De Adam en Eva onder
de bodybuilders
Bij Marianne gaat het
niet om de spierballen
I
ALWIN
DJAOEN
F
geprezen om
zijn „bovenrad”
OPPOMPEN
TWEE REPEN
KUITEN
door Rolf Stallinga
JE BENT NIKS
MEISJES
- Hi?
ZATERDAG
3 1
MEI
1975
17
-J
S F
F.
JWt
B
-•
De opgeblazen tors van een mister
universe
heb, ziet niemand dat ik train. De
meesten weten het trouwens niet en er
is ook geen reden waarom ze het wel
zouden moeten weten”.
Alwin maakt een serieuze, bescheiden
indruk en hoewel hij twee jaar lang de
Koreaanse karatesport Taekwondo heeft
beoefend, heeft hij weinig op met
geweld. Hij vertelt liever te weinig dan
te veel „want voorzichtigheid is de
moeder van de porseleinkast en hoe
minder je zegt des te minder kritiek je
krijgt”.
een goede definitie. Je lichaam moet een
goede lijn hebben met een smalle taille
en strakke benen. Toen ik ermee begon,
begreep ik dat je door grondoefeningen
en met lichte gewichten te werken
bepaalde delen van je lichaam dunner
en dikker kon maken. Dat sprak me
aan”.
onze Tros) over het tapijt drentelde. „In
het land der blinden is éénoog koning,
maar op straat zie je mooiere meisjes.
rondlopen”. Maurice, nu zeer resoluut:
„Volgens mij had je makkelijk kunnen
winnen”.
loet
lad
ea-
/an
niet
de-
kij-
niet
een
da-
om
tan.
ook
ioge
Een vergeten en verguisde groep in het vaderlandse sportleven gaat
morgenmiddag in ret Amsterdamse Krasnapolsky uitmaken wie zich een
jaar lang Mister Holland en Miss Hollandia de „ia” is om het verschil
aan te geven met de schoonheidskoninginnen mag noemen. Dat zijn de
body-builders. Uit de kluiten gewassen manspersonen zonder een
grammetje vet die eenmaal in pose hun lichaam tot een grillig landschap
weten om te toveren. Een glinsterende cocktail van bubbels, kuilen en op
de huid liggende snaren die dat moet gezegd lang niet iedereen door
zijn keel kan krijgen. Deze miskenning vreet aan de body-builders, die zich
al het goddelijke van de wereld ontzeggen om naar hun gevoel twintig
uur per week topsport te bedrijven maar zich uiteindelijk verzoenen met de
bittere gedachte dat alléén body-builders elkaar begrijpen. Als ik
organisator Jack Wilbie uit IJmuiden mag geloven, komen de twee kans
hebbers voor de titels niet uit Luttelgeest, de Friese Wouden of de Bra
bantse Kempen, maar uit het deftige Haagje. Daar zullen ze in de residen
tie van opkijken, maar ook dat is hoogst onwaarschijnlijk want deze
kampioenen glijden na de huldiging terug in de anonimiteit. Wat bezielt
hen? Marianne Hessler en Alwin Djaoen, beiden uit Den Haag, vertellen
er over.
S3!
Heeft hij het gevoel dat vrouwen hem
zo mooier vinden? „Sommige wel. Dat
merk je want overal waar je komt,
draaien ze hun hoofd om. Volgens mij
vinden ze het wel mooi maar durven ze
het niet te laten merken omdat ze een
vriend bij zich hebben”.
Het is overigens geen punt waar hij
wakker van ligt. „Ik loop er niet mee te
koop. Op strand? Daar loop ik meestal
in m’n kleren want ik heb geen zin om
daar een beetje te gaan staan showen.
En als ik op mijn werk mijn overall aan
Eenmaal Hoek van Holland gepasseerd
diende zich echter een zeer praktisch
probleem aan. Alwin kon geen broek
krijgen als hij zijn spierbundels in de
dijen op Antilliaans peil hield- Daarom
stopte hij gedurende twee jaar met BB-
en om deze „aanpassingsproblemen” te
overwinnen. Dat is inmiddels gelukt,
hoewel het hem vrijwel onmogelijk is
gemaakt om zich een confectiepak of -
hemd aan te schaffen. Body-builders
hebben evenwel geleerd ook daarmee te
leven.
Niettemin ontlook uit Alwin een
redelijk equivalent van de historische
Atlas en bij de kampioenschappen in de
Antillen, waar BB’s heel wat meer
bewondering afdwingen dan hier, werd
hij tweede. Ruim vier jaar geleden
kwam hij naar Nederland. „Het was
meer een avontuur”, weet hij, „want op
Curasao had ik het goed. Maar ik had
veel gehoord over het land van de
meesters en wilde eens zien wat er van
waar was. Het is ook zo dat geen enkele
profeet in eigen land wordt erkend”.
„Het is een beheersing van je spieren in
combinatie van techniek. Als ik zeg dat
deze borst moet trillen, dan trilt ie”- Ik
kijk hem ongelovig aan maar Alwin
heeft geen moeite het bewijs te leveren.
Het doet hem niet veel dat ze in de
straat niet weten dat hij de huidige Mr.
Holland onder de Body-Builders is, maar
wat vindt hij van verliezen? „Als ik
naar een wedstrijd ga, doe ik het nooit
om te winnen. Het gaat mij alleen om
het plezier en dan kan het dus nooit
tegenvallen”. Dat neemt niet weg dat hij
het zeer betreurt dat BB nooit is erkend
als tak van sport op de Olympische
Spelen. „Maar ja,” zucht hij, „daar is het
waarschijnlijk niet commercieel genoeg
voor”.
Marianne volgde het voorbeeld van
echtgenoot Maurice die naar de
sportschool ging om zijn buikje kwijt te
raken. „Maar”, zo voegt hij er aan toe,
„ik kom er rond voor uit dat ik er goed
uit wilde zien. Zelf ben ik kampioen
power-lifter geweest, dat is Amerikaans
gewichtheffen. Maar ja, dat zegt
niemand iets want deze sport staat in
zo’n kwaad daglicht. Het zijn domme
mensen, redteneert men, met alleen
spierbundels en zonder enige
intelligentie. Daar word je wel eens ziek
van. Terwijl het werken met gewichten
tegenwoordig de basis van elke sport is.
Maar nee hoor, je bent niks, terwijl een
voetballer die aardig tegen een bal trapt,
ontzettend populair is”-
Wat vindt Maurice nu het mooie van
zijn Marianne?
„Ze heeft alles op de goede plaats”.
De aangesprokene, die weet te melden
dat ze 55 kilo weegt en ook verder
volstrekt normale maten (voor
ingewijden: 90, 65 en 90) herbergt,
neemt op dit punt wat gas terug. „Ik
vind dat mijn benen te dik zijn maar
dat is een kwaaltje van de Hollandse
vrouw”. Waarna ze uiterst kritisch het
vrouwelijk schoon onder de loep neemt
dat tijdens de Miss Hollandfinale (van
Hij beaamt dat BB-ers niet zelden
krachtiger zijn dan gewichtheffers en
dat ook hij af en toe wel eens een
halter van 200 kilo tussen zijn knuisten
laat balanceren. De omvang van zijn
biceps is 49 centimeter, terwijl het
wereldrecord op 55,5 cm ligt. Dat scheelt
niet veel meer, merk ik bemoedigend op.
Alwin grijnst: „Toch wel, want elke
centimeter meer is heel erg veel. Maar
het gaat niet om dikke spierballen doch
om de coördinatie van je hele lichaam.”
Het eerste misverstand ontstaat als ik
boven aan de trap in de Louise de
Colignystraat oog in oog kom te staan
met een in badjas gehulde jonge vrouw,
die proportioneel nauwelijks verschilt
van de dame die me op straat de weg
wees. Ik had me duidelijk een andere
voorstelling gemaakt van dé Miss
Europa, die vorig jaar in Luxemburg de
andere gestroomlijnde Eva’s op een
achterstand van een straatlengte zette.
Nadat ze voor de kaptafel de lange
lokken heeft geborsteld en de lippen
heeft aangedikt legt Marianne Hessler,
25 jaar, ontvlucht aan de sfeer van de
zwarte kousenkerk in Zeeland en
getrouwd met de tien jaar oudtere
bareigenaar Maurice, me uit dat de
vrouwen in deze branche er allesbehalve
op uit zijn om dikke spierballen te
krijgen.
„Het gaat in de eerste plaats om de
juiste proporties, niet om de spieren te
ontwikkelen. In dit vak praat je over
Het aardige is dat Marianne Hessler
voor de Miss Europa-verkiezing niets
bijzonders had verricht. Goed, ze trainde
met twee kilo zware „dumpels” maar
liet het sigaretje en drankje zoals dat
betaamt niet staan. Met een zelf
gesneden bikini reisde ze af naar
Luxemburg. „Na een paar cognacjes
ging het op het podium vanzelf. Je bleef
lachen om al die meiden die elkaar gek
maakten. Bij de Miss Holland-verkiezing
had ik de fout gemaakt van iemand een
zenuwtablet te lenen. Nou, dat was een
zwaar medicijn en het leek wel alsof ik
stroop aan mijn schoenen had. Deze
keer- ging het beter. Er deed ook een
Miss Saint Tropez mee, maar die was zo
wit als dat tafelkleedje daar”.
Marianne schiet in de lach als ik haar
vraag waaruit het prijzenpakket bestond.
„Ik kreeg een beker, een trui, een
onbreekbaar schaaltje, een fles wodka
en twee repen chocola. Nee,
commercieel leverde het niets op- Ja, ik
kon optreden in een Luxemburgse
nachtclub maar ik zou niet weten wat
ik daar moest doen”.
Maar ook zij vindt het misplaatst dat de
goegemeente zo op de lichaamsbouwers
neerkijkt. „Als je in tijdschriften leest
wat de vrouw het meest in een man
aantrekt, dan is dat al helemaal niet die
gespierdheid. Maar ik geloof dat de
nfeeste vrouwen het in hun hart wel
mooi vinden. Een goed getrainde man
vind ik mooi en een body-builder kan ik
ook wel waarderen maar ik hoef toch
echt niet zo’n gespierde man naast me in
bed”.
Waarmee Marianne terugkomt op haar
uitgangspunt: „Het gaat er om een goed
figuur te behouden. Je kunt wel slank
zijn, maar als je slappe spieren hebt,
schiet je er ook weinig mee op. Je moet
alleen oppassen dat je niet te zware
gewichten gebruikt want het postuur
van een kogelstootster of een zwemster,
nou nee, liever niet. Voor mij is dit geen
werk, maar een hobby. Ik leef er niet
naar en er ook niet voor. Ik zei je net
al: het is gewoon een gymclub je voor
huisvrouwen en die gewichten, dat is het
enige verschil”.
Voor Alwin Djaoen, 24 jaar en geboren
op Curasao, ligt dat wel eventjes anders.
De zoon van een gasfitter bij de Shell
droomde al als kind van body-builders
en had een zwak voor gebeeldhouwde
atleten uit de Griekse oudheid. Toch zou
hij pas op zijn achttiende aan deze
„gezondelichaamsoefening” gaan werken.
Carles France, zijn leermeester en „de
beste poseerder” van het eiland, prees
zijn „bovenrad” en met zijn vriendjes
trainde hij temidden van de koralen
„want moderne apparaten hadden we
niet en daarom was het een beetje
behelpen”.
„Je doorzettingsvermogen moet in deze
sport erg groot zijn, want anders red je
het niet. Eigenlijk moet je je hele
levenswijze aanpassen. Je slaapt meer en
je eet maar dan eiwitten ook
meer dan een normaal mens. Dat
trainen is wel eens moeilijk, vooral als
je de hele dag hard hebt gewerkt. Het
principe is dat je zoveel mogelijk alle
spieren in je lichaam gebruikt. De
meeste mensen doen dat niet en dat zie
je dan ook wel”.
Alwin, die als lasser op de werven van
Verolme zijn boterham verdient, heeft
een deel van dat geld geïnvesteerd in
twee eigenhandig gebouwde stalen
apparaten waarmee hij met name de
kuiten en dijen aan krachtige
onderzoekingen kan onderwerpen. „Ik
ben gewend alleen te trainen maar als
je een partner hebt, is dat beter voor je
moraal”.
Enigszins reikhalzend kijk ik naar een
demonstratie uit, maar Alwin moet me
teleurstellen. „Dat is een beetje
moeilijk”, excuseert hij zich, „want
daarvoor moet ik me eerst een beetje
opwarmen want pas dan gaan de spieren
uitzetten- Ze worden als het ware
opgepompt door het bloed”. Hoelang
duurt zo’n warming-up, informeer ik
voorzichtig. „Dat hangt van de persoon
af, maar bij mij al gauw een uur”.