de over Wereldoorlog klinkt veel boeken na in Naakte waarheid over BOB DEN UYL IS EEN MIJNHEER MET LEERZAME MEDEDELINGEN bitter cowboy-leven Uitgebreide documentatie geallieerde invasie in Normandië lil F I DE VERNIETIGING VAN DE DUITSE OORLOGSMACHINE ARMOEDE ZONDER ENIGE ROMANTIEK ,Cods wegen zijn duister aangenaam' WIJ ONTVINGER en z elden ’’W r JShK fes. BIBLIOTHEEK 11 WOENSDAG 2 7 AUGUSTUS 19 7 5 L.,: I Reisbrieven Spaanse treinen f IZH - - J.B. M.S. verhalen in de bundel. Den Uyl doet stééds leerzame mededelingen, allemaal UITGEVERSMAATSCHAPPIJ T. K. meedogenloze DINY SCHOUTEN. bouwt middel zijn van ook op soort erfgenaam zich bezint hoe zijn tante kwijt te raken op een nette manier, is te veel „bedacht” om echt effect te hebben. (Reve is trouwens ook mis lukt in dit Dahl-achtige genre, de „Tien vrolijke verhalen”.) kamp. Zeg niet: „Dat zal nooit meer gebeuren”, want het kan ieder ogenblik weer gebeuren.” De armoede en het eindeloze wachten werd velen te bar. Ze zochten naar afleiding en meer geld en verschaften zich uit pure noodzaak een „winter job”. De meest gangbare: bankover vallen, veediefstal. Het was voor de werkeloze drijvers een zaak van le ven of dood. NADAT HET JAAR 1975 zich ook al gekenmerkt heeft door een hausse aan documentaires en televisieuitzen dingen over de tweede wereldoorlog is er dertig jaar na deze strijd ook weer een groot aantal boeken over dit onderwerp op de markt versche nen. Het thema lijkt onuitputtelijk en daarom heeft uitgeverij Van Kampen „Met de tanden op elkaar” gepubli ceerd. Het zijn dagboeknotities van 1940 tot 1945 van de bekende schrijf ster Ina Boudier-Bakker, waarin zij uiteenzet wat deze strijd, die prak tisch de gehele wereld in brand zette, voor de gemiddelde Nederlander be tekende. Omdat er tijdens de drie winter maanden geen werk voor de drijvers was, werden zij slechts voor negen maanden per jaar in dienst genomen, ’s Winters moesten ze maar zien hoe de bittere koude en de sneeuwstor men te overleven. Zonder geld en bijna zonder voedsel hokten de mees te koeiendrijvers maandenlang bijeen in stinkende hutten in de wildernis. espenbladeren toen in de vroege ochten duren van die historische 6e juni de hel los brak. Rondom hen nog meer jonge ren, die in de ontstane paniek in huilen uitbarstten; kinderen nog die in één dag volwassen werden. Jeugdige Engelse, Amerikaanse en Canadese soldaten pas seren evenzo de revue van dood en verschrikking. Een soortgelijk thema wordt be schreven in „Die dag in september”, een dagboek van Hendrika van der Vlist. Op 17 september 1944 raakte zij midden in het oorlogsgeweld toen het hotel Schoonoord in Oosterbeek, waarvan haar vadei’ de eigenaar was, door de geallieerde luchtlandingen plotseling in de frontlijn kwam te liggen. Van haar belevenissen in die boekenboekenboekenboeken* boekenboekenboekenboeken] boekenboeken boekenboeken! boekenboekenboekenboekenl boekenboeken boekenboekenboekenboeken] boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboeken! boekenboekenboekenboekenl Die afschuwelijke lange dag van de invasie is bijna voorbij en langzaam daalt de nacht over het strand, dat bezaaid is met lijken, over de gapende bunkers vol doden, en over de hagen waarachter uitgeputte mannen hun strijd opgeven tegen de Sherman-tanks die in triomf doorstoten naar het bin nenland”, aldus Perrault. De zakelijk gehouden tekst wordt on dersteund door een overvloed van uitste kend illustratief materiaal, waarvoor een groot aantal archièven werden omgespit. Aandacht vooral voor de voortreffelijke kleurenfoto’s, maar zeker ook voor de tot nu te ongepubliceerde actiefoto’s, stafkaarten en luchtopnamen. Propagan damateriaal en cartoons uit die tijd werden er eveneens aan toegevoegd. Kortom, „D-Day” is als historisch docu ment een boek dat aandacht verdient en dan niet alleen voor degenen die het hebben meegemaakt, doch evenzeer voor de jongere generatie. Eveneens over „de dag van de invasie” schrijft Gilles Perrault in zijn gelijkna mige boek, dat bij de uitgeverij In den Toren te Baam is verschenen. Gilles Perrault, die als parachutist in het Franse leger diende en al eerder over de gebeurtenissen rondom de 6 juni 1944 verslag deed in zijn boek „Het geheim van D-Day” (uitgave Het Spectrum 1967), kreeg vooral bekendheid door zijn vermaard geworden geschrift „Het rode In de jaren tachtig van de vorige eeuw kwam er een einde aan die sociale wantoestanden, toen steeds meer farmers zich op het fokken van een veestapel gingen toeleggen en de knechts voor twaalf maanden per jaar inhuurden. Op die manier werd het voor de drijver zélfs mogelijk een gezin te stichten en normaal met vrouw en kinderen in een eigen huis te wonen. Stammel geeft een uitste kende indruk van het leven in die tijd. Door filmproducenten en schrij vers verknipte figuren als Billy the Kid, worden teruggebracht tot nor male door de rijke boeren misbruikte jongens, voor wie hun wapens op den duur het laatste redmiddel werden in de strijd tegen de corruptie en het machtsmisbruik van de grote boeren en de plaatselijke overheid. «si EEN VAN DE VERHALEN in de nieuwe verhalenbundel „Gods wegen zijn duister en zelden aangenaam”, van Bob den Uyl (uitgegeven door Querido) orkest”, dat eveneens door In den Toren (1969) werd uitgegeven. De op dit boek gebaseerde en nogal omstreden Duitse tv-versie, die begin 1973 ook in ons land werd uitgezonden, zullen velen zich nog wel kunnen herinneren. Perrault woont sinds vijftien jaar in Normandië en vanuit zijn woonstede glijdt zijn blik dagelijks over Utah- Beach, een van de stranden waarop het geallieerde invasieleger voet op Franse bodem zette. Vaak wandelt hij met zijn zoons over die historische stranden. Door zijn vertrouwdheid met die omgeving, maar vooral ook $oor de vele vragen die hem, onder andere door zijn zoons, wer den gesteld is uiteindelijk het boek „De dag van de invasie” geboren. Vijf jaar lang verdiepte Perrault zich in deze omvangrijke materie, voerde honderden gesprekken en bestudeerde nog niet eerder gepubliceerde documen ten, voordat hij met schrijven begon. Het werd een werk waarin hij op boei ende en overzichtelijke wijze - zowel voor de jongeren als de ouderen - de geschiedenis van de landing uiteenzet. De auteur stelt de jonge mensen van toen aan ons voor, geeft hun gedachten weer, toont ons hun angsten en laat ze aan het woord. Het zijn onder andere de vijftienjarige Anne Frank, die hevig verlangend naar die dag uitziet; de vijf tienjarige André Kirschen, die aan het Franse verzet deelneemt, doch wegens sabotage gev Ten wordt genomen; de zestienjarige uultse parachutist Egon Röhrs, die bang is dat de oorlog al is afgelopen voordat hij er aan te pas heeft mogen komen. Zie voorts zijn twee achttienjarige frontkameraden Heinz Tiebler en Franz Gebauer trillend als EN INDERDAAD, het enige ver haal in de bundel waarin wél „iets gebeurt” (het verhaal: „Verlangens van gedresseerde ratten”; er worden twee moorden in gepleegd), is het minst goed gelukt, hoewel het nog wel een heel behoorlijk verhaal blijft. De overige verhalen zijn veelal in de stijl van de voortreffelijke „reisbrieven” van (Gerard Kornelis van het Reve). Het procédé is het zelfde: de schrijver maakt iets onbe nulligs mee (in het eerste verhaal haalt hij zijn fiets af van het station in Keulen), naar aanleiding daarvan volgt een stroom van ogenschijnlijk onbelangrijke maar zeer exact uitge sponnen gedachtenspinsels, met uiter ste precisie in zinnen neergezet. Den Uyl schrijft prachtige zinnen, soms zo mooi dat je ze wel uit je hoofd zou willen leren. Erg mooi en zelfs een beetje ontroerend: „Ik ken dat uitklaren (nl. van fietsen); mee IN DE NU DERTIG jaren die na het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn verstreken, is er al zeer veel gepubliceerd over de gigantische Operatie Overlord, de codenaam van de geallieerde invasie op 6 juni 1944 in Nor mandië, beter bekend als D-Day. Aan die uitgebreide documenta tie is kortelings een nieuw, van oorsprong Engels werk toege-- voegd, samengesteld door Warren Tute, John Costello en Terry Hughes en in ons land uitge bracht door Van Holkema en Wa rendorf te Bussum. De gegevens voor deze bijzon der interessante documentaire, handelend over het aanvalsplan tot aan de bevrijding van Parijs, verkregen de drie auteurs uit de dagboeken en de memoires van de toenmalige leiders van beide kanten. Daarnevens zijn de her inneringen verwerkt van zeer vele „doodgewone” mannen en vrouwen, die hun niet te ver waarlozen bijdragen leverden aan de ommekeer van die drama tische en uitermate bloedige strijd van vijf jaren: de vernieti ging van de Duitse oorlogsmachi ne en het afschudden van het juk van de onbarmhartige nazitiran- nie. Slechts een enkele cowboy kon zich een vrouw veroorloven die de armoe met hem deelde. Hier wel een, die des winters de schaarse brandstof zelf in de prairie moest zoeken, de zogenaam de „buffalo-chips”, droge plakken buffelmest. Een beeld van de invasie op de Nor- mandische stranden. tijd hield zij aantekeningen bij, waaruit tenslotte dit boek is ontstaan. Bepaald indringender is het bij Strengholt’s uitgegeven boek „De laatste vlinder in Thersienstadt”. Een boek dat gebaseerd is op een ware geschiedenis. De clown Antonin Ka ras wordt door de SS gedwongen om Joodse kinderen te amuseren in The- resienstadt, een concentratiekamp in door de Nazi’ bezet Tsjecho-Slowakije. Aangrijpend is het vertrek uit Theresienstadt van de clown en de 15.000 kinderen. Eén van de jongetjes, wiens vader spoorwegbeambte was, die alles van wissels en treinen weet kan door zijn oor op de vloer van de treinwagon te leggen via een bepaal de wissel op een spoorwegemplace ment de aanwezigen precies vertellen dat de reis dit keer niet naar een ander „werkkamp” maar naar het „gas” zal leiden. De trein rijdt name lijk oostwaarts, naar Polen, waar de Duitsers hun grote vernietigingskam pen hebben gebouwd. Bij Elsevier is een boek uitgeko men van Charles Mee. „De verloren vrede” beschrijft de ontmoeting van 17 juli tot 2 augustus van de gealli eerde overwinnaars in het Berlijnse voorstadje Potsdam. Deze conferentie heeft de wereldgeschiedenis vrij in grijpend beïnvloed. De Russen, aan gevoerd door hun dictator Stalin, trokken zich van eerder gemaakte afspraken niets aan en namen het grootste gedeelte van Europa in hun bezit, terwijl de Amerikanen, die in deze periode hun eerste atoombom men voor operationeel gebruik klaar hadden, in Azië hun slag sloegen. De Engelsen, in dit geval geleid door Churchill, waren de grote verliezers. Duidelijk komen de tegenstellingen tussen de geallieerden onderling en tussen de Amerikanen en de Russen aan het licht. Het zou tenslotte uit monden in het ijzeren gordijn en de koude oorlog. 4HL Btt - w 1 -t l I. tt’ INI Am. i« L OMNIBI u GOTTMER-HAARLEM. Willy van Berkel: De vrouw van de schilder”, een roman. Conny Sluisman: „Ter Harte”, le ven met een hartkwaal. Het zeer grote aantal hartinfarcten in Neder land bracht de schrijfster ertoe dit boekje samen te stellen met bijzonder nuttige aanwijzingen voor de hartpa tiënten zelf, maar ook voor hun naaste familie en vrienden. NIJGH VAN DITMAR-ROTTER- DAM/DEN HAAG Dolf de Vries: „Was die week niet wat kort?”, Een bundel, al eerder in verschillende dagbladen verschenen verhalen over rezien door Zuid-Ame- rika, Thailand, Australië en Indone sië. B.V. ANNOVENTURA-AMSTERDAM. „Elseviers Beroepen Almanak 1975”. Na het eindexamen is het voor vele geslaagden een nieuwe puzzel om te beslissen: „Wat wil ik worden.? In deze Beroepen-Almanak vindt U 3000 beroepen van A tot Z toegelicht: aard, taakomschrijving, minimaal vereiste vooropleiding, bijzonderheden van beroepsopleiding (duur, leervak ken, kosten en adressen) en nog veel meer. volgende: „Een goede afloop wat dan ook is een verzinsel, fantasie, een wensdroom; verzonnen, gefantaseerd en gewensdroomd door mensen die wat zekerheid in het leven willen roepen. Gevolgtrekking: alles loopt af zoals het behoort, en dat noemen wij dan een slechte af loop, ons daarmee zekerheid ver schaffend dat een goede afloop wel degelijk bestaat. Maar mocht er schijnbaar eens iets goed aflopen, is dit slechts tijdelijk. Einde gedachten gang.” Naast dit soort overwegingen van filosofische aard bevatten de verha len veel superieur geouwehoer in de trant van Van het Reve en Campert. Den Uyl zegt in één verhaal („Het rechtzetten van een misvatting”) „Een waarschuwing: in dit verhaal gebeurt niets. Inderdaad, eindelijk een verhaal waarin niets gebeurt. Dank u. Jarenlang ben ik gebukt ge gaan onder de heersende mening dat er in een verhaal, vertelling of ver slag iets wezenlijks dient te gebeuren. Op niet nader te omschrijven wijze is me geopenbaard dat dit een misvat ting is.” BIJNA TWINTIG JAAR is II. J. Stammel bezig geweest met het on derzoek naar de waarheid achter de cowboys, de legendarische groep Amerikaanse koeiendrijvers, waar film- en televisieregisseurs en niet te vergeten striptekenaars nog steeds de handen aan vol hebben. Dat de waar heid over de ontwikkeling van het Amerikaanse westen in dienst van de commercie ontelbare malen verkracht werd hoeft geen betoog. De snel schietende revolverhelden die al tien tallen jaren over de schermen in de hele wereld flitsen, hebben weinig of niets meer uitstaande met de mannen waarover Stammel zijn boek schreef. De auteur van „De Cowboys”, geïl lustreerd uitgegeven door Hollandia in Baarn, heeft de moeite en de tijd genomen om achter de waarheid te komen. Het resultaat is een beschrij ving van een schier onmenselijk be staan, dat de „boerenknecht” in de prille jaren van de westelijke Ameri kaanse staten leidden. In feite heeft de periode van de werkelijke cow boys, de mannen zonder God of ge bod, slechts twintig jaar geduurd. Ze begon toen na afloop van de Ameri kaanse burgeroorlog de grote verwil derde kudden vee weer bijeen gedre ven en geselecteerd moesten worden. De ranch-eigenaren in de zuidelijke staten, met name Texas, namen daar voor drijvers in dienst, die brandende zon en ijzige koude trotseerden. In de wildernis waren ze maanden lang op elkaar aangewezen. Ze verza melden de kudden, hielden ze bijeen en dreven de koopwaar tenslotte langs de beruchte „grubline” naar de noordelijke staten, waar de grazende massa’s te koop werden aangeboden. Stammel legt in zijn boek haarfijn de voornaamste oorzaken bloot van de verwildering van vele cowboys, die bij gebrek aan politie en rechters zelf hun eigen meedogenloze wetten handhaafden. Hij bouwt zijn verhalen door middel van een „stellingen”, ook „mededelingen” te noemen, zoals bij voorbeeld de van een DE BUNDEL BEVAT twee echte „reisverhalen”, één over Duitsland en één ober Spanje. Ze zijn zeker niet in het toeristische genre, zoals de flap ons geruststellend meedeelt. In het verhaal over („Donker”) Spanje, een prima verhaal, i» de sfeer dat het allemaal weer niks als ellende is, overweldigend „Gods wegen zijn duis ter en zelden aangenaam”, zoals Den Uyl het samenvat. Het verhaal gaat voornamelijk over het reizen met het openbaar vervoer, in Spanje bepaald geen kleinigheid. Zeer vermakelijk en heel geconcentreerd geschreven is het stukje over de beschaafde Engelsman, één van de mensen die zo onnozel is te denken „dat de nationale spoorwe gen lichamen vormen die er louter op - uit zijn zoveel mogelijk reizigers zo snel mogelijk te vervoeren. Zo een voudig liggen die dingen niet.” Werkelijk briljant vind ik het laat ste verhaal, „Toespraak van de gene raal”, in een eerder verhaal reeds aangekondigd met: „Uit de vergetel heid te ontrukken, hoe ik de volgende dag, in de tram van Knokke naar De Panne, de man ontmoette die zich generaal noemde en met mij zijn plannen tot verovering van Frankrijk besprak, daarvoor is het hier niet de plaats”. De bewuste generaal spreekt zijn manschappen toe, die overigens achteraf niet blijken te bestaan. Zijn publiek let absoluut niet op, integen deel, hun belangstelling richt zich uitsluitend op de ter plekke aanwezi ge hoeren en drank, ze gedragen zich/ echt schandelijk. Een prachtige omzetting heeft dan plaats van het plaatsvervangend schaamtegevoel, dat dan immers bij de lezer ontstaat: de generaal trekt het zich in het geheel niet aan, maar maakt er een filosofisch probleem van dat nauwgezet wordt ontleed. Het verslag van zijn redevoering haalt alleen al uit oogpunt van ogis- tiek (leerzame mededelingen) een ni veau dat hier te lande onvertoond is. Een mededeling: Bob den Uyl is een mijnheer! Duidelijker kan ik mijn bewondering voor hem niet uit drukken. Anne Frank heeft haar bevrijding niet meer mogen beleven. Zij 'kwam in maart 1945 om in een concentratiekamp, nog geen twee maanden voor de gealli eerde overwinning op Hitler-Duitsland. Gilles Perrault besluit zijn boek met te stellen: „Dit boek zou aan haar opgedra gen kunnen zijn, en aan al die andere onschuldige slachtoffers van de oorlog. Maar de arme doden hebben niets aan posthume eerbewijzen: vóór hun lijdens weg begon had men aan hen moeten denken en iets moeten doen. Dit boek is derhalve opgedragen aan de jongens en meisjes, die nu net zo oud zijn als André Kirschen en Anne Frank inder tijd. Mogen zij een wereld bouwen, waarin jongens van vijftien jaar niet hoeven te schieten op mensen die hun vaders hebben gefusilleerd, en waarin meisjes van dezelfde leeftijd niet een wanhopige dood sterven in een barbaars naar diepe bergkast, fiets intussen meegenomen door gekielde gastarbei der die fiets wegbrengt in donkere krochten van station, waaruit hij dan in theorie na lange tijd, veel gepraat en afwachtend gedrentel weer te voorschijn moet komen. Want denk niet dat kennis over de gang van zaken de hiervoor beschreven schrik en geduchte verwarring opheft; inte gendeel, de angst voor het bekende gaat veel dieper dan de angst voor het onbekende.” Door de constructie van de verha len zit je als lezer gevangen in het bewustzijn van de schrijver. Een ge volg van het procédé zijn ook de heerlijke verhalen- in-verhalen-in- verhalen, in de trant van: „dit deed me denken aan „dit brengt mij op een incident van geheel andere aard Zéér gaaf voorbeeld hiervan is het slot van het eerste verhaal: „Wij allen zijn zwervers. In het Rothaar- gebergte reed ik, geluidloos een liéhte helling af drijvend, een vos achterop. Toen hij me eindelijk hoorde, was hij met een hoge, verre sprong in het bos verdwenen, met de blik niet te vol gen in de avondnevels die van de bergen het dal in kwamen rollen. Altijd zullen veel dingen een vraag teken blijven. Wat, bij voorbeeld, te denken van het feit dat ik jaren geleden, fietsend door de bossen aan de westrand van Walcheren, ten val werd gebracht door een duinkonijn dat onverhoeds vanuit het struikge was voor mijn voorwiel sprong. Een lelijke val ook nog, met schaafwon den en een stijf been. Moeten we hieruit concluderen dat zelfs duinko- nijnen niet te vertrouwen zijn?” Zo’n passage is klassiek-Reviaans, in z’n allerbeste betekenis. Stijl en sfeer (het onmiskenbare gevoel dat alles wind is en niks als ellende) passen geheel in de traditie van Ne- scio en Reve, maar daarmee is nog niet voldoende duidelijk gemaakt dat Den Uyl naast hen een heel zelfstan dig talent bezit. Zijn talent ligt wel in dezelfde lijn als dat van Reve: Den Uyl kan uitstekend over zichzelf schrijven, een verhaal met echte hoofdpersonen, een intrige en zo, gaat hem veel minder goed af. Het tweede verhaal, „Verlangens van gedresseer de ratten”, waarin een ik-figuur, een heet Leerzame mededelingen. Die titel is eigenlijk van toepassing op alle evenveel de moeite waard. '"’.JA /l ■i,-. SMS u. „Elseviers Vennootschapsbelasting Uitgave 1975”, bestemd voor de aan gifte over 1974. U kunt hem niet missen! „Schrijvers Portretten”, een serie weekblad-artikelen, die nu in boek vorm gepubliceerd zijn. Een goede achtergrondinformatie over zeven bekende auteurs: Boon-Campert- Heerema - Heijermans - Hillenius - Nescio - A. Roland Holst. De bijdra gen zijn van verschillende auteurs. Martin Koomen: „De roze vlag”. De titel is de naam van een krant en het verhaal speelt zich dan ook af op een om de redactie met alle spannende, dramatische gebeurtenissen en lotge vallen vandien. B. Jesserun Lobo heeft een Omni bus samengesteld van griezelverhalen onder de titel: „50 beroemde griezel verhalen”, verhalen die allen reeds eerder gepubliceerd in: „Voor en na middernacht” en „Nacht en ontij”. „Elseviers Paddenstoelengids”, van Morton Lange de tweede en geheel herziene druk. ca. 600 paddestoelen in vele kleuren door Jacob E. Lange, E. Sunesen en P. Dahlstr0m. Een handi ge en uitstekend verzorgde gids. Philip Mackie: „De liefdes van Na poleon”. Geïllustreerd met vele foto’s, naar de bekende T.V.-aflevering. VAN OORSCHOT-AMSTERDAM. Jan Hanlo: „Mijn benul”. Het boek is een bundeling van het in 1967 uitgegeven „Moelmer”, als eerste af deling, daarna volgt „Mijn benul” en tenslotte „Teksten”, die toen niet eer der gepubliceerd werk bevatten. Het is het laatste prozawerk van Hanlo. H. Romijn Meijer: „Bang weer”. Een bundel met vier verhalen, waar in voortdurend mensen uit het leven verdwijnen. WERELDVENSTER-BAARN. Martin van Amerongen: „Tien krullen op een kale kop, 10 artikelen van het z.g. profile en het z.g. feulle- ton in mengvorm. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 11