HELE MAATSCHAPPIJ HANCT VAN GLAZEN STOLPEN AAN ELKAAR Ontslagen staatssecretaris zit met enige intellectuele vragen H Kwalijk genomen Niet de kern 1 door Tony v. d. Meuten Filmster Glastra van Loon betreurt het niet geen gewiekst politicus te zijn teveni Glastra van Loon: „Veel was nieuw Glastra van Loon: „In de publiciteit ben ik niet als de verliezer overgekomen, en als ik daar dan ga zitten, kan dat de indruk wekken: hij komt het nog eens bekijken. Ik denk veel minder aan zo’n politiek effect. Iemand als Van Mierloo is daar veel scherpzinniger in; ik mis dat orgaan”- verbaasd over; niet boos of zo. Van Agt vertelde voor de televisie dat hij een aantal rotdagen achter de rug had; Glastra van Loon beleefde het anders: ,,lk ben er echt niet kapot van”. Daarna zette hij zich in alle rust aan het schrijven van een beschouwend artikel over De Toekomst van de Vrijheid. Na zijn ontslag maakte hij eerst een gezonde boswandeling om kennis te nemen van de ontluikende natuur („Daar had ik nog geen tijd voor gehad”). Is het u als staatssecretaris gelukt te praten met mensen die vinden dat Nederlandse gedetineerden het eigenlijk veel te goed hebben en dat gevangenissen Hilton-hotels zijn? Twee jaar praktische politiek, heeft u dat veranderd? Er is niet alleen op uw politieke bekwaamheid, maar ook op uw beleid nogal wat kritiek. In de hele affaire bent u nogal afstandelijk overgekomen- We zitten nu bij elkaar tijdens het parlementaire debat over uw ontslag. Wat verwacht u ervan? Wat doet die stem u nu: twee jaar hebt u met Van Agt gewerkt, en in dit conflict heeft hij geen contact met u willen hebben? door Isches Als scholier discussieerde hij met een groep vrienden, al dwalend over de heide, over zaken als filosofie. Glastra van Loon „Zegt u maar gerust een vrij elitair wereldje met hockey en zeilen. Het waren de jaren ’30; we hadden het niet breed, maar we kwamen ook niets te kort. Het was geen milieu waar over politiek gepraat werd; wel over algemeen maatschappelijke vraagstukken”. Voordat mr. Glastra van Loon in 1958 buitengewoon hoogleraar inleiding rechtswetenschappen te Leiden werd, „Als staatssecretaris ben ik meteen begonnen met een bezetting. De Bond van Minderjarigen bezette het bureau van de Nationale Federatie voor de Kinderbescherming. Ik ben met die mensen gaan praten: dat is me kwalijk genomen. Dat doe je niet als staatssecretaris van Justitie. Maar ik wou weten hoe die bezetters dachten, welke signalen zij afgaven”. hun eigen ervaringen met deze kinderen. En die twee groepen hebben geen enkel contact met elkaar. Die staan tegenover elkaar en gaan van elkaar een steeds lelijker beeld vormen”. Minister Van Agt tijdens het debat over het aftreden van Glastra van Loon. Pre mier Den Uyl staat wat vermanend op de achtergrond. Glastra van Loon: „Ach, net hoort ook bij het ceremonieel. Er moet iets in het openbaar afgereageerd worden, en dat feest hebben we nu”. Glastra van Loon: „Dat raakt je ook. Ik ben er nog steeds niet ongevoelig voor. Ik word er niet onrustig door, maai' ik begin er wel over na te denken: welke betekenis heeft die kritiek. Dan blijkt ook kritiek een functie te hebben. Je accepteert dat, en je wordt er niet paniekerig door. Ik heb de laatste weken wel mijn depressies gehad, maar daar kun je jezélf verder inpraten, je kunt jezelf er ook uittrekken; het is een vorm van instelling”. Glastra van Loon: „Die stem klinkt nu heel anders; ja, denk je, dat is die man”. hoe van n is g er Dat nog iltijd iliere svers tneel, louts, ves- mu- l ons AVE ook e in titel Ider- itten een alle de vol- laten -wit- ïroot ische mee men. ver- Dat hoe- t. En ten is nusea Glastra van Loon: „Ja, zonder enige twijfel. Doordat ik door vele contacten nu een concrete voorstelling kan maken over allerlei zaken, voel ik me veel vrijer in mijn denken. Je blijft veel minder ir het spoortje van de theorie lopen”. „Zoals iedere andere Nederlander heb ik langs veel dingen heengeleefd. Je weet allerlei dingen wei, maar je denkt er verder niet over na- Het feit bijvoorbeeld, dat wij mensen met een afwijkend gedrag uit onze gezichtskring verwijderen en zo een acuut probleem oplossen zonder de diepere oorzaak op te sporen. Dat weet je wel, maar je doet er verder weinig mee. Ik ben er nu veel meer bi; betrokken geraakt. We waren met een groep mensen aan het werk. Je merkte dat er zich iets ontwikkelde; er kwam beweging in. Maar aan de andere kant groeit er ook een stukje verzet. De problemen in de gevangenissen heb ik aan de grote klok gehangen, omdat dat verzet doorbroken moest worden”. opese ,lees- g een een an de en Dali” rtisch thuis n en lilde- n wil verdomd naar uien”. Het is met mr. Glastra van Loon makkelijker haring- eten dan praten. „Dat komt wellicht”, zegt hij, „omdat ik tegelijkertijd afstandelijk ben en zeer bij de dingen betrokken. Ik ben ook niet iemand die in interviews harde of smeuïge dingen zegt. Ik ben overigens ook niet van plan me voor dat doel te veranderen". Glastra van Loon- „Ja, maar wel betrokken. Maar er zit veel spel in de politiek. De vragen die meneer Kruisinga bijvoorbeeld heeft gesteld, die probeer ik zo goed mogelijk te beantwoorden. Maar het is net als wanneer je aan het schaken bent: het is heel leuk, maar niet wezenlijk Je probeert het zo goed mogelijk te doen, maar het is niet waar het echt om gaat”. glas rode wijn, terwijl in de vergaderzaal het debat over zijn ontslag aan de gang is. Eerst had hij samen met zijn bejaarde moeder de debatterende volksvertegenwoordigers vanuit een loge willen gadeslaan, maar Hans van Mierlo ontried hem dat. Zijn moeder, een telg uit het architectengeslacht Kuipers, vergastte het gezin regelmatig op kamermuziek. Zoon Jan Frederik was tot zijn twaalfde een beetje katholiek, „maar toen ontdekte ik, al schrijvend, dat. God eigenlijk niet bestond”. Hij verbleef op een kostschool in Zwitserland, waar bepaald niet de gemiddelde Nederlander in de leer ging, en op een middelbare school in Het Gooi. Glastra van Loon: „Dat mag je kennelijk ook niet zeggen, maar het alternatief is: gewichtig doen, alsof je vanuit je functie automatisch alles weet. Uit de kritiek maak ik op dat iemand een goed bestuurder is als hij met vaste hand alle conflichten toedekt, de indruk wekt geen enkele onzekerheid te kennen en daardoor dus vertrouwen wekt”. Een vreselijk vriendelijke, wat deftige man- Vlak voor het Tweede-Kamerdebat over het einde van zijn kortstondige loopbaan als fulltime-politicus, hebben we uiterst genoeglijk een nieuwe haring gegeten, waarna het milieu-vriendelijke D’66-Kamerlid Imkamp het raam geheel openschoof, „want het stinkt hier zo i een ierij- oeide eeuw eeuw Was het urge- n de n de het 1 ons gaan, stieke deze grote niet U was hoogleraar te Leiden. Uw politieke belangstelling ging vooral uit naar theoretische, staatsrechtelijke zaken, en plotseling zit u als staatssecretaris midden in de praktische politiek. Hoe beleefde u dat? Fractieleider Terlouw van D 66 moest een oplossing zoeken voor de affaire. Het stemde hem bitter. zo onaangenaam, en ik heb een hogere dunk van mensen. Wat mij interesseert is: hoe functioneert zo’n man en hoe werkt aar uit op ontwikkelingen in de maatschappij?” Vele Nederlanders hebben niet van die propere gedachten over politiek. Glastra van Loon: „Ja, en dat gebeurt dan meestal om verstaanbaar te blijven voor de eigen achterban. Maar het leidt tot ongeloofwaardigheid ten opzichte van de gemiddelde Nederlander. Als iemand iets vreselijk ingewikkelds staat te vertellen, om het zo aanvaardbaar te maken voor allerlei groepen, geeft dat de indruk dat hij niet zegt wat hij bedoelt”. voor me' veel aspecten wil ik nog beter leren kennen. Politici zijn me gaan boeien: die inzet. Het boeit me hoe zo’n politiek wezen functioneert; ik zou bijna zeggen „politiek dier”, maar dat klinkt Twee jaar staatssecretaris van Justitie, met als voornaamste bezigheden het gevangenisbeleid, de vreemdelingen en de kinderbescherming. Het mondde uit in ontslag na wat ontactische interviews. Daarop gaf hij een persconferentie die volgens parlementaire journalisten een voor het Binnenhof ongekende manifestatie van openheid was. werkte hij twee jaar op het Binnenhof als assistent-griffier van de vaste Kamercommissie van Justitie. „In die tijd heb ik de freule ook ontmoet: dat is nu het voorbeeld van iemand die altijd open en eerlijk haar mening geeft”. Het kernprobleem van Glastra van Loon in de politiek: „het toedekken of op een bepaalde manier inkleden van problemen, daar heb ik grote moeite mee”. Glastra van Loon, bijna verbaasd: „Zo opereer ik niet, dat is mijn stijl niet”. Na enige stilte: „Maar er is wel een groot communicatieprobleem. Je merkt dat het hele debat over de affaire langs de kern van de zaak heen gaat. Er wordt veel meer gesproken er. geschreven over de politieke kanten van mijn ontslag dan over de ernstige problemen in het gevangenisbeleid. En dat was de kern waar het om draaide: hoe doorbreek je een tekort aan communicatie”. „Neem een voorbeeld in de kinderbescherming: er is een stichting van verontruste ouders, die stuk^oor stuk diep geschokt zijn over war hun kinderen is overkomen en wat anderen met hun kinderen hebban gedaan. Aan de andere kant zijn er enige alternatieve mensen, die ook diep bewogen zijn ,over Ik heb gelezen dat u het anders had moeten inkleden: u had uw zorgen over de propvolle gevangenissen, de wachtlijsten en de macht van ambtenaren niet zelf moeten verwoorden, maar u had het aan politieke vriendjes moeten doorspelen die er dan kamervragen over stellen. Glastra van Loon: „Ik heb ze wel ontmoet, maar het contact is erg moeilijk. Het beste kun je dan gewoon uitleggen wat je aan het doen bent; tegenargumenten helpen weinig. Gevangenen in een soort pakhuis willen zetten; het is allemaal erg kortzichtig”. „Een andere vraag komt ook steeds luider op kunnen we de gevangenissen eigenlijk niet helemaal afschaffen. Maar als je dat doet, creëert de maatschappij haar eigen bescherming, dan gaan mensen met revolvers rondlopen en versterkte huizen bouwen. Ik ben eens in Toscane in een zeer merkwaardige stad geweest: de hele stad bestond uitsluitend uit hoge vestingtorens. De bewoners beschermen zich zo tegen de buitenwereld en tegen elkaar’ Mr. Glastra van Loon is geen gewiekst politicus, en betreurt dat ook niet. „Ik denk niet zo op korte termijn”. Met een milde glimlach zat hij afgelopen dinsdag in Terlouws kamer bij de luidspreker, waardoor Kamerleden allerlei kwade dingen over hem zeiden. Zo hoonde Wiegel de uitspraak van de ex- Staatssecretaris, dat hij op het moment dat hij tot zijn hoge post geroepen werd, van het gevangeniswezen van toeten noch blazen wist. Mr. Glastra van Loon heeft een goede opvoeding genoten. Zijn vader was arts in Batavia. „In een flits zie ik voor me hoe ik met Indische kinderen stond te praten. In onze tuin was dat; het was een leuk contact. Plotseling werd ik binnengeroepen en ik mocht ook niet meer terug. Het werd niet met zoveel woorden gezegd, maar met die kinderen mocht ik kennelijk geen contact hebben”. Als medicijnen-student in Groningen zat hij in de oorlog in het verzet. „Je loopt met een tas vol illegale kranten door een leeg Den Haag- Plotseling komt een Gestapo-kolonne om de hoek, en wat doe je dan: je loopt door”. Na de oorlog studeerde hij rechten, sociologie en filosofie in Salzburg, Gottingen en Leiden. „Ik zwierf zoveel omdat ik het verblijf aan een universiteit nogal eens teleurstellend vond. Je was zo weinig creatief; het was vaak meer een lesje leren”. In die dagen trad hij ook nog even op als filmster in een filmpje van een half uur over een student in de oorlog. „Ook een aardige ervaring. Ik heb er, dacht ik, aa.r te danken dat ik nu bij tv- interviews helemaal geen last heb van camera s, camera's zeggen mij volstrekt niets”. Terwijl hij alweer gepolst is voor enige leerstoelen, progressiever hem roemen, en de oppositie hem taxeert als „politiek onbenullig”, zit mr. Glastra van Loon nog met enige „intellectuele vragen”, zoals hij het zelf noemt:,,wal kun je ei nu aan bijdragen om hel hele maatschappelijke proces wat meer open te maken. Er loopt veel mis, omdat mensen in glazen stolpen zitten, allemaal verschillende stolpen, en de een mag aan de ander niet laten blijken wat er onder zijn stolp gebeurt. Ik geloof dat dat veel mensen belemmert; de hele maatschappij hangt van stolpen aan elkaar. Het is een sociale norm, dat veel dingen niet openlijk besproken kunnen worden; een politicus mag niets over een ambtenaar zeggen, al gaat het over puur zakelijke dingen”. „Mensen zitten vaak in allemaal afgesloten vakken. Wat ik in mijn werk als staatssecretaris heb geprobeerd, is overleggen; niet iets van bovenaf eventjes regelen, maar mensen in het overleg betrekken. Het is moeilijk, het kost tijd, het levert je kritiek op, maar je merkt dat mensen naar dat contact verlangen”- We zitten bij de luidspreker in de werkkamer van Terlouw. Als Kruisinga zegt: „Niet iedere professor uit Leiden is een goed bestuurder”, lacht Glastra van Loon minzaam. Als Wiegel verwijst naar een communiqué van een aantal oud-bewindslieden, waarin zij stellen dat zij nooit problemen hebben gehad met de amotelijke top op het ministerie van Justitie, reageert Glastra van Loon met: „Allicht niet, want het waren zelf op en top regenten”. Plotseling klinkt de stem var Van Agt door net kleine Kamertje. Glastra van Loon: „Hij klinkt mat, ja hij is bekaf”. •3-W- „De Nationale Raad voor de Kinderbescherming dacht aanvankelijk: wat een rare vent is die Van Loon. Op het department heb ik ook veel moeten uitleggen. Daar dacht men: als je met bezetters gaat praten, ben je het met hen eens. Maar ik wil ze horen, verrekte graag horen. En als ik het niet met hen eens ben, krijgen ze dat op hun beurt van mij te horen”. Glastra van Loon: „Dat is waar, ze vinden het een vies bedrijf. Ben ik het niet mee eens, maar het is wel te verklaren wat mij bezighoudt bij politici, is het niet kunnen blootleggen van nun motieven. Het inkleden Agt In de werkkamer van D’66-fractievoorzitter Jan Terlouw in het Tweede-Kamergebouw hangt een mooie papieren vogel aan de schemerlamp. Ex-staatssecretaris prof. mr. Jan Frederik Glastra van Loon (55 jaar, D’66) stopt ontspannen zijn pijp en geniet van een goed Mr. Glastra van Loon moest van minister Van ontslag nemen na interviews over de ambtelijke top op het ministerie van justitie en het falende gevangenisbeleid. Deze intellectuele man, die tot voor twee jaar hoogleraar was te Leiden, is daar voornamelijk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 17