Particuliere consumptie zal vermoedelijk aantrekken Belastingvoor- en nadelen ongeveer even groot Injectie van 3 mid. inkomen iets hoger 1 Overschot op betalingsbalans Ondanks minieme stijging nationaal inkomen f 4 miljard Wegenbelasting scherper onder controle H a LI ill I w •«tas CENTRAAL PLANBUREAU: STRUCTURELE TRENDS BELEMMEREN HERSTEL ECONOMIE DUISENBERG SOMBER D I 18 19 7 5 1 6 SEPTEMBER Financiën DINSDAG Herstel Consumptiegroei Inkomensverschil STAAT II O J UITGAVEN 77909 INKOMSTEN 62838 liïïiïïr 'i 0 o I i I DE INKOMSTEN EN UIIGAVEN VAN Dl Verzwaringen HOE DE STAAT 1 GOLDEN ONTVANGT 3_£- M IH1 llllll Verlichtingen Arbeidskosten stijgen minder dan produktiviteit geleidelij k minder snel De binnen- en buitenlandse afzet sa- e Van dit gezichtspunt uit behoeft wel- p Li In ’76 weinig extra lasten i v< ja is gi o] 8U98 deze twee omhoog 7845 gelegenheid. verband met de uitgangspunten In Lagere inkomens krijgen extra de (Van onze parlementsredactie) van a ri e ti Dit beeld voor de korte termijn, aldus het CPB. wordt sterk bepaald door het verloop van de buitenlandse conjunc tuur. Maar het kan evenmin los worden gezien van een aantal structurele trends in onze economie die in het Centraal Economisch Plan 1975 werden geschetst. De ruilvoetverbetering is in belangrij ke mate een gevolg van de prijsstijging van het geëxporteerde aardgas. Het te ruglopen van de aardgasbaten zal over enkele jaren een negatieve invloed op het saldo van de lopende rekening uitoe fenen dus tot aanpassing in het produk- tie- en bestedingspatroon moeten leiden. Het overschot op de lopende rekening vloeit voor een belangrijk deel via de kapitaalrekening weer terug naar het buitenland door de financiering van de ontwikkelingshulp en de particuliere ka- pitaalsuitvoer. KOSTPR'JS- VERHOGENK BELASTING 25 975 de overheid laat 30 miljoen schieten door gezinnen waar de vrouw invalide is en een uitkering geniet, fiscaal soepeler te behandelen; voor ondernemers wier rouw in het bedrijf meewerkt, komt tien miljoen be- V/INST EN' VERMOGEN 34735 IDEFEN- SIE LUISTER GELD, RE CLAME 500 Niettegenstaande dit geringe resultaat, aldus het CPB, treedt toch enige verdere verkleining van inkomensverschillen op. Deze wordt bewerkstelligd door de voor nemens omtrent de directe belastingen in het kader van het dekkingsplan en de inflatiecorrectie, waardoor de hogere in komens zwaarder worden getroffen dan de lagere. INKOMSTEN UIT DE DO MEINEN EN F.B. 846 g Cl V li V 1 t< S a; m in ni h< oi la ui a< m k< m b( b< d( O’ L N a; bi ei o< si w H le ni le k< VI b: v; hi v< k< v; ki T€ U k] v< tc T( le P w lalrpGPl^fi envoor I. pakket, zal het volume van de goederen- uitvoer met negen percent toenemen. Dit betekent bij benadering een gelijk blijvend aandeel in de wereldhandel- DEN HAAG. Minister Duisenberg van Financiën schetst in de Miljoenen nota een somber beeld van de economi sche situatie in 1975 en van de vooruit zichten voor 1976. De laatste worden gekenmerkt door een sterke verdere toe neming van de werkloosheid, een nog steeds hoog inflatietempo en een inzak ken van de groei van het reële nationale inkomen. besloten, uit de begrotingsstukken te vis sen. Duisenberg wees er tijdens de bij eenkomst met de pers op, dat vooral de departementen Onderwijs, Wetenschap pen, Volkshuisvesting, Defensie en Ver keer en Waterstaat een bijdrage moeten leveren. In het afgelopen jaar heeft de consu ment nationaal-economisch gezien ver keerd gereageerd op de plannen van de regering. Die verlaagde de loon- en in komstenbelastingen om de consumptie (en, daarmee de werkgelegenheid) wat op te vijzelen. Maar de mensen gingen meer sparen. Duisenberg wees erop dat walt genoemd werd de „mislukking van zijn beleid”, vergeleken met het buiten land nogal meevalt, omdat de consump tie hier reëel met 2,5 percent toenam, hetgeen aan de hoge kant ligt. De regering geeft momenteel enorme bedragen uit aan de rechtstreekse finan ciering van de sociale lasten. De kinder bijslag kost in 1976, om maar een voor men nemen met drieëneenhalf a vier percent in volume toe. Hiermee corres pondeert voor de totale bedrijvensector een produktiestijging van vier percent. Voor de bouwnijverheid ligt daarin een stabilisatie van de produktie besloten. De produktie in totaal vergt geen uitbrei ding van de werkgelegenheid. Integen deel, er dient ernstig rekening te worden gehouden met een voortgezette inkrim ping Deze is op bijna één percent be groot. Het betreft hier de problematiek van arbeidsplaatsen, reële arbeidskosten, kri tisch niveau van de arbeidsinkomens quote en relatieve hoogte der investerin gen. Deze trends buigen niet spontaan om. Zij worden in enkele opzichten wellicht nog versterkt door de huidige recessie, in zoverre als aanvankelijk conjuncturele werkloosheid een structu reel karakter krijgt doordat arbeids plaatsen definitief verloren gaan. Anderzijds laten de kerngegevens voor 1976 zien dat de stijging van de reële arbeidskosten beneden die van de ar- beidsproduktiviteit ligt. Daarmee corres pondeert enige daling van de arbeidsin komensquote en een, overigens nog zwak, winstherstel. Aan belastingverzwaringen noemen we een verhoging van alle tarieven behalve het lage 20 percentsarief voor de loon- en inkomstenbelasting met één percent. het niet toepassen van de inflatiecor rectie (verlaging van de belastingen als gevolg van de geldontwaarding) voor de inkomens boven ruwweg 45.000 gulden zeer waarschijnlijk ongewijzigd, mits verho gingen van de olieprijzen achterwege schikbaar om hun positie aan te passen bij die van werknemers; vijf miljoen gaat weg aan een versoe peling van de regeling waarbij onderne mers hun gemiddelde inkomen bereke nen; de voor 1975 (sedert 1 april) geldende, tijdelijke verlaging van loon- en inkom stenbelasting, zelfstandigenaftrek en an dere ondernemersbelastingen wordt ver lengd, hetgeen op jaarbasis bijna 900 miljoen scheelt. beeld te noemen, 1100 miljoen aan be lastinggeld. De minister wilde niet zeg gen of, en zo ja, hoe hij in de komende jaren. wanneer de economie weer wat is aangetrokken, van deze stortingen af wil komen. Dr. Duisenberg erkent dat veel van wat het kabinet voor ogen heeft, afhan kelijk is van de (economische) ontwik kelingen in het buitenland. Toch blijft hij van mening dat de miljarden-dnjec- ties van 1975 en volgend jaar de (con juncturele) tijdelijke inzinking van de welvaart voor een flink deel wegwer ken. Voor het herstel van de investeringen is, aldus de minister, vooral de afzetver- wachting van de ondernemers bepalend. De financieringsmogelijkheden die momenteel teruglopen omdat de winsten al enige jaren afbrokkelen komen op de tweede plaats. Ondernemers die afzet zien, weten wel geld te vinden, zo rede neert de bewindsman van Financiën. Voor de particuliere consumptie lijkt een hernieuwde expansie overigens ta melijk zeker want aankopen van duur zame consumptiegoederen worden niet onbeperkt uitgesteld. De directe over heidsbestedingen trekken eveneens aan, maar worden duidelijk begrensd door stijgende financieringskosten. Tenslotte ontstaan ook impulsen door voorraad- a an vullingen. Onder deze omstandigheden acht het CPB een uitbreiding van de wereldhan del met acht percent mogelijk, althans wanneer de wereldhandel reeds in de laatste maanden van 1975 een opwaartse beweging zal laten zien. Uitgaande van enig herstel ook van winstmarges zou den de ingevoerde eindprodukten met zes percent in prijs stijgen. De grondstoffenprijzen blijven waarschijnlijk ongewijzigd, A (voorafk.) 1976 werden afgesloten. Er zijn echter aanwijzingen dat enig herstel op komst is. Veel, zo niet alles, hangt daarbij af van de komende ont wikkelingen in het buitenland- Hetgeen tevens betekent dat de ramingen met een grote onzekerheidsmarge zijn omge ven,” aldus het CPB. De voorspelling van het verloop van de buitenlandse conjunctuur is immers, blijkens de ervaring in het afgelopen jaar, bijzonder moeilijk. Voor 1976 wordt in elk geval geen sterke opleving van de wereldhandel voorzien. Nog afge zien van de precaire positie van de ontwikkelingslanden die geen olie pro duceren. is het draagvlak van het her stel in de industriële landen beperkt (de bedrijfsinvesteringen en de woningbouw dragen hiertoe bijv, nauwelijks bij). Met een nominale loonontwikkeling van negeneenhalf a tien percent corres pondeert een consumptieprijsstijging van acht a negen percent. Uit de loon- en prijsontwikkeling resulteert een reële arbeidskostenstijging van drie percent, die daarmee geringer is dan het produk- tiviteitsaccres van viereneenhalf a vijf percent. Dienovereenkomstig daalt de gecorrigeerde arbeidsinkomensquote, al blijft deze op een gevaarlijk hoog peil met alle risico’s van dien voor het verdere verloop van de werkgelegenheid. BELASTING ONVANGSTEN OPBRENGST, OP INKOMEN UIT HET WINST EN' MINWEZEN 5683 Naar het zich nu laat aanzien op basis van zeer recent verkregen gegevens zul len deze tendenties zich ook in latere jaren voortzetten. Teneinde dit te voorko men lijkt bijstelling van het regerings beleid aan een lagere groei onvermijde lijk. Hoge prioriteit geeft de regering aan maatregelen ter voorkoming van een verdere afbrokkeling van de werk- Op basis van de uitgangspunten die in de Macro Economische Verkenning na der worden omschreven mag enig her stel van de binnenlandse conjunctuur worden verwacht. Het is vooral de bui tenlandse afzet die ertoe bijdraagt dat de produktie zich weer in opgaande lijn gaat bewegen. Onder invloed van de aantrekkende wereldhandel en gelet ook op het relatief omvangrijke aandeel van een aantal basisgoederen in ons export- I blijven. Voor onze totale invoer resul teert dan een gemiddelde prijsstijging van drie percent en voor de concurre rende uitvoerprijzen een van vijf per cent. Deze beide percentages zijn geba seerd op een onveranderde effectieve koers van de gulden ten opzichte van 1975. KOKEN No'lfir-I- i i ue-rro. 1 ■••i’ over GELD,_RE‘ v r|e 1 6? 838 DEN HAAG (ANP). Doordat sedert januari ook belasting is verschuldigd voor op de weg stilstaande personenau to’s en motorrijwielen kon de controle op de betaling van de belasting worden geïntensiveerd. In de toelichting op zijn begroting deelt minister Duisenberg van Financiën mee dat naast de bekende fotografische controle de ambtenaren van de motorrij tuigenbelasting nu ook andere technie ken Jjantereh, zoals bijvoorbeeld het in spreken van gegevens van auto’s op geluidsbanden. Deze techniek wordt on der meer gebruikt bij het controleren van stilstaande motorrijtuigen. Ook amb tenaren van de douane uit het hele land zijn bij de controle ingeschakeld. Zij noteren de gegevens vani auto’s zowel aan de grens als in het binnenland. Deze vorm van visuele controle is weliswaar minder massaal dan de fotografische controle, maar opent wel mogelijkheden voor een selectieve aanpak. Bovendien is de samenwerking met de politie-instanties geïntensiveerd en wor den boekenonderzoeken ingesteld bij on- dermeningen en instanties die over een wagenpark beschikken. Overleg met het ministerie van Verkeer en Water staat en met de daaronder gestructu reerde rijksdienst voor het wegvervoer heeft ertoe geleid dat de uitwisseling van gegevens tussen genoemde dienst en het Centraal Bureau Mortorrijtuigenbe- lasting op korte termijn zal worden geautomatiseerd. Dan nog treedt geen volledige com pensatie op voor het lage peil van de arbeidsproduktiviteit in 1975. In dit licht beschouwd is de geraamde werkgelegen- heidsdaling wellicht te optimistisch, al dus het CPB. Niettemin loopt reeds onder deze omstandigheden de werkloos heid op tot een niveau van gemiddeld tweehonderdveertigduizend manjaren. Dit zou overigens wel betekenen dat de (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG. De regering legt ons voor 1976 weinig extra geldelijke lasten op. De overheid geeft en neemt volgend jaar ongeveer gelijke bedragen, zodat het Nederlandse volk uiteindelijk slechts 0,1 percent van het nationale inkomen extra aan Den Haag moet afdragen. De rijksbe- groting geeft dan ook voor volgend jaar een ongekend groot tekort te zien. Men acht dit tekort echter acceptabel in verband met de stagnerende economie. Om daaraan wat te doen, legt de regering alle aandacht op de bevordering van de werkgelegenheid. Niettemin rekent ze toch op een toename van de werkloosheid tot gemiddeld 240.000. PTT RENTE l 1241 werkloosheid gaat stijgen. De produktie- en werkgelegenheids ontwikkeling monden uit in een verbe tering van de arbeidsproduktiviteit met viereneenhalf a vijf percent. Dit cijfer is mogelijk nog onderschat. De implicatie van deze raming is nl. dat de vrij grote onzichtbare arbeidsreserve binnen het bedrijfsleven nog niet geheel ir verdwe nen. (Bovendien, zo tekent het CPB in een voetnoot hierbij aan, doet zich de bijzondere omstandigheid voor dat 1976 vrij veel meer werkdagen telt dan 1975). Met het genoemde produktiviteitsac- cres correspondeert een verbetering van het netto nationale produkt per werken de van vier percent. Met inbegrip van een ruilvoetwinst ontstaat dan een reële inkomensstijging per werkende Van iets meer dan vijf percent. Zonder vooruit te willen lopen op de exacte inhoud van het arbeidsvoorwaar denbeleid voor 1976, zo zegt het CPB, zou deze raming inhouden dat de initiële contractloonstijging (stijging bij het be gin van een nieuwe CAO - red.) op nul wordt gesteld, aangenomen dat de inci dentele looncomponent beperkt blijft tot een half procent en dat in de compensa tie voor de prijsstijging een drempel wordt ingecalculeerd. (In een voetnoot tekent het CPB hierbij aan: op basis van de nieuwe prijsindex van het CBS. waaruit invloeden van o.a. de indirecte belastingen zijn geëlimineerd)- Gegeven de nominale loonstijging en de toeneming van lasten is de reëel beschikbare inkomensverbetering voor de modale werknemer van verwaarloos bare omvang (modale werknemer is ge huwd, heeft twee kinderen en een inko men juist beneden de grens voor de ziektekosten). Omzetbelasting ca.25ct. Loon belasting ca.3*tct. Ondanks de geringere groei acht het kabinet een bescheiden stijging van het reëel vrij beschikbare inkomen per werknemer mogelijk. ondernemers hoeven voortaan pas over hun bedrijfsvermogen boven de f 90.000 vermogensbelasting te betalen was 50 mille kost de schatkist 15 miljoen; DEN HAAG. Het kabinet-Den Uyl zet volgend jaar de herverdeling van inkomens door. Gemiddeld zouden we er allemaal nul tot een half percent in netto besteedbaar inkomen op vooruit kunnen gaan. In werkelijkheid krijgen de inkomens beneden de ongeveer 25 mille er 2,5 percent bjj. Dat moet „be taald” worden door de hogere salarissen, die er netto op achteruit zullen gaan. Dit bleek uit de toelichting die minis- y ter dr. Duisenberg (Financiën) gaf op de persconferentie waar hij de miljarden- nota-1976 presenteerde. De minister wees erop dat drie problemen het kabinet dwars zitten, namelijk: de te verwachten verdere afbrokke ling van de werkgelegenheid; De inkomsten van dr. Duisenberg, mi nister van Financiën, belopen 62,8 mil jard. Hij en zijn coliega-ministers gaan 77,9 miljard uitgeven, zodat een tekort van 15,1 miljard resulteert. Twee derde deel van dat bedrag houdt verband met de conjuncturele (tijdelijke) terugval van onze economie. De rest wil Duisen berg lenen of financieren door meer geld in omloop te brengen. DEN HAAG (ANP). Ondanks ongekend grote vraaguitval uit het bui tenland volgens de minister zeker f 10 miljard zal de betalingsbalans voor 1975 een overschot van ongeveer 4 miljard te zien geven. Voor 1976 raamt het Centraal Planbureau een overschot van ongeveer 7 miljard. Deze overschotpositie is in sterke mate beïn vloed door het lage peil van het volume van de invoer tengevolge van de recessie enerzijds en door de verbetering van de ruilvoet zowel bij goederen als bij de diesten anderzijds. voor het beleid op langere termijn pre senteert de regering boven de structure le begroting 1976 en boven de al lopende conjunctuurmaatregelen een extra sti- muleringsprogram van 3 miljard- De daarin begrepen lastenverlichtingen zul len een bijdrage moeten leveren aan een matiging van de arbeidskostenontwikke ling in 1976. De daarnaast in het pro gramma opgenomen uitgavenvergroting is vooral bestemd voor steunverlening aan bedrijven en het verbeteren van de aanpassing van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, terwijl daarnaast gelden worden uitgetrokken voor bestrijding van de werkloosheid in de bouw, met name in de zwaarst getroffen regio’s. „Het in deze nota ontvouwde beleid brengt zeker grote risico’s met zich mee, vooral met betrekking tot de financie ring van het begrotingstekort. Het alter natief is berusten in een aanzienlijk lagere groei, hogere werkloosheid en aantasting van de voor zovelen in onze samenleving wezenlijke overheidsvoor zieningen. De Regering verwerpt dit al ternatief en aanvaardt de risico’s,” aldus dr. Duisenberg. Wanneer daarin een eerste aanzet mag worden gezien voor een ontwikkeling op middellange termijn, die zou kunnen doorzetten, dan zijn de perspectieven voor de middellange termijn minder somber. Daarmee is nl. voldaan aan een belangrijke voorwaarde voor de realise ring van de 3,75 percent groei per jaar die aan de budgetuimte ten grondslag ligt. DIV.UIT-IbUITENL. LAND- fjUSTITIEl ALG. IsOCIAL IVERKEERlCyLTUURlvOLKS lONDER- GAVEN ZAKEnUBOUWEN enPO- BE- ZAKEN enWATER' RECREAT HU'SV. W'JSen 6330 IV'SSER’J LUIE STUUR en STAAT ,C1C 6336 WETENS. pareJ M6 I 3486 2724 |yOLfó6| 6078 l&IS [19.180 een nog steeds te hoge prijsstijging (inflatie); een verder inzakken van de groei van het nationale inkomen. Alles wordt er in 1976 op gericht om de groei van wat we allemaal samen verdienen óp 3,75 percent te brengen. De automatisch optredende groei van de collectieve lasten (onderwijs, woning bouw e.d.) plus een uitbreiding van der gelijke uitgaven met een percent per jaar, laten voor de individuele burger de komende jaren gemiddeld hoogstens een half percent stijging van het netto be steedbaar inkomen over. Voordat het zover is, zal er echter gesneden moeten worden in de sociale voorzieningen. Volgend jaar zal daar echter, zo blijkt uit de begrotingsstuk ken, nog niet veel van komen. Voor 1977 en daarna heeft men wel concrete plan nen. Het is niet eenvoudig om de beleids ombuigingen (lees: bezuinigingen) waar toe de afgelopen weken in het kabinet is licht ook iets minder zwaar te worden getild aan de omvangrijke monetaire financiering van de overheid in 1976. Deze verdient zich dan als het ware vanzelf in, aldus het CPB in zijn samen vatting van de MEV, zoals de Macro Economische Verkenning pleegt te wor den aangeduid. (De arbeidsinkomensquo te is het gedeelte van de toegevoegde waarde dat als arbeidsinkomen wordt betaald). Het CPB merkt in de MEV verder o.m. op dat recessieve tendenties nog de overheid hadden op het moment dat de projecties voor 1976 door bet bureau belastingheffing op AOW-uitkeringen die tot nu toe vrijgesteld waren; op brengst minimaal, omdat de uitkeringen navenant omhoog zullen Aanzienlijk zwakker is echter de vo- lumebeweging van de binnenlandse af zet. De uitbreiding hiervan bedraagt slechts anderhalf percent. Deze beschei den groei komt geheel voor rekening van de consumptie (van gezinnen zowel als overheid) die beide met drie percent toenemen, en van de stijging van de overheidsinvesteringen die vier percent bedraagt. De investeringen in woningen daarentegen lopen verder terug. Welis- Xvaar werd verondersteld dat het aantal in aanbouw te nemen woningen toe neemt, maar de hiermee gepaard gaande bestedings- en produktie-effecten wor den grotendeels pas in 1977 zichtbaar. Sterk is de verdere daling van de bedrijfsinvesteringen. Van doorslagge- (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG Het beeld van onze economie geeft weinig reden tot voldoening, zo zegt het Centraal Planbureau in zijn Economische Verkenning. Het produktieherstel is slechts van beperkte omvang, de be drijfsinvesteringen blijven voors hands dalen. De werkloosheid wordt nog groter en is wellicht nog onderschat. De prijsstijging blijft omvangrijk. Bovendien is het finan cieringstekort van de overheid groot, met implicaties voor de fi nanciering daarvan die niet geheel kunnen worden overzien. bejaarden en weduwen met relatief geringe bijverdiensten worden verlost van het extreem hoge (vaak 80 percent belopende) tarief van de inkomstenbe lasting; ze gaan het normale tarief beta len dat voor hun inkomen geldt (vaak 20 percent, kosten 335 miljoen; de ziekenfondstarieven voor bejaar den kunnen wat stagneren, aangezien de overheid hier 220 miljoen gaat stor ten; de inflatiecorrectie gaat voor alle inkomens beneden ongeveer 45 mille netto belastbaar vrijwel geheel (80 pro cent) door, zodat het rijk 1700 miljoen mist; het minimum van de zgn. vaste reiskostenaftrek gaat van f 100 naar f 150, ook de hogere toegestane aftrekba re bedragen gaan alle met 50 gulden weer omhoog; kosten 50 miljoen; werkgevers mogen bij gelegenheid van feestdagen voortaan 50 gulden (was 25) per werknemer aan geschenken uit delen, hetgeen de schatkist vijf miljoen kost; het voor kleine zelfstandige onderne mers geldende percentage dat zij fiscaal vrij mogen verdienen voor de vorming van een pensioenreserve, gaat van 10 naar 11,5 percent; kosten 65 mil joen; Div colbcL VennóolscKAl Dtö tbelasting ca<a 10 belastbaar; opbrengst van maatregelen: 715 miljoen; prijsverhogingen van het aardgas met gemiddeld 3,5 cent per kubieke meter, hetgeen volgend jaar 1100 miljoen op brengt vende betekenis acht het CPB hierbij het zeer lage peil van de winst- en rendementsposities in 1975. Ten dele houdt dit lage peil verband met de onderbezetting van de produktiecapaci- teit. Uit dien hoofde zijn daarom evenmin stimulansen te verwachten, te meer niet omdat de projecties voor 1976 nauwe lijks uitzicht bieden op een verbetering van de bezettingsgraad. Onder deze om standigheden dient met een teruggang van tenminste vijf percent te worden gerekend. Een aanzienlijk grotere daling is echter niet uitgesloten, al kunnen o.a. het beleid van de overheid ten aanzien van individuele bedrijven en het nieuwe instrument van financiering via achter gestelde leningen steun aan het verloop der investeringen bieden. vrijwel gaan; verhoging van het hoge btw-tarief, dat op 1 juli van 16 naar 18 percent springt; opbrengst in ’75 een half mil jard; extra prijsstijgingO.4 percent; verdubbeling va de accijnzen op wijn en verhoging van de alcoholaccijns met 32 procent; opbrengst 225 mil joen; hogere accijnzen op rookartikelen, opbrengst 75 miljoen; een verhoging met bijna 50 percent van de hoofdsom van de motorrijtuigen belasting, plus een verzwaring voor duurdere merken, levert volgend jaar 440 miljoen op; 65 miljoenkomt ten slotte binnen dank zij het optrekken van het tarief voor de assurantiebelasting van 4 naar 6 perpent.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 18