend schouderophalen alom. Verbazing en ongeloof. Een grammetje hoop en tonnen cynisme. Blank Zuid-Afrika had immers al zo vaak onder druk van buitenaf zijn beproefde meesterschap ge- X ft f 5 - r W fi 9 s ‘:ft. ji JOHN BALTHASAR VORSTER GATSHA BUTHELEZ1 ■w J K’ van I o, één bood- voor- Een rieken pers, aatigd ■neens werd De Aziaten (voornamelijk Indiërs, Pakistani en Chinezen niet Japan ners, die zijn „blank”, wat niets met hun huidskleur maar erg veel met hun opmerkelijke handelsgeest van doen heeft) wonen voor het merendeel in en rond de havenstand Durban. Zij zijn wel „apart”, maar zeer zelfstan dig, benaderen het blanke welvaarts peil, en houden er net zo goed als blanken „goedkope” zwarte arbeids krachten op na. En in het bekendste theatercentrum van het land het Nico Malan Thea ter-complex in Kaapstad is de kleu- renmuur sinds kort helemaal geslecht. land „blank” (voor vier miljoen zie len) en 13,6 percent „zwart” (voor 15 miljoen zielen). De Afrikaansekinderen hebben nog weinig reden tot lachen. De onderwijs achterstand zal de ontwikkelingskloof tussen blank en zwart niet snel ver kleinen. Aanvankelijk werd er nog gestunteld slechts vier dagen van de week zou er smoza n ook ’even. erbie- ionale rs” te e be lieven s ver- y nog i, een toren- is er id en waar nd te tar de e idee ’eland meer Iet is kelijk wijst ach- i zijn, nieuw zijfeld n het inken, awan- inuwd ringen iwrijp ■rialen n aan n Ma- s van ij sten romen ersbe- berei- ionale. ■sonen rd in reiden dood sleg is >stand Na deze positieve ontdekking de ande re, donkere kant van de medaille. Vor- ster denkt er niet aan de apartheids politiek op te geven. Theaters open voor iedereen, best, betere salarissen voor de Bantoes, ook goed, intensivering van het Bantoe-onderwijs, verbetering van de infrastructuur in de thuislanden en de townships, samensmelting van een deel van de territoriale lappendekens die de meeste Bantoestans volkomen onregeer baar maken, allemaal mogelijk. Maar géén politieke macht voor de Bantoe. Geen vertegenwoordiging in het nationale parlement. Geen machtsdeling kortom, en dus handhaving van het witte privilege, dat tot in oneindigheid de basis moet blijven vormen van het blanke Wirtschaftswunder dat Zuid-Af- rika heet. gens een stukje apartheid is opgeheven, maar wordt er al fel gereageerd als er ergens nog restanten van rassenschei- dingspraktijken worden toegepast. van beide. Het zijn de paria’s: telgen van blanke en zwarte ouders uit de tijd dat de Immorality Act seksueel verkeer tussen verschillend gekleurde mensen nog niet strafbaar stelde. En het is niet alleen maar praten voor de galerij. In Durban zijn de „Europeans only”-bordjes met zwarte verf wegge vaagd op strandbanken. In Johannes burg, Pretoria en andere steden zijn de parken nu openbaar. In de kranten wordt niet meer opgemerkt dat er er- En toen zei Vorster plotseling: „Zuid- west-Afrika (wie in Pretoria of Bloem fontein „Nambië” zegt voor dit door de Zuidafrikanen illegaal beheerde VN- trustgebied, vloekt) kan van rhij onaf hankelijkheid krijgen, voor mijn part op korte termijn”. Het verschil tussen de onderont wikkelde thuislander en de man in de stad is vaak even groot als dat tussen een analfabeet en een „ont wikkeld” lid van onze westerse con sumptiemaatschappij. Deze vergelij king is ongenuanceerd, maar noodza kelijk om voorzichtig aan te geven dat het bij de beoordelling van „de” Bantoe in Zuid-Afrika om twee vol komen verschillende eenheden gaat. gemengd publiek mogen komen maar toen Vorster zelf ingreep en de pers de verantwoordelijke magistraten volslagen belachelijk had gemaakt, gingen de za len volledig open. In East-Londen verdween de discrimi natie op het vliegveld (op de internatio nale luchthaven Jan Smuts bij Johan nesburg was dat al veel eerder gebeurd, want het bleek ondoenlijk buitenlandse negers te onderscheiden van plaatselij ke. In de politieke partijen is een comple te verschuiving gaande: schijnoppositie zoals de Verenigde Partij van sir De Villiers Graaff die jarenlang voerde, wordt niet meer geduld: onder leiding van Harry Schwarz scheidde zich een achttal parlementariërs af en stichtte de Hervormingspartij, nauw verwant aan de al jarenlang kritische politiek bedrij vende Progressieve Partij van Helen Suzman en Colin Eglin. Het wachten is op het samensmelten van beide partijen tot een stuk reële oppositie. En het is allang geen privilege meer van de critici in Europa, de mensen „die er geweest moeten zijn voor ze oorde len”, om de vinger op de Zuidafrikaanse zere plekken te leggen. Het is verade mend te ontdekken hoe vrijuit iedereen tegen je praat en niet bang is voor publikatie. Er is openlijke kritiek op dat hele stelsel van „grote” en „kleine” ras sendiscriminatie. Er wordt gepleit voor gemengde sport, voor het afschaffen van de gehate Ban- toe-pasjes, voor zo spoedig mogelijke stopzetting van het hele stelsel van ras senscheiding. Er wordt zelfs hardop gedacht over de reële mogelijkheid dat het hele principe van de gescheiden ontwikkeling zwarten in zwart gebied, blanken in blank gebied, verdeeld volgens normen die niets met de werkelijke getalsver houdingen hebben te maken gedoemd is te mislukken omdat het fysiek en geografisch ónmogelijk uitvoerbaar is. En die gescheiden ontwikkeling is nota- bene de hoeksteen van de hele Zuidafri kaanse politiek. 7 Dus vraag je je af: zijn Vorsters motieven eerlijk? Is het schuchtere res- r 1 De Bantoe is formeel inwonervan een „thuisland” (Bantoestan). Er zijn acht van deze gebieden („reservaten” is een grof woord, maar niet ver bezijden de waarheid)- Ze zijn zo secuur mogelijk begrensd, volgens het principe: volk bij volk. De Zoeloe woont in KwaZoeloe, de Xhosa in de Transkei en de Ciskei, de Tswana in BophoetaTsmana, de Noord-Sotho in Lebowa, de Zuid-Sotho in Basotho- Qwaqwa, de Venda in Vendaland, de Sjangaan in Gazankulu en de Ndebe- le en Swazi in kleine sub-gebiedjes. ;v Zeer globaal gezegd kent Zuid- Afrika vier gescheiden bevolkingsgroe pen: 15 miljoen Bantoes (Afrikanen, negers), 4 miljoen blanken te ver delen in Engelssprekenden en afstam melingen van onze eigen „Boeren”, de mensen die „Afrikaans” spreken 2 miljoen kleurlingen (gemengd bloed) en 600.000 Aziaten. akend vond - ‘gaan. e bij aquinl con-I l Lal proep oewel 'as de rid en Nica- nomi- de de m de t sys- ;eerde loofd- roble- s sS Maar dat is letterlijk slechts de halve waarheid. Minder dan de helft van de negers woont in „zijn” thuisland. Bijna 60 percent maakte de Grote Trek naar de blanke steden en leeft daar, buiten het blanke stadsge bied, in „lokasies” of „townships”. Het contact met het thuisland is vaak volledig verloren. De kleurlingen vindt men voorna melijk in de omgeving van Kaapstad. Zij zijn eigenlijk de grootste ver schoppelingen van het systeem: de Bantoes hebben geen politieke in vloed, maar tenminste nog een eigen thuisland, de kleurlingen hebben geen Dat was een rake. Want Namibiës bevrijding wordt door zwart-Afrika be schouwd als een van de drie bewijzen voor Vorsters geloofwaardigheid. Het tweede is Rhodesië’s omwenteling. En ook daaraan is John Vorster begon nen. Met steun van Kaoenda. Met sup porters in de Organisatie voor Afrikaan se Eenheid (OAE). Met goedkeuring bin nen zijn eigen conservatieve Nasionale Partij. Met instemming van de blanke én (buiten-parlementaire) zwarte opposi tie in eigen land en „Zimbabwe”. Met sympathie in een goed deel van de westelijke wereld. Dat de kwestie-Rho- desië inmiddels opnieuw muurvast zit, is niet Vorsters schuld. Het is nogal simpel voor een groot macht als Zuid-Afrika om een „kleine man” als Smith de boeman te maken terwijl er in eigen land heel wat meer fout zit. Rhodesië is voorlopig het funda ment waarop het hele detente-probeersel van Vorster is gebouwd. Gaat het fout in Rhodesië en die kans is beslist niet denkbeeldig dan stort het veelbelo vende kaartenhuis van Vorster in. Dan zijn, zoals hij zelf al zei, „de gevolgen afschuwelijk”. Hij bedoelt een totale burgeroorlog, die uiteindelijk onvermijdelijk ook Zuid- Afrika zal bereiken. Het Rhodesische verzet staat er inderdaad voor klaar. Maar in de overbevolkte ghetto-steden die „townships” heten, de Afrikaanse woonwijken buiten de blanke steden in Zuid-Afrika, Soweto bij Johannesburg bijvoorbeeld, Mdantsane bij East-Londen en Umlazi bij Durban en in de thuislan den die nog lang niet rijp zijn voor de beloofde onafhankelijkheid, daar ligt Vorsters derde en verreweg belangrijk ste kans om zich in zijn ontspannings- streven werkelijk geloofwaardig te ma ken. Namibië en Rhodesië zijn eigenlijk maar kleine successen als het al successen worden. De ware uitdaging ligt in Vorsters eigen Republiek. Daar zet ik hét grote vraagteken bij Vorsters detente. Want handhaving van het thuisland-beleid, dat tienduizenden dwingt te verhuizen, dat van de Ban toestans wel onafhankelijke staatjes wil maken, maar dan onafhankelijk in vol strekte economische en dus ook politieke vazalvorm, dat in wezen blijft gebaseerd op het principe van de ongelijkheid, dat beleid is onaantastbaar. Is het dan gek dat Gatsha Boethelezi, chief-minister van de Bantoestan Kwa- zoeloe en Zuid-Afrika’s felste anti-apart- heidspoliticus, verzucht: „Wat heeft ontspanning, als Voster buitenlandse Afrikaanse leiders met alle diplomatieke honneurs bejegent en zijn eigen Afrika nen als minderwaardige creaturen blijft behandelen?”. peet verdiend? Steekt hij straks werke lijk de hand uit naar zijn eigen 15 miljoen gekoeioneerde zwarte derde rangsburgers? Welnu, om daar antwoorden op te vinden, ben ik zijn immense land we kenlang in alle windrichtingen doorge reisd. Laat ik mijn beste indruk voorop stellen. Dat is er een van werkelijke mentale verandering. Niet bij de Bantoe. Die is er nog steeds vaak allerbelab berdst aan toe. Maar wel degelijk bij de „Europese hogere klasse”. Er is iets volkomen nieuws gaande in hun geesteswereld: al dan niet onder druk van buiten, de gebeurtenissen in Portugees Afrika, het frusterende poli tieke isolement en de bijna psychotische angst voor „het oprukkend communis me”, een angst die minder op reële kennis van het communisme is geba seerd dan op een diepgeworteld eigen schuldcomplex, begint de blanke Zuida- frikaan te denken dat het misschien toch niet waar is dat de hele wereld fout zit en alleen hij niet. ï)e pure aanvaarding van de mogelijk heid dat hij. na tientallen jaren harts tochtelijk krompraten van wat recht was, misschien toch vergissingen en ver keerde taxaties heeft gemaakt, is al een bemoedigend verschijnsel. En het be staat. Niet alleen bij de traditioneel veel liberaler denkende Engels-sprekende blanke, maar ook bij de per traditie veel „aparter” opgestelde blanke Afrikaner in de Transvaal en de Oranje Vrijstaat. Een paar voorbeelden van dat verande rend denken: Als Europees journalist wordt je niet meer bij voorbaat voor „rooie hond” uitgemaakt, „die alles verdraait om Zuid-Afrika maar zo „zwart” mogelijk af te schilderen”. In gesprekken met parlementariërs, professoren, industrië len, geestelijken, in regeringsgebouwen en bij mensen privé thuis, ontmoet je anders dan drie jaar geleden nog een verbluffende realiteitszin, die ster ker nog, zelfkritiek, oprechte afwijzing van dat stelsel van pure pesterij, dat jarenlang te boek stond als de zoge naamde kleine apartheid (de scheiding in bussen, parken, treinen, postkantoren, strandeft, bioscopen, kerken, kortom in alle plaatsen waar mensen dagelijks samenkomsten). Hoewel het wel op het bord van de win kel staat, is modern niet helemaal de juiste betiteling van de toestanden in Seke, een van de „Huislanden” voor Mashona’s bij Salisbury. Sedert 1936 is het blanke bewind bezig het land volgens het principe „zwart volk in zwart land” en „wit volk in wit land” te verdelen. „Ver delen” is niet helemaal het juiste woord, want zoals de zaken er nu voorstaan, is 86,4 percent van het - X Boethelezi, en zijn collega-premier van het thuisland Ciskei, Lennox Sebe, is het met hem eens: „Opheffing van de kleine apartheid, zoiets als de stunt met het Nico Malan-theater, is natuurlijk wel iets maar het wordt te veel als prestige-object gebruikt, terwijl het de kern van de rassenscheiding niet raakt”. Het is een cirkel die Vorster vierkant moet zien te maken: in eigen land een systeem handhaven waar elke Zuidafri kaanse Bantoe tegen gekant is, terwijl hij in zwart Afrika betere relaties wil vestigen die vallen en staan met de Afrikaanse beoordeling van zijn op rechtheid. Een tweede, nog onhandelbaarder ge geven is: hoe help ik mijn verkrampte blanke medestanders, de mannen die nog steeds een flink deel van de politiek van de Nasionale Partij bepalen, van hun racistische vooroordelen af, terwijl ik hen moet verzekeren dat er in feite niets verandert. Een derde cirkel die rechthoekig moet worden, is deze: hoe vind ik de midden weg tussen blanke argwaan, vrees voor het verlies van hun bevoorrechte positie, angst voor geweld en druk van buitenaf enerzijds, en de niet-blanke argwaan, het groeiende ongeduld van Bantoes en kleurlingen, hun sterk groeiende econo mische macht (een consumentenboycot, stakingen en burgelijke ongehoorzaam heid van 15 miljoen zwarten kunnen dodelijk zijn voor de blanke commercie) en hun toenemende politieke bewustzijn als verongelijkte, maar door Frelimo- successen aangemoedigde, niet zo lang meer zwijgende meerderheid? Kern van het samenlevingsvraag stuk is echter de Bantoe. „De” Bantoe bestaat eigenlijk helemaal niet. „Bantoe” is slechts een verzamelnaam voor een aantal totaal verschillende zwarte volkeren die, terwijl de blan ken sinds Jan van Riebeecks landing vanuit de Kaap het land veroverden, in grote aantallen vanuit het noorden (Kongo, Centraal-Afrika) het land overstroomden. Tussen de zwarte en witte veroveraars werden de oor spronkelijke bewoners Bosjesman nen, Hottentotten vrijwel platge drukt en uitgeroeid. it

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 19