Schaken
Bridge
Dammen
Filatelie
EN
lE
NI
i
Timber en Tanja
b
o’
I
We ^7^
?DDR
ZATERDAG
weetjo
^oeda.7i.
ns)
EALER
IIDEN
dt reke-
acht dat
lit over-
irenties,
rector,
Heem-
ngen te
Zee
«w.
ESTHER!
ET.
Noord gever,
NZ kwetsbaar
Noord
Analyse-diagram
Link
i
Aan één
A. BOEKHORST.
3
30-
Wit aan zet
Dr. Eisert (aan zet)
ED HOLSTVOOGD
een
H
gereprodu-
K. J. F. HEYMANS
E. SPANJAARD.
West
10 4
AH984
O V 10 7 3
4» V 7
Het asfalt en de stenen,
de keien en het grind,
maar wie vraagt er eens aan een wiel
hoe of die dat wel vindt?
Zuid
AB76
<2 7 6
O A 4
A B 9 6 2
ISRAEL. Op 17 juni komen drie
zegels tot uitgifte met reproducties
van schilderijen van joodse kunste
naars uit Israëlische musea: IL. 1.00
48x25,
met
tige kleine tuinkaboutertjes die zo nu
en dan tussen de vissen spartelden
en ze leefden nog lang en gelukkig!
1.50 Zl. op 14 mei naar ontwerp van
Witold Surowiecki. De zegel toont de
vlaggen van de aangesloten landen,
(afbeelding)
SAN MARINO. Met details uit een
schilderij van Francesco Barbieri, bij
genaamd II Guercino (1591-1666) ver
schenen op 14 mei twee „Eruopa”-
zegels: 100 L. de zegenende handen
van St. Marino en 200 L. het gelaat
van de heilige.
23-28?,
47-42,
maar
Je zou dan zeker horen
dat hij van asfalt houdt,
en als. het vriest en sneeuwen gaat
heeft hij het ’s nachts ook koud.
TSJECHOSLOWAKIJE. In verband
met het Jaar van de Vrouw 1975
werd een zegel van 30 h. verkrijgbaar
gesteld. De zegel toont de beeltenis
van een vrouw, (afbeelding)
het niet langer tegen de „grote broer uit
de hoogste klas” op te nemen, maar
doen ervaring op tegen leeftijdsgenoten.
De wielen van een auto:
ze draaien steeds maar rond.
Maar wat zien ze van de wereld?
Eigenlijk alleen de grond.
jarige al bijzonder veel lijn zit!
En dan nu de beslissende winst van
Henk Hosper, waarmee hij de titel ver
diende. (zie het diagram).
H
<2 V B 10 5 2
B 9 8 5
854
Oost heeft een lastige uitkomst, zijn
keus viel op troef, West nam de heer en
speelde de acht na zodat Noord met
harten tien aan slag kwam. Noord die
wel begreep dat er hier en daar een
snitje goed moest zitten begon maar
eens met een kleine klaveren naar de
negen en West nam met de vrouw. Op de
Oost heer forceren. Na ruiten aas volgde
een kleine schoppen naar de heer in zijn
had en een klaverensnit bracht de tafel
met de boer aan slag. De leider inkas-
seerde nu schoppen aas waarop hij in
zijn hand de ruiten vijf afgooide en ver
volgde met een kleine ruiten van tafel.
West kon ruiten vrouw nemen maar niet
verhinderen dat het kontrakt gemaakt
werd, +670 voor Noord-Zuid
Aan een andere tafel begon het bieden
ook met 1 klaveren bij Zuid, doublet bij
West en 1 harten bij Noord, maar deze
Oost volstond met het weinig agressie
ve bod van 1 schoppen. Zuid kwam toen
met 1 SA op de proppen maar Noord
zag meer heil in een troefkontrakt en
probeerde 2 ruiten. Na pas bij Oost
keerde Zuid terug naar Noords eerste
kleur, 2 harten en dat werd door West
van een doublet voorzien. Ook dit dou
blet is alleen maar begrijpelijk in een
paren wedstrijd waar agressiviteit gebo
den is.
Timber, de tuinkabouter, stond aan de
rand van de vijver en staarde naar de
goudvissen. Hij vond ze erg mooi. Ze
schitterden in het zonlicht en sommige
goudvissen leken wel echt van goud.
Ja, prachtige vissen waren het, alleen
Timber was er zo langzamerhand zat
van. Altijd weer diezelfde vissen. Al
tijd diezelfde praatjes. Timber wilde
graag eëns iets anders zien. Maar ja,
z’n benen zaten zó vast in de grond, hij
kon ze er echt zelf niet uitkrijgen. Na
tuurlijk waren de mensen bang dat hij
weg zou lopen. Daarom hadden ze hem
zo stevig in de grond gezet. Timber
probeerde het nog eens. Hij zette zijn
hengel naast zich in de grond, pakte
hem stevig beet en drukte zich om
hoog. Hé, z’n ene been bewoog iets. Nu
zette hij door. Nog eens drukte hij zich
op. J. .j. .ja! Eén been was los. Nu het
andere nog. Oei, daar kwamen mensen
aan. Vlug zette Timber zijn been neer.
Kwamen ze er aan? Nee. ze gingen
weer naar binnen. Hij begon weer te
rukken. Er kwam beweging in, nog
even. Ja. Los!
en een klavertje bij te gooien, maar hij
moest de nagespeelde troef wel met de
boer nemen. Vervolgens legde hij klave
ren aas op tafel en toen de leider daar
heel keurig Wests vrouw onder liet bij
spelen, kon hij zich overgeven. Meer dan
twee zwarte azen kon hij hierna niet
meer zaken en het spel eindigde met
+470 voor Oost-West voor 2 schoppen
gedoubleerd gemaakt.
Timber hield van de zon en een
nou,
hij moest nog maar één hekje proberen
EGYPTE is het enige land, dat in
Afrika en Azië ligt. Het is 1 mil
joen km2 groot en telt 43.900.000 in
woners. De hoofdstad heet Cairo. Het
is een land met één van de oudste
beschavingen en is erg afhankelijk
van de rivier de Nijl. In 1922 werd
het onafhankelijk verklaard na een
Britse overheersing, maar in 1952
werd het land echt onafhankelijk.
Eerst een koninkrijk, werd het later
een republiek.
Oost
V 9 8 5 3 2
<2 3
O H62
H 10 3
Eén van de parolen bij het spelen van
grote parentoernooien luidt: „Agressief
bij het bieden, voorzichtig bij het spe
len”. Aan tafels waar beide paren dit
advies opvolgen worden nogal eens lage
kontrakten gedoubleerd gemaakt, zoals
het volgende spel laat zien.
POLEN. Het 20-jarig bestaan van
het Warschau-Pakt werd gevierd
door de uitgifte van een zegel van
ZWEDEN. Het eeuwfeest van de
Internationale Meter-Conventie gaf
aanleiding tot de uitgifte van een
zegel van 55 op 20 mei met afbeel
ding van een centimeterband, (afbeel
ding)
De activiteiten van de dambond staan
voor een groot deel in het teken van de
jeugd. Sinds enkele jaren kent de KNDB
niet alleen junioren wedstrijden, maar
ook allerlei toernooien voor adspiranten.
Dit onderscheid in twee leeftijdsklassen,
resp. tot 19 en tot 16 jaar, is vooral voor
de jongere jeugd van belang. Zij hoeven
HONGARIJE. Ter herinnering aan
de geboorte van de Italiaanse kunste
naar Michelangelo Buonarotti (1475-
1564) 500 jaar geleden werd een mi-
niatuurvelletje met een zegel van 10
Ft. in omloop gebracht. Hierop is een
gedeelte van de beroemde plafond
schildering in de Sixtijnse Kapel met
het Scheppingsverhaal
ceerd, n.l. Adam en God.
Z’n banden krijgen blauwe plekken
van de hobbels in de straat.
Zodat hij zelf veel liever
met z’n baas uit wandelen gaat!
DUITSLAND (DDR). Naar aanlei
ding van het Derde Festival van de
Vriendschap tussen de jeugd van de
USSR en de DDR werd op 13 mei
een zegel van 10 Pf. verkrijgbaar
gesteld. De zegel toont rode en blau
we vlaggebanen en de emblemen van
de jeugdorganisaties van beide lan
den, de Konsomol en de FDJ. (afbeel
ding)
B. Als men na ’t afbreken beter staat
zonder de winst te zien, toch maar
doorspelen!
PORTUGAL. Naar aanleiding van
het Heilige Jaar 1975 werden op 13
mei drie zegels in circulatie gebracht
met diverse symbolische voorstellin
gen en het inschrift „Ano Santo
1975”. Zij werden door Querubim La-
pa ontworpen. De waarden zijn 1.50,
4.50 en 10.00 Escudos.
MAN. Twee nieuwe definitieve
frankeerzegels werden op 28 mei in
koers gebracht-: ó’/s p. Douglas-Pro
menade en 7 p. gezicht op het dorp
Laxey. Op dezelfde datum verscheen
een serie van vier waarden in ver
band met de motorwedstrijden „Tou
rist Trophy Races 1975”. Zij geven
afbeeldingen van beroemde rijders en
hun motoren: 5’/s p. Tom Sheard en
„Douglas” (4.97 pk), 7 p. Walter
Handley en „Rex-Acme” (3.48 pk), 10
p. Geoff Duke en „Gilera” (500 cc) en
12 p. Peter Williams en „Norton” (748
cc), (afbeelding)
C. Voor de liefhebbers een positieve
mededeling tot slot. Dr. Eisert maakte er
de volgende compositie van: Wit: Ka7,
Tb7, pion f3-g4. Zwart: Kf8, Ld2, pion
b4-f6-g5. Wit aan zet wint in ruim 30
zetten. Alleen voor experts, die wij naar
de bron verwijzen. Anders worden we
helemaal een Schach-Echo-echo!
ANDORRA (SPAANSE POST).
Twee „Europa”-zegels zagen het licht
met reproducties van Romaanse
schilderijen uit de twaalfde eeuw, in
de waarden 3 en 12 Ptas. In verband
met de internationale postzegelten-
toonstelling „Espana ’75” verscheen
een zegel van 3 Pta. waarop de
voorstelling van een plattelandsbrie-
venbesteller met muildier.
René Schippers bezorgde echter zijn
tegenstander de titel door in de dia
gramstand 38-33? te spelen. Na de plak
ker 30-34!, 33x31, 34x43, 31-27 was het
toen leuk uit door 43-48! Immers, op 19-
13 volgt nu 48x22, 13x4, 22-27, 26x37 en
op 19-14 komt 48x22, 14x3, 22-17, 26x17,
met winst door oppositie. Een goed be
sluit voor de gelukkige Fries!
zijn: 1, 2, 3, 4, 5 (op 2'/t), 8, 10 (op 6),
18 (op 20), 25 (op 9), 30 (op 15) en 50
c„ 1 en 2. Zij zijn niet verkrijg
baar voor verzamelaars, doch op ver
zoek kunnen zij wel voor de franke-
ring van brieven dienen die b.v. be
stelde postzegels bij het Philatelic
Bureau bevatten.
o
Deze maand kwam de damjeugd lan
delijk bijeen voor de nationale jeugddam-
dag voor provinciale tientallen, voor de
finale tussen vijftallen voor adspiranten
en voor het sneldamkampioenschap voor
junioren en adspiranten. In deze wed
strijden treffen we de namen aan van
vele deelnemers uit de persoonlijke fina
les om de landstitel. Van de eindstrijd
bij de junioren heb ik u al het een en
ander laten zien. Nu komen de beste
adspiranten voor het voetlicht, t.w. Henk
Hosper uit Grouw als nationaal kampi
oen en Tjeerd Harmsma (een samen
trekking van Harm Wiersma) als zeer
goede tweede. Beiden vochten tot in de
laatste ronde om de titel. De Fries werd
op het nippertje kampioen door een
eindspelwinst in zijn laatste partij,
waarmee hij Harmsma juist één punt
voor bleef. Bij remise, en dat zat er
eigenlijk in, zou deze Gelderlander uit
Vorden kampioen zijn geworden, omdat
hij het onderlinge duel tegen Hosper in
fraaie stijl won. Voor mij hadden beiden
daarom evenveel aanspraak op de titel,
maar de punten beslissen nu eenmaal.
En alleen de kampioen telt, want Hosper
werd wel en Harmsma niet voor het
komende Scholten-Honig toernooi in
Hoogezand uitgenodigd..Misschien kan
ik de organisatoren nog tot andere ge
dachten brengen door plaatsing van on
derstaande partij, de enige verliespartij
van de kampioen:
„Hanukka” door Moritz Daniel Op
penheim (1800-1882), IL. 1.40 „Purim
Players” door Jankel Adler (1895-
1949) en IL. 4.00 „Yom Kippur” door
Maurycy Gottlieb (1856-1879). In de
landschapsserie verschijnt een zegel
van IL. 1.70 met een gezicht op
Nazeret Illit (Opper-Nazareth). Ter
gelegenheid van het 10e Congres van
de Internationale Vereniging voor
Gerontologie te Jeruzalem komt een
zegel van IL. 1.85 in omloop met de
voorstelling van een bejaarde vrouw
en man. (afbeelding)
uit te spelen. Dat dit tot onzuiverheden
leidt, behoeft nauwelijks betoog.
Bovenstaande ontboezeming werd ons
ingegeven door de volgende afgebroken
stelling, welke onlangs ontstond tussen
dr. Eisert van „Tübingen” en Link van
„Ulm”. Van de uitslag hing de promotie
naar de Bundes-Liga af.
De witspeler staat beter en hij zou
ware er niet afgebroken stellig ver
der op winst hebben gespeeld. Maar toen
hij na ’t afbreken aan ’t analyseren
sloeg, vond hij geen winstweg, zodat hij
zonder verder spelen met een puntende-
ling genoegen nam. Pas achteraf ontdek
te hij een hoogst interessante manoeuvre,
waarmede wit tóch had kunnen winnen.
Het wordt uitgewerkt in de uitstekende
eindspelrubriek van Karl Junker in de
Schach-Echo, waaraan wij de analyses
ontlenen.
Het thema heet in ’t Duits „Umge-
hung”, misschien ’t best vrij te vertalen
met ,,’t omlopen”. De witte koning gaat
nl. aanstonds om Tb7 heenlopen. Daar
toe moet allereerst bewerkstelligd wor
den dat de zwarte koning op g6 komt te
staan. Vervolgens gaat de witte naar a7
met de dreiging, door te stoten naar f8
en dan zwart mat te zetten. Dit dwingt
f6-f5 af. Tenslotte wordt pion g5 buitge
maakt. De winst van toren en pion
tegen loper is een kwestie van (moeilij
ke) techniek, welke hier onbesproken
blijft. Zie nu: I 1) Ke8é Lel 2) Ke7 Lc3
3) Tb8t Kg7 4) Ke6! Lel 5) Tb7t Kg6 Zo
wordt de koning, die f6 moet blijven
beschermen, naar g6 gejaagd. Thans
volgt de tweede fase, ’t omloop-ma-
de doorstoot naar f8
K—A—
Hosper heeft hier met zwart wel
voordeel, maar zijn tegenstander Schip
pers (wit) kan in de diagramstand nog
remise bereiken door 36-31!, 27x36, 38-
32, 26-31 of?, 32x23, 31x42, 23-18, gevolgd
door de doorloop 19-13, 9-14, 13-8, enz.
Een puntendeling zit er dan in, als wit
tenminste oppast voor een valletje als:
42-47, 19-13, 9-14, 13-8, 47-15, 8-2?,
34!, 14-19 en 15x13.
39-33 speelt
30x6,
enz.
18x29, enz. met gelijk spel. Kansrijker
Hij liep vlug naar de andere kant van
het tegelpad. Daar zag hij iets bekends.
De poes van de buren. Die kwam altijd
naar de goudvissen kijken. Timber
dacht, dat ze dat deed omdat ze ze ook
zo mooi vond, maar de poes had gezegd
dat ze vissen zo lekker vond. Timber
joeg haar altijd weg met z’n hengel.
Owee, als de poes maar niet naar de
vissen ging, want hij kon nu niet op ze
passen. Gelukkig, de poes liep naar
haar eigen tuin. Timber keek haar na
en schrok toen plotseling heel erg. Een
groot bruin beest kwam op hem af. Het
had een heel lange neus, die bijna op
de grond kwam. Het beest zei steeds:
„Wafwoef”. Het vond Timber
vreemd ruiken en Timber vond hem
griezelig. Hii maakte gauw dat hij weg
kwam. Zouden er eigenlijk wel leuke
dingen zijn? Tot nu toe had hij alleen
maar enge dingen gezien. Hij moest
maar eens in de andere tuin gaan kij
ken. Timber duwde met z’n hengel een
tuinhekje open. Bah, alleen maar grote
stenen. Timber hield niet van stenen
in de tuin. Planten, daar hield hij van.
Ook het volgende hekje duwde hij open.
Nee, allemaal tuinstoelen en een grote
parasol. Timber hield niet van para-
11} Tb6t Kf7 12) Ka6! niet gf5:?
Ld4 12). ...fg4: 13) fg4: Ke7 14) Kb5
Kf7 15) Kc4 Ke7 16) Kd3 Kf7 17) Ke4
Ke7 18) f5 Ld2.
Tj. Harmsma, wit H. Hosper, zwart
(Adsp. Kamp. v. Ned., 2de ronde)
1. 33-29, 19-23 2. 35-30, 14-19 3. 40-35
17-22 4. 45-40, 11-17 5. 38-33, 6-11 6. 42-
38, 22-28 7. 33x22, 17x28. Een interessan
te doorstoot, waarvan het vervolg echter
aan zwart (te) hoge eisen stelt. 8. 48-42,
11-17 9.31-27, 10-14? Niet scherp ge
speeld. Aangewezen is 20-24, 15x24, om
dat zwart dan na 38-33 door 7-11, 17x28
in de aanval kan blijven. 10. 38-33, 17-
22. Nu kan 7-11, 17x28 niet wegens 27-
21!, 42x22 en 29x16. Wel beter is echter
17-21, 33x22, 20-24, 15x24, waarna zwart
door 5-10 en 23-29 de schijf herovert. 11.
30-25, 22x31 12. 36x27, 5-1Ó 13. 33x22, 20-
24 14. 29x20, 15x24 15. 34-30. Wit blijft
voorlopig een schijf voor, maar behoudt
deze niet. 15..7-11 16. 42-38, 12-17 17.
38-33, 17x28 18. 33x22, 8-12 19. 43-38. Op
zwart niet 23-28?, 19x48,
9x18 wegens 47-42, 40-34,
schijf verlies, maar 16-21!,
tafel opende Zuid met
klaveren, West doublet en Noord 1 har
ten. Oost bood nu 2 schoppen, een bod
dat een behoorlijk spel aangeeft maar niet
forcing is. Zuid gaf een doublet en dat
moet stellig als een agressieve aktie
bestempeld worden. Iedereen paste ver
der en Zuid kwam uit met ruiten aas en
ruiten na voor de heer van Oost. Deze
zag het gevaar van een introever in
ruiten; hij speelde dus eerst harten aas
en heer waarop in zijn hand de laatste
ruiten verdween en toen pas schoppen
vier van tafel. Noord kwam met schop
pen heer aan slag en legde harten
vrouw op tafel welke Oost met schop
pen acht voortroefde. Zuid probeerde het
naderend onheil nog af te wenden door
zijn schoppen A-B-& niet af te breken
19) Tb5! Kd6 (of a) 20) Ke4 Kc6. Na
andere koningszet volgt Kd3 met
pionwinst; hier blijkt de kracht van 19)
Tb5! 21) Td5! Le3!. Na Lf4 loopt de
koning direct via d4 naar c4 en valt er
een pion. 22) Tf5! Lf4 23) Kd4 Lel 24)
Kc4 Ld2 25) Td5! met pionwinst, b.v. Lf4
26 Tc5t Kd7 27) Tb5! (vooral niet Kb4:
Ld6) Ld2? 28) Td5t enz. of a) 19).,Kf7
20) Tb7f Kf8 21) Kf6 Ke8 22) Tb5é met
pionwinst, daar Kd7? faalt op 23) Td5f.
Het verhaal heeft meer dan één mo
raal. A. Hoe eindeloos moeilijk is toch
een analyse van zelfs een start met een
zó gereduceerd materiaal als de onder
havige. Een kleine 30 zetten diep om een
technisch gewonnen positie te bereiken.
En we zijn er geenszins zeker van dat
alles waterdicht is.
Het euvel van afgebroken partijen is
zo oud als het topschaak zelf. Naarmate
de speelsterkte en ’t vakamanschap
groeien, worden de krachtsverschillen
tussen de sterksten geringer. Overrom
peling in ’t begin is er steeds minder bij
en men moet dus herhaaldelijk dóórgaan
tot ver in ’t eindspel om een beslissing
af te dwingen. Er is echter een lichame
lijke en geestelijke grens aan ’t uithou
dingsvermogen van de mens, zeker bij
zo iets inspannends als schaken op zeer
hoog niveau. Daarom worden onbeëin
digde meesterpartijen na vijf uren afge
broken, waarna de ellende pas goed
begint. Soms moet er uitgespeeld worden
na enkele uren, maar herhaaldelijk ge
schiedt zulks pas na dagen, ja zelfs
weken. En aangezien bij de grote jon
gens slechts die partijen worden voort
gezet, welke een reeële problematiek
behelzen, betekent dit uren, ja nachten
lang analyseren, een werk dat niet al
leen bijzonder moeilijk is, maar vaak
nog ondankbaar ook. Immers, hier geldt
meestal het adagium „erstens kommt es
anders, zweitens wie man denkt”. Al na
luttele zetten ervaart men gewoonlijk
dat de tegenstander een andere visie had
juist de grootste charme van ons
spel! waardoor het vervolg een ge
heel andere wending neemt en al ’t
geanalyseer nutteloos wordt.
Er is echter nogiets geheel anders.
Gedurende het speien moet men „op
temperatuur” komen, als ’t ware in
trance geraken. Door het afbreken komt
hier abrupt een einde aan; de spannings
boog is verdwenen en ’t is slechts weini
gen gegeven, die aanstonds weer aan te
trekken. Velen verliezen dientengevolge
hun interesse en zijn deswege bereid tot
capitulatie of het bewilligen in remise,
terwijl de stelling daar objectief nog
niet rijp voor was. Een remedie hierte
gen is tot dusver niet gevonden; af ge
sproken wordt wel eens, het slot met
wat extra bedenktijd als een vluggertje
Daar stond hij. Vrij op de tuingrond.
Timber keek in het rond. Welke kant
zou hij opgaan? Eerst het tuinhek uit.
Zo, zo, leuk was het hier. Allemaal
tegels op de grond. Timber liep er over
heen. Het maakte een beetje lawaai,
toen hij liep. Wat klonk dat gezellig.
Timber liep verder. Oh, hier hielden
de tegels op en een dikke rand hield ze
tegen. Timber sprong van de dikke rand
af. Meteen sprong hij weer terug. Een
heel groot ding vloog al toeterend langs
hem heen. Foei, wat een schrik. Deze
kant van de tegels was vreselijk eng.
BELGIë. Ter gelegenheid van het
Europese Monumentenjaar 1975 wer
den op 12 mei drie zegels uitgegeven
onder het motto „bouwkundig erf
goed”: 4.50 F. gebouwen van het
Sint-Janshospitaal in Brugge, 5 F. de
kerk „Saint-Loup” in Namen en 10 F.
het Martelarenplein in Brussel (af
beelding)
COOK-EILANDEN. De poststukken
die uitgaan van de regering van de
Cook-Eilanden zullen voortaan met
dienstzegels worden gefrankeerd.
Hiertoe werden de koerserende fran
keerzegels in zilver en zwart met
„O.H.M.S.” overdrukt. De waarden
noeuvre via a7,
dreigend.
II 6) Kd5! Lc3 7) Kc5 Lel 8) Kb 5
Ld2. Na b3? zou deze pion, zwart’s
grootste troef, verloren gaan. 9) Ka6 Lc3
10) Ka7Als 2zwart hier verder af
wacht, verliest hij. Er volgt dan Kb8-c8-
d8-e8 15) Kf8 plus 16) Tg7t Kh6 17) Kf7
b3 18 Tg8 Kh7 19) Td8! benevens Tdl
en Thl mat, of beslissende materiaal-
winst. Na 10) Ka7 is dus f5 gedwongen.
voor wit was echter 47-42!, want 16-21
faalt en na 12-17 kan de damzet met 25-
20!, 14x45, 39-34, 35-30, 34-29, 32x5 vol
gen. 1912-17 20. 40-34 (op 38-33,
33x22 volgt nu wel 16-21, enz.), 17x28 21.
41-36, 2-8 22. 46-41, 8-12 23. 36-31. Op
nieuw wordt schijf 28 bedreigd, nu door
41-36 en 27-21. DUS 23. ...11-17 24. 41-36,
17-21. Voorkomt de witte dreiging, maar
niet voor lang. Na 17-22 was wit onge
twijfeld door 27-21! 32x21 verder gaan
omsingelen. 25. 31-26, 12-17 26. 36-31!,
10-15? Dit betekent definitief schijfver-
lies. Gedwongen was 17-22, 22x11 en dan
moet zwart na 47-41 voor twee kwaden
kiezen: omsingeling via 11-17, 41-36, 17-
22, 38-33 (of 27-21) dan wel een dam
voor drie schrijven door 18-22, 13-18, 11-
17, 16x47, 39-33, enz. met onzekere af
loop.
In de partij forceert wit nu schijf-
winst door 27. 47-41, 14-20 28. 25x14,
9x20 29. 41-36, 17-22 30. 26x17, 22x11 31.
30-25, 4-9 32. 25x14, 9x20 33. 27-21,
16x27, 34. 31x33 en Tjeerd won later ook
de partij. Een zege, waarin voor een 14-
30iS.
parasol hield de zon tegen. Nou,
en als daar niets leuks was, ging hij
weer terug naar z’n eigen tuin. Daar
waren tenminste bloemen en planten en
de vissen om mee te praten. Timber
duwde met z’n hengel tegen een mooi
houten hekje. Door een kier keek hij
naar binnen. Nee maar, óók een vijver.
Enoh, Timber kreeg een kleur van
wat hij daar zag. Een vrpuwtjes-tuin-
kabouter! Timber keek of er geen men
sen in de tuin waren en liep toen de
tuin in. Het vrouwtje stond met haar
hoofd naar beneden en staarde in de
vijver.
„He”, fluisterde Timber, „daag”!
Meteen ging haar hoofd omhoog „Oh
..o..oh”, stotterde ze, daa..aag!”
Het vrouwtje was verlegen, maar
Timber deed erg vriendelijk tegen haar.
Hij legde uit, waarom hij aan de wan
del was en toen vertelde het vrouwtje,
dat ze dat ook zo graag wilde. Ze had
óók alleen maar goudvissen om mee te
praten. Dat was ook toevallig.
Timber bleef wel een uurtje praten
en na dat uurtje maakten ze meteen
een afspraakje. Timber ging terug naar
z’n plaatsje bij z’n vijver en in het ver
volg ging hij iedere morgen heel vroeg,
als alle mensen nog sliepen, een uurtje
op bezoek bij Tanja, de vrouwtjes-
tuinkabouter. En na een heleboel mor
gens was het opeens feest in Tanja’s
tuin. Tanja en Timber gingen trouwen.
De vissen hadden versjes geleerd en
zeiden die op. Wat was het gezellig.
Niemand lette op de tijd en plotseling
stonden er wel zes mensen om hen
heen. Nu kwam alles uit, maar geluk
kig begrepen de mensen de tuinkabou
ters. Timber mocht in Tanja’s tuin blij
ven, want in Timbers tuin kwam een
nieuwe tuinkabouter mét een vrouwtje.
Nu hoefde niemand meer weg te lopen
en iedereen was tevreden.
Tanja en Timber kregen vier schat-
q
O'
SS