„Zalig is het land waar 't kind zijn moer verbrandt11 few Bi #25^ I u I m door Ir. S. J. Meijn Haarlem Amsterdam Forensisme Voorhaven Kolonialisme ZATERDAG «na aas tieve bodem. Zijn inzich ten kregen kritiek van an dere deskundigen die me nen dat betere agrarische technologie tot veel hoge re opbrengsten per hecta re kunnen leiden. wniiibMiaiiR i"iw In 1948 publiceerde de bioloog William Vogt zijn verontrusting over de overbevolking in het boek „Road to Survival” (De weg naar overleving), waarin hij het begrip over bevolking losmaakte van aantallen vierkante meter. In de woestijn hebben mensen meer ruimte nodig dan in een land met een produk- mensen per minder inwoners de Boerderij in de verdrukking in de Bollenstreek. Boerderij m de verdrukking bij Krimpen aan de Lek. mt me/nechanische oogstmiddelen. chtbarep- - - en Verkeerscircuit in wording in de Haar lemmermeer, gezien vanuit de richting Rijsenhout. geschaad en de maar Jmond ituatie groepe om t( ie offi i Jezui irwaar voelinj rk, me ,t voo: lat eei [Jmom i, wan zonde- lurkabi' mee hij gen zijd iten te- aan d< stellen (in dit Merkom -of uitd amende, nterecht ap ben' het een gezorgd en zo kan de treinreiziger van Haarlem naar Amsterdam zich vanaf Halfweg ’s avonds vermeien in het uit zicht op een helder verlichte zandvlakte, die al jarenlang ligt te wachten op gegadigden. Onder dat zand is een groot deel van de vruchtbaarste bodem van Europa verloren gegaan, want het be treft een deel van de IJ-polder. Bftitel „De laatste kans der mensheid” bij |Van Ditmar is verschenen, komt een passage voor waarin staat dat de hon gerwinter van 1944 geen gevolg was van de voedselroof door de bezetters, maar van het feit dat ons land drievoudig overbevolkt was. Het transportsysteem in ons land was volkomen ineengestort door de spoorwegstaking en de acties van geallieerde jachtvlieguigen die op alles, wat op wegen en wateren bewoog, als nijdige horzels neerdoken. Het toeval wil dat de stad in 1960 op haar territoir van 2580 ha geen concrete mogelijkheden meer had voor groot scheepse woningbouw. Er waren op een bevolking van 170.000 zielen 4800 wo ningzoekenden en er moest dus iets gebeuren. Het geluk wilde dat toen 630 ha boezemland kon worden „ingepikt”, genoeg om een wijk voor 40.000 bewo ners te bouwen. Inmiddels is drie-vierde gebouwd en het wekt dan ook geen verbazing dat in Schalkwijk, want daar gaat het om, nu al ruim 33.000 mensen wonen. Wel is het vreemd dat de wacht lijst van woningzoekenden niet korter is geworden. Volgens onze laatste informa tie prijken er nog 5000 namen op, meer dus dan vijftien jaar geleden. Hoe het ook zij, het is uit oogpunt van landsbelang gewoon onverteerbaar, dat een gemeente gedwongen wordt een kwart meer grond aan woningbouw te besteden dan er al gebouwd was om Volgens William Vogt leidt overbevol king altijd tot verlies van vruchtdragen de bodem. Daarbij denkt hij aan bodem- uitputting, maar in ons land past een ander woord: bodemverkwisting. In West-Duitsland, waar men met hetzelfde probleem kampt, verliest men dagelijks 125 ha. In een jaar uitgedrukt komt dat neer op een oppervlakte als het Boden meer. Geeft deze opsomming van gebeurte nissen al een indruk van het tempo, waarmee we grond kwijtraken, de goede stad Haarlem laat het toe daar ook meer cijfermatig over te denken. De stad is niet alleen voor onze taal representatief, want ook in statistisch opzicht liggen haar cijfers dicht bij het landsgemiddel- de. Wat aan het Spaarne gebeurt is daarom meer dan een indicatie. Dit nieuws viel moeilijk te controleren hoewel eenvoudig valt te berekenen dat met elke kilometer autosnelweg min- stens 10 ha verloren gaat. Een ver- hulp noodzakelijk en het is genoegzaam bekend dat het sukses ervan maar heel matig is. De agrarische hulp leidde slechts tot jammerklachten en sombere voorspellingen van de FAO. Met dat al bekommeren wij ons ero ver dat ons land beslist geen schijn van kans heeft het sedert WO-II ruim ver dubbelde bevolkingsaantal van eigen bo dem zuinigjes te voeden en te kleden. Als we in 1940 al overbevolkt waren, zijn we dat nu nog meer. In 1960 was er al het bericht dat er aan wegen, vlieg velden, industrie en haventerreinen meer ruimte opgeofferd was dan door het opleveren van de Flevopolders en Markerwaard aan nieuwe grond 150.000 ha erbij zou komen. Die zandwoestijn is een droefenis voor het oog want kennelijk hebben de plan nenmakers niet geweten dat elke zeeha ven de neiging heeft zich naar zee te verplaatsen naarmate de mogelijkheden van de waterbouwkundige techniek groeien. En nu wordt ook al gesproken over de noodzaak van een voorhaven met industrieterrein bij IJmuiden naar voorbeeld van de Maasvlakte. Het is te hopen dat dit nooit gebeurt, omdat die gesignaleerde zeewaartse verschuiving de regering aanleiding gaf het bouwen van „industrie-eilanden” in de Noordzee te gaan bestuderen. Ik ben bang dat ook zo’n IJmond- vlakte renteloos zal blijven liggen en ons dus belastingduiten kost. Ik ben er eerder voorstander van dat dit verlies in geld gebruikt wordt om het zand tussen Halfweg en Amsterdam weer weg te halen, want dan hebben we er tenminste nog wat aan: vruchtbare bodem. En die zullen we nodig hebben want in de laatste dertig jaar hebben we ons volk steeds meer afhankelijk gemaakt van andere bodem, alle democratisch idealis me ten spijt. Een idealisme, dat zich tegen het oude kolonialisme terecht ver zet maar dat er voor in de plaats de ontwikkelingshulp stelde. Hulp die vol gens het proefschrift van mr. dr. W. Zeylstra oud-ambassadeur en staflid van het Defensiecentrum alleen maar leidt tot het handhaven van de economi sche voordelen voor de westerse samen leving ten koste van de ontwikkelingslan den. De kruik gaat te water tot zij breekt. Dat is temeer merkwaardig om dat sinds 1960 ruim 53.000 mensen uit de woonruimten in de „oude stad” zijn verdwenen. Het is onredelijk hiervoor het woord „woonverdunning” te gebrui ken, want de feitelijke oorzaak is leeg stand van oude woningen. Een 20.000 mensen zijn vertrokken door wat „over loop” naar slaapsteden wordt genoemd. Dat wil zeggen naar dorpen waarvan de burgemeesters als „commis voyageur” op Den Haag kans zagen bouwvergunningen voor grootscheeps bouwen te krijgen indachtig het woord van de psalmist, dat de heerlijkheid des konings gelegen is in het tal zijner onderdanen. Klaarblijkelijk heeft het centralisme geen oog gehad voor de mogelijkheden van stadsvernieuwing. De formule daar voor was waarschijnlijk veel te simpel, want die zou met de nodige ingewik keldheid, die nu eenmaal bij bureaucra tie hoort, hebben kunnen luiden: „Voor elke vernieuwde oude woning krijgt u een vergunning voor een aantal nieuwe huizen”. Ook andere factoren als het belang van agrarische grond en land- schap, het dorpskarakter en de gevolgen van forensisme hadden hierin kunnen worden verpakt. Dertig jaar geleden was ons zoiets toegooit gfebeurd, want duizenden mensen jouden regen en modder getrotseerd heb ben, zoals ze oo k bezetters, beschietingen, afstanden en bandloze fietsvelgen alsme- de chronische vermoeidheid door onder voeding het hoofd boden. In het boek van Vogt, dat onder de Pas in de vorige eeuw is onze bevol king geleidelijk van twee naar drie mil joen gestegen. Dat gebeurde op grond ste les.van koloniale bezittingen, die het voe- sluit jeiend areaal vergrootten. Door de opkomst i je die van het kolonialisme werd af gerekend to stommet de oeroude autarkische economieën, alleenwaarbij voedsel en grondstoffen van t ik ooiichtbij moesten komen omdat de trans- ;k naarportmiddelen ontbraken. Van Rome En datgaat het verhaal dat dag en nacht kara- 1. vanen voortreden om de miljoenenstad van eten te voorzien. onaei- De koloniën van vroeger werden ont- ik 'vo'P’wikkelingslanden, die weliswaar het juk lecei in(ran vreem(je knevelarij kwijt raak- groeten doch tegelijk het technisch en orga- ,.®nKe;eOisatorisch talent dat aan het juk vast- ijr wasEaj voor niets wertj ontwikkelings- zeggen 11 meer k wilder, ilde ikl- ij solli-| gegaanT geluld n nu af doen.” I onderl aal wall r beter, nodige s altijd n duui 3 gaan lesthooj e PvdJ tigd er Om de voor het forensisme nodige auto’s te kunnen betalen is hoogwaardi ge werkgelegenheid nodig. Industrie met zo hoog mogelijke investeringen per ar beidsplaats. Daar wordt dan ook voor Het omstreden gebied rond Ruigoord, vruchtbare gronden onder het zand. (Luchtfoto’s fotopersbureau De Boer) keersknooppunt als Oudenrijn heeft de zelfde afmetingen als het centrum van Amsterdam waar voor de oorlog toch bijna een half miljoen mensen woonden. Het hakt er dus nogal in. Bij alle pleidooien om beter aan „ruimtelijke ordening” te gaan doen, staat het vast dat het beleid op dit gebied sinds 1960 geweldig is gecentrali seerd. Dat daardoor het inzicht van de „inspraak” eisende burgers werd, is dagelijks te merken gemeentebesturen hebben het er moeilijk mee want ze zijn van Den Haag afhankelijk voor al hun plannen om in behoeften aan woon- en werkge legenheid te voldoen. De industriële bouw maakte ruim be meten terreinen nodig waarop uit stede- bouwkundig oogpunt ook voldoende ruimte moest komen voor het stallen van auto’s. Omdat deze wagens zowel bij de woning als bij de werkplaats moeten kunnen worden geparkeerd, valt te be rekenen dat voor een miljoen auto’s minstens 2000 ha nodig is. Met de komst van slaapsteden werkte de ruimtelijke ordening het forensisme in de hand, dat op zijn beurt weer een dringend beroep deed op goede verkeerswegen. herbergen dan er oorspronkelijk woonden. Wie wil beweren dat Haarlem een uitzonderlijk voorbeeld is, heeft het mis, want ook Amsterdam zit in deze hoek. In 1960 nog 878.000 inwoners, in 1974 nog maar 756.000 en in 1983 een aantal dat rond de 600.000 zal schommelen. Het is dan ook geen wonder dat de weids heid van het Noordhollandse landschap volslagen teloor gaat door de wildgroei der bebouwde kommen, waar terwille van de industriële bouw de aan biofarms voor kippenproductie ontleende architec tuur van stapelwoningen elk silhouet beheerst en het landschap verkleint. Hoeveel vruchtbare grond hierbij verlo ren gaat, laat zich raden, maar het is heel veel. Zo kwam het motto boven dit relaas „Zalig is het land waar ’t kind zijn moer verbrandt” in gedachten. Het is afkomstig uit een tijd waarin de weten schap der economie zich nog nauwelijks een wetenschap durfde te noemen en in ieder geval doortrokken was van ecolo gisch besef. Ik heb het oude arme Dren te nog gekend en er de locomobielen van de ontginners zien roken. Het is nu een goed land om te zien, tenminste voor zover de verstedelijking er nog niet toesloeg. Van woeste onbruikbare veen gronden werd door de turfstekers vruchtbaar land gemaakt. (Dit artikel is een verkorte weergave van de tekst die in het blad „Bèta” is verschenen). •an he werk r. Dezi n daar- op d« een ook zo egin is log ees :org en angs dt ^Bodemverkwisting spook van deze tijd bij een zoor d« t geldt Dat is ongetwijfeld waar, maar als we op eenervan uitgaan dat die technologie zich in I toontons land op een bijzonder hoog peil mg vanbeweegt, dan willen we meteen wijzen spectielop de misoogst van 1974 die vooral Zeeland trof. Een misoogst die niet het gevolg was van misfortuin bij de groei ikt watn>laar van het falen van de zo geprezen -- sr -.s te Si» gfcr'H M

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 15