GEHEIMHOUDING IS EEN OBSESSIE VOOR CIA
De spionage-rage raakt nooit uitgewoed
I;
J|
I
1-1
door Ron Brown
Pikant
Belachelijk
De Russen
CIA
Vluchtig
7^
ZATERDAG
5
JULI
1975
17
Alhoewel dit laatste soort boeken uiteraard met veel
M
Na de ITT- en Watergateschandalen is het onder
werp spionage (met alle bijbehorende activiteiten zoals
omkopen, afluisteren, infiltreren en valse voorlichtin
gen) een soort rage geworden, blijkens de groeiende
hoeveelheid boeken die zowel op het gebied van „fic
tion” als documentaire over dit soort zaken verschij
nen. Een van de laatste „fiction”-boeken die vanuit de
VS in dit genre verscheen is WILD CARD door Ray
mond Hawkey en Roger Bingham, een (gefantaseerd)
verhaal dat Watergate op een huiskamerspelletje doet
droge gegevens voor de dag komt, is het geenszins
saaie kost. Er staan fascinerende incidenten in die
soms minder te maken hebben met de ideologie van
Karl Marx als wel de kluchten van Groucho Marx, en
die eens te meer bewijzen dat de werkelijkheid, zo niet
vreemder, dan toch wel minstens de gelijke is van de
fantasie. Iemand die er wel eens ingestonken is door
naar een sluwe oplichter of flauwe grappenmaker te
luisteren kan zich troosten met de gedachte dat dit de
slimste breinen in internationale spionagediensten ook
overkomen is, zij het dan op veel hoger niveau en
soms met catastrofale gevolgen.
t
lijken en nog geloofwaardig uit de bus komt ook! Met
de rijzende belangstelling voor spionage komen ook
documentaire-boeken uit die slechts over feiten han
delen en een inzicht pogen te geven in vroegere en
huidige spionage-activiteiten en ingenieuze methodes
van de vele „Departments of Dirty Tricks” (afdelin
gen die gemene foefjes verzinnen om de tegenstander
ten val te brengen).
3|
Bond-achtige figuren zijn als
spionnen volstrekt waardeloos
assen
i
in de omgeving van Washington
maar
r
■UW-»
fout
fne-
i de
sten
de
caar
lijke
leel
laai
toe-
endat CIA een jaarlijks budget heeft
van ongeveer 750 miljoen dollar.
i
1
t
i
r
y
3
e
1
y
1
1
1
1
I
1
KGB - HET GEHEIME WERK VAN RUSSISCHE GEHEIME
AGENTEN door John Barron (Bantam Books in samenwerking
met Reader's Digest Press).
DE CIA EN DE SPIONAGECULTUS door Victor Marchetti
en John Marks (Elsevier Actueel).
SSST... VERTEL HET DE RUSSEN door Gijs Brandsma
(De Gooise Uitgeverij).
voor
|stof-
voor
aum-
t>i j de
3
r
i
cierd
Tar-
bak-
s ook
heer
r be-
n de
bang
gaat
ihoog
hem
„e-
p de
ture-
toren
weer
rond,
komt
moet
us de
andse
;kken
gemakelijk te signaleren omdat ze bijna
altijd beweren bij het departement van
buitenlandse zaken te werken, maar
doorgaans uitermate vaag zijn over de
tails en geen kantooradres noemen.
Figuren als James Bond (hier Sean Con
nery) zijn onbruikbaar.
Maar ook de (nog) weggelaten passa
ges beloven pikante onthullingen indien
zij vrijgegeven mochten worden. Op pa
gina 64 van het boek staat „censuur..
En die avond na het diner amu
seerde de zagers Pearl Bailey de gasten
van het Witte Huis in de Oostelijke
Kamer. De Washington Post meldde de
volgende dag dat ze het Witte Huis „op
stelten” had gezet .censuur”.
Er volgt dan bijna een blanco pagina.
Wat kon daar gebeurd zijn dat de CIA
„in het nationaal veiligheidsbelang” ge
heim wil houden? Misschien geheime
boodschappen in de liedjes van PeaM
Bailey?
Ook de dochterondernemingen, die de
CIA er op na houdt werden eerst gecen
sureerd maar later vrijgegeven. Het zijn
onder meer 3e luchtvaartmaatschappijen
Air America, Air Asia, Civil Air Trans
port, Intermountain Aviation, South
ern Air Transport en ééntje waarvan
de naam toch nog geheim bleef.
Geheimhouding is een enorme sport
bij de CIA. In het hoofdkantoor te
Langly bij Washington zijn de werkers
speciaal geselecteerd en „gezuiverd”. Ter
wijl werksters de kantoren schoonma
ken worden ze ieder door een gewapen
de bewaker vergezeld. In sommige ka
mers dient dan nog iemand aanwezig te
DE CIA EN DE SPIONAGECULTUS
is een uitgebreid en zeer gedetailleerd
boek over de meest bekende en verguis
de inlichtingendienst ter wereld. Het
boek heeft daarbij een pikante bijzon
derheid omdat de schrijvers het manu
script vóór publikaties ter inzage moesten
voorleggen aan de CIA. Gevolg: 339
passages moesten geschrapt worden. De
censuur werd betwist in een proces
tegen de CIA en 171 schrappingen wer
den ongedaan gemaakt. Daarnaast wer
den nog eens 140 geschrapte passages
plus gedeelten van twee andere, door
een federale rechter voor publikatie
vrijgegeven, maar hangende hiertegen
aangetekend beroep konden ze (nog) niet
worden ingevoegd.
DE CIA heeft echter nu juist het
tegengestelde bereikt van wat oorspron
kelijk nagestreefd werd. De uitgever
heeft heel sluw de passages die aanvan
kelijk op last van de CIA waren geschrapt
en toen toch weer (ongaarne) vrijgege
ven werden, vetgedrukt. Gevolg: men
heeft nu een prachtig inzicht in de
feitelijke werking van het classificatie
systeem van de CIA er bij gekregen.
Bovendien zijn de definitieve schrappin
gen met inbegrip van de nog juridisch
betwiste passages expres aangegeven
door blanco ruimten met het woordje
„censuur”. De ruimten stemmen ook
overeen met de feitelijke lengte van de
schrappingen.
Dit allies geeft het boek een sfeer van
autenticiteit (versterkt door het feit dat
Victor Marchetti een ontgoochelde ex-
Brandsma kondigt in zijn inleiding al
aan dat het boek een „vluchtige docu
mentaire” van geheime diensten is. Het
gevolg is dat het dan ook alleen nieuwe
feiten verschaft aan de lezer die nooit
tevoren enige belanstelling voor dit on
derwerp heeft gehad. Voor hem die inte
resse in dit genre heeft, is het meeste
al oude koek. Brandsma begint met spio
nage in de tijd van Mozes en komt dan
via Hannibal in de moderne tijd. Hij
gaat nog eens op bekende spionageacties
(doch laat ook enkele zeer interessante
mensen er in het gebuw zouden werken.
De CIA verloor het proces.
In 416 pagina’s geven de twee schrij
vers de lezer een ongewoon duidelijk
inzicht in de CIA en wat deze organisa
tie motiveert. Af en toe storen de censu-
serende passages, maar ook zijn er hele
hoofdstukken zowat ongemoeid gelaten
en deze verschaffen eveneens een boei
ende hoeveelheid informatie. De CIA is
afgebeeld als een gigantische multinatio
nal die diep in de VS geworteld zit en
waarvan de tentakels zich ver over de
hele wereld uitstrekken. Marchetti en
Marks willen de gigant onder controle
gebracht zien. Ze willen delen ervan
naar andere organisaties of instellingen
overgebracht zien en andere onderdelen
helemaal afschaffen. Na hun boek gele
zen te hebben vraag ik me af of dat ooit
mogelijk zal worden.
In hun hoofdstuk „Conclusies” zeggen
de schrijvers: „De tijd is gekomen voor
de demystificatie van het spionagevak
en de Amerikanen te genezen van de
droom dat geheime agenten op een of
andere manier de wereld tot een veiliger
woonplaats maken; dat overmatige ge-
heimzinnigdoenderij noodzakelijk is om
de nationale veiligheid te beschermen.
Deze denkbeelden zijn eenvoudig on
waar. De CIA en andere inlichtingn-
diensten hebben ze alleen maar gebruikt
om hun eigen heimelijke imperium op te
bouwen”.
„De Amerikaanse spionagegemeen-
schap vervult met het in het oog hoyden
en analyseren van de militaire capaciteit
en sterkte van de Sovjet-Unie en China
een levensbelangrijke zaak, maar haar
overige activiteiten - vuile foefjes en
klassieke spionage van de CIA - zijn
over het geheel genomen zowel om
praktische als morele redenen een scha
depost voor het land”.
Spionage is een duistere, harde, kille
en gewetenloze activiteit die alle „gla
mour” van James Bond-verhalen mist.
Spionnen zijn onopvallend en een Bond-
achtige figuur zou als spion volstrekt
waardeloos zijn; sterker nog, hij zou een
enorm risico vertegenwoordigen. Dat is
de strekking van de inleiding waarmee
de journalist Gijs Brandsma zijn boek
„SSST... VERTEL HET DE RUSSEN”
opent. De titel ontleent hij aan het feit dat
men in het westen heel wat geheimen
heeft waarvan de tegenstander al lang
en breed op de hoogte is en waarvan
men ook wéét dat „de andere kant” het
weet. Toch moeten zulke „geheimen”
strikt geheim blijven. Ze worden dan
gekenmerkt met de uitdrukking
„Ssst..Vertel het de Russen”.
Aan pikante en beeldende inzichten in
het spionagespel levert dit boek weinig
op. Hoogstens kleine notities dat bv. de
chauffeur van de Engelse ambassade in
Moskou een instructeur was bij het
KGB (Komitet Gosoedarstvennoje Bezo-
pasnosti - Russische geheime dienst). Of
dat de Duitse Bundesnachrichtendienst
(inlichtingendienst) na een ongekend
groot aantal spionageschandalen inter
nationaal bekend zou staan als „Het Ver
giet”.
Hoe belachelijk de geheimhouding-
manie van de CIA kan zijn, blijkt uit
een verhaal rond de bouw van het
nieuwe hoofdkantoor in Langly. De onder
aannemer die de verwarming en aircon
ditioning moest installeren vroeg hoeveel
mensen e;- in het gebouw zouden komen
werken. Dat mocht hij niet weten. Dus
maakte de man zijn eigen schatting
maar, gebaseerd op de omvang van het
gebouw. De verwarming werkte redelijk
goed; de airconditioning was abominabel.
Na de eerste klachten installeerde de
aannemer afzonderlijke thermostaten in
ieder kamertje. Die werden echter door
zoveel employés voortdurend anders in
gesteld dat het nog erger werd. Van
bovenaf kwam het bevel dat de ther
mostaten niet meer gebruikt mochten
worden, waarna ze allemaal werden
verzegeld. Van bovenaf was men echter
vergeten dat veel CIA-exployés bij hun
opleiding een brandkast-kraakcursus
hadden gevolgd. Spoedig werkten de
meeste thermostaten weer: Toen sleepte
de CIA de onderaannemer voor de rech
ter om hem te dwingen verbeteringen
aan te brengen. De aannemer zei dat hij
naar zijn beste vermogen had gehandeld
zonder een duidelijke aanwijzing hoeveel
gevallen weg) en geeft nog eens de
(veelal reeds bekende) achtergronden
weer. Hij komt wel af en toe met wat
interessante gegevens op de proppen,
maar „een ontsluierende blik achter de
schermen” is dit boek nauwelijks te
noemen. Ook de foto’s die dit boek
illustreren zijn, op enkele uitzonderingen
na, weinig boeiend en reeds lang be
staand archiefmateriaal.
Het enige onderdeel van het boek, dat
niet gedetailleerd in andere spionage-
documentaires gevonden wordt, betreft de
Nederlandse spionagedienst, de BVD.
Jammer genoeg valt juist dit onderdeel
tussen het schip en de wal. Ten eerste is
de activiteit van de BVD kinderspel ver
geleken met de spionagediensten die el
ders in het boek beschreven worden en
lijkt daarom al direct minder boeiend, en
ten tweede gaan de twee desbetreffende
hoofdstukken niet erg diep op het on
derwerp in. Er wordt weer weinig
nieuws onthuld en de conclusie moet
zijn dat de BVD er goed in slaagt wat
hij doet geheim te houden. Wel vermeldt
Brandsma hoe hij zelf als tussenpersoon
fungeerde tussen de BVD (hij weigerde
betaling maar kreeg een fles sherry)
en de eerste secretaris en persattaché op
de Russische ambassade in Den Haag,
Boris Netrebski. Er volgden blijkbaar
een aantal op niets uitlopende gesprek
ken tussen de drie partijen en het hele
zaakje liet met een sisser af toen Netrebs-
ki met zijn auto in de Haarlemmermeer
een sloot inreed en in zijn wagen een
toeristenkaart met aantekeningen over
militaire objecten gevonden werd. Ne-
trebski werd uitgewezen.
Brandsma besluit met wat persoonlij
ke conclusies over de BVD maar ook
hier moet men geen schokkende ont
hullingen verwachten. Wel belooft hij
in de inleiding van het boek „de ken
nis die ik in zeven jaar studie over
dit onderwerp heb vergaard, nog eens
meer fundamenteel te kunnen beschrij
ven en dan met name in een boek over
het doen en laten van de Nederlandse
inlichtingen - en veiligheidsdienst”. Mis
schien was het beter geweest dat boek
het éérst te schrijven.
zijn die de bewaker weer in het oog
houdt.
Onder het CIA-personeel worden ge
heime medailles verleend voor bijzonde
re prestaties maar ze kunnen niet buiten
de dienst worden gedragen of getoond.
Zelfs sporttrofeeën kunnen niet worden
getoond, al zijn ze maar voor kegelen.
Volgens de schrijvers zijn CIA-agen-
ten
CIA agent is en John D. Marks een boze
en idealistische ex-functionaris van het
Amerikaanse ministerie van buitenland
se zaken is) en laat de lezer de gelegen
heid om met zijn fantasie de blanco
ruimten in te vullen (hetgeen mogelijk
nóg schadelijker is voor de CIA).
De voorgeschiedenis van het boek
waarvan de publikatie fel door de CIA
bemoeilijkt en bevochten is, wordt be
schreven in een inleiding door Melvin L.
Wulf, juridisch adviseur van de Ameri
can Civil Liberties Union. Dat is op
zichzelf al een fascinerend verhaal.
Het boek van Marchetti en Marks, is -
zoals te verwachten - in een ietwat
moraliserende trant geschreven en uitge
sproken anti-CIA. Maar de schrijvers zijn
ook tegen iedere andere vorm van
„clandestiene broederschap”. Men kan
hun boek dan ook geen objectieve docu
mentaire noemen maar er staan feiten
in waar iedere journalist van kan water
tanden.
Veel van de vetgedrukte (dus aanvan
kelijk gecensureerde) passages in het
boek geven namen, plaatsen, getallen en
bedragen weer, waarvan de CIA duide
lijk liever niet had dat iedereen het te
weten kwam. De lezer weet nu nl„ dat
de geheime plaats waar CIA-agenten
voor clandestiene paramilitaire operaties
worden opgeleid „The Farm” (De Boer
derij) genoemd wordt en in feite de
ware reden van bestaan is van de mili
taire basis Camp Peary, bij Williams
burg in de staat Virginia. En dat de
mankracht van de CIA ruwweg 16500 is
Van KGB-THE SECRET WORK OF
SOVIET SECRET AGENTS (KGB-Het
geheime werk van Russische agenten)
door John Barron moet men niet een
zelfde soort inzicht verwachten in de
structuur en het functioneren van de
Russische tegenhanger van de CIA
Wel geeft dit boek een uitvoerige be
schrijving van KGB activiteiten en de
werkwijze van Russische spionnen, maar
heerlijke details a/ls geheime sport-me-
dailles ontbreken in Barrons werk.
Toch is het een opmerkelijke beschrij
ving van de manier waarop de KGB
onbetwiste macht gebruikt: een beschrij
ving van de manier waarop de KGB zijn
onbetwist macht gebruikt: een beschrij
ving gebaseerd op verklaringen van de
serteurs uit de KGB en informatie van
niet-communistische inlichtingendiensten.
Om de macht van de KGB te illustre
ren stelt Barron aan het begin van zijn
boek voor wat, er zou gebeuren indien
deze geheime dienst plotsteling uit het
Russische leven weg zou vallen: „...het
zou de fundamentele middelen om de
Russische denkwijze, het spreken, het
gedrag te regelen, in het niets doen
opgaan; alsmede de middelen om de
kunst, de wetenschap, de godsdiensten,
het onderwijs, de pers, de politie en de
strijdkrachten te besturen. Ook zou het
meest effectieve middel om minder
heidsgroepen te verdrukken, om de
vlucht van Russische burgers te verhin
deren, om individuen te schaduwen, om
de hele bevolking te dwingen de belan
gen van de Russische leiders te dienen,
verdwenen zijn”.
Barron geeft een bijzonder gedetail
leerd overzicht van activiteiten van de
KGB in diverse landen, gepubliceerde fo
to’s van Russische geheime agenten,
moordenaars en „verleidsters”, alsmede
foto’s van enkele slachtoffers van dé
KGB. Ook presenteert hij een lijst van
Russen die in clandestiene operaties be
trokken zijn in vele landen. In Neder
land plaatst hij de Russen Aksenov, (van
de militaire geheime dienst), Anisimov,
Bogomolov, Borodin, Budakov, Chernov
(uitgewezen), Chernik, Darenski, Dran-
kov (uitgewezen), Fedorov, Fedorovski,
Ganin, Glukov (uitgewezen), Golovkin,
Goncharov, Gorjunov, Gurjanov, Gusa
rov, Ivanov, Izvekov, Katalov. Kiselev,
Kitaev, Kochegarov, Korneichuk, Korov-
jakov, Kosov, Kostin, Kovsjov, Kramar,
Kudriasjov, Pavel Kuznetsov, Sergei
Kuznetsov, Lebedev, Lemekov, 'Leonov,
Litvak, Ljubimov, Makarov, Malakov,
Malisjev, Mikhailov, Milovzorov, Miakis-
jev, Netrebski (uitgewezen), Nikonorov,
Ogorodnev, Osipov, Papirin, Pavlov, Pi
sarev (uitgewezen), Pivovarov, Ponoma
renko (ambassadeur, uitgewezen), Pono
marev, Popov (uitgewezen), Priakhin,
Rulev, Rindin, Samokitsji, Samojlov, Sa
vin, Sjarovator (uitgewezen), Sjcherba-
kov, Sjibajev (uitgewezen), Sjitov Sju-
movski, Smirnov (alias Petrov, uitgewe
zen), Studenikin, Sukasjev (uitgewezen),
Sukoruchkin (uitgewezen). Sviridov, Tsa-
rev, Turasov, Ven chikov, Vetrov, Vlasov,
Volkov, Volosjin, Jatsenko, Anatoli Je-
gorov, Stanislav Jegorov, Jukalov, Zazi-
adko, Zenin (uitgewezen), Boris Zura-
vlev, Ivan Zuravlev, en Zotov.
De namen zullen weinig zeggen, maar
zijn alle door twee of meer verantwoor
delijke bronnen geïndentificeerd. Zij heb
ben allemaal in Nederland clandestiene
activiteiten verricht. De meesten zijn er
nu niet meer, enkelen, zijn uitgewezen.En
deze 87 Russen met KGB-banden die in
het kleine Nederland zijn geweest, vor
men slechts een gering onderdeel van
Barrons lijst. Daarbij zijn ook nog vele
twijfelgevallen weggelaten.
Ook bij het lezen van dit boek raakt
men geïmponeerd door de enorme uitge
strektheid van het spionage-net dat nooit
meer weg te denken lijkt. En dan blijkt
onmiskenbaar dat er onder onze neuzen
nog altijd een ondergrondse oorlog
gaande is aan het oog onttrokken,
maar als de ogenschijnlijk rustige ter-
mietenberg in werkelijk krioelend van
activiteit. De spionagerage is nog lang
niet uitgewoed. De hoorzittingen in de VS
over de CIA hebben daarop nog eens
flink de aandacht gevestigd.
SA
F