Nederlandse postzegels meer waard dan geld Je,, s J. Dansschool blijft een huwelijks- I 1 door Peter Huysman Stoombaden Arie Versluis over de kleine van Geld genoeg door Rolf Stallinga Mode r r“" Soos Opvoeding „aandelen De onherroepelijke revival van de stijldans F k 1 1F ZATERDAG Z f „Ze zijn de beat beu”, zegt Jan Molin (55), en aan zijn oordeel hoeft niet te worden getwijfeld, want hij is secreta ris van de Nederlandse Bond van Dansleraren. Komend winterseizoen stromen naar verwachting 350.000 landge noten de 230 erkende dansinrichtingen binnen. Danslusti- gen van 8 tot 80 jaar, die graag de foxtrot, de Engelse wals, de rumba of de tango willen leren. En dat allemaal op muziekj es-in-strikt-danstempo Pop en beat lijken definitief verslagen door de alles met zich meesleurende nostalgie-golf. Het wordt weer ouder wets zwieren. Victor Silvester (maar dan in een nieuwer jasje), Nat Gonella en het quick-quick-slow zijn van de rommelzolder gehaald, evenals de baljurk en de zwarte lakschoenen. „Bomen van knapen maak ik mee, met zulk lang haar, maar om negen uur is het: meneer, is het geen tijd voor de veleta? Dat zegt toch iets.” Aldus Jan Molin, behalve NBD-bestuurslid, eigenaar van een Haagse dans school. I 1 16 c ti c c z V e r F c 3 Hl,, j -4 1 M J* noemd. Waarmee maar gezegd wil -■ Foxtrot veegt pop van de dansvloer Aan de woorden van deze groothandelaar kan wel enige waarde worden gehecht. Tenslotte schopte de 29-jarige Amsterdammer het in deze branche van „niets” tot een royaal uitgevallen villa in Vinkeveen. geen handel meer kan kopen? Je merkt dat veel winkeliers zich vaak niet zo op de hoogte van deze ontwikkeling houden. Ze verkopen hun voorraad en komen dan na verloop van tijd tot de ontdekking dat alles veel duurder is geworden, zodat ze in feite geen cent hebben verdiend”. Om Nederlandse zegels in het buitenland te kopen en connecties met internationale handelaars te leggen, vreemde kronkels in de populariteit van landen. Daar zijn genoeg voorbeelden van. Je hebt het gehad met de ruimtevaartseries en met Vaticaanstad. Acht jaar geleden was dat enorm populair en er was veel speculatie. Maar sindsdien zijn de prijzen met eenderde teruggelopen en nauwelijks meer iets gestegen”. De oudste Nederlandse zegels dateren van 1852 toen de 5 cent blauw en die van een dubbeltje en vijftien cent werden gedrukt. De stuiver ongebruikt heeft inmiddels een cataloguswaarde van 1400 gulden. Arie Versluis heeft ze, j I een ge- moment ben ik ook met aandelen begonnen, maar daar ben ik op teruggekomen”. Waarmee Arie Versluis ook meteen de verklaring voor de hausse in postzegels aanstipt. „Het is de aanhoudende inflatie en de onzekerheid om je geld nog in aandelen te beleggen”, zegt hij. Deze factoren hebben aan het toch al niet geringe aantal verzamelaars-van-huis-uit de groep kiene rekenaars en speculanten toegevoegd. Maar er tevens voor gezorgd dat de verhouding tussen vraag en aanbod flink scheef is getrokken. De vraag naar goede zegels overtreft het aanbod vele malen en zoiets merk je in de prijzen. De meeste series zijn in vergelijking met vorig jaar 40 procent duurder geworden. Versluis: „Ik kan nu alles verkopen wat ik in voorraad heb tegen prijzen die er echt niet om liegen. Maar de markt maant me tot voorzichtigheid want ik zie deze prijsstijging doorgaan. En wat is een zakenman met veel geld die Gouden Dansschoen heeft gekre gen. Dat „gehuppel in de ruimte”, zoals u dat noemt, dat discotheek- dansen, onderwijzen wij ook. Maar het grote verschil met stijldansen is, dat het zo weinig techniek vereist. En daardoor verflauwt de aandacht zo snel. Rumba en fox trot spreken op den duur toch veel meer aan. Je moet er hard op studeren, en als het resultaat goed is, dan bevredigt zoiets”. Ais jongen van tien jaar begon hij zijn handel in de postzegelhoek bij het Spui. „Ik was de eerste die er een tafeltje neerzette. De anderen stalden hun collecties nog op de motorkap van auto’s uit. Toen ik twaalf was, had ik al een aardige verzameling en die heb ik verkocht. Dat is de voorloper geweest van m’n huidige positie. Later ga je alles veel economischer en zakelijker bekijken, krijg je ook een beter inzicht in beleggingsvormen. Een gegeven Vervalsingen? „Dat komt voor maar het is meestal goed te zien. Als je twijfelt aan de echtheid kun je praktisch zeker zeggen dat ie vals is. Maar als er een zegel opduikt, die heel weinig voorkomt en waarvan nog geen vervalsing bestaat dan wil je er wel eens intrappen. Mensen kopen ook wel eens bewust valse zegels om de gaatjes in hun collectie te vullen. De klant die zekerheid wil kan een postzegel laten keuren. Dat is niet zo gek want zegels met een certificaat brengen sowieso meei op”. Terugkomend op het begin van het gesprek meent Arie Versluis: „Ik zie postzegels als de aandelen van de kleine man. Het is gewoon bezit en daarom ook meer waard dan geld. Het is ook beter dan geld, want stuk lopen doet het niet”. Zelf is hij bezig met een verzameling kleine rondstempels met alle plaatsnamen van Nederland. „Dat zijn er in totaal 1451 en ik heb er al ruim 1100. Het leuke is dat ik er geen cent aan heb gespendeerd. Ik heb ze er gewoon tussen uit gepikt, maar het is wel tien mille waard”, aldus Arie Versluis, die het een teken aan de wand vindt dat hij de jongste grossier is. „Dat klinkt misschien vreemd, maar ik zie dat er voor de oudere handelaren die afvallen geen jongere in de plaats komen. De handel vergrijst zo, terwijl bij de verzamelaars juist het omgekeerde het geval is. Je krijgt steeds meer jongeren, die zich op deze hobby storten. Tegenwoordig hebben ze daar ook geld genoeg voor”. heeft Arie Versluis al heel wat afgereisd. Die trips financierde hij met de winsten dit hij onderweg maakte. Zijn liefde voor buitenlandse postzegels is echter een stuk minder groot. „Het zijn altijd modeverschijnselen”, meent hij. „Een gegeven moment staat een bepaald land in de belangstelling, zoals we dat met Israël hebben gehad. Ik ben daar vorig jaar nog vier keer geweest. Dat liep geweldig maar opeens is zo’n vraag helemaal weg. Dat is kenmerkend voor het gedrag van filatelisten. Als ze het ergens niet meer in zien, laten ze het als een baksteen vallen. Er zitten waard of zoals Arie Versluis, één van de vier top-grossiers in Nederland, meent: „Ze zijn meer waard dan geld’. Sinds deze markt als veilige belegging is ontdekt, hebben speculatie en sterk schommelende prijzen het beeld bepaald. Maar het neemt niet weg dat de zegelkoersen vooral de laatste tijd ongekende pieken bereiken. „En ik verwacht dat de prijzen voor de betere Hollandse zegels in ruim twee jaar zullen zijn verdubbeld”, voorspelt Versluis. plichting meer tot donker pak en stropdas, de dames hoeven van hem niet meer in een feestelijke japon. Het flesje cola is veranderd in een glaasje bier of sherry. En witte handschoenen, daar lacht hij om. „Ze wassen hun handen nu gewoon”, zegt hij, niet zonder een lichte twinkeling achter de bril- leglazen. /Z man „Voor mij persoonlijk is het aantrekkelijke van een goede stijl dans: het één geheel vormen met je' partner. Maar ook het trainen van de spieren is prettig. Wed- strijddansen bijvoorbeeld ik ben tweede geweest op de Europe se en wereldkampioenschappen is het bedrijven van topsport, te vergelijken met boksen, wielren nen en tennissen. Niet roken, niet drinken, stoombaden, massage: dansen kan een hard vak zijn”. Hoewel het gebloemde over hemd, het draailicht en de vloei- stofprojector onverbiddelijk heb- Jan Molin, secretaris van de Nederlandse Bond van dansleraren: „Hoe je het ook bekijkt, de mensen willen toch tegen elkaar aan.” zijn: het stijldansen zit weer in de lift. Daar kan Jan Molin zich alleen maar over verheugen. „Maar deze opgaande tendens, die een paar jaar geleden al waarneembaar was, brengt helaas wel het toene men van het aantal beunhazen in ons vak mee. De zoon van een caféhouder bijvoorbeeld, die een zaaltje huurt en tegen 1,50 per persoon lesgeeft. Nou, les, dat mag geen naam hebben. Als u weet dat wij erkende dansleraren een van de zwaarste examens onder toe zicht van een CRM-gedelegeerde moeten doen. Het rijk verzoekt de burgemeesters van gemeenten wel eens alleen vergunningen aan er kende leraren te verstrekken. Maar de burgemeesters, vooral van de kleinere plaatsen, blijken er zich in het algemeen weinig van aan te trekken. Er zijn 550 erkende leraren in ons land. Ik denk dat het aantal beunhazen wel is opgelopen tot enkele hon derden”. Oh Monah, de Great Gatsby, Eoxy Foxtrot, Animal Crackers, Chris Barber: de oudjes lijken met het tienjarige regime van het pop- gebeuren onherroepelijk de (glim mend gepoetste) dansvloer aan te vegen. Een Weens walsje? Het is nog niet zo ontzettend lang geleden dat een stukje papier van nog geen drie bij drie centimeter op een veiling in het Newyorkse Waldorf Astoria hotel acht ton opbracht. Toevallig ging het om de 1-cent-zegel van Brits Guyana uit 1856 waarvan op de hele wereld slechts één exemplaar bestaat- Wat insiders allang wisten, werd met deze transactie extra benadrukt, namelijk dat de filatelistische handel en wandel is uitgegroeid tot een miljardenzaak. Zeldzame zegels zijn een kapitaaltje zoals hij zegt, regelmatig in stock zoals het hem ook niet moeilijk valt een complete collectie van alle Nederlandse postzegels op tafel te leggen. Zelf heeft hij ooit ook een winkeltje gehad en een klantenkring opgebouwd. „Het krijgen van een vertrouwensrelatie is juist bij dit werk belangrijk. En het is leuk als je merkt dat mensen met je adviezen enorme resultaten boeken. Maar ik ben er ook van overtuigd (jat je niet bij iedere handelaar zomaar kunt kopen. Niet dat ze de boel oplichten, maar ze hebben er vaak geen kijk op. Ook als ze al veertig jaar in dit vak zit, wil dat nog niet altijd alles zeggen. Je hebt een hoop scharrelaars die beter op de hoogte zijn dan sommige beroepsmensen”. Hoe leer je dat? „Het is eigenlijk niet te leren. Door het te verzamelen, kom je er achter dat het schaars is. Verder moet je precies zijn. Een onduidelijke beschadiging kan een kapitaal schelen. De prijs betaal je naar kwaliteit en ik heb hier zegels met verschillende tarieven. Dat kan variëren van 30 tot 200 gulden”. L'” Eigenlijk bestaat het instituut dansschool niet meer. „Ik praat”, zegt Molin, „liever over een soos, een ontmoetingscentrum. Ik heb een bar met een echte tap. Ik sta er zelf achter. Jazeker, dat was een hele aanpassing. Maar ik voel ben gezegevierd over het glaasje prik, de stropdas en de pettycoat, is de klassieke manier van lesge ven niet veranderd. Dansen moet worden ingestudeerd, pasje voor pasje. Ook die typische dans- schoolgrapjes doen het nog steeds best. Jan Molin: „De promenade- positie is bij de tango een bekend begrip. Dan wil ik nog wel eens zeggen: heren, er zijn twee ma nieren om de dames in positie te brengen. Dat is ’n giller natuur lijk!” De Nederlandse Bond van Dans leraren houdt van 4 tot en met 7 augustus in Breda zijn 28ste con gres. In aansluiting daarop worden in het Scheveningse Kurhaus de Europese Professional Ballroom Kampioenschappen 1975 gehouden (8 augustus). Internationaal ver maarde sterren als Peggy Spencer verlenen hun medewerking en ge ven ballroomdansinstructies „ten einde de Nederlandse dansleraren op de hoogte te stellen van de laatste ontwikkelingen”. Hier en daar wordt dansen zelfs „het aan den lijve ondervinden van speelse bewegingstherapie” Bejaarden, piepjonge kinderen: Jan Molin is even dol op ze. „Ik geloof dat de hernieuwde popula riteit van het stijldansen ook wel te maken heeft met de hang naar een gezond lichaam. Er is dikwijls op gewezen, niet in de laatste plaats door mijn vriend de dokter A. C. van Swol, dat we ons li chaam door het zitten achter de televisie en de Mercedes ten gron de richten. Dikke buik, verhoogd cholesterol-gehalte. Af schuweli j k. Ga trimmen. Ga dansen, want dat is ook een vorm van sportbeoefe ning. En behalve dat, blijft dansen toch een stuk van je opvoeding. Mensen die met linkse voeten en linkse manieren binnenkomen, weten zich na een paar weken onberispelijk te gedragen. En na tuurlijk blijft de dansschool te allen tijde een huwelijksbureau. Ik werk daar ook gericht aan mee. Als ik zo’n jongen op een meisje zie pezen, dan valt me dat door mijn jarenlange ervaring als dans- leraar ogenblikkelijk op. En dan zeg ik: wil Pieterse twèe plaatsen opschuiven, zodat hij naast de uit- verkoren dame komt te zitten. Ach ja, dat is het leuke van mijn vak, hè, je werkt met levend ma teriaal”. Als onze fotograaf Jan Molin wil portretteren, dan verheft zich het slanke, gespierde lichaam van de geoefende dansmeester. „Alsje blieft”, zegt Molin, „Laat me even een sportief overhemd aantrek ken”. En even later: „Ja, dat is ook zo’n verandering geweest, hè, die kledij, waar ik en mijn colle ga’s toch wel aan hebben moeten wennen. Ik kleed me nu ook als m’n leerlingen. Goed, mijn kleren zijn misschien wat duurder dan wat m’n leerlingen aantrekken, maar ik schiet toch ook in de spijkerbroek als het moet. Op les mogen ze van mij kleding aanheb ben die ze het lekkerste zit. Op de soos kunnen ze zelfs met een trui aan komen. Maar op het kerstbal vraag ik: Jongens, doe een pak aan, en meisjes: een jurk”. Iedere dansleraar heeft op het ogenblik de top-veertig in huis. Er zitten nummers bij waar volgens Molin uitstekend op te dansen valt. „Dixieland komt ook weer helemaal terug. En rock. En Sil- vester-achtige muziek, nu gespeeld door die Duitse orkesten, zoals de band van Hugo Strasser, die de me geen kroeghouder, hoor. Het is bij mij geen drinkgelegenheid. Ik hoef aan die drank ook niet te verdienen. Ik heb er dit mee voor: als ze het uurtje dansles achter de rug hebben, hoeven ze niet direct de deur uit. Ze kunnen lekker blijven hangen tot een uur of twaalf. Vroeger gingen ze na dansles naar het café. Ik heb ge zegd: blijf maar fijn bij mij”. Jan Molin is ervan overtuigd dat hij een sociale functie heeft. „De dansschool is een tweede huis voor die jongelui geworden. En zo moet het ook. Wie zegt dat de jongeren zichzelf wel bezighouden en een klein beetje gezag van ouderen niet op prijs stellen? Ver geet het maar. Ze schreeuwen er om. Wat ze willen, is gezelligheid, een drankje, ’t Is bij ons dikwijls lachen geblazen. Dacht u dat er in een discotheek gelachen werd?” De sociale functie van de dans leraar strekt zich ook uit tot de oudere groepen danslustigen. „Vooral de bejaarden die nog nooit een voet op een dansvloer hebben gezet, bijten zich in zo’n dansles vast. Enorme doorzetters zijn erbij. Ik heb een vrouw van 87 op de cursus. Dat zwieren en zwaaien, de veleta, de Weense wals, ze is er verzot op. Ik loop nog wel eens wat dansavonden af: die dankbare, stralende lach waar mee die oudjes je aanstaren. Die beleven hun zoveelste jeugd”. Hoe komt het dat het stijldan sen, na tien jaar door diepe dalen van vergetelheid te zijn gegaan, helemaal terug is? Volgens Molin zit er in dansen een belangrijk fysiek element. „Jarenlang is er als zakken meel heen en weer gesprongen. Discotheekdansen wordt dat nu genoemd. Op onze lessen besteden we er nog wel wat aandacht aan. Maar dat ver van elkaar vandaan zijn, dat spreekt kennelijk toch niet echt aan. Hoe je ’t ook bekijkt: de mensen wil len toch tegen elkaar aan. Weet u dat 48 percent van de huwelijken zijn oorsprong op de dansvloer vindt?” Het spreekt vanzelf dat de dans scholen van nu niet meer de dans scholen van toen zijn. Talrijke puriteinse dansinstituten zijn aan de nieuwe ontwikkelingen kapot gegaan. Molin: „Tal van kleinere broeders, die op de oude voet ble ven voortgaan, hebben het niet gered. Ze begrepen niet dat de Beatles een ander tijdperk inluid den. Maar vele scholen hebben zich tijdig aangepast. Een grote club dansschoolhouders heeft in gezien dat er wat moest gebeuren. Er is geld bij elkaar gebracht om gezamenlijk reclame te maken. De slogan, „Dansen is plezier voor twee”, heeft het uitstekend ge daan”. Jan Molin is een voorbeeld van een dansschoolhouder die zich door een modeverschijnsel of een poprage niet zomaar uit de markt laat concurreren. Op tijd heeft hij wat hij noemt „de attitude” van zijn bedrijf gewijzigd. Geen ver- i i "1 Èi.’ 1 .S I ■r |Lhu|;F '•”■1 V F MM .7 ig® JE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 16