M I
1
DE VETTE JAREN VAN HET NEDERLANDSE VOETBAL VOORBIJ
George Knobel bezig met de
herstelwerkzaamheden
Nadruk op Jeugdseiectie
Grotere doorstroming
Wim van Hanegem
geen schildpad
P
I
I
1
door Hans vak. Zenderu
Koerswijziging
k
Kweekvijver
1
21
AUGUSTUS
1975
ZATERDAG
1 6
m
ng
Oude ploeg
Sjah van Ajax
KsBHBHE-EHESS!
lis
Ie
an
>r-
1st
>r-
ifl.
Mikojan
In evenwicht
CE
SÖ.SS’ AKIKS
gen dermate uit het evenwicht gebracht, dat het voetbalklimaat ongezon-
ding voor hem weinig of geen gevaarlijk
ns
t
an
an
STOPPER
Niet ten onrechte wordt nu gevreesd dat de vette jaren nagenoeg voor
bij zijn. De bedrijfstak betaald voetbal heeft maar matig van de geweldige
opleving geprofiteerd; er is aan de basis geen reserve gecreëerd en de
niets ontziende concurrentiestrijd aan de top heeft de krachtsverhoudin-
ist
lig
Helaas kwam Van Hanegem na de
rust niet meer terug op het veld, ik
kon hem en Cruijff dus maar één
helft met elkaar vergelijken. Zij hiel
den elkaar in die drie kwartier wel
ongeveer in evenwicht, vond ik. Niet
wat het aantal keren betreft dat zij
Ik voor mij ben helemaal niet zo
gelukkig met het vertrek van Hans
Ie
le
j.
o-
voor Jaap van Praag, die er onder
tussen toch maar aldoor in geslaagd
is voorzitter te blijven: de Mikojan
van Ajax. Voor hen die slechts in
voetbal geïnteresseerd zijn, wil ik
graag even uitleggen dat Anastas
Ivanovitsj Mikojan de Russische par
tijbons is, die achtereenvolgens de
zuiveringen van Stalin, de dood van
Stalin, de val van Malenkov en de
val van Chroesjtsjov overleefde en
nog steeds ergens in de top functio
neert als de grote overlever.
Het Nederlandse voetbal heeft sinds het wereldtiteltoernooi van 1974
in West-Duitsland weinig meer te winnen en erg veel te verliezen. De
„zilveren prestatie” van Oranje mocht dan gezien de voorafgaande chao
tische toestanden rondom het nationale keurkorps een regelrechte sen
satie zijn, niet ontkend kan worden dat het spelersmateriaal goed genoeg
was voor een spectaculaire machtsgreep. De vier Europa-cups op rij had
den eerder al van een prachtig potentieel aan grote klasse getuigd.
Ik hoop niet dat u van mij ver
wacht dat ik een verhelderend licht
werp op het vertrek van Hans Kraaij
bij Ajax. Het zal wel zo horen. De
laatste vier trainers van Ajax zijn
allemaal op overhaaste wijze vertrok
ken. Rinus Michels pakte onverwacht
en plotseling zijn biezen, Kovacs
werd geruisloos weggemanoeuvreerd
ten bate van Knobel, deze werd op
zijn beurt plotseling ontslagen na een
slecht ontvangen interview, en nu is
Hans Kraaij dus enkele dagen voor
de competitie weer verdwenen. Hoe
krijg je het als club voor elkaar. Ik
krijg dan ook steeds meer respect
gewoon naar waarheid:) Willem van
Hanegem.
tisch elke club, zelfs in de afdeling,
heeft tegenwoordig de beschikking
over een goed opgeleide trainer. Cen
traal kan dan ook echt niet meer
zoveel aan de technische scholing van
de jeugd worden gedaan”.) En waarbij
de nadruk nu meer op een goede
selectie van het talent ligt. De voor
stellen van de technisch-directeur
zijn op het ogenblik in behandeling.
Er is binnen de bond nogal wat te
doen over de nieuwe plannen. Het
bondsbestuur heeft zich in principe
reeds achter Knobel geschaard, maar
vooral van de landelijke jeugd-TC
komt veel weerstand. Er wordt nu
gepoogd de partijen wat dichter bij
elkaar te brengen. Naar wordt ver
wacht zal nog deze maand de beslis
sing vallen.
Knobel: „Mijn hoofddoel is duide
lijk: te zorgen voor de continuering
van het Nederlandse voetbal met de
mogelijkheden die de KNVB daarbij
ten dienste staan. Daarbij is ht na
tuurlijk erg belangrijk, dat clubs en
spelers, die belangen hebben bij het
Nederlands elftal ook de waarde van
dat Nederlandse elftal beseffen. In
andere landen is dat geen punt. Daar
worden de prestaties van het nationa
le team nog altijd hoger aangeslagen
dan bijvoorbeeld het winnen van een
Europa Cup door een club”.
George Knobel en de nieuwe gezichten
bij oranje; v.l.n.r.: Van Kraag, Peters,
Everse, Kist, Vosmaer, Arntz, Thijsen,
Zuidema en Knobel.
Het zier ernaar uit, dat Oranje nog
even op zijn huidige top kan teren, maaj'
de erosie is toch al duidelijk zichtbaar.
George Knobel, technisch-drecteur van
de KNVB, is belast met de leiding van
de herstelwerkzaamheden. Zijn „proftijd
van een jaar” is ruimschoots verstreken.
Hij heeft het terrein in voldoende mate
kunnen verkennen. Zijn analyse en de
daaruit ontstane toekomstvisie hebben
in de top van de voetbalbond al de
nodige weerklank gevonden. Zaak is nu
zijn denkbeelden ook in de lagere regio
nen, die zowel morele als daadwerkelij-
j
De kans dat Rinus Michels terug
komt als de redder des vaderlands
ligt uiteraard bijzonder voor de hand.
Zijn terugkeer zou voor volgend sei
zoen ook de terugkeer van Johan
Cruijff vergemakkelijken, omdat Ri
nus Michels dan de enige in het
Nederlandse voetbal is die het voet-
bal-Spaans van Cruijff kan verstaan.
Ik heb me trouwens laten vertellen
dat in de roes ook Sjaak Swart en
Piet Keizer weer in training zijn
gegaan, terwijl Klaas Nunrnga, Gert
Bals, Tonny Pronk, Dick van Dijk en
Velibor Vasovic steeds vaker in de
buurt van het Ajax-stadion worden
gesignaleerd. Zouden we dan toch het
oude Ajax weer terugkrijgen?
moeilijk is, omdat er ontzaglijk velen,
om allerlei reden, tussentijds uit de
boot vallen”.
effect via het muurtje, in het doel
plaatste. Ook moest hij een paar keer
bij diep penetrerende solo’s op onre
gelmatige wijze door Feyenoord wor
den af gestopt (onderuit gehaald en
vastgehouden), terwijl hij met enkele
passes zijn medespelers fraai vrij
speelde, zonder dat er nochtans doel
punten uit voortkwamen.
In de tweede helft deed Cruijff er
overigens veel minder aan, en zijn
spel werd bovendien een stuk on
nauwkeuriger, maar de penalty die
hij na afloop als een van de vijf
diende te benutten, ging feilloos hard
in de linker benedenhoek; dus uitein
delijk heeft hij die tweekamp met
Willem van Hanegem toch gewonnen.
Maar als u mij vraagt naai wie van
de twee ik met meer plezier heb
zitten kijken, dan luidt het antwoord
toch: (zal ik nu Neeskens zeggen, of
De koerswijziging, die Knobel nu
heeft voorgesteld, stoelt niet alleen op
de reeds.,opgesomde ervaringen, dié hij
en zijn collega’s bij de KNVB met het
jeugdplan hebben opgedaan. Ook de we
tenschap, dat er de laatste jaren erg veel
goed opgeleide trainers zijn bij gekomen
en dat zelfs bij de afdelingsclubs daar
door goede oefenmeesters rondlopen,
maakt het mogelijk het zwaartepunt van
het jeugdplan van de technische naar de
begeleidende sector te verleggen. Daarbij
rekent de technisch-directeur erop, dat
het gezonde verstand alle betrokken zal
doen inzien, dat zijn verbeterde versie
van het plan de gevraagd steun ook echt
verdient.
„Voor de amateurclubs is de financiële
regeling inmiddels verbeterd. Elke selec
tie, waarvoor een jonge spelers wordt
gekozen, verhoogt de vergoeding die voor
hem moet worden betaald. Enerzijds
zullen de amateurclubs daarvan kunnen
profiteren, maar aan de andere kant
kan het gevolg van die regeling zijn dat
de betaalde clubs talentvolle jongens op
nog jongere leeftijd gaan aantrekken. De
nieuwe regeling zal dus niet helemaal
afdoende zijn, maar het is wel een stap
voorwaarts. En verder zal iedereen in
het Nederlandse voetbal, en zeker ook
de bestuurder van amateurclubs, moeten
inzien, dat elke betaalde voetballer eens
een amateur en ook eens een jeugdvoet
ballen is geweest. Het is nu eenmaal zo -
je zou dat ook het noodlot van de
amteurclubs kunnen noemen - dat ta
lentvolle spelers naar het profvoetbal
willen”.
In het Amsterdam-700-toernooi le
verde de strijd om de derde en vierde
plaats een confrontatie op tussen de
twee beste Spielmachers van de we
reld: Johan Cruijff (bij Barcelona) en
Willem van Hanegem (bij Feyenoord).
Ik besloot het doen en laten van
beide spelers op de voet te volgen,
om nu eens te zien wie van de twee
de waardevolste is. Snelle Jopie of
langzame Willem, de haas of de
schildpad?
Laat ik om te beginnen meteen
maar even het fabeltje ontzenuwen
dat Van Hanegem in dit sprookje de
schildpad is. Hij zal het op de eerste
drie meter ongetwijfeld afleggen te
gen Cruijff, maar in feite loopt en
beweegt hij in een wedstrijd twee
keer zoveel als Cruijff. Vereenvoudigd
gezegd kom het hierop neer, dat bij
Barcelona de bal naar Cruijff toe
gaat, en dat bij Feyenoord Van Ha
negem naar de bal toe komt. Willem
was in de eerste helft overal, overal
waar de passjes zijn, zowel in de
voorhoede als de achterhoede, maar
ook zowel op links als op rechts.
Johan Cruijff stelde zich min of
meer verdekt op in de spits van de
aanval, of kroop weg op zijn geliefde
linkervleugel, waar hij zowaar nog
een keer uitprobeerde of Dick
Schneider zich die Cruijffiaanse hak-
beweging achterom nog van vroeger
herinnerde. Schneider bleek een ge
heugen te hebben als een ijzeren
pot.
der is dan ooit. En in dat klimaat moet dan de nieuwe aanwas groeien,
die de in vrij korte tijd verkregen vooraanstaande positie in de voetbal
wereld dient vast te houden.
Twaalf jaar geleden brak in het over het algemeen genomen uiterst be
houdende gezelschap van beleidsvoerders een opmerkelijk progressief
plan door. Onder het eeuwenoude motto „wie de jeugd heeft, heeft de
toekomst” werd met veel tamtam het jeugdplan gelanceerd. Een terug
blik leidt tot de trieste slotsom, dat nog niet eens de eerste trap van de
raket goed heeft gefunctioneerd. Het echec is zelfs zo groot, dat het niet
door de recente goede prestaties van de nationale A-formatie kan wor
den verdoezeld.
Technisch-directeur George Knobel
heeft geen ingewikkelde kunstgrepen
toegepast om het jeugdplan-Neder-
land een betere kans van slagen te
geven. Bij het doorlichten van de
opzet kwam hij tot de conclusie, dat
de basis van het omstreden plan veel
te smal was. Te veel potentieel talent
kreeg gewoon niet de kans zijn mo
gelijkheden voldoende te etaleren. En
dat was beslist niet alleen het gevolg
van het gebrek aan medewerking van
enkele afdelingen. Het aantal kansen
om zich op jeugdige leeftijd in de
kijker te spelen, was te gering. De
oplossing lag dan ook voor de hand.
Uitgaande van de oude situatie
geeft Knobel met wat simpel cijfer
materiaal zijn betere visie op de toe
komst weer. „Het jeugdplan-Neder-
land omvat drie leeftijdsgroepen: de
13- en 14-jarigen, de 15- en 16-jari-
gen en de 16- en 17-jarigen. In elke
categorie worden per afdeling 16 jon
gens geselecteerd waaruit later een
groep van 16 spelers voor het district
wordt gekozen en vervolgens wordt
daaruit de nationale selectie samen
gesteld”.
Knobel vervolgt: „Alles bij elkaar
zijn dus in de 24 afdelingsgroepen -
Nederland heeft 20 afdelingen, maar
enkele afdelingen zijn zo groot dat
die in groepen zijn onderverdeeld -
gedurende 15 keer per jaar 24 keer 16
Kraay, zeker niet als Rinus Michels
terugkomt. Met Kraay kon je ten
minste een normaal gesprek voeren,
hij poseerde niet als sphinx of orakel
of schouderophaler en je hoefde zijn
woorden nooit te gaan nawegen op
hun karaatgehalte. Je hoefde ze
evenmin om te draaien of binnenste
buiten te keren om er achter te
kunnen komen wat ze inhielden, kort
om als journalist had je houvast aan
Hans Kraay. Ik heb dat al eens
eerder geschreven en er toen aan
toegevoegd dat dit natuurlijk niet
automatisch inhield dat hij bij Ajax
de juiste man op de enige juiste
plaats was. Ik ben geen Ajacied, en
Ruud Krol is geen journalist, ik heb
geen enkel inzicht in de vraag of het
voor Ajax goed is dat Kraay verdwe
nen is of juist catastrofaal. Over 34
wedstrijden weten we het Is Ajax
dan kampioen geworden, onder wiens
leiding dan ook (is het wel zo toeval
lig dat PEC Zwolle juist op dit
moment trainer Donenfeld de laan
heeft uitgestuurd?), dan heeft Jaap
van Praag opnieuw bewezen dat hij
de grote zegen-brenger van Ajax is
(in dat geval zal het van laatdun
kendheid getuigen als we nog gewoon
over de voorzitter van Ajax spraken
in plaats van over de sjah van Ajax).
Maar wordt Ajax derde oj zevende,
dan zal hij niet alleen Cruijff maar
ook Neeskens en Hennes Weisweiler
van Barcelona naar Ajax moeten
overhevelen om niet net als
Chroesjtsjov voorgoed uit zijn zetel
te worden gewipt.
daardoor overgenomen door de clubs”.
Bij de beoordeling v<n de gemaakte maakt ook geen talent”,
fouten en de veroordeling van de schul
digen is Knobel opmerkelijk mild. „Bij
alles wat je in de betaalde voetbal
beoordeelt, moet je toch wel in de gaten
houden dat die hele betaalde voetballerij
maar goed 20 jaar oud is. We lopen dan
ook qua organisatie achter bij bijvoor
beeld Engeland? dat zelfs een school-
voetbalbond heeft die al 71 jaar bestaat.
En ook in Engeland is men niet tevre
den. Nergens is men trouwens helemaal
tevreden. Overal wordt om talent ge
schreeuwd, maar dat heb je natuurlijk
niet voor het oprapen. Een belangrijke
tendens in Nederland is dat men van de
gemaakte fouten wil leren. Dat merk ik
nu hier in de bestuurskringen van de
KNVB en dat gebeurt toch ook bij veel
clubs. Men gaat wel degelijk inzien dat
er toch wel enkele stappen op de ver
keerde weg zijn gezet. En nog belangrij-
ker is, dat men bezig is die met een
behoorlijke snelheid te corrigeren.”
Als George Knobel zijn terugblik af-
rondt, komt hij bij de taxatie van de
schade als gevolg van de mislukkig tot
een toch wel opzienbarende conclusie.
„Die schade is natuurlijk nooit precies te
bepalen Ik ga er van uit, dat bij alle
clubs altijd de behoefte heeft bestaan
om jong talent aan te trekken. Vooral
bij de clubs, zoals ik zelf bij MVV heb
meegemaakt, die over vrijwel geen geld
beschikken. Nu ook nog de grote clubs,
die niet op elke gulden behoeven te
letten, diezelfde weg bewandelen, mag
je ervan overtuigd zijn dat maar weinig
talent, en daarbij dan ook die jongens,
die niet aan het jeugdplan hebben deel
genomen, verloren gaat”.
„De bewijzen daarvoor zijn er ook. Er
zijn voldoende spelers, die helemaal nipt
in het jeugdplan hebben gezeten en die
Het zijn echter niet alleen de finan
ciën en d „onvoorziene” factoren, die
het jeugdplan in zijn prille stadium
hebben doen vastlopen. Knobel weer:
„De afdelingen hebben altijd maar
schoorvoetend, helemaal niet of maar
gedeeltelijk aan het plan deelgenomen.
Het enthousiasme in het land is, enkele
uitzonderingen daargelaten, nooit’ erg
groot geweest. Een voorbeeld daarvan is
de afdeling Gouda. Die heeft nooit mee
gedaan. Oorzaak daarvan was dat men
het jeugdplan als een grote kweekvijver
voor het betaalde voetbal zagen. Van de
amateurs uit is dat wel begrijpelijk. De
oude transferregeling heeft daarbij ook
een kwade rol gespeeld. Men kreeg
3000 voor een talentvolle speler en
daarmee hield het op. Dat heeft kwaad
bloed gezet”.
„Zo heeft de afdeling Noord-Brabant,
die één van de grootste van Nederland
is, al laten weten zo ontevreden te zijn
met de huidige gang van zaken, dat men
per januari 1976 met de uitvoering van
het plan zoals dat nu nog is, zal stoppen.
En Limburg en Rotterdam zijn tussen
tijds ook al eens gestopt”.
Dat ondanks het mislukken van het
jeugdplan Nederland er toch veel talent
boven is komen drijven, is volgens de
technisch-directeur van de KNVB vooral
te danken geweest aan de goede scouting
bij een aantal betaalde clubs, die overi
gens wat de jeugdopleiding zelf betreft
in ’t verleden ook de plank danig hebben
misgeslagen. Maar Knobel ziet een ken
tering. „Als gevolg van de geweldige
prijzen, die op het ogenblik voor topspe-
lers moeten wordn betaald, besteden nu
vele clubs aanmerkelijk meer aandacht
aan de scouting en ook aan de opleiding.
Er zijn daarvan voldoende voorbeelden.
Vooral PSV, Feyenoord en Ajax doen
daar erg veel aan. Een groot deel van de
werkzaamheden van het jeugdplan is
spelers bezig met trainingen. Dat is
een zeer klein aantal met als logisch
gevolg dat zeer veel jongens uit de
boot vallen. De bedoeling is, dat Ne
derland nu in 80 afdelingsgroepen
wordt onderverdeeld. En ook eik van
deze groepen levert 16 jonge spelers.
Hierdoor ontstaat een aanmerkelijk
grotere basis. Per afdeling gaan de
vier groepen van 16 spelers zes wed
strijden tegen elkaar spelen en pas
daarna wordt de eigenlijke afdelings-
selectie geformeerd. Ook die omvat
weer 16 jongens. Twintig keer 16
spelers blijven dan over”.
„De bedoeling is dat we twee we
ken lang die afdelingsteams naar
Zeist halen, elke week dus tien ploe
gen. Hier worden dan in totaal negen
wedstrijden gespeeld. Daarnaast krij
gen de jongens films te zien over
training en wordt er met ze over
andere begeleidingszaken, zoals medi
sche verzorging, gesproken. We denken
hierbij ook aan gastdocenten, zoals
journalisten en prominente spelers.
Daardoor kunnen we die week ook
inderdaad zo nuttig mogelijk beste
den, zodat die jongens er voor hun
voetbalcarrière ook echt iets aan heb
ben. Je begrijpt wel dat we, doordat
er zoveel wedstrijden worden ge
speeld, een goed inzicht kunnen krij
gen in het talent en dat een verkeer
de selectie praktisch is uitgesloten”.
beiden aan de bal waren, want wat
dat aangaat, won Van Hnegem het
ruimschoots: hij was 46 keer aan de
bal, tegenover Cruijff slechts 31 keer.
Van Hanegem was dus anderhalf
keer zo vaak aan de bal als Cruijff,
bovendien deed hij er vaker iets
goeds mee. Ik noteerde voor de
Kromme slechts twee foutieve passes,
hij raakte een keer de bal kwijt in
een rechtstreeks duel, hij was een
keer te laat bij een dieptepass waar
op hij liep, en een keer mislukte zijn
tackle toen hij Rexach achterna ging.
Voor het overige deed hij alleen
maar goede dingen, waaronder drie
schoten op het doel, die echter geen
van alle raak waren.
Johan Cruijff deed er dus veel
minder aan, al was hij aanzienlijk
actiever dan '.n de eerste wedstrijd
tegen Ajax. Van de 31 keer dat hij
aan de bal was, deed hij er 25 keer
iets goeds mee. Hij zag vier passes
mislukken, raakte een keer de bal
kwijt in een duel, en werd een keer
van de bal gezet. Een aantal van zijn
goede aantekeningen betrof eenvoudi
ge ingooien (vier stuks) en twee cor
ners, waar slechts één gooi van Wil
lem van Hanegem tegenover stond.
Als ik desondanks zeg dat beide
Spielmachers elkaar in evenwicht
hielden, dan doe ik dat omdat Cruijff
er dan toch maar in slaagde een
doelpunt te maken: een vrije schop
die hij met effect, gevolgd door tegen-
nu toch in de erediversie spelen. De
seoutingsweg is bij hen alleen helemaal
anders gegaan. De schade valt dus wel
mee, het talent is toch wel naar voren
gekomen en zal ook altijd naar voren
blijven komen. Het jeugdplan Nederland
ke steun zullen moeten verstrekken,
overtuigend aan de man te brengen.
Knobel is geen groot causeur, maar
zijn door zelfstudie verkregen vakman-
- schap en zijn nimmer af latende bezie
ling maken hem wel tot een interessante
gesprekspartner. Vooral ook omdat het
terrein van de jeugdopvang en begelei-
1 voetangels en klemmen heeft, die hem
in het defensief zouden kunnen dringen.
Systematisch stroopt hij dat terrein af.
„Wij hebben een rapport gemaakt
over de laatste acht jaar betreffende de
doorstroming van het jeugdplan Neder
land naar het betaalde voetbal of de top
van de amateurs. Daaruit blijkt dat het
percentage van de jongens, die zijn be
gonnen bij de eerste selectie en die zijn
doorgedrongen tot het Nederlands elftal
vrijwel te verwaarlozen is. Er is maar
één man, die de hele rit heeft meege
maakt en dat is de Feyenoorder Wim
Rijsbergen. Verder is gebleken, dat veel
prominente spelers naderhand in de bus
zijn gestapt en dat die op jonge leeftijd
helemaal niet zijn opgevallen of om
welke andere reden dan ook niet in
aanmering zijn gekomen voor een selec
tie. Kortom: de bewijzen dat de door
stroming lang niet aan de verwachtingen
heeft voldaan, zijn ruimschoots aanwe
zig”.
Belangwekkend bij de bestudering van
mogelijke verbeteringen is natuurlijk de
schuldvraag. Knobel heeft er geen moei
te mee. „Het jeugdplan Nederland is na
twaalf jaar blijven steken in zijn eerste
opzet. Het is van het begin de bedoeling
geweest om hetgeen nu gebeurt uit te
bouwen tot wat wij noemen de ideale
situatie met een aantal districts - en
afdelingstrainers en een geweldige in
tensiteit aan trainingen en wedstrijden.
Hoofdzakelijk door het gebrek aan de
v nodige financiën is men daar niet aan
toegekomen”.
„Het is gewoon zo dat dit plan een
half miljoen per jaar kost en dat je als
je de ideale situatie wil bereiken je
tussen de anderhalf en twee miljoen
nodig hebt. Alles moest dus op een
gebrekkige wijze gebeuren. De scouting
1 bijvoorbeeld werd gedaan door mensen,
J die het voor hun plezier wilden doen. We
zijn er natuurlijk erg blij mee dat ze
het doen, maar het is vanzelfsprekend
5 totaal onvoldoende. Verder moet niet
worden vergeten, dat de beoordeling van
spelers van 13, 14 en 15 jaar ontzettend
De inmiddels bij de amateur-eer-
steklasser Ede werkende A-trainer
Bert Wouterse trok vorige maand in
een interview in een weekblad na
drukkelijk aan de bel. Wouterse, die
anderhalf jaar als bondsoefenmeester
voor het grootste deel belast is ge
weest met de uitvoering van het
jeugdplan-Nederland, kwam tot een
vernietigende conclusie: „De jeugd
loopt achteruit; de opleidingen lopen
achteruit in vergelijking met de tijd
van Kessler. Dat is geen relatieve
achteruitgang door een stilstand,
maar een echte absolute achteruit
gang”.
Als opvolger van Fadrhonc staat
technisch-directeur George Knobel
voor de taak de neergaande lijn zo
snel mogelijk om te buigen.
Het begeleiden van het Nederlands
elftal is een klein onderdeel van
Knobels werk als technisch-directeur.
Bij zijn aanstelling kreeg hij als op
dracht „de continuering van het Ne
derlandse voetbal”. Belangrijk onder
deel van zijn taak is dan ook het
nieuwe leven inblazen en verbeteren
van het jeugdplan-Nederland.
Knobel heeft een nieuwe werkwij
ze voorgesteld, waarbij hij het oor
spronkelijk belangrijkste doel, de op
leiding van de jeugd, wat naar de
achtergrond heeft geschoven. („Prak-
!:.4:
V.
t
1;
JC
11
ƒ1