public relations in sportwereld slecht verzorgd Einde van de oran je^bo ven^tij d Fred Harting n eh Duizendpoot van KNKV WJf i 2' ZATERDAG Democratie Omroeper Gangmaker door Theo Klein AKER Hobby Historisch n n NG -317741 STES R reaul V ice*kampioen Bevroren gevolg ^an die opvatting de pt.. Onvermoeibaar was hij bij zijn pogin- I.) zijn STOPPER t S - behi lan 35- len in de achterhoede. Dat deden de Po len, en dat verzuimden de Nederlan ders. en langs -iaarlem 119 (part-tifl I illektie nden. ed en veto luxe auto ir laat 19? ïgen is i. Merced :m gelopt lang, zf lage inst sl kenteki uniek, 19 I DH 120 3 ton toni :lack vlal r, verhuii bak, vlak Bedford S n 5'h m t sloten di 4250, oede sta l.OOO km e 17.54 oplegge 711e e >r 7 m b :edes 40I Mercedes kort zijd een nieu i rijb. 19 n alumini 0. Me ree: des 608 L >er compl z. Mercs :edes 404 0. Mercs 0. Hanoi I-, zeer g sllingen, zeer gaa m clack- eig., 191 an nieu* r bak net oor 6 m oor 6 m bak ƒ3 0. Hano >en en I* 1972 Ml emag F enzine, emm 4' 1971 5 in ookg ibbelcab ansit dut it open .Ford In cel beste -Unox Bestel nderscl» gas-bs ilcabine i 1250. sn, zeer engenoe aviem P i i bak gek i iren, ga lieuw i. Ebrol m bak, I bijbehd naar ba polyeste 50. Mek i el 11.S 25.50 l I m bak, i type 160 van Ge m baki En om zeergi lags Fl I worden imde bu -andaag es adve U kunt: gens, o niets uit. en do lorden* 3-3122 Het was het begin van een zevenjarige loopbaan als gangmaker. In die periode reed hij met beroemdheden als Henk Faanhof, Jean Robic en Jan Nolten achter zijn rol. „Dat ging toen nog bijzonder spectaculair toe. Wedstrijden op sintelbanen of koersen op pistes waarin we het maakten om zeven man dik door de bocht te gaan. Dat was pas spektakel. Ik heb weleens in Etten Leur voor honderdduizend man gereden. Het is jammer om te zeggen, maar de staye- rij gaat nu kapot. Ten eerste omdat het spektakel ontbreekt en ten tweede om dat de krachtsverschillen te groot zijn geworden. Bij ons wist het publiek nooit wie er ging winnen. Natuurlijk maakten we weleens wat onder elkaar, maar daardoor werd het spektakel mogelijk. Het publiek komt niet om te zien wie er gaat winnen. Dat lezen ze de volgende dag wel in de krant. Ze willen sensatie en dat krijgt men nu niet meer.” Na afloop van zijn gangmakersavon- turen, raakte hij in het begin van de jaren zestig verder bij de wieler- en voetbalsport betrokken. In het laatste geval doordat de directeur van het sta dion hem verzocht de plotseling oveleden Om 5 uur woensdagmiddag werd ik opgebeld door Gerard Cox. Niet over de wedstrijd die een half uur later zou beginnen, maar het gesprek kwam er natuurlijk wel op. Ik zei dat ik pessimistisch was. Ik voorspel de dat de Polen met 2-1 zouden winnen, toen niet wetend dat dat ene Nederlandse doelpunt wel zou klop pen, maar dat ik in mijn chauvinisme en vaderlandsliefde, in mijn verblind heid kortom ten aanzien van alles wat rood-wit-blauw, oranje en Wil helmus is, onze achterhoede ten on rechte de dubbele waarde had toege kend van haar werkelijke waarde. Gerard Cox was gelukkig minder pessimistisch. Integendeel, hij voor spelde dat Nederland zou winnen, en kon ook de bron van zijn optimisme noemen. De dag tevoren had hij ge voetbald, Frans Derks was scheids rechter geweest, en die had gezegd dat Nederland met 3-1 zou winnen. Frans Derks wist dat, althans hij voorvoelde dat. omdat hij met Kno bel had gesproken, die een bijzonder slim strijdplan had ontwikkeld. He laas had Gerard Cox vergeten te vragen hoe dat strijdplan er uitzag. Slimme plannetjes, och here mijn tijd! Ik heb maar één slim plannetje gezien, en dat was: de bal hoog voor het doel, waar de Poolse verdedigers ruimschoots de baas waren. De overi ge slimme plannetjes waren van de Polen, die de verdediging steeds weer openbraken en dan een voorzet ga ven, waarbij Dato, Gadocha of Szar- mach razendsnel achter hun man vandaan kwamen om de bal in te koppen of in te schieten. Er is in zo’n soort wedstrijd van twee gelijkwaar dige ploegen maar één slim planne tje: wie het eerst bij de bal is, wint. En je bent het eerst bij de bal als je naar de bal toegaat, altijd maar weer, in de voorhoede in de middenlinie en In het „geval Fred Harting” zijn op bovenstaande algemene omschrijving echter een tweetal wijzigingen van toe passing. Allereerst rekent de 49-jarige Amsterdammer zich niet tot de echte „fanaten” en daarnaast is hij nooit zover gegaan dat hij zijn maatschappelijke positie voor de sport in de waagschaal stelde. Harting: „Ik ken inderdaad ge noeg voorbeelden van mensen die een goede maatschappelijke positie op die manier verspeeld hebben. Maar ik ben nooit zover gegaan en zal ook nooit zover gaan. Ik ben nog altijd speaker in het Olympisch Stadion en voorzitter van het comité Olympia’s Ronde van Neder land, maar zodra het tot een keuze tussen die hobby’s en mijn werk zou komen, was het voor mij geen punt. Dan koos ik voor mijn baan bij het KNKV, honderd percent zeker.” Hoewel hij op ongelofelijk veel uit eenlopende manieren bij de sport be trokken was (en nog steeds is) vindt hij het etiket sportfanaat onjuist. „Ik ben geen fanaat”, legt hij uit. „ik heb nooit anders gedaan dan met open ogen dooi de sport gewandeld. Ik hou van de wedstrijdmentaliteit in de sport. Mis schien is dat terug te voeren op mijn jeugd. Ik verloor mijn vader toen ik erg jong was. Daarna ben ik lange tijd als een typische underdog door het leven gegaan. Als iemand me aanviel, stond ik al klaar voor de verdediging. Die menta liteit vind ik bij sporters ook vaak terug. Het is echter niet zo dat ik opspring bij een doelpunt of ontroerd raak wanneer Roy Schuiten wereldkampioen wordt.” Fred Harting is van origine exporteur van goud en zilver. Hij leidde een eigen bedrijf, dat door de snel stijgende prij zen echter weinig perspectief meer bood. Via het publiciteitsbureau Actueel en de Stichting voor Informatieve Etikettering belandde hij tenslotte bij het korfbal- verbond. Enige jaren terug had het wei nig gescheeld of Harting was al in een dergelijke functip bij de KNWU terecht gekomen. De wielerunie gaf toen echter in allerlaatste instantie de voorkeur aan een ander. Achteraf betreurt Harting dat niet. „Ik zit hier nog niet zolang”, vertelt hij, „maar ik kan nu al zeggen dat ik nog nooit met zoveel plezier naar mijn werk ben gegaan dan hier bij het korf- balverbond. Dit had twintig jaar eerder mogelijk moeten zijn.” Er bestaat in Nederland een categorie sportfanaten, die niet van de velden of uit de hallen is weg te denken, die meestal een theoretische opleiding of sportdiploma mist, maar die deze dacune ruimschoots opvult met de in praktijk opgedane ervaring. Het zijn de onvermoeibare bestuurders en regelaars, op wier schouders meestal zoveel werk terecht komt, dat hun club of bond op een eenmanszaakje lijkt. Ze zijn verknocht aan de sportwereld en het bijbehorende sfeertje en zijn bereid elk vrij uurtje op te offeren om er toch maar zo dicht en zo veel mogelijk bij te kunnen zijn. Vaak blijft het daar niet bij, er zijn legio voorbeelden van sportieve regelaars die te ver gingen en hun maatschappelijke positie opofferden om toch maar zo veel mogelijk in de sportwereld rond te kunnen scharrelen. Een acceptabel alternatief voor hun betrekking vinden ze daar niet. Maar zoals altijd bevestigt ook hier de uitzondering de regel. Want na twintig jaar pionieren in alle mogelijke functies en soms vage baanttjes kwam er voor Fred Harting, sportman in hart en nieren, wèl een voor hem uiterst geschikte positie vrij. Via de motorsport, stayerij, Olympia’s wielerronde van Nederland, Olympische Stadion en FC Amster dam kwam hij op 1 maart van dit jaar op het splinternieuwe hoofdkantoor van de Koninklijke Nederlandse Korfbal Verbond terecht. Als directeur. heeft. Ik kan me maar twee uitge speelde kansen van Nederland herin neren: de eerste miste hij zelf, de tweede ging erin. Daar stond een handvol uitgespeelde kansen van Po len tegenover, los nog van de vier doelpunten. Dat was de werkelijkheid. Er is, vrees ik, nog een andere werkelijk heid die we nu even met mannen moed onder ogen moeten zien. Neder land werd in 1974 in Müchen vice- wereldkampioen de Polen werden slechts derde. Zij wonnen overigens in een slappe wedstrijd met 1-0 van Brazilië in de strijd om de derde en vierde plaats. Nederland is wel twee de geworden, en Polen derde bij het wereldkampioenschap, maar zij heb ben elkaar in Duitsland niet ontmoet. Laat ik nog even recapituleren hoe het gegaan is. Nederland bereikte de eindronde door tweemaal met 0-0 gelijk te spelen tegpn België, waarna het groter aantal doelpunten tegen Ijsland en Noorwegen de doorslag gaf. Polen bereikte de eindronde door thuis met 3-0 van Wales en 2-0 van Engeland te winnen, uit met 2-0 van Wales te verliezen, maar met 1-1 te gen Engeland gelijk te spelen. Het laatste zonder hun grootste ster Lu- banski, die in de thuiswedstrijd tegen Engeland voorgoed voor het Poolse elftal werd uitgeschakeld. Ik overdrijf dus niet als ik zeg dat Polen een hogere horde moest nemen dan Nederland om de eindronde te nemen. Bovendien sprong het hoger over die hogere horde heen, want Polen had één punt meer dan Enge land en promoveerde niet op deelcij fers. Daarna kwamen de wedstrijden in Duitsland. NederlandUruguay 2- 0, NederlandZweden 0-0, Bulgarije- Willem van Hanegem is een geval apart. Toen Gerard Cox onthulde dat Frans Derks wist dat we zouden winnen omdat Knobel dat slimme plannetje had ontwikkeld, heb ik ge zegd dat het dan wel zaak was dat Van Hanegem wat geïnspireerder zou spelen en wat minder balverlies zou lijden dan tegen de Finnen. Het bevriezen van het spel is mooi, Een soortgelijke situatie ontstond al eens in het Olympisch Stadion, waar Harting als omroeper meerdere malen voor opmerkelijke individuele acties zorg droeg. Hij vertelt: „Ik heb een eigen opvatting over de taak van een omroeper. Hij moet zich niet tot een minimum aan informatie beperken, zoals hier vaak gebeurt, noch het publiek ophitsen. De speaker moet er volgens mij aan meewerken dat er een nauwere band ontstaat tussen de spelers op het veld en het publiek. Hij moet informatie geven, niet alleen over de opstellingen, maar ook over blessures, misschien de achtergronden van wijzigingen en ga zo maar door. „De eerste maal dat hij als speaker Timmermans op te volgen en in de wielrennerij door aanvaarding van de voorzittershamer van het comité Olym- pia’s Ronde van Nederland (toen nog Olympia’s Toer), een organisatorisch hu zarenstukje, waarvoor men tot ver over de grenzen respect opbrengt. Vijf -minu ten voor de presentatie van de Ronde in 1964 kreeg hij van Joop Middelink de voorzittershamer toegestopt, met de me dedeling dat hij vanaf dat moment als eerste man moest optreden. Eenmaal meende men een betere vervanger te hebben gevonden, maar toen de post vorig jaar weer vakant was, kwam de club toch bij Fred Harting terug. Nederland 1-4 waardoor Nederland bovenaan eindigde in groep 3. In groep 4 won Polen met 3-2 van Argentinië. De volgende wedstrijd was een niakki: Haïti werd met 7-0 geklopt. Overigens scoorden Argentinië en Italië fnaar vier en drie doelpunten tegen Haïti, en moesten zij ook nog allebei een tegendoelpunt toestaan. Ten slotte won Polen met 2-1 van Italië. Vervolgens won Nederland met 4-0 van Argentinië, een veel betere score dus dan Polen bereikte. Nederland versloeg daarna de DDR met 2-0, en Polen versloeg Zweden met 1-0 (een betere score dan Nederland bereikte). Daarna won Polen met 2-1 van Joe goslavië. Nederland won met 2-0 van Brazilië en Polen verloor in een absurde wedstrijd met 1-0 van West- Duitsland. Het veld was door de re gen ondergelopen, de brandweer kwam eraan te pas, Polen speelde zonder de geblesseerde Szarmach en met een geblesseerde Deyna, die in dit moeras niet uit de voeten kwam, maar desondanks was het de fenome naal keepende Sepp Maier die de Duitsers voor een nederlaag behoed de, en natuurlijk Gerd Muller, die in de 76e minuut zijn gebruikelijke doelpunt maakte. Nederland dus in de finale tegen Duitsland, en Duitsland won met 2-1; achteraf gezien met minder moeite en in ieder geval onder normaler om standigheden dan van de Polen. Het was dus heel begrijpelijk dat men de wedstrijd Dan afgelopen woensdag in Polen als een nagekomen beslissings wedstrijd om de tweede en derde plaats beschouwde. Polen werd met 4-1 alsnog Vize-Weltmeister. Als betrekkelijk nieuw werknemer, leider van een bondsbureau op het ter rein van de KNVB in Zeist, met veertien vaste krachten, roemt hij de organisatie en de werksfeer die hij bij het KNKV aantrof. „De structuur is in deze organi satie zodanig dat het hoofdbestuur niet meer zelf over allerlei futiliteiten hoeft te beslissen. Daar zijn een zestal hoofd commissies en de bijbehorende subcom missies voor gevormd. De democratie is hier al bijzonder ver doorgevoerd. Daar naast heeft het me bijzonder getroffen hoe zeer het clubleven in het korfbal- verbond nog aanspreekt. Het is bij de korfbalverenigingen niet zo dat men el kaar na afloop van de wedstrijd in de bestuurskamers naar de ogen staat te kijken, zoals in het betaalde voetbal. Alles gaat nog bijzonder vriendelijk toe. Een voordeel van een korfbalclub is daarbij natuurlijk dat er ook altijd vrouwen bij betrokken zijn, dat maakt was al voor een vrije schop voor Polen gefloten. Een Pools schot naast. Een schot van Van der Kuijlen naast. Corner van Polen gevaarlijk voor het doel langs. Van Hanegem bal kwijt, gevaarlijke situatie voor het Neder landse doel. Balverlies van Van Ha negem, tegenaanval, Gadocha’s kopbal stuit over de lat. Van der Kuijlen verliest de bal, uitval, Van Beveren grijpt bijtijds in Van Kraay plaatst over de zijlijn plaatste, Suurbier die Beveren pakt de bal. Wat stond er van Nederlandse kant tegenover? Enkele geraffineerde sluip-door-kruip-doorballetjes van Van Hanegem, Cruijff die zomaar over de zijlijn plaatste,Suurbier die bij de cornervlag zomaar een bal uit liet lopen, zodat ook in dat eerste kwartier, waarin we zo „geweldig be vroren”, de Polen de ene kans na de andere kregen en de Nederlanders hun gebrek aan concentratie, finisse en snelheid verrieden. Als Cruijff na afloop zegt: „Het gekke is dat Polen eigenlijk helemaal niet zo’n geweldig elftal heeft. Als team is het nie' indrukwekkend. Wij hebben zelfs meer uitgespeelde kan sen gehad, maar zij pakken drie ca deautjes. Dat is hun kracht, zij zijn en blijven levensgevaarlijk”, dan vraag je je wel af of hij tijdens de wedstrijd wel om zich heen gekeken Het was overigens wel een histori sche wedstrijd. Het einde van een kort tijdperk; het Oranje-Boventijd- perk. Het einde van Willem van Ha negem en Johan Cruijff als spelers van wereldklasse. Nog altijd goede voetballers natuurlijk, en zelfs inter nationals voor een of twee helften, maar het surplus is verdwenen. Cruijff is nog steeds een goede sa menspeler, maar solo’s mislukken voortaan, de „dash” is eruit. De man die tegen Inter Milaan het tweede doelpunt in een kluwen van spelers in de rechterbovenhoek kopte, ging nu zelfs een keer de corner nemen in plaats van zich in het strijdgewoel te wagen. Hij heeft niet geluierd, aller minst, hij was een van de bezigste baasjes in het Nederlands elftal, maar dat zouden Jantje. Peters en Willy van de Kerkhof ook zijn ge weest. Cruijff kon vroeger wedstrijden winnen, nu kan hij alleen nog maar de anderen helpen een wedstrijd te winnen. Hij zal nooit meer Europees voetballer-van-het-jaar worden (dat wordt dit jaar cte Rus Blochin). alles al direct een stuk gezelliger”, aldus Fred Harting, die in de afgelopen twin tig jaar voldoende vergelijkingsmateriaal verzamelde. Zijn eerste kennismaking met de sportwereld vond plaats in het milieu van de knallende motoren en leren pak ken: de motorsport. Hij schat zelf op zijn zware handelsmotoren alleen op Zandvoort al zoveel te hebben getraind, dat hij met het aantal kilometers drie maal de aardbol had kunnen omvatten. In de races was hij echter geen crack. Harting: „Op een goeie dag kwam Jan Bron, de vader van de motorrijder Rob Bron en vroeger zelf een goed rijder, naar me toe met de vraag of ik de volgende dag als gangmaker op zou kunnen treden. Ik zei natuurlijk ja, want ik zeg altijd ja wanneer me ge vraagd wordt of ik iets zou kunnen. Dus reed ik de dag daarop met een renner achter mijn motor.” maar vereist uiterste precisie. Je me despelers moeten immers om je heen voortdurend vrijlopen om de bal in ontvangst te kunnen nemen, en als er dan balverlies ontstaat, hebben de tegenstanders geen mandekking meer en kunnen zij er razendsnel tussenuit trekken. Als zij tenminste razendsnel zijn. De Polen zijn razendsnel, het was dan ook onverstandig om met maar half geconcentreerde spelers (Neeskens? En Krol stond nog met zijn rug naar de bal toe toen die vanuit een corner voor het Neder landse doel werd gebracht en inge schoten werd), en half geconditio neerde spelers (Van Hanegem, die nu eenmaal continu een beetje gebles seerd is) juist tegen de gretige Polen dat bevriezingsspelletje te spelen. Nog verontrustender dan de vorm waarin de meeste spelers verkeerden, was overigens hun huidige kijk op het voetbalspel. Hoe kon Van Beve ren over het eerste kwartier zeggen dat „er geweldig werd bevroren”? De Beef haalt hier twee dingen jammer lijk door elkaar: er vielen tot de 14e minuut geen doelpunten, maar er werd niet geweldig bevroren. Tot de 14e minuut kregen we de volgende scènes te zien (ik heb het nog even nagekeken op de video). In de eerste minuut een uitval van de Polen, schot in h,et zijnet, maar er dat het een inspirerende wedstrijd zou worden. Maar in Los Angeles heb ik de Dodgers zien spelen. Een wedstrijd voor 46.000 kleine schooljongens. De spelers honkbalden of hun leven er vanaf hing. Iedereen was er van doordrongen dat op de tribunes potentiële vaste klanten za ten. Het is allemaal erg zakelijk, maar wel effectief.” Wellicht dat de korfbalbond, die be schikt over een PR-afdeling er zijn voordeel mee kan doen. Fred Harting is intussen lang genoeg in dienst en heeft voldoende korfbalwedstrijden gezien om er met vuur over te spreken. Harting: ..Qua spanning hoeft vooral het micro- korfbal niet onder te doen voor het voetbal. Korfbal is altijd een sport ge weest die niet zo’n behoefte had aan publiciteit en belangstelling. Het was goed wanneer oma een keer kwam kij ken, maar bleef ze weg dan was dat ook niet erg. Voor de jongere generatie ligt dat door de invloed van de televisie en andere publiciteitsmedia nu waarschijn lijk toch wel anders. Ook korfballers krijgen graag erkenning voor hun pres taties. Veel mensen denken echter nog steeds dat een sport waar zowel jongens als meisjes aan deel kunnen nemen, nooit goed kan zijn. Hen zou ik aan willen raden eens te gaan kijken naar wedstrijden als de micro-korfbalfinale tussen Allen Weerbaar en Ons Eibernest, die voor een uitverkochte Rijnhal in Arnhem werd gespeeld. Wat een'spekta kel!” sportpagi na’s haalde, was bij een wedstrijd tussen Nederland en België. Harting: „Die wed strijd was in het kader van de „Kessler go home-actie" vooraf al helemaal kapot geschreven. De pers oordeelde toen dat die ontmoeting totaal overbodig was. Het gevolg: slechts 17.000 mensen op de tribunes. Op een gegeven moment lopen Van Dijk en Groot tegen elkaar op en krijgen de Belgen de bal. Voor het publiek aanleiding om massaal „Kessler go home” te schreeuwen. Ik heb toen de mièrofoon gepakt en omgeroepen: „Men sen, een beetje positiever zou ook wel kunnen!” De reacties in de kranten van de volgende dag waren niet mis. Er werd gesproken over „ongein van de speaker” en van „een slecht psycholoog”. Het kwam Harting op een uitbrander van dr. Tetzner, lid van het stadionbestuur te staan. Daarmee kon men echter niet voorkomen dat Harting pnkele jaren la ter opnieuw in de publiciteit kwam, toen hij voor de wedstrijd AjaxSpartak Trnava omriep dat Johan Cruijff niet mee zou spelen omdat er eerder die dag een tweede liesblessure bij hem was ontdekt. Een aankondiging waarvan zelfs Ajax-voorzitter Jaap van Praag niet op de hoogte was. Ajax liet direct daarop weten geen prijs meer te stellen op de aanwezigheid van Harting achter de microfoon, een beslissing waar de club inmiddels op terug is gekomen. De joviale Amsterdammer is nog al tijd te vinden in de omroepcel van het Olympisch Stadion, zijn heilige sport complex, waar hij sinds 1946 vrijwel geen evenement miste. Harting, die en passant meerdere malen fungeerde als chauffeur in grote wielerkoersen als de Ronde van Frankrijk, die als penning meester van de supportersclub van FC Amsterdam optrad en die tenslotte als een gewaardeerde kracht meewerkt aan het radioprogramma van de Amsterdam se ziekenomroep, heeft in welke functie dan ook altijd een bijzonder gevoel voor publiciteit gehad. gen de van nature gesloten KNWU- functionarissen tot spreken met de pers te brengen. Zelf heeft hij er een bijzon dere hobby van gemaakt de relatie tus sen de 'sporters en het publiek (of: de pers) te analyseren. Om daar meer in zicht in te krijgen reisde hij vorig jaar zelfs voor drie weken af naar de Vere nigde Staten af om daar ter plekke „in de leer” te gaan. Over zijn ervaringen bij honkbalclubs als de Dodgers en de Angels, waar hij dag in dag uit over de vloer kwam, raakt hij niet uitgepraat. „In Nederland”, vertelt hij, „gaat men er meestal '?an uit dat de pers als een noodzakelijk kwaad moet worden gezien. Iedereen blijft zeuren over te weinig belangstelling van het publiek, terwijl ze tegelijkertijd pertinent weigeren om iets voor de pers te doen. Ze hebben niet door dat de radio, televisie en schrijven de journalisten hun enige dagelijkse verbindingslijn met hun supporters is. In Amerika is men daar wél achter. Het is werkelijk ongelofelijk wanneer je ziet welke faciliteiten de pers krijgt, maar ook hoeveel er vooral voor de jongere supporters wordt gedaan. Laat hier eens een profvoetbalteam voor een stadion met kleine jongens spelen. Ik denk niet d?. ïi*,4Ï*ïf

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 25