M I 1 DE VETTE JAREN VAN HET NEDERLANDSE VOETBAL VOORBIJ George Knobel bezig met de herstelwerkzaamheden Nadruk op Jeugdseiectie Grotere doorstroming Wim van Hanegem geen schildpad P I I 1 door Hans vak. Zenderu Koerswijziging k Kweekvijver 1 21 AUGUSTUS 1975 ZATERDAG 1 6 m ng Oude ploeg Sjah van Ajax KsBHBHE-EHESS! lis Ie an >r- 1st >r- ifl. Mikojan In evenwicht CE SÖ.SS’ AKIKS gen dermate uit het evenwicht gebracht, dat het voetbalklimaat ongezon- ding voor hem weinig of geen gevaarlijk ns t an an STOPPER Niet ten onrechte wordt nu gevreesd dat de vette jaren nagenoeg voor bij zijn. De bedrijfstak betaald voetbal heeft maar matig van de geweldige opleving geprofiteerd; er is aan de basis geen reserve gecreëerd en de niets ontziende concurrentiestrijd aan de top heeft de krachtsverhoudin- ist lig Helaas kwam Van Hanegem na de rust niet meer terug op het veld, ik kon hem en Cruijff dus maar één helft met elkaar vergelijken. Zij hiel den elkaar in die drie kwartier wel ongeveer in evenwicht, vond ik. Niet wat het aantal keren betreft dat zij Ik voor mij ben helemaal niet zo gelukkig met het vertrek van Hans Ie le j. o- voor Jaap van Praag, die er onder tussen toch maar aldoor in geslaagd is voorzitter te blijven: de Mikojan van Ajax. Voor hen die slechts in voetbal geïnteresseerd zijn, wil ik graag even uitleggen dat Anastas Ivanovitsj Mikojan de Russische par tijbons is, die achtereenvolgens de zuiveringen van Stalin, de dood van Stalin, de val van Malenkov en de val van Chroesjtsjov overleefde en nog steeds ergens in de top functio neert als de grote overlever. Het Nederlandse voetbal heeft sinds het wereldtiteltoernooi van 1974 in West-Duitsland weinig meer te winnen en erg veel te verliezen. De „zilveren prestatie” van Oranje mocht dan gezien de voorafgaande chao tische toestanden rondom het nationale keurkorps een regelrechte sen satie zijn, niet ontkend kan worden dat het spelersmateriaal goed genoeg was voor een spectaculaire machtsgreep. De vier Europa-cups op rij had den eerder al van een prachtig potentieel aan grote klasse getuigd. Ik hoop niet dat u van mij ver wacht dat ik een verhelderend licht werp op het vertrek van Hans Kraaij bij Ajax. Het zal wel zo horen. De laatste vier trainers van Ajax zijn allemaal op overhaaste wijze vertrok ken. Rinus Michels pakte onverwacht en plotseling zijn biezen, Kovacs werd geruisloos weggemanoeuvreerd ten bate van Knobel, deze werd op zijn beurt plotseling ontslagen na een slecht ontvangen interview, en nu is Hans Kraaij dus enkele dagen voor de competitie weer verdwenen. Hoe krijg je het als club voor elkaar. Ik krijg dan ook steeds meer respect gewoon naar waarheid:) Willem van Hanegem. tisch elke club, zelfs in de afdeling, heeft tegenwoordig de beschikking over een goed opgeleide trainer. Cen traal kan dan ook echt niet meer zoveel aan de technische scholing van de jeugd worden gedaan”.) En waarbij de nadruk nu meer op een goede selectie van het talent ligt. De voor stellen van de technisch-directeur zijn op het ogenblik in behandeling. Er is binnen de bond nogal wat te doen over de nieuwe plannen. Het bondsbestuur heeft zich in principe reeds achter Knobel geschaard, maar vooral van de landelijke jeugd-TC komt veel weerstand. Er wordt nu gepoogd de partijen wat dichter bij elkaar te brengen. Naar wordt ver wacht zal nog deze maand de beslis sing vallen. Knobel: „Mijn hoofddoel is duide lijk: te zorgen voor de continuering van het Nederlandse voetbal met de mogelijkheden die de KNVB daarbij ten dienste staan. Daarbij is ht na tuurlijk erg belangrijk, dat clubs en spelers, die belangen hebben bij het Nederlands elftal ook de waarde van dat Nederlandse elftal beseffen. In andere landen is dat geen punt. Daar worden de prestaties van het nationa le team nog altijd hoger aangeslagen dan bijvoorbeeld het winnen van een Europa Cup door een club”. George Knobel en de nieuwe gezichten bij oranje; v.l.n.r.: Van Kraag, Peters, Everse, Kist, Vosmaer, Arntz, Thijsen, Zuidema en Knobel. Het zier ernaar uit, dat Oranje nog even op zijn huidige top kan teren, maaj' de erosie is toch al duidelijk zichtbaar. George Knobel, technisch-drecteur van de KNVB, is belast met de leiding van de herstelwerkzaamheden. Zijn „proftijd van een jaar” is ruimschoots verstreken. Hij heeft het terrein in voldoende mate kunnen verkennen. Zijn analyse en de daaruit ontstane toekomstvisie hebben in de top van de voetbalbond al de nodige weerklank gevonden. Zaak is nu zijn denkbeelden ook in de lagere regio nen, die zowel morele als daadwerkelij- j De kans dat Rinus Michels terug komt als de redder des vaderlands ligt uiteraard bijzonder voor de hand. Zijn terugkeer zou voor volgend sei zoen ook de terugkeer van Johan Cruijff vergemakkelijken, omdat Ri nus Michels dan de enige in het Nederlandse voetbal is die het voet- bal-Spaans van Cruijff kan verstaan. Ik heb me trouwens laten vertellen dat in de roes ook Sjaak Swart en Piet Keizer weer in training zijn gegaan, terwijl Klaas Nunrnga, Gert Bals, Tonny Pronk, Dick van Dijk en Velibor Vasovic steeds vaker in de buurt van het Ajax-stadion worden gesignaleerd. Zouden we dan toch het oude Ajax weer terugkrijgen? moeilijk is, omdat er ontzaglijk velen, om allerlei reden, tussentijds uit de boot vallen”. effect via het muurtje, in het doel plaatste. Ook moest hij een paar keer bij diep penetrerende solo’s op onre gelmatige wijze door Feyenoord wor den af gestopt (onderuit gehaald en vastgehouden), terwijl hij met enkele passes zijn medespelers fraai vrij speelde, zonder dat er nochtans doel punten uit voortkwamen. In de tweede helft deed Cruijff er overigens veel minder aan, en zijn spel werd bovendien een stuk on nauwkeuriger, maar de penalty die hij na afloop als een van de vijf diende te benutten, ging feilloos hard in de linker benedenhoek; dus uitein delijk heeft hij die tweekamp met Willem van Hanegem toch gewonnen. Maar als u mij vraagt naai wie van de twee ik met meer plezier heb zitten kijken, dan luidt het antwoord toch: (zal ik nu Neeskens zeggen, of De koerswijziging, die Knobel nu heeft voorgesteld, stoelt niet alleen op de reeds.,opgesomde ervaringen, dié hij en zijn collega’s bij de KNVB met het jeugdplan hebben opgedaan. Ook de we tenschap, dat er de laatste jaren erg veel goed opgeleide trainers zijn bij gekomen en dat zelfs bij de afdelingsclubs daar door goede oefenmeesters rondlopen, maakt het mogelijk het zwaartepunt van het jeugdplan van de technische naar de begeleidende sector te verleggen. Daarbij rekent de technisch-directeur erop, dat het gezonde verstand alle betrokken zal doen inzien, dat zijn verbeterde versie van het plan de gevraagd steun ook echt verdient. „Voor de amateurclubs is de financiële regeling inmiddels verbeterd. Elke selec tie, waarvoor een jonge spelers wordt gekozen, verhoogt de vergoeding die voor hem moet worden betaald. Enerzijds zullen de amateurclubs daarvan kunnen profiteren, maar aan de andere kant kan het gevolg van die regeling zijn dat de betaalde clubs talentvolle jongens op nog jongere leeftijd gaan aantrekken. De nieuwe regeling zal dus niet helemaal afdoende zijn, maar het is wel een stap voorwaarts. En verder zal iedereen in het Nederlandse voetbal, en zeker ook de bestuurder van amateurclubs, moeten inzien, dat elke betaalde voetballer eens een amateur en ook eens een jeugdvoet ballen is geweest. Het is nu eenmaal zo - je zou dat ook het noodlot van de amteurclubs kunnen noemen - dat ta lentvolle spelers naar het profvoetbal willen”. In het Amsterdam-700-toernooi le verde de strijd om de derde en vierde plaats een confrontatie op tussen de twee beste Spielmachers van de we reld: Johan Cruijff (bij Barcelona) en Willem van Hanegem (bij Feyenoord). Ik besloot het doen en laten van beide spelers op de voet te volgen, om nu eens te zien wie van de twee de waardevolste is. Snelle Jopie of langzame Willem, de haas of de schildpad? Laat ik om te beginnen meteen maar even het fabeltje ontzenuwen dat Van Hanegem in dit sprookje de schildpad is. Hij zal het op de eerste drie meter ongetwijfeld afleggen te gen Cruijff, maar in feite loopt en beweegt hij in een wedstrijd twee keer zoveel als Cruijff. Vereenvoudigd gezegd kom het hierop neer, dat bij Barcelona de bal naar Cruijff toe gaat, en dat bij Feyenoord Van Ha negem naar de bal toe komt. Willem was in de eerste helft overal, overal waar de passjes zijn, zowel in de voorhoede als de achterhoede, maar ook zowel op links als op rechts. Johan Cruijff stelde zich min of meer verdekt op in de spits van de aanval, of kroop weg op zijn geliefde linkervleugel, waar hij zowaar nog een keer uitprobeerde of Dick Schneider zich die Cruijffiaanse hak- beweging achterom nog van vroeger herinnerde. Schneider bleek een ge heugen te hebben als een ijzeren pot. der is dan ooit. En in dat klimaat moet dan de nieuwe aanwas groeien, die de in vrij korte tijd verkregen vooraanstaande positie in de voetbal wereld dient vast te houden. Twaalf jaar geleden brak in het over het algemeen genomen uiterst be houdende gezelschap van beleidsvoerders een opmerkelijk progressief plan door. Onder het eeuwenoude motto „wie de jeugd heeft, heeft de toekomst” werd met veel tamtam het jeugdplan gelanceerd. Een terug blik leidt tot de trieste slotsom, dat nog niet eens de eerste trap van de raket goed heeft gefunctioneerd. Het echec is zelfs zo groot, dat het niet door de recente goede prestaties van de nationale A-formatie kan wor den verdoezeld. Technisch-directeur George Knobel heeft geen ingewikkelde kunstgrepen toegepast om het jeugdplan-Neder- land een betere kans van slagen te geven. Bij het doorlichten van de opzet kwam hij tot de conclusie, dat de basis van het omstreden plan veel te smal was. Te veel potentieel talent kreeg gewoon niet de kans zijn mo gelijkheden voldoende te etaleren. En dat was beslist niet alleen het gevolg van het gebrek aan medewerking van enkele afdelingen. Het aantal kansen om zich op jeugdige leeftijd in de kijker te spelen, was te gering. De oplossing lag dan ook voor de hand. Uitgaande van de oude situatie geeft Knobel met wat simpel cijfer materiaal zijn betere visie op de toe komst weer. „Het jeugdplan-Neder- land omvat drie leeftijdsgroepen: de 13- en 14-jarigen, de 15- en 16-jari- gen en de 16- en 17-jarigen. In elke categorie worden per afdeling 16 jon gens geselecteerd waaruit later een groep van 16 spelers voor het district wordt gekozen en vervolgens wordt daaruit de nationale selectie samen gesteld”. Knobel vervolgt: „Alles bij elkaar zijn dus in de 24 afdelingsgroepen - Nederland heeft 20 afdelingen, maar enkele afdelingen zijn zo groot dat die in groepen zijn onderverdeeld - gedurende 15 keer per jaar 24 keer 16 Kraay, zeker niet als Rinus Michels terugkomt. Met Kraay kon je ten minste een normaal gesprek voeren, hij poseerde niet als sphinx of orakel of schouderophaler en je hoefde zijn woorden nooit te gaan nawegen op hun karaatgehalte. Je hoefde ze evenmin om te draaien of binnenste buiten te keren om er achter te kunnen komen wat ze inhielden, kort om als journalist had je houvast aan Hans Kraay. Ik heb dat al eens eerder geschreven en er toen aan toegevoegd dat dit natuurlijk niet automatisch inhield dat hij bij Ajax de juiste man op de enige juiste plaats was. Ik ben geen Ajacied, en Ruud Krol is geen journalist, ik heb geen enkel inzicht in de vraag of het voor Ajax goed is dat Kraay verdwe nen is of juist catastrofaal. Over 34 wedstrijden weten we het Is Ajax dan kampioen geworden, onder wiens leiding dan ook (is het wel zo toeval lig dat PEC Zwolle juist op dit moment trainer Donenfeld de laan heeft uitgestuurd?), dan heeft Jaap van Praag opnieuw bewezen dat hij de grote zegen-brenger van Ajax is (in dat geval zal het van laatdun kendheid getuigen als we nog gewoon over de voorzitter van Ajax spraken in plaats van over de sjah van Ajax). Maar wordt Ajax derde oj zevende, dan zal hij niet alleen Cruijff maar ook Neeskens en Hennes Weisweiler van Barcelona naar Ajax moeten overhevelen om niet net als Chroesjtsjov voorgoed uit zijn zetel te worden gewipt. daardoor overgenomen door de clubs”. Bij de beoordeling v<n de gemaakte maakt ook geen talent”, fouten en de veroordeling van de schul digen is Knobel opmerkelijk mild. „Bij alles wat je in de betaalde voetbal beoordeelt, moet je toch wel in de gaten houden dat die hele betaalde voetballerij maar goed 20 jaar oud is. We lopen dan ook qua organisatie achter bij bijvoor beeld Engeland? dat zelfs een school- voetbalbond heeft die al 71 jaar bestaat. En ook in Engeland is men niet tevre den. Nergens is men trouwens helemaal tevreden. Overal wordt om talent ge schreeuwd, maar dat heb je natuurlijk niet voor het oprapen. Een belangrijke tendens in Nederland is dat men van de gemaakte fouten wil leren. Dat merk ik nu hier in de bestuurskringen van de KNVB en dat gebeurt toch ook bij veel clubs. Men gaat wel degelijk inzien dat er toch wel enkele stappen op de ver keerde weg zijn gezet. En nog belangrij- ker is, dat men bezig is die met een behoorlijke snelheid te corrigeren.” Als George Knobel zijn terugblik af- rondt, komt hij bij de taxatie van de schade als gevolg van de mislukkig tot een toch wel opzienbarende conclusie. „Die schade is natuurlijk nooit precies te bepalen Ik ga er van uit, dat bij alle clubs altijd de behoefte heeft bestaan om jong talent aan te trekken. Vooral bij de clubs, zoals ik zelf bij MVV heb meegemaakt, die over vrijwel geen geld beschikken. Nu ook nog de grote clubs, die niet op elke gulden behoeven te letten, diezelfde weg bewandelen, mag je ervan overtuigd zijn dat maar weinig talent, en daarbij dan ook die jongens, die niet aan het jeugdplan hebben deel genomen, verloren gaat”. „De bewijzen daarvoor zijn er ook. Er zijn voldoende spelers, die helemaal nipt in het jeugdplan hebben gezeten en die Het zijn echter niet alleen de finan ciën en d „onvoorziene” factoren, die het jeugdplan in zijn prille stadium hebben doen vastlopen. Knobel weer: „De afdelingen hebben altijd maar schoorvoetend, helemaal niet of maar gedeeltelijk aan het plan deelgenomen. Het enthousiasme in het land is, enkele uitzonderingen daargelaten, nooit’ erg groot geweest. Een voorbeeld daarvan is de afdeling Gouda. Die heeft nooit mee gedaan. Oorzaak daarvan was dat men het jeugdplan als een grote kweekvijver voor het betaalde voetbal zagen. Van de amateurs uit is dat wel begrijpelijk. De oude transferregeling heeft daarbij ook een kwade rol gespeeld. Men kreeg 3000 voor een talentvolle speler en daarmee hield het op. Dat heeft kwaad bloed gezet”. „Zo heeft de afdeling Noord-Brabant, die één van de grootste van Nederland is, al laten weten zo ontevreden te zijn met de huidige gang van zaken, dat men per januari 1976 met de uitvoering van het plan zoals dat nu nog is, zal stoppen. En Limburg en Rotterdam zijn tussen tijds ook al eens gestopt”. Dat ondanks het mislukken van het jeugdplan Nederland er toch veel talent boven is komen drijven, is volgens de technisch-directeur van de KNVB vooral te danken geweest aan de goede scouting bij een aantal betaalde clubs, die overi gens wat de jeugdopleiding zelf betreft in ’t verleden ook de plank danig hebben misgeslagen. Maar Knobel ziet een ken tering. „Als gevolg van de geweldige prijzen, die op het ogenblik voor topspe- lers moeten wordn betaald, besteden nu vele clubs aanmerkelijk meer aandacht aan de scouting en ook aan de opleiding. Er zijn daarvan voldoende voorbeelden. Vooral PSV, Feyenoord en Ajax doen daar erg veel aan. Een groot deel van de werkzaamheden van het jeugdplan is spelers bezig met trainingen. Dat is een zeer klein aantal met als logisch gevolg dat zeer veel jongens uit de boot vallen. De bedoeling is, dat Ne derland nu in 80 afdelingsgroepen wordt onderverdeeld. En ook eik van deze groepen levert 16 jonge spelers. Hierdoor ontstaat een aanmerkelijk grotere basis. Per afdeling gaan de vier groepen van 16 spelers zes wed strijden tegen elkaar spelen en pas daarna wordt de eigenlijke afdelings- selectie geformeerd. Ook die omvat weer 16 jongens. Twintig keer 16 spelers blijven dan over”. „De bedoeling is dat we twee we ken lang die afdelingsteams naar Zeist halen, elke week dus tien ploe gen. Hier worden dan in totaal negen wedstrijden gespeeld. Daarnaast krij gen de jongens films te zien over training en wordt er met ze over andere begeleidingszaken, zoals medi sche verzorging, gesproken. We denken hierbij ook aan gastdocenten, zoals journalisten en prominente spelers. Daardoor kunnen we die week ook inderdaad zo nuttig mogelijk beste den, zodat die jongens er voor hun voetbalcarrière ook echt iets aan heb ben. Je begrijpt wel dat we, doordat er zoveel wedstrijden worden ge speeld, een goed inzicht kunnen krij gen in het talent en dat een verkeer de selectie praktisch is uitgesloten”. beiden aan de bal waren, want wat dat aangaat, won Van Hnegem het ruimschoots: hij was 46 keer aan de bal, tegenover Cruijff slechts 31 keer. Van Hanegem was dus anderhalf keer zo vaak aan de bal als Cruijff, bovendien deed hij er vaker iets goeds mee. Ik noteerde voor de Kromme slechts twee foutieve passes, hij raakte een keer de bal kwijt in een rechtstreeks duel, hij was een keer te laat bij een dieptepass waar op hij liep, en een keer mislukte zijn tackle toen hij Rexach achterna ging. Voor het overige deed hij alleen maar goede dingen, waaronder drie schoten op het doel, die echter geen van alle raak waren. Johan Cruijff deed er dus veel minder aan, al was hij aanzienlijk actiever dan '.n de eerste wedstrijd tegen Ajax. Van de 31 keer dat hij aan de bal was, deed hij er 25 keer iets goeds mee. Hij zag vier passes mislukken, raakte een keer de bal kwijt in een duel, en werd een keer van de bal gezet. Een aantal van zijn goede aantekeningen betrof eenvoudi ge ingooien (vier stuks) en twee cor ners, waar slechts één gooi van Wil lem van Hanegem tegenover stond. Als ik desondanks zeg dat beide Spielmachers elkaar in evenwicht hielden, dan doe ik dat omdat Cruijff er dan toch maar in slaagde een doelpunt te maken: een vrije schop die hij met effect, gevolgd door tegen- nu toch in de erediversie spelen. De seoutingsweg is bij hen alleen helemaal anders gegaan. De schade valt dus wel mee, het talent is toch wel naar voren gekomen en zal ook altijd naar voren blijven komen. Het jeugdplan Nederland ke steun zullen moeten verstrekken, overtuigend aan de man te brengen. Knobel is geen groot causeur, maar zijn door zelfstudie verkregen vakman- - schap en zijn nimmer af latende bezie ling maken hem wel tot een interessante gesprekspartner. Vooral ook omdat het terrein van de jeugdopvang en begelei- 1 voetangels en klemmen heeft, die hem in het defensief zouden kunnen dringen. Systematisch stroopt hij dat terrein af. „Wij hebben een rapport gemaakt over de laatste acht jaar betreffende de doorstroming van het jeugdplan Neder land naar het betaalde voetbal of de top van de amateurs. Daaruit blijkt dat het percentage van de jongens, die zijn be gonnen bij de eerste selectie en die zijn doorgedrongen tot het Nederlands elftal vrijwel te verwaarlozen is. Er is maar één man, die de hele rit heeft meege maakt en dat is de Feyenoorder Wim Rijsbergen. Verder is gebleken, dat veel prominente spelers naderhand in de bus zijn gestapt en dat die op jonge leeftijd helemaal niet zijn opgevallen of om welke andere reden dan ook niet in aanmering zijn gekomen voor een selec tie. Kortom: de bewijzen dat de door stroming lang niet aan de verwachtingen heeft voldaan, zijn ruimschoots aanwe zig”. Belangwekkend bij de bestudering van mogelijke verbeteringen is natuurlijk de schuldvraag. Knobel heeft er geen moei te mee. „Het jeugdplan Nederland is na twaalf jaar blijven steken in zijn eerste opzet. Het is van het begin de bedoeling geweest om hetgeen nu gebeurt uit te bouwen tot wat wij noemen de ideale situatie met een aantal districts - en afdelingstrainers en een geweldige in tensiteit aan trainingen en wedstrijden. Hoofdzakelijk door het gebrek aan de v nodige financiën is men daar niet aan toegekomen”. „Het is gewoon zo dat dit plan een half miljoen per jaar kost en dat je als je de ideale situatie wil bereiken je tussen de anderhalf en twee miljoen nodig hebt. Alles moest dus op een gebrekkige wijze gebeuren. De scouting 1 bijvoorbeeld werd gedaan door mensen, J die het voor hun plezier wilden doen. We zijn er natuurlijk erg blij mee dat ze het doen, maar het is vanzelfsprekend 5 totaal onvoldoende. Verder moet niet worden vergeten, dat de beoordeling van spelers van 13, 14 en 15 jaar ontzettend De inmiddels bij de amateur-eer- steklasser Ede werkende A-trainer Bert Wouterse trok vorige maand in een interview in een weekblad na drukkelijk aan de bel. Wouterse, die anderhalf jaar als bondsoefenmeester voor het grootste deel belast is ge weest met de uitvoering van het jeugdplan-Nederland, kwam tot een vernietigende conclusie: „De jeugd loopt achteruit; de opleidingen lopen achteruit in vergelijking met de tijd van Kessler. Dat is geen relatieve achteruitgang door een stilstand, maar een echte absolute achteruit gang”. Als opvolger van Fadrhonc staat technisch-directeur George Knobel voor de taak de neergaande lijn zo snel mogelijk om te buigen. Het begeleiden van het Nederlands elftal is een klein onderdeel van Knobels werk als technisch-directeur. Bij zijn aanstelling kreeg hij als op dracht „de continuering van het Ne derlandse voetbal”. Belangrijk onder deel van zijn taak is dan ook het nieuwe leven inblazen en verbeteren van het jeugdplan-Nederland. Knobel heeft een nieuwe werkwij ze voorgesteld, waarbij hij het oor spronkelijk belangrijkste doel, de op leiding van de jeugd, wat naar de achtergrond heeft geschoven. („Prak- !:.4: V. t 1; JC 11 ƒ1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 21