Stary Teatr uit Krakow met „Novembernacht” in ons land
Lar Lubovitch kon ook met
kronkels leegte niet aan
René Lobo nu in
leiding Theater
Rijkssubsiilie voor
Solisten toonden opmerkelijk niveau
Moderne Hongaarse muziek
wekt indruk achter te lopen
Winterbont van Dior
Uit de wereld van
deBonneterie:
yi
voor zomerpnjzen.
I*
11
K
ffi
R
Cyrano’
I
Rikketikte tik
SF
Bonneterie
Pander
JlollctndFestivar75
M
1
M
J
K h W
■rwi
Balletten met te weinig inhoud
I
A
2
DONDERDAG
1 2
JUNI
1975
13
KUNST
-
b
DE
f
Feilloos tikken? Prima.
Maar’t is wel te hopen
dat je nog wat meer
beweging hebt, dan
alleen met je vingers.
En goed eet natuurlijk.
Sanovite bij elke
broodmaaltijd. Goed voor
je gezondheid.
Voor je rikketik.
Al is het niet de tijd bont te dragen, 't is wel de
tijd aan bont te denken. Want nu geeft de
Bonneterie 10% zomerkorting. Op elke mantel
uit haar omvangrijke kollektie. Dus ook op de
fameuze kreaties van Dior die u nergens anders
vindt. Zoals de hier afgebeelde mantel van
f3.300,-. De warme lapin-vacht zit aan de binnen
kant, de leren buitenkant is ondoordringbaar
gemaakt.
Uiteraard verkoopt de Bonneterie geen bont
van beschermde dieren. U bent welkom in de
Amsterdamse Kalverstraat.
Bij de Bonneterie en Pander, 'n Wereld in...
mode en meubelen.
F «j
Ai
TM
van
uur:
(Foto Bob van Dantzig)
(ADVERTENTIE)
(Van onze kunstredactie)
(ADVERTENTIE)
uur:
(ADVERTENTIE)
omzwervingen in het domein
y-r.:
W»
Ook
zoutarm
verkrijgbaar.
Jan Nowicki als de Grootvorst en Teresa
Budzisz-Krzyzanowska als Joanna, twee
acteurs van het Stary Theater die giste
ren de hoofdrollen vervulden in Wyspian-
ski’s Novembernacht.
ontwikkeling die wij hier ai voor een
deel achter ons hebben liggen.
De artistieke leiding van Theater zal
per 1 september 1976 bestaan uit Elise
Hoomarns, Karei Muller en René Lobo.
René Lobo is vele jaren als acteur aan
Theater verbonden geweest. De laatste
twee seizoenen, heeft hij als regisseur
bij verschillende gezelschappen gewerkt.
Bij Theater zal hij „Thuiskomst” van
Pinter regisseren voor hij vast aan de
toneelgroep zal zijn verbonden.
De benoeming gaat op 1 september
1976 in maar René Lobo zal het komen
de seizoen al meewerken aan de voorbe
reidingen van het seizoen, 1976-’77-
ARNHEM. (ANP) Het stichtingsbe
stuur van Toneelgroep Theater in Arn
hem heeft de regisseur René Lobo in de
artistieke leiding van het gezelschap be
noemd.
x
n.
.4
20.00
o.l.v.
it
3-
3-
4
Van den Ende zal waarschijnlijk een
verlies maken op de heidenkomedie van
ongeveer 700.000 gulden. De subsidie be
draagt vier ton. Daarbij komt voor de
producent ook nog een bedrag aan tele-
visie-rechten dat de KRO hem betaald
heeft. In Hilversum zijn gisteren opna
men gemaakt voor een uitzending in het
winterprogramma van de omroep. Ko
van Dijk heeft de toneelregie, Frits But-
zelaar doet de televisie-regie.
AMSTERDAM. Het ministerie van
CRM heeft besloten om door middel van
een subsidie voor een groot deel te
voorzien in het verlies dat theaterprodu
cent Joop van den Ende heeft geleden
op de vrije produktie van het toneelstuk
Cyrano de Bergerac.
Cyrano de Bergerac is in de afgelopen
maanden 89 keer opgevoerd. Vrijwel el
ke keer was de zaal uitverkocht. Het
verlies schrijft Van den Ende toe aan
onvoorziene omstandigheden, met name
wat betreft de transportkosten van de
decors en de kostuums. Aan Cyrano de
Bergerac, met Ko van Dijk, Guus Her-
Schilderachtige theatervisie
filmregisseur Wadia
mus, Lies Franken en Jeroen Krabbé in
de voornaamste rollen, is door tientallen
acteurs en technici meegewerkt.
Congresgebouw,
o.l.v.
van
SCHEVENINGEN. Het tweede pro
gramma dat de Lar Lubovitch Dance
Comany uit New York woensdagavond
in het circustheater bracht, bevestigt de
indruk van het eerste maar geeft toch
ook wat meer inzicht in de verhouding
tussen de choreografieën van Lubovitch
en de uitvoering daarvan door de dan
sers. Het blykt namelijk dat die dan
sers helemaal niet zo bijzonder zijn,
waarbij ik een uitzondering wil maken
voor Leslie Watanabi, een jongen die
iedere beweging zo muzikaal in zijn
lichaam laat doorzingen, dat de anderen
naast hem op flutdansers gaan lijken.
Vooral in zijn beginsolo van „Poem to
Joy” viel dit sterk op.
door zijn lichaam kronkelen, maar ont
aardde daarna in een onbenulligheid van
een aantal dansers die reageren op een
zittende figuur met een oudeherenpruik
op en een wit pak aan die op een
gegeven moment opstaat en het spelen
van een oude heer tot een aanfluiting
maakt.
Als slot de volgende twee conclusies:
of je nu een moderne danstechniek ge
bruikt (zoals hier) of een klassieke, als je
niet echt wat te vertellen hebt, blijft het
in beide gevallen even leeg. Ten tweede:
oninteressante dans kan tot leven ge
wekt worden door goede dansers, maar
leidt tot dodelijke herhaling en verve
ling als het uitgevoerd wordt door wrie-
melartiesten.
De solo van Gerri Hoelihan op de air
van Bach was weer erg mooi maar is
kennelijk op haar lijf geschreven, want
in de andere nummers was ze opvallend
zwakker.
CONRAD VAN DE WEETERING.
De zwakte van de andere dansers
kwam tot uiting toen Lubovitch ze in de
twee nieuwe programmanummers
„Scherzo” en „The time before the time
after” ook een bepaalde rol liet spelen,
waarbij het acteren in de meeste geval
len erg knullig uitviel. Een uitzondering
hier voro Susan Weber ni „The time
before. Op het concertino voor strijk
kwartet van Stravinksky kregen we
hierin een haatliefde-verhouding tussen
een man en een vrouw te zien die
opeens op enige werkelijke dramatiek
ging duiden. De vrouw hangt aan de man
en wordt al naar zijn stemming door
hem aangetrokken of afgestoten. Uitste
kend aangepast aan de muziek en door
Susan Weber goed ingevuld in tegenstel
ling tot haar partner. Halverwege wist
Lubovitch echter kennelijk geen raad
meer met de muziek en verviel hij in
zijn bekende namaak-geestige spartelbe-
wegingen om aan het eind weer op zijn
uitgangspositie terug te komen, zodat het
geheel toch een afgerond geheel werd
met als verrassing nog een wat veran
derde ontwikkeling van die uitgangsposi
tie.
Scherzo op muziek van Ives begon
met een interessante solo door Lar Lu
bovitch met enkele voor hem typische
bewegingen, die als een kurketrekker
„Droom van de Poolse ziel” en „Exodus”.
Dat neemt niet weg dat Wajda over
een fantastische schildersverbeelding be
schikt en in staat is iets te brengen dat
in het Nederlandse toneel nog nooit
vertoond is. Bescheidenheid in onze kri
tiek is dus zeer op zijn plaats.
JAC. HEIJER
het speelvlak steken dorre takken uit
een zwarte wand; herfstbladeren liggen
op de grond. Wajda suggereert een enor
me ruimte, waarin elk gebaar en elke
loop krachtige accenten krijgt.
De mythologische figuren zijn geïnspi
reerd op de classicistische beelden uit
het park, waarin het toneelstuk zich
afspeelt. De godinnen zien er niet als
net-echte beelden uit, maar lijken eer
der kitsch-figuren uit Franse tableaux-
vivants uit de vorige eeuw. Alleen De
meter en Persefone zien er Pools uit; ze
hebben het dan ook over het Poolse
zaad van de opstand.
Die opstand van 1830 past in het
tijdsbeeld van de Romantiek; nationalis
me en natuurmystiek gaan hand in
hand. Wyspianski schreef het stuk 75
jaar later, maar bleef binnen dezelfde
Romantiek. Alleen in zijn toneelvorm
wijkt hij af van het toen gebruikelijke.
Wyspianski is in het Westen vrijwel
onbekend; het programmaboekje vertelt
interessante dingen over hem, die dra-
maturgiestudenten stof genoeg zullen
geven.
Regisseur Wajda heeft het stuk be
werkt, vermoedelijk zodanig dat er een
vloeiend filmisch geheel kon ontstaan.
Hij is duidelijk een filmregisseur, die
ook hier wel bekendheid geniet o.a. met
de film „As en diamant”. Dat ’t filmisch
geheel gisteren in de Amsterdamse
schouwburg minder kon vloeien, zal wel
gelegen hebben aan de andere, misschien
onvoldoende accommodatie van ’t thea
ter. Star Teatr zal thuis beter gewend
zijn. En daar is de voorstelling tenslotte
gebouwd.
In zijn spelregie heeft Wajda kenne
lijk geprobeerd de romantische heroiek
die in de Poolse geschiedenis zo belang
rijk is, wat te vermenselijken en te
ironiseren. Hij lijkt me daarin zeker
geslaagd waar het de godinnen betreft.
Maar uit het wat ouderwets pathetische
spel van de hoofdpersonen heb ik ’t niet
zo gauw kunnen zien. De voorstelling is
vooral van belang door de regisseur; zijn
hand is voortdurend te zien zonder dat
je kunt ontdekken dat er een organisch
gegroeide, door iedereen gedragen pro
duktie is ontstaan. Zoiets is wel te
constateren bij de twee voorstellingen
die ik gezien heb van die andere groep
uit Krakow, namelijk Stu. De onderwer
pen en de intentie zijn dezelfde, maar
Kryzystof Kasinski slaagt er met Stu in
een gedrevener en compacter ensemble-
werk te produceren dan Wajda met deze
voorstellingen is gelukt. Wel kun je zien
hoe Wyspianski ook van invloed is ge
weest op hetgeen Stu heeft laten zien in
Au*.-
e
VRIJDAG 13 JUNI
Amsterdam, tent op het Museum
plein, 20.30 uur: Werktheater met
„Het feest voor Nico”, een satire.
Amsterdam, Stadsschouwburg,
20.15 uur: The Manhattan Project,
met Endgame van Becktet.
Amsterdam, Concertgebouw, 20.15
uur Radio Filharmonisch Orkest,
o.l.v. Michel Tabachnik met Xenakis-
programma.
Amsterdam, Theater Carré, 20.15
uur: Orpheus in de onderwereld, door
Nederlandse Operastichting.
Doopsgezinde
AMSTERDAM. - Het Stary-
Teatr uit Krakow (Polen) brengt in het
Holland Festival drie voorstellingen van
„Novembernacht” van Stanislaw Wispi-
ansky (1869-1907), geregisseerd door
Andrzej Wajda. Deze gigantische toneel-
produktie toont in elke scène prachtige
plaatjes uit het Poolse geschiedenisboek.
Maar er is meer dan dat. Elke schilder
achtige scène vertelt niet alleen wat er
echt gebeurde in die ene novembernacht
anno 1830, toen een opstand van jonge
officieren en intellectuelen begon tegen
de Russische overheersing. Als het daar
bij bleef zou het een overbodige voor
stelling zijn geweest.
AMSTERDAM. In de Kleine Zaal
van het Amsterdams Concertgebouw is
onder auspiciën van het Holland Festi
val een exposé gegeven van hedendaagse
Hongaarse muziek. Als zodanig kwam
men tot een variant overzicht van ver
schillende componisten, uitgevoerd door
Hongaarse solistén van opmerkelijk ni
veau. De belangstelling was niet groot,
die van de kant van de Nederlandse
avant-garde, treurig genoeg nihil.
Op deze kamermuziekavond hoorde
men tien werken van zeven componis
ten, waarvan de leeftijd varieerde tussen
35 en 50 jaar. De meesten van hen zijn
in de praktijk van het huidige Hongaar
se muziekleven betrokken er bekleden
belangrijke functies.
Dat hun werk een kans krijgt in het
Holland Festival en op die manier be
kend raakt in het Westen vind ik een
belangrijk initiatief. Toch, zuiver ge
voelsmatig gesproken, maar mag dat ei
genlijk wel bij moderne muziek, had
men niet het gevoel heel veel opwin
dends beleefd te hebben. De stromingen
van onze tijd hebben ook hen niet
onberoerd gelaten, maar uitgaande van
het gehoorde zijn zij in een fase van
fend raffinement, een virtuoos, die ook
zeer alert en muzikaal de zangeres Ilona
Maros begeleidde in „Lamenti” van
Kocsar, een cyclus voor zangstem en
piano op teksten van de Spaanse dich
ter Garcia Lorca. Het gemis aan tek
sten in het programmaboekje deed he
laas veel van de intensiteit verloren
gaan.
Attila Bozay introduceerde zijn eigen
werk „Improvisations” op de cither. De
intieme sierlijke klank heeft een aparte
charme, maar het klankbord van dit
platte instrument met 42 snaren, getok
keld door een piectron, werd ook ge
bruikt voor het moderne slagwerk, meer
interessant dan muzikaal. Dan was er
nog een „Monoloog” voor fluit van Kal
mar, een fijnzinnig werkje uitstekend
verklankt door fluitist Elek. De vaardi
ge violist Negyesy onderscheidde zich in
„Flashes” van 1st van Lang.
Van de in slecht verstaanbaar Engels
gesproken inleiding werd niemand veel
wijzer in tegenstelling tot de toelichting
in het programma van Geza Frid, die
beknopt en overzichtelijk aan duidelijk
heid niets te wensen overliet.
TOON VRANKEN.
In hun
van de klank tonen zij een gebonden
heid met het fenomeen van de klank
zoals het zich heden ten dage voordoet.
Sterk betrokken bij het instrumentaal
effect improviseren zij met liggende ,ac-
coorden en clusters, lang doorklinkende
tonen in veel gradaties van intensiteit en
met contrasten van hevige geluidscon-
centraties en stilteplekken. De instru
mentale bezetting werd getypeerd door
twee specifieke Hongaarse instrumenten,
het cimbalom en de cither. Het cimba
lom is een met stokjes aangeslagen
snaarinstrument met een heel eigen
klankidioom. Marta Fabién, expert op
dit instrument gaf in „Splinters” van
Gyorgy Kurtag een specimen van virtu
oos, oppervlakkig modern klankvertoon
maar liet in een ander werk van Kurtag
„Erinnerung an einen Winterabend”
hoogtepunt van de avond horen hoe
rijk en persoonlijk het klanktimbre zich
mengt met dat van sopraan en viool.
De pianist Adam Fellegi introduceerde
een compositie van Kurtag met verbluf-
Het stuk krijgt zijn diepgang doordat
de historische gebeurtenissen en dege
nen, die er de hoofdrollen in speelden,
eep commentaar meekrijgen. Dat com
mentaar is „vertaald” in theatrale beel
den. De schrijver een alleen in Polen
bekend toneelvernieuwer laat Griekse
godinnen de gebeurtenissen begeleiden.
Zij treden in gesprek met de mensen in
het stuk. Pallas Athene roept de opstand
uit. De godinnen Demeter en haar doch
ter Persefone tillen de opstand uit boven
een historische anecdote en geven er het
karakter aan van een natuurverschijnsel.
Daardoor wordt de slecht georganiseerde
opstand, die na een jaar totaal mislukte,
toch nog een teken van hoop. Net als
Persefone, die met het zaad van de aar
de winter doorbrengt in de onderwereld,
maar eens de lente zal terugbrengen.
Dat dit stuk uit 1905 nu weer opge
voerd wordt, heeft voor de Polen mis
schien nog een extra dubbele bodem. Als
je de schurk van het stuk, de Russische
landvoogd, op een gegeven moment te
genover een collaborerende Poolse gene
raal ziet grommen, hoor je de Russische
beer. Ik kan me niet voorstellen dat
regisseur Wajda daarmee niet zou ver
wijzen naar de huidige verhouding tus
sen Polen en de Sovjet Unie.
Overigens zitten in de toneelbeelden
geen directe verwijzing naar de actua
liteit. Misschien biedt de tekst echter
voor de Poolse verstaander wél dat hal
ve woord. Hoewel het Holland Festival
en ook de groep een uitzonderlijk goed
verzorgde en uitgebreide informatie heb
ben geleverd, moet je als Nederlands
toeschouwer het toch hebben van de
visuele aspecten.
De toneelruimte is zwart en diep-
Midden achter zien we een hoge, brede
nis uitgespaard, soms hel verlicht als
gang in een kadettenschool, dan weer
als de anti-chamore in het paleis van de
grootvorst. Vooraan aan weerszijden van
P
DONDERDAG 12 JUNI
Amsterdam, tent op het Museum
plein, 20.30 uur: Werkteater met
„Het feest voor Nico”, een satire.
Amsterdam, stadsschouwburg, 20.15
uur: Ballet Independiente de Mexico.
Amsterdam. Concertgebouw, 20.15
uur: Concertgebouworkest o.l.v. K.
Kondrasjin, solisten Herman Kreb-
bers en Klaas Boon met werk van
Diepenbrock, Mozart en Berlioz.
Den Haag, Diligentia, 20.15
Hedendaagse Hongaarse muziek door
musici uit Boedapest.
Scheveningen, Circustheater, 2015
uur: Tatr Stary uit Krakow met
„Novembernacht” van Wyspianski.
Rotterdam, Schouwburg, 20.15 uur:
Wajang Wong, dansers uit een berg
dorp van het Indonesisch eiland Ball.
Rotterdam, Doelen, 20.15 uur: Poe
try International.
A v C AA A
Amsterdam, Doopsgezinde kerk,
20.15 uur: Monserrat Savall en Jordi
Savall, Barokmuziek.
Den Haag, Ned.
20.30 uur: Residentie-Orkest
Jean Martinon, symfonieën
Saint-Saëns en Mahler.
Den Haag, HOT-Theater, 20.30 uur:
Werkgroep Poëize Hardop, Huub
Oosterhuis, Henk Batenburgh en an
deren.
Scheveningen, Circustheater, 20.15
uur: Wajang Wong, dansers uit Bali.
Rotterdam, Schouwburg, 20.15 uur:
„Novembernacht”, Stary Teatr.
Rotterdam, De Doelen, 20.15
Poetry International.
Monnickendam, Grote Kerk,
uur: Nederlands Kamerorkest
Szymon Goldberg, sol. Nelly v.d. Spek
en Sylvia Schlüter, o.a. in Stabat
Mater van Pergolesi.
A