Wie zich tegen Idi ten dode opgeschreven Economische chaos in Oeganda niemand bang; ik ken mijn tijd" „Ik ben voor Amin Dada verzet is ■Cl I 1 ÈW1 Geweld Aziaten Hoe lang nog aan het zadel te zitten, als een wezenlijk dictator van een land, dat Win ston Churchill eens beschreef als de parel van Afrika Het intrigerendste dezer dagen is dat Idi Amin Dada, de president van de Afrikaanse staat Oeganda, niet slechts nog steeds staatshoofd is, maar vooral dat hij nog leeft. Na een ambtstermijn van vijfeneenhalf jaar wijst niets erop dat het einde voor de voormalige bokser, hulpkok en korporaal van Kings’ African Rifles in zicht is. Amin lijkt nog immer stevig in Amin zegt vaak dromen te hebben gehad waarin „de hemel” hem advies geeft. Een Afrikaans staatshoofd merkte eens spottend op: „het schijnt dat Amin een vaste telefoonlijn met het Opperwezen heeft”. „Ik word beschermd door God”, pleegt Amin, die moslim is, te zeggen. „Ik ben voor niemand bang, want ik weet precies wanneer mijn tijd gekomen is”. Dat zal, als het aan Amin ligt, niet spoedig gebeuren. Een half jaar geleden liet hij zijn onderdanen weten dat zij, wat hem betreft, nog geruime tijd op hem mogen rekenen. Hij zei niet van plan te zijn het bestuur aan burgerpolitici over te dra gen, want die zijn volgens hem „veel te corrupt om te regeren”. de macht? Manisch depressief Hulpkok 1 I „Oeganda staat voor een economische i L I I De gevolgen zijn dan ook niet uitge bleven. Het land wordt nog steeds ge teisterd door een economische chaos. Er is een tekort aan alles, van sigaretten en bier tot suiker en zout. Taxi’s en bussen zijn uit het straatbeeld verdwenen. Zij staan te roesten omdat zij door gebrek aan onderdelen niet onderhouden kun nen worden. personeel is om het materieel te bedie nen. Premier Harold Wilson van Engeland noemde hem „een krankzinnige” en de voormalige Israëlische minister van Bui tenlandse Zaken, Abba Eban, zei dat Amin „niet meer tot het menselijk ras gerekend kan worden”. Geweld is onder het bewind van Amin een normale zaak geworden. Wie zich tegen zijn heerschappij verzet is ten dode opgeschreven. Van dat standpunt gaan ook zijn Soedanese en Zaïrse huur soldaten uit. Enige tijd geleden stapte een aantal van hen een slagerij in Kampala binnen en eisten vlees zonder betaling. Toen de slager bezwaar maakte hakten zij hem beide armen af en voer den hem weg. Veel van deze moordpar tijen en represailles zijn het resultaat van de beslechting van particuliere vetes. De huidige president leefde als bevelhebber van de strijdkrachten al geruime tijd in onmin met het toen malige staatshoofd, Milton Obote. Deze was in Singa pore voor een conferentie van premiers van het Britse Gemenebest toen het leger Amin in het zadel hielp. Amin heeft zelf een andere lezing van de gebeurte nissen. Hij zegt dat Obote hem wilde laten vermoorden, maar dat de hem trouw gebleven militairen het kom- plot wisten te verijdelen. Voor dergelijke verwijten is de presi dent, die in zijn jeugd de schapen van zijn vader hoedde, erg gevoelig. Dit kan de sinds 1964 in Oeganda wonende Britse lector en schrijver Dennis Hills beamen. Hij werd ter dood veroordeeld omdat hij een boek wilde publiceren waarin hij zo onvoorzichtig was Amin een „dorpstiran” te noemen. Over het harde vonnis is een enorme internatio nale beroering ontstaan. Van vele zijden heeft men er bij Amin op aangedrongen tegenover de Brit clementie te betrach ten, onder anderen president Tolbert van Liberia, het Nigeriaanse staatshoofd ge neraal Gowon, koning Khalid van Saoe- cli-Arabië en de secretaris-generaal der Verenigde Naties, Kurt Waldheim, heb ben gepleit voor Hills, die dan bij de gratie van Amin niet ter dood is ge bracht. President Amin heeft getracht verbe tering in deze situatie te brengen door een „groot economisch plan” af te kon digen. Veel is daarvan echter nog niet te bespeuren, waarschijnlijk doordat Amin handen vol geld uitgeeft aan modern wapentuig, voornamelijk van Russische makelij, waarmee hij evenwel zo goed als niets kan uitrichten omdat er geen De president komt graag en dikwijls in het nieuws. Met zijn opzienbarende en vaak kinderlijke adviezen aan grote mogendheden en buitenlandse staats hoofden werkt hij herhaaldelijk op de lachspieren. Hij bood bijvoorbeeld Enge land advies en hulp aan om de economi sche crisis van dat land op te lossen, daarbij voorbijgaand aan de ernstige economische toestand in zijn eigen land. De Amerikaanse regering offreerde hij zijn bemiddeling om even de Watergate affaire te regelen. Hij gaf openlijk ui ting aan zijn bewondering voor Adolf Hitler en kondigde aan in Kampala een standbeeld voor hem op te richten. Ex- president Richard Nixon, die hij eerst een „misdadiger van de eerste rang” had genoemd, nodigde hij na diens afzetting uif om in Oeganda „op verhaal te ko men”. Zijn minister van Buitenlandse Zaken, de door hem ontslagen prinses Elizabeth Bagaya, beschuldigde hij van onzedelijk gedrag en hij liet een naakt foto van haar op de voorpagina’s van de Oegandese kranten zetten. Degenen die de prinses goed kennen zeiden dat de vrouw op de foto een ander was. Psychologen van internationale faam die het gedrag van Amin bestudeerd hebben zeggen dat hij manisch-depres- sief is en doet denken aan iemand die uit is op zelfvernietiging. Dit deed velen in en buiten Oeganda de verzuchtigng slaken: „Moge de president dit spoedig bereiken”. betekende het een klap die het nog steeds niet te boven is gekomen. De Aziaten vormden namelijk de intellectu ele bovenlaag en de ruggegraat van het zakenleven in Oeganda en er was, en er is nog steeds, bijna geen Oegandees die hun werk binnen afzienbare tijd kan overnemen. Wat de Oegandese dictator in het buitenland vooral erg kwalijk wordt ge nomen is dat hij in 1972 meer dan 30.000 Aziaten met een Britse nationaliteit ge lastte binnen drie maanden het land te verlaten. Voor deze nijvere handelslie- den, die meestal al jaren in Oeganda woonden, betekende dit dat zij have en goed moesten achterlaten en aanvanke lijk niet wisten waar zij heen moesten gaan omdat Engeland er niet veel voor voelde deze stroom van overwegend voormalige Brits-Indiërs op te nemen. Voor de economie van Oeganda zelf Schattingen omtrent het aantal ver moorde tegenstanders van het bewind- Amin lopen uiteen van circa 70.000 tot enkele honderdduizenden. Een Oegandese visser die naar het buitenland was ge vlucht zei wrang: ik ben maar met vissen in het Victoriameer gestopt want ik haalde meer lijken op dan vis”. Amin eist echter een tegenprestatie van Engeland. Hij wil dat dit land bepaalde garanties geeft inzake de poli tiek tegenover Oeganda en hij wil on derdelen voor wapens. Amin eist voorts dat de Britse minister van buitenlandse zaken, James Callaghan, naar Kampala komt om over de wederzijdse betrekkin gen te praten. Callaghan liet weten dat hijbest wilde komen, maar niet onder bedreiging met de executie van Hills. De minister stuurde twee vertegenwoordi gers naar Amin met een boodschap van premier Wilson en van koningin Eliza beth, waarin gratie voor de ter dood veroordeelde Brit werd bepleit. Amin reageerde echter later met de beschuldi ging dat de afgezanten in zijn bijzijn dronken waren geweest en oorlogszuch tige taal hadden uitgeslagen. Vervolgens beschuldigde hij Engeland ervan een invasie in Oeganda voor te bereiden waarvoor volgens hem in een Keniase haven twee oorlogsbodems „vol militai ren” klaar lagen. Dat werd van Britse zijde met kiem tegengesproken. Sindsdien is de periode-Amin een van de meest bizarre, vaak ook bloedigste, op het Afrikaanse continent geworden. Ook het dreigement van Amin aan de zakenlieden dat zij voor het vuurpeloton zouden worden gezet als zij betrapt zouden worden op hamsteren of prijsop drijving heeft niet veel uitgehaald, want waar niet is verliest zelfs Amin zijn recht. Amin raadpleegt geregeld medicijn mannen. Dezen zouden hem verteld heb ben dat hij door een van zijn familiele den vermoord zal worden. Reden voor een aantal verwanten zich spoorslags uit de buurt van de president te begeven. Zo vluchtten bijvoorbeeld zijn vader en zijn zwager naar het buitenland. Vaak stopt zijn open jeep of zijn Ma- serati-sportwagen zomaar bij een bus halte of een winkel. Een vriendelijk grijnzende Amin springt er dan uit en omhelst en zoent de verbaasde voorbij gangers. Aanvankelijk wist hij hiermee een grote populariteit op te bouwen, maar de laatste tijd maken steeds meer Oegandezen zich haastig uit de voeten als de wagen van de president in aan tocht is, want men weet nooit hoe zijn stemming is. Amin geeft blijk steeds minder ver trouwen in zijn eigen, slecht betaalde, soldaten te hebben. Onlangs ontdekte hij een samenzwering van officieren om hem te vermoorden en vorige maand werd zijn auto met kogels doorzeefd. De president had weer gedroomd en zat er niet in. Amin steunt de laatste tijd voornamelijk op zijn legertje van onge veer drieduizend uit Soedan en Zaïre afkomstige huursoldaten. Zodra deze hun soldij niet meer krijgen is het voor Amin afgelopen, verklaarden Oegandese vluchtelingen. De Oegandese president had inmiddels gereageerd met de arrestatie van een aantal in Oeganda wonende Britten, die hij van spionage beschuldigde en zware straffen in het vooruitzicht stelde. catastrofe”, verklaarde de voormalige minister van Financiën van Oeganda, I Immanuel Wakhweya, nadat hij naar Engeland was gevlucht. „Het is een hel caar. de meest essentiële zaken voor levensonderhoud ontbreken. Ik begrijp niet hoe de mensen het er nog uithou den”. President Amin, die gewoon is op alles te reageren, deed deze verklaring af met „nonsens”. „Big Daddy”, een 47-jarige reus van 1.90 meter lang en 108 kilo wegend, eens kampioen zwaargewicht voor Oeganda, kwam begin 1971 aan de macht toen sok daten van een bataljon hun officieren hadden ver moord en Amin, die toen al generaal en opperbevel hebber van de strijdkrachten was, vroegen de macht in handen te nemen. De soldaten van dat bataljon wa ren voor het merendeel afkomstig uit hetzelfde dis trict op de westelijke oever van de Nijl, waar ook Amin vandaan komt. De president heeft nog altijd de ruwe houding van de soldaat. Hij vertelt graag schuine moppen en hij bedient zich van ruwe taal als het hem belieft onverschillig welke hoge buitenlandse persoonlijkheid dan in zijn buurt is. De niet-rokende en geen sterke drank gebruikende Amin, vader van minstens zestien kinderen van zes vrouwen, wordt gezien als een simpele man die simpele oplossingen zoekt voor de ingewikkelde vraagstukken die zich bij het besturen van een moderne staat voordoen. Een diplomaat in Oeganda zag het zo: „Het is alsof Amin zo uit het oerwoud is gehaald met de opdracht een land te besturen. In dit verband is het helemaal niet zo vreemd om politieke tegenstan ders zonder meer te likwideren. Amin zal zich er wel vaak over verwonderen dat men zich er zo druk om maakt. Het is voor hem de doodgewoonste zaak van de wereld”. Amin’s wieg stond aan de Nijl, in een gebied dat wordt bewoond door de Ka- kwa-stam, waarvan de leden de moham medaanse godsdienst belijden. De moe der van Amin verliet haar man kort na de geboorte van de huidige dictator en trok in bij een onderofficier van Kings’ African Rifles, een onderdeel van het Britse koloniale leger. Als jongeling nam hij bij dit korps dienst als hulpkok. De 1,90 meter lange reus werd daar bijzon- der populair als bokser en rugby-speler. Hij werd kampioen zwaargewicht bok sen en bleef dat gedurende negen jaar. Er gaan verhalen dat de tot korporaal bevorderde Amin een hardvochtig mili tair was. Bij de bestrijding van de Mau- Mau in Kenia bijvoorbeeld zou hij wreedheden tegen gevangenen niet uit de weg zijn gegaan. Rond 1961 was Amin opgeklommen tot luitenant bij de King’s African Ri fles. Nog steeds heeft hij een grote genegenheid voor dit korps. Zo vroeg hij koningin Elizabeth onlangs hem een aantal Schotse doedelzakspelers te stu ren. Toen op zijn verzoek niet werd ingegaan liet hij zijn eigen soldaten daarvoor opleiden en later kon men bij talrijke feestelijkheden in Kampala zwarte soldaten in kilts lustig Schotse liedjes op de doedelzak horen blazen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 13