public relations
in sportwereld
slecht verzorgd
Einde van de
oran je^bo ven^tij d
Fred Harting
n
eh
Duizendpoot
van KNKV
WJf i
2'
ZATERDAG
Democratie
Omroeper
Gangmaker
door Theo Klein
AKER
Hobby
Historisch
n
n
NG
-317741
STES
R
reaul
V ice*kampioen
Bevroren
gevolg ^an die opvatting de
pt..
Onvermoeibaar was hij bij zijn pogin-
I.)
zijn
STOPPER
t
S - behi
lan 35-
len
in de achterhoede. Dat deden de Po
len, en dat verzuimden de Nederlan
ders.
en langs
-iaarlem
119
(part-tifl I
illektie
nden.
ed
en veto
luxe auto
ir laat 19?
ïgen is
i. Merced
:m gelopt
lang, zf
lage inst
sl kenteki
uniek, 19
I DH 120
3 ton toni
:lack vlal
r, verhuii
bak, vlak
Bedford S
n 5'h m t
sloten di
4250,
oede sta
l.OOO km
e 17.54
oplegge
711e e
>r 7 m b
:edes 40I
Mercedes
kort zijd
een nieu
i rijb. 19
n alumini
0. Me ree:
des 608 L
>er compl
z. Mercs
:edes 404
0. Mercs
0. Hanoi
I-, zeer g
sllingen,
zeer gaa
m clack-
eig., 191
an nieu*
r bak net
oor 6 m
oor 6 m
bak ƒ3
0. Hano
>en en I*
1972 Ml
emag F
enzine,
emm 4'
1971 5
in ookg
ibbelcab
ansit dut
it open
.Ford In
cel beste
-Unox
Bestel
nderscl»
gas-bs
ilcabine i
1250.
sn, zeer
engenoe
aviem P i
i bak gek i
iren, ga
lieuw
i. Ebrol
m bak, I
bijbehd
naar ba
polyeste
50. Mek i
el 11.S
25.50 l
I m bak, i
type 160
van Ge
m baki
En om
zeergi
lags Fl
I worden
imde bu
-andaag
es adve
U kunt:
gens, o
niets uit.
en do
lorden*
3-3122
Het was het begin van een zevenjarige
loopbaan als gangmaker. In die periode
reed hij met beroemdheden als Henk
Faanhof, Jean Robic en Jan Nolten
achter zijn rol. „Dat ging toen nog
bijzonder spectaculair toe. Wedstrijden
op sintelbanen of koersen op pistes
waarin we het maakten om zeven man
dik door de bocht te gaan. Dat was pas
spektakel. Ik heb weleens in Etten Leur
voor honderdduizend man gereden. Het
is jammer om te zeggen, maar de staye-
rij gaat nu kapot. Ten eerste omdat het
spektakel ontbreekt en ten tweede om
dat de krachtsverschillen te groot zijn
geworden. Bij ons wist het publiek nooit
wie er ging winnen. Natuurlijk maakten
we weleens wat onder elkaar, maar
daardoor werd het spektakel mogelijk.
Het publiek komt niet om te zien wie er
gaat winnen. Dat lezen ze de volgende
dag wel in de krant. Ze willen sensatie
en dat krijgt men nu niet meer.”
Na afloop van zijn gangmakersavon-
turen, raakte hij in het begin van de
jaren zestig verder bij de wieler- en
voetbalsport betrokken. In het laatste
geval doordat de directeur van het sta
dion hem verzocht de plotseling oveleden
Om 5 uur woensdagmiddag werd ik
opgebeld door Gerard Cox. Niet over
de wedstrijd die een half uur later
zou beginnen, maar het gesprek
kwam er natuurlijk wel op. Ik zei
dat ik pessimistisch was. Ik voorspel
de dat de Polen met 2-1 zouden
winnen, toen niet wetend dat dat ene
Nederlandse doelpunt wel zou klop
pen, maar dat ik in mijn chauvinisme
en vaderlandsliefde, in mijn verblind
heid kortom ten aanzien van alles
wat rood-wit-blauw, oranje en Wil
helmus is, onze achterhoede ten on
rechte de dubbele waarde had toege
kend van haar werkelijke waarde.
Gerard Cox was gelukkig minder
pessimistisch. Integendeel, hij voor
spelde dat Nederland zou winnen, en
kon ook de bron van zijn optimisme
noemen. De dag tevoren had hij ge
voetbald, Frans Derks was scheids
rechter geweest, en die had gezegd
dat Nederland met 3-1 zou winnen.
Frans Derks wist dat, althans hij
voorvoelde dat. omdat hij met Kno
bel had gesproken, die een bijzonder
slim strijdplan had ontwikkeld. He
laas had Gerard Cox vergeten te
vragen hoe dat strijdplan er uitzag.
Slimme plannetjes, och here mijn
tijd! Ik heb maar één slim plannetje
gezien, en dat was: de bal hoog voor
het doel, waar de Poolse verdedigers
ruimschoots de baas waren. De overi
ge slimme plannetjes waren van de
Polen, die de verdediging steeds weer
openbraken en dan een voorzet ga
ven, waarbij Dato, Gadocha of Szar-
mach razendsnel achter hun man
vandaan kwamen om de bal in te
koppen of in te schieten. Er is in zo’n
soort wedstrijd van twee gelijkwaar
dige ploegen maar één slim planne
tje: wie het eerst bij de bal is, wint.
En je bent het eerst bij de bal als je
naar de bal toegaat, altijd maar weer,
in de voorhoede in de middenlinie en
In het „geval Fred Harting” zijn op
bovenstaande algemene omschrijving
echter een tweetal wijzigingen van toe
passing. Allereerst rekent de 49-jarige
Amsterdammer zich niet tot de echte
„fanaten” en daarnaast is hij nooit zover
gegaan dat hij zijn maatschappelijke
positie voor de sport in de waagschaal
stelde. Harting: „Ik ken inderdaad ge
noeg voorbeelden van mensen die een
goede maatschappelijke positie op die
manier verspeeld hebben. Maar ik ben
nooit zover gegaan en zal ook nooit
zover gaan. Ik ben nog altijd speaker in
het Olympisch Stadion en voorzitter van
het comité Olympia’s Ronde van Neder
land, maar zodra het tot een keuze
tussen die hobby’s en mijn werk zou
komen, was het voor mij geen punt. Dan
koos ik voor mijn baan bij het KNKV,
honderd percent zeker.”
Hoewel hij op ongelofelijk veel uit
eenlopende manieren bij de sport be
trokken was (en nog steeds is) vindt hij
het etiket sportfanaat onjuist. „Ik ben
geen fanaat”, legt hij uit. „ik heb nooit
anders gedaan dan met open ogen dooi
de sport gewandeld. Ik hou van de
wedstrijdmentaliteit in de sport. Mis
schien is dat terug te voeren op mijn
jeugd. Ik verloor mijn vader toen ik erg
jong was. Daarna ben ik lange tijd als
een typische underdog door het leven
gegaan. Als iemand me aanviel, stond ik
al klaar voor de verdediging. Die menta
liteit vind ik bij sporters ook vaak terug.
Het is echter niet zo dat ik opspring bij
een doelpunt of ontroerd raak wanneer
Roy Schuiten wereldkampioen wordt.”
Fred Harting is van origine exporteur
van goud en zilver. Hij leidde een eigen
bedrijf, dat door de snel stijgende prij
zen echter weinig perspectief meer bood.
Via het publiciteitsbureau Actueel en de
Stichting voor Informatieve Etikettering
belandde hij tenslotte bij het korfbal-
verbond. Enige jaren terug had het wei
nig gescheeld of Harting was al in een
dergelijke functip bij de KNWU terecht
gekomen. De wielerunie gaf toen echter
in allerlaatste instantie de voorkeur aan
een ander. Achteraf betreurt Harting dat
niet. „Ik zit hier nog niet zolang”, vertelt
hij, „maar ik kan nu al zeggen dat ik
nog nooit met zoveel plezier naar mijn
werk ben gegaan dan hier bij het korf-
balverbond. Dit had twintig jaar eerder
mogelijk moeten zijn.”
Er bestaat in Nederland een categorie sportfanaten, die niet van
de velden of uit de hallen is weg te denken, die meestal een theoretische
opleiding of sportdiploma mist, maar die deze dacune ruimschoots
opvult met de in praktijk opgedane ervaring. Het zijn de onvermoeibare
bestuurders en regelaars, op wier schouders meestal zoveel werk terecht
komt, dat hun club of bond op een eenmanszaakje lijkt. Ze zijn verknocht
aan de sportwereld en het bijbehorende sfeertje en zijn bereid elk vrij
uurtje op te offeren om er toch maar zo dicht en zo veel mogelijk bij te
kunnen zijn. Vaak blijft het daar niet bij, er zijn legio voorbeelden van
sportieve regelaars die te ver gingen en hun maatschappelijke positie
opofferden om toch maar zo veel mogelijk in de sportwereld rond te
kunnen scharrelen. Een acceptabel alternatief voor hun betrekking vinden
ze daar niet. Maar zoals altijd bevestigt ook hier de uitzondering de
regel. Want na twintig jaar pionieren in alle mogelijke functies en soms
vage baanttjes kwam er voor Fred Harting, sportman in hart en nieren,
wèl een voor hem uiterst geschikte positie vrij. Via de motorsport, stayerij,
Olympia’s wielerronde van Nederland, Olympische Stadion en FC Amster
dam kwam hij op 1 maart van dit jaar op het splinternieuwe hoofdkantoor
van de Koninklijke Nederlandse Korfbal Verbond terecht. Als directeur.
heeft. Ik kan me maar twee uitge
speelde kansen van Nederland herin
neren: de eerste miste hij zelf, de
tweede ging erin. Daar stond een
handvol uitgespeelde kansen van Po
len tegenover, los nog van de vier
doelpunten.
Dat was de werkelijkheid. Er is,
vrees ik, nog een andere werkelijk
heid die we nu even met mannen
moed onder ogen moeten zien. Neder
land werd in 1974 in Müchen vice-
wereldkampioen de Polen werden
slechts derde. Zij wonnen overigens
in een slappe wedstrijd met 1-0 van
Brazilië in de strijd om de derde en
vierde plaats. Nederland is wel twee
de geworden, en Polen derde bij het
wereldkampioenschap, maar zij heb
ben elkaar in Duitsland niet ontmoet.
Laat ik nog even recapituleren hoe
het gegaan is. Nederland bereikte de
eindronde door tweemaal met 0-0
gelijk te spelen tegpn België, waarna
het groter aantal doelpunten tegen
Ijsland en Noorwegen de doorslag
gaf. Polen bereikte de eindronde door
thuis met 3-0 van Wales en 2-0 van
Engeland te winnen, uit met 2-0 van
Wales te verliezen, maar met 1-1 te
gen Engeland gelijk te spelen. Het
laatste zonder hun grootste ster Lu-
banski, die in de thuiswedstrijd tegen
Engeland voorgoed voor het Poolse
elftal werd uitgeschakeld.
Ik overdrijf dus niet als ik zeg dat
Polen een hogere horde moest nemen
dan Nederland om de eindronde te
nemen. Bovendien sprong het hoger
over die hogere horde heen, want
Polen had één punt meer dan Enge
land en promoveerde niet op deelcij
fers. Daarna kwamen de wedstrijden
in Duitsland. NederlandUruguay 2-
0, NederlandZweden 0-0, Bulgarije-
Willem van Hanegem is een geval
apart. Toen Gerard Cox onthulde dat
Frans Derks wist dat we zouden
winnen omdat Knobel dat slimme
plannetje had ontwikkeld, heb ik ge
zegd dat het dan wel zaak was dat
Van Hanegem wat geïnspireerder zou
spelen en wat minder balverlies zou
lijden dan tegen de Finnen.
Het bevriezen van het spel is mooi,
Een soortgelijke situatie ontstond al
eens in het Olympisch Stadion, waar
Harting als omroeper meerdere malen
voor opmerkelijke individuele acties
zorg droeg. Hij vertelt: „Ik heb een
eigen opvatting over de taak van een
omroeper. Hij moet zich niet tot een
minimum aan informatie beperken, zoals
hier vaak gebeurt, noch het publiek
ophitsen. De speaker moet er volgens
mij aan meewerken dat er een nauwere
band ontstaat tussen de spelers op het
veld en het publiek. Hij moet informatie
geven, niet alleen over de opstellingen,
maar ook over blessures, misschien de
achtergronden van wijzigingen en ga zo
maar door. „De eerste maal dat hij als
speaker Timmermans op te volgen en in
de wielrennerij door aanvaarding van de
voorzittershamer van het comité Olym-
pia’s Ronde van Nederland (toen nog
Olympia’s Toer), een organisatorisch hu
zarenstukje, waarvoor men tot ver over
de grenzen respect opbrengt. Vijf -minu
ten voor de presentatie van de Ronde in
1964 kreeg hij van Joop Middelink de
voorzittershamer toegestopt, met de me
dedeling dat hij vanaf dat moment als
eerste man moest optreden. Eenmaal
meende men een betere vervanger te
hebben gevonden, maar toen de post
vorig jaar weer vakant was, kwam de
club toch bij Fred Harting terug.
Nederland 1-4 waardoor Nederland
bovenaan eindigde in groep 3. In
groep 4 won Polen met 3-2 van
Argentinië.
De volgende wedstrijd was een
niakki: Haïti werd met 7-0 geklopt.
Overigens scoorden Argentinië en
Italië fnaar vier en drie doelpunten
tegen Haïti, en moesten zij ook nog
allebei een tegendoelpunt toestaan.
Ten slotte won Polen met 2-1 van
Italië.
Vervolgens won Nederland met 4-0
van Argentinië, een veel betere score
dus dan Polen bereikte. Nederland
versloeg daarna de DDR met 2-0, en
Polen versloeg Zweden met 1-0 (een
betere score dan Nederland bereikte).
Daarna won Polen met 2-1 van Joe
goslavië. Nederland won met 2-0
van Brazilië en Polen verloor in een
absurde wedstrijd met 1-0 van West-
Duitsland. Het veld was door de re
gen ondergelopen, de brandweer
kwam eraan te pas, Polen speelde
zonder de geblesseerde Szarmach en
met een geblesseerde Deyna, die in
dit moeras niet uit de voeten kwam,
maar desondanks was het de fenome
naal keepende Sepp Maier die de
Duitsers voor een nederlaag behoed
de, en natuurlijk Gerd Muller, die in
de 76e minuut zijn gebruikelijke
doelpunt maakte.
Nederland dus in de finale tegen
Duitsland, en Duitsland won met 2-1;
achteraf gezien met minder moeite en
in ieder geval onder normaler om
standigheden dan van de Polen. Het
was dus heel begrijpelijk dat men de
wedstrijd Dan afgelopen woensdag in
Polen als een nagekomen beslissings
wedstrijd om de tweede en derde
plaats beschouwde. Polen werd met
4-1 alsnog Vize-Weltmeister.
Als betrekkelijk nieuw werknemer,
leider van een bondsbureau op het ter
rein van de KNVB in Zeist, met veertien
vaste krachten, roemt hij de organisatie
en de werksfeer die hij bij het KNKV
aantrof. „De structuur is in deze organi
satie zodanig dat het hoofdbestuur niet
meer zelf over allerlei futiliteiten hoeft
te beslissen. Daar zijn een zestal hoofd
commissies en de bijbehorende subcom
missies voor gevormd. De democratie is
hier al bijzonder ver doorgevoerd. Daar
naast heeft het me bijzonder getroffen
hoe zeer het clubleven in het korfbal-
verbond nog aanspreekt. Het is bij de
korfbalverenigingen niet zo dat men el
kaar na afloop van de wedstrijd in de
bestuurskamers naar de ogen staat te
kijken, zoals in het betaalde voetbal.
Alles gaat nog bijzonder vriendelijk toe.
Een voordeel van een korfbalclub is
daarbij natuurlijk dat er ook altijd
vrouwen bij betrokken zijn, dat maakt
was al voor een vrije schop voor
Polen gefloten. Een Pools schot naast.
Een schot van Van der Kuijlen naast.
Corner van Polen gevaarlijk voor het
doel langs. Van Hanegem bal kwijt,
gevaarlijke situatie voor het Neder
landse doel. Balverlies van Van Ha
negem, tegenaanval, Gadocha’s kopbal
stuit over de lat. Van der Kuijlen
verliest de bal, uitval, Van Beveren
grijpt bijtijds in Van Kraay plaatst
over de zijlijn plaatste, Suurbier die
Beveren pakt de bal.
Wat stond er van Nederlandse kant
tegenover? Enkele geraffineerde
sluip-door-kruip-doorballetjes van
Van Hanegem, Cruijff die zomaar
over de zijlijn plaatste,Suurbier die
bij de cornervlag zomaar een bal uit
liet lopen, zodat ook in dat eerste
kwartier, waarin we zo „geweldig be
vroren”, de Polen de ene kans na de
andere kregen en de Nederlanders
hun gebrek aan concentratie, finisse
en snelheid verrieden.
Als Cruijff na afloop zegt: „Het
gekke is dat Polen eigenlijk helemaal
niet zo’n geweldig elftal heeft. Als
team is het nie' indrukwekkend. Wij
hebben zelfs meer uitgespeelde kan
sen gehad, maar zij pakken drie ca
deautjes. Dat is hun kracht, zij zijn
en blijven levensgevaarlijk”, dan
vraag je je wel af of hij tijdens de
wedstrijd wel om zich heen gekeken
Het was overigens wel een histori
sche wedstrijd. Het einde van een
kort tijdperk; het Oranje-Boventijd-
perk. Het einde van Willem van Ha
negem en Johan Cruijff als spelers
van wereldklasse. Nog altijd goede
voetballers natuurlijk, en zelfs inter
nationals voor een of twee helften,
maar het surplus is verdwenen.
Cruijff is nog steeds een goede sa
menspeler, maar solo’s mislukken
voortaan, de „dash” is eruit. De man
die tegen Inter Milaan het tweede
doelpunt in een kluwen van spelers in
de rechterbovenhoek kopte, ging nu
zelfs een keer de corner nemen in
plaats van zich in het strijdgewoel te
wagen. Hij heeft niet geluierd, aller
minst, hij was een van de bezigste
baasjes in het Nederlands elftal,
maar dat zouden Jantje. Peters en
Willy van de Kerkhof ook zijn ge
weest.
Cruijff kon vroeger wedstrijden
winnen, nu kan hij alleen nog maar
de anderen helpen een wedstrijd te
winnen. Hij zal nooit meer Europees
voetballer-van-het-jaar worden (dat
wordt dit jaar cte Rus Blochin).
alles al direct een stuk gezelliger”, aldus
Fred Harting, die in de afgelopen twin
tig jaar voldoende vergelijkingsmateriaal
verzamelde.
Zijn eerste kennismaking met de
sportwereld vond plaats in het milieu
van de knallende motoren en leren pak
ken: de motorsport. Hij schat zelf op
zijn zware handelsmotoren alleen op
Zandvoort al zoveel te hebben getraind,
dat hij met het aantal kilometers drie
maal de aardbol had kunnen omvatten.
In de races was hij echter geen crack.
Harting: „Op een goeie dag kwam Jan
Bron, de vader van de motorrijder Rob
Bron en vroeger zelf een goed rijder,
naar me toe met de vraag of ik de
volgende dag als gangmaker op zou
kunnen treden. Ik zei natuurlijk ja,
want ik zeg altijd ja wanneer me ge
vraagd wordt of ik iets zou kunnen. Dus
reed ik de dag daarop met een renner
achter mijn motor.”
maar vereist uiterste precisie. Je me
despelers moeten immers om je heen
voortdurend vrijlopen om de bal in
ontvangst te kunnen nemen, en als er
dan balverlies ontstaat, hebben de
tegenstanders geen mandekking meer
en kunnen zij er razendsnel tussenuit
trekken. Als zij tenminste razendsnel
zijn. De Polen zijn razendsnel, het
was dan ook onverstandig om met
maar half geconcentreerde spelers
(Neeskens? En Krol stond nog met
zijn rug naar de bal toe toen die
vanuit een corner voor het Neder
landse doel werd gebracht en inge
schoten werd), en half geconditio
neerde spelers (Van Hanegem, die nu
eenmaal continu een beetje gebles
seerd is) juist tegen de gretige Polen
dat bevriezingsspelletje te spelen.
Nog verontrustender dan de vorm
waarin de meeste spelers verkeerden,
was overigens hun huidige kijk op
het voetbalspel. Hoe kon Van Beve
ren over het eerste kwartier zeggen
dat „er geweldig werd bevroren”? De
Beef haalt hier twee dingen jammer
lijk door elkaar: er vielen tot de 14e
minuut geen doelpunten, maar er
werd niet geweldig bevroren.
Tot de 14e minuut kregen we de
volgende scènes te zien (ik heb het
nog even nagekeken op de video). In
de eerste minuut een uitval van de
Polen, schot in h,et zijnet, maar er
dat het een inspirerende wedstrijd zou
worden. Maar in Los Angeles heb ik de
Dodgers zien spelen. Een wedstrijd voor
46.000 kleine schooljongens. De spelers
honkbalden of hun leven er vanaf hing.
Iedereen was er van doordrongen dat op
de tribunes potentiële vaste klanten za
ten. Het is allemaal erg zakelijk, maar
wel effectief.”
Wellicht dat de korfbalbond, die be
schikt over een PR-afdeling er zijn
voordeel mee kan doen. Fred Harting is
intussen lang genoeg in dienst en heeft
voldoende korfbalwedstrijden gezien om
er met vuur over te spreken. Harting:
..Qua spanning hoeft vooral het micro-
korfbal niet onder te doen voor het
voetbal. Korfbal is altijd een sport ge
weest die niet zo’n behoefte had aan
publiciteit en belangstelling. Het was
goed wanneer oma een keer kwam kij
ken, maar bleef ze weg dan was dat ook
niet erg. Voor de jongere generatie ligt
dat door de invloed van de televisie en
andere publiciteitsmedia nu waarschijn
lijk toch wel anders. Ook korfballers
krijgen graag erkenning voor hun pres
taties. Veel mensen denken echter nog
steeds dat een sport waar zowel jongens
als meisjes aan deel kunnen nemen,
nooit goed kan zijn. Hen zou ik aan
willen raden eens te gaan kijken naar
wedstrijden als de micro-korfbalfinale
tussen Allen Weerbaar en Ons Eibernest,
die voor een uitverkochte Rijnhal in
Arnhem werd gespeeld. Wat een'spekta
kel!”
sportpagi
na’s haalde, was bij een wedstrijd tussen
Nederland en België. Harting: „Die wed
strijd was in het kader van de „Kessler
go home-actie" vooraf al helemaal kapot
geschreven. De pers oordeelde toen dat
die ontmoeting totaal overbodig was. Het
gevolg: slechts 17.000 mensen op de
tribunes. Op een gegeven moment lopen
Van Dijk en Groot tegen elkaar op en
krijgen de Belgen de bal. Voor het
publiek aanleiding om massaal „Kessler
go home” te schreeuwen. Ik heb toen de
mièrofoon gepakt en omgeroepen: „Men
sen, een beetje positiever zou ook wel
kunnen!”
De reacties in de kranten van de
volgende dag waren niet mis. Er werd
gesproken over „ongein van de speaker”
en van „een slecht psycholoog”. Het
kwam Harting op een uitbrander van dr.
Tetzner, lid van het stadionbestuur te
staan. Daarmee kon men echter niet
voorkomen dat Harting pnkele jaren la
ter opnieuw in de publiciteit kwam, toen
hij voor de wedstrijd AjaxSpartak
Trnava omriep dat Johan Cruijff niet
mee zou spelen omdat er eerder die dag
een tweede liesblessure bij hem was
ontdekt. Een aankondiging waarvan
zelfs Ajax-voorzitter Jaap van Praag
niet op de hoogte was. Ajax liet direct
daarop weten geen prijs meer te stellen
op de aanwezigheid van Harting achter
de microfoon, een beslissing waar de
club inmiddels op terug is gekomen.
De joviale Amsterdammer is nog al
tijd te vinden in de omroepcel van het
Olympisch Stadion, zijn heilige sport
complex, waar hij sinds 1946 vrijwel
geen evenement miste. Harting, die en
passant meerdere malen fungeerde als
chauffeur in grote wielerkoersen als de
Ronde van Frankrijk, die als penning
meester van de supportersclub van FC
Amsterdam optrad en die tenslotte als
een gewaardeerde kracht meewerkt aan
het radioprogramma van de Amsterdam
se ziekenomroep, heeft in welke functie
dan ook altijd een bijzonder gevoel voor
publiciteit gehad.
gen de van nature gesloten KNWU-
functionarissen tot spreken met de pers
te brengen. Zelf heeft hij er een bijzon
dere hobby van gemaakt de relatie tus
sen de 'sporters en het publiek (of: de
pers) te analyseren. Om daar meer in
zicht in te krijgen reisde hij vorig jaar
zelfs voor drie weken af naar de Vere
nigde Staten af om daar ter plekke „in
de leer” te gaan. Over zijn ervaringen
bij honkbalclubs als de Dodgers en de
Angels, waar hij dag in dag uit over de
vloer kwam, raakt hij niet uitgepraat.
„In Nederland”, vertelt hij, „gaat men
er meestal '?an uit dat de pers als een
noodzakelijk kwaad moet worden gezien.
Iedereen blijft zeuren over te weinig
belangstelling van het publiek, terwijl ze
tegelijkertijd pertinent weigeren om iets
voor de pers te doen. Ze hebben niet
door dat de radio, televisie en schrijven
de journalisten hun enige dagelijkse
verbindingslijn met hun supporters is. In
Amerika is men daar wél achter. Het is
werkelijk ongelofelijk wanneer je ziet
welke faciliteiten de pers krijgt, maar
ook hoeveel er vooral voor de jongere
supporters wordt gedaan. Laat hier eens
een profvoetbalteam voor een stadion
met kleine jongens spelen. Ik denk niet
d?. ïi*,4Ï*ïf