RACE MET TERRORISTEN 1 „OPDRACHT AAN FELIX” CODE VOOR ACTIE We zitten hier te wachten maar tot die verdomde bel gaat door James R. Peipert B, Dichtgemetseld De zwaarste II Voorzichtiger Geen namen Onmisbaar bij br VI Hi Deze ATO’s (ammunitie-technisch officieren) zijn dag en nacht paraat. fw Bom-brigade Je in Belfast dag en nacht op scherp Een buitenstaander merkt weinig van wat er in de mannen omgaat. Er heerst de ontspannen sfeer van mensen die het goed met elkaar kunnen vinden in een geïsoleerde gemeenschap. Een goede onderlinge verstandhouding is van primair belang. Iemands leven hangt af van de bekwaamheid en tegenwoordigheid van geest van de ander leden van het team. Een soort wrange humor onder de mannen is merkbaar in de met kaarten behangen instructiekamer en in de aangrenzende ontspanningszaal. „Huur een bom”, staat met dreigende zwarte letters op een deur. Een spotprent uit een kerstnummer toont een terrorist die tegen een ander zegt: „Het is Kerstmis, jongen. Waarschuw ze eens 20 minuten van tevoren”. is onze planning. De hele voorbereiding is dan zinloos geworden. Voor de man die op een soort vlonder aan het springtuig werkt, komt het er dan op neer dat hij met zijn instrumenten het plastic tasje dat als omhulsel dienst doet, enkele millimeters vrij maakt. Twee draden kunnen bij dit werk tegen elkaar komen, waardoor er kortsluiting ontstaat en de bom explodeert”. De eenheid is gelegerd in een vervallen rood-stenen gebouw, waar vroeger een linnenweverij was gevestigd. Het ligt in het zuidwesten van de stad, juist buiten het centrum, tussen twee onrust- gebieden. De vensters zijn dichtgemetseld om geen doelwit te vormen voor sluipschutters. Verder zijn er soldaten gelegerd die in de diverse wijken patrouilleren. Als het alarm heeft geklonken is men binnen 10 minuten ter plaatse. De omgeving is dan in een straal van 100 meter al ontruimd door patrouille- soldaten. „Mensenlevens zijn het In het centrum van Belfast heeft men in de buurt van regeringsgebouwen en legerkampen wagens met wel 500 pond explosieven geplaatst De zwaarste bom „Als er iets gaat gebeuren”, vertelt een rijzige officier die in Aden al bommen van terroristengroepen heeft opgeruimd, „zitten we hier maar te wachten tot die verdomde bel gaat”. De kapitein, die de leiding van de groep heeft, beaamt dit: „Ja, dat is het beroerdste. Je zit hier dag en nacht op het alarm te wachten en vraagt je af wat het dit keer zal zijn. Totdat je in de wagen springt. Dan ben je erover heen en is alleen belangrijk snel ter plaatse te zijn”. Op wacht doden zij de tijd met tv-kijken, het lezen van detectiveromans en pin-up-tijdschriften of zij kaarten en praten wat met elkaar, onder het drinken van talloze koppen koffie en thee en een enkele keer bier. Maar voortdurend houden zij rekening met een telefoontje via een directe lijn van het brigade-commando: „Opdracht aan Felix”, gevolgd door een summiere beschrijving van de plaats en het soort verdacht terroristen wapen dat is aangetroffen. Na het alarm hullen de mannen zich in hun beschermende jacks en met zware helmen met vizier op haasten zij zich naar de zeven-tonners, die zij „varkens” noemen. Het zijn pantserwagens die normaal 1 ton wegen, maar er voor dit werk 6 ton aan extra beveiliging bij hebben gekregen. De „handkar”, die ook op afstand be diend kan worden. van de diverse bom-brigades in heel Noord-Ierland. Hij heeft een jongensachtig gezicht en zijn haar begint al te grijzen. In februari heeft hij voor één jaar deze functie aanvaard. Een majoor, in rang onder hem, moet acht maanden dienen en de overige mannen vier maanden. Zijn functie is chef ammunitie-technisch officier (CATO) zijn codenaam: Top Cat. Top Cat wuift de risico’s van het werk weg en beweert dat hij net als zijn mannen niet zou willen ruilen met de soldaten die in Belfast patrouille moeten lopen. „Arme duivels”, zegt hij, „Zij moeten in het holst van de nachit hun ronde doen in dat vervloekte Andersonstown of een van die andere krottenwijken, en lopen grote kans door een of andere schooier te worden neergeschoten”. „Ons risico is niet zo groot, als je het nuchter bekijkt”, zegt een officier. „Slechts vijf percent. Dat is mijn berekening. Er hebben hier tot nu toe 240 man gewerkt, van wie er 13 om het leven zijn gekomen”. Toch hebben de mannen veel ontzag voor de „vijand”, de bom. Een van hen zegt de dagen af te tellen. Hij beschrijft uiterlijk onbewogen op haast klinische wijze de uitwerking die ruim een half ons explosief materiaal kleiner dan een pakje sigaretten kan hebben als het in een auto wordt geplaatst. „Het dak wordt weggeblazen, de scharnieren worden verbogen zodat de deuren open komen te hangen, de bodem wordt opengereten, alle ruiten weggeblazen, het interieur volkomen vernield en de de wagen vliegt meestal in brand. En dat is dan maar een half ons. Wij hebben te maken met bommen van 10 tot 20 pond; bommen voor kleine tasjes vinden wij dat. En dan heb je nog de auto-bom. Er is geen grens aan de hoeveelheid die je in een auto kunt stoppen”. die men zich kan herinneren was er een van 1100 pond. Zij was geplaatst in een vrachtwagen in het grensstadje Newry en werd door de ATO’s onschadelijk gemaakt. Top Cat: „Een van de vragen die ik de mannen altijd stel, is: „Beschouw je jezelf gelukkig?”. Slechts één keer was het antwoord nee. In het rapport over deze man heb ik geadviseerd hem in de toekomst niet met tiit soort werk te belasten, want hij begreep niet, realiseerde zich niet, wat een verdomde geluksvogel hij wel was. Het is namelijk essentieel dat de kerels doordrongen zijn van de risico’s en gevaren die zij lopen. Wij zeggen nooit dat iemand het erop waagt; hij loopt een ingecalculeerd risico”. De ATO’s zijn van mening dat de bommenleggers altijd een voorsprong hebben. Men beschikt echter wel over technische handboeken vol gedetailleerde beschrijvingen over alle soorten explosieven die de terroristen gebruiken. „Hoe goed zij de bommen wel maken? Wij weten dat nooit totdat de bom is gedemonteerd, of er volgens het boekje is gewerkt”, vertelt de kapitein, een lange man met steil rossig haar van tegen de dertig. „Zij kunnen een fout maken. Zij kunnen ook de hele boel door elkaar gooien, en weg een bom gereden. De man probeert dan met een geweer, gemonteerd op het dak en ook op afstand bediend, het ontstekingsmechanisme kapot te schieten. Mocht de bom exploderen, dan moet de bepantsering sterk genoeg blijken. De bom-brigade beschikt over veel hulpmiddelen. Top Cat zegt echter: „Desondanks blijkt het nu en dan toch onontkoombaar dat een man moederziel alleen op de bom afgaat om zich van de situatie op de hoogte te stellen. Dan kan een „Ja, het gevaar is geweken” of „Het ding staat nog op scherp” klinken. En dan volgt voor de man een karwei waarbij iedere handeling leven of dood kan betekenen”. Om een ATO bij dit werk tegen sluipschutters op omliggende gebouwen te beschermen, volgt een infanterist hem met het geweer in de aanslag als een schaduw. De mannen hebben gewoonlijk maar enkele kostbare minuten om te besluiten hoe men te werk zal gaan, omdat de bommenleggers vooraf een waarschuwing van 15 a 20 minuten geven om de bevolking te evacueren. Hun acties zijn voornamelijk bedoeld om materiële schade aan te richten en terroristen hopen dan ook dat de ATO’s er niet in slagen de bom binnen dit tijdsbestek onschadelijk te maken. belangrijkste”, zegt de kapitein van de ATO’s. „Als we aankomen willen we eerst weten of iedereen is geëvacueerd. Dan komt ons eigen leven op de laatste plaats schenken wij aandacht aan materiële zaken” De mannen zijn bijna allemaal getrouwd en hebben hun gezin in Engeland. Halverwege de termijn van 4 maanden krijgen ze 4 dagen verlof plus 2 dagen om te reizen. Er zijn wel vrijwilligers voor munitie-deskundige in normale tijden belast met onderhoud, opslag en transport van munitie en soms het onschadelijk maken van een bom uit de Tweede Wereldoorlog maar niemand meldt zich voor het werk in Noord- Ierland. Begin dit jaar zijn er al ATO’s voor de tweede maal naar Ulster gestuurd. Geselecteerden voor de bom-brigade worden grondig psychologisch getest. Deze test is ongeveer als die voor astronauten, duikbootbemanningen en voor andere functies die zware psychische spanningen met zich meebrengen. Er worden dan allerlei ogenschijnlijk niet ter zake doende vragen gesteld: of men van de geur van bloemen houdt, graag wandelt in straten met hoge bomen en waar men aan denkt bij het zien van spoorrails die aan de horizon vervagen. Zo krijgt men een beeld van de geestelijke weerbaarheid van de man. De ATO’s doen dit werk beslist niet voor het geld, want zij ontvangen drie gulden per dag boven hun normale wedde, een extraatje dat elk van de 14.000 Britse soldaten in Noord-Ierland ontvangt. Een sergeant bij de ATO verdient zo’n 250 gulden netto per week. „Mijn vrouw praat nooit over geld”, zegt de kapitein hierover, „zij wil het liefst dat ik het leger vaarwel zeg. Maar ze weef dat dit mijn leven is. Ik zou het in het kantoor niet uithouden, althans niet lang”. Hoewel de mannen een encyclopedische kennis van explosieven en ontstekingsmechanismen bezitten en bij dit werk een groot zelfvertrouwen tonen, knaagt altijd het gevoel dat het loterij aspect groot is: het risico dat de bom is afgesteld op het tijdstip dat zij arriveren. Naarmate hun diensttermijn afloopt zonder ongelukken, kan men verwachten dat de concentratie van de mannen verslapt. Maar het tegendeel blijkt men wordt juist nog voorzichtiger. Gedurende zes jaar strijd tussen katholieken en protestanten hebben de ATO’s een uitgebreide collectie anti-bom- gereedschap ontwikkeld, van bezemstelen, vislijnen en vishaken tot een soort robot-voertuig op rupsbanden, dat er uitziet als een miniatuurtank en „handkar” wordt genoemd. Het voertuig is ongeveer 1.25 meter lang en 60 cm breed. Deze „handkar” wordt op afstand bediend en is uitgerust met een tv- camera, een knipschaar, een geweer en enkele andere apparaten om ontstekingsmechanismen buiten werking te stellen Het toestel wordt bediend vanuit een „varken”. Soms wordt een „varken” tot dicht bij Om veiligheidsreden mogen geen namen van de mannen genoemd worden. Het doden van een ATO zou immers op de prestatielijst van elke terrorist bovenaan komen. Tot nu toe zijn er in Noord- Ierland 13 van hen om het leven gekomen bij het vervullen van hun taak. Men schat dat er aan de zijde van de terroristen 90 doden zijn gevallen bij het vervaardigen en plaatsen van bommen. „Je kan wel zeggen dat zij meer risico lopen dan wij, gelukkig”, zegt een luitenant-kolonel, commandant Over het nut van een beroepsleger en de plichtsbetrachting die deze militairen kennen, zegt Top Cat: „Het is misschien wel iets waar mensen tegenwoordig minachtend tegenover staan. Vaderlandsliefde is niet meer in de mode, evenmin als punctueel zijn, of jezelf opofferen voor de gemeenschap. Maar mensen met deze instelling zijn onmisbaar voor een instelling als het leger”. En over de onbekende vijand, de terroristen die de bommen plaatsen, zegt 'hij: „Als je de uiteengereten lichamen ziet en je beseft dat het je broer, je zuster of je moeder had kunnen zijn; het is gewoon weerzinwekkend. Voor iedereen. Zij pretenderen een doel na te streven dat dit waard is. We geloven wel dat er een kleine groep is die normaal voor hun zaak vecht, maar voor het merendeel zijn dit boeven en moordenaars” „Men moet mensen met idealen respecteren”, vervolgt Top Cat. „Als iemand in een ideaal gelooft en bereid is er voor te sterven, dan moet dat gevoel wel heel erg sterk zijn. En in Noord- Ierland zijn er zulke mensen. Maar waar wij mee worden geconfronteerd, is vast en zeker het uitschot. Zij ontzien niets en niemand. Gewoon beesten zijn het. En zij hebben de schijn aangenomen een doel na te streven”. In beveiligde barakken, achter een deur met het bord „Bommenwacht”, houdt een team tot in de perfectie opgeleide mannen zich gereed om bij een oproep van het hoofdkwartier in pantserwagens zo snel mogelijk een van de riskantste opdrachten ter wereld uit te kunnen voeren. Het zijn deskundigen van het Britse leger, gespecialiseerd in het opruimen van explosief materiaal. Zij zijn ingedeeld bij een bom-brigade, de EOD, en belast met het opruimen van door terroristen geplaatste bommen in en rond de Noordierse hoofdstad Belfast. Zij opereren onder de codenaam Felix”, naar de kat met de negen levens uit het bekende boek. t 1 J: r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 13