Particuliere consumptie zal
vermoedelijk aantrekken
Belastingvoor- en nadelen ongeveer even groot
Injectie van 3 mid.
inkomen iets hoger
1
Overschot op
betalingsbalans
Ondanks minieme stijging nationaal inkomen
f 4 miljard
Wegenbelasting
scherper onder
controle
H a LI ill
I
w
•«tas
CENTRAAL PLANBUREAU: STRUCTURELE TRENDS BELEMMEREN HERSTEL ECONOMIE
DUISENBERG SOMBER
D I
18
19 7 5
1 6
SEPTEMBER
Financiën
DINSDAG
Herstel
Consumptiegroei
Inkomensverschil
STAAT
II
O
J
UITGAVEN 77909
INKOMSTEN 62838
liïïiïïr
'i
0
o
I
i
I
DE INKOMSTEN EN UIIGAVEN VAN Dl
Verzwaringen
HOE DE STAAT 1 GOLDEN ONTVANGT
3_£-
M IH1 llllll
Verlichtingen
Arbeidskosten stijgen minder dan produktiviteit
geleidelij k
minder
snel
De binnen- en buitenlandse afzet sa-
e
Van dit gezichtspunt uit behoeft wel-
p
Li
In ’76 weinig extra lasten
i
v<
ja
is
gi
o]
8U98
deze
twee
omhoog
7845
gelegenheid.
verband
met de uitgangspunten
In
Lagere inkomens krijgen extra
de
(Van onze parlementsredactie)
van
a
ri
e
ti
Dit beeld voor de korte termijn, aldus
het CPB. wordt sterk bepaald door het
verloop van de buitenlandse conjunc
tuur. Maar het kan evenmin los worden
gezien van een aantal structurele trends
in onze economie die in het Centraal
Economisch Plan 1975 werden geschetst.
De ruilvoetverbetering is in belangrij
ke mate een gevolg van de prijsstijging
van het geëxporteerde aardgas. Het te
ruglopen van de aardgasbaten zal over
enkele jaren een negatieve invloed op
het saldo van de lopende rekening uitoe
fenen dus tot aanpassing in het produk-
tie- en bestedingspatroon moeten leiden.
Het overschot op de lopende rekening
vloeit voor een belangrijk deel via de
kapitaalrekening weer terug naar het
buitenland door de financiering van de
ontwikkelingshulp en de particuliere ka-
pitaalsuitvoer.
KOSTPR'JS-
VERHOGENK
BELASTING
25 975
de overheid laat 30 miljoen schieten
door gezinnen waar de vrouw invalide is
en een uitkering geniet, fiscaal soepeler
te behandelen;
voor ondernemers wier rouw in het
bedrijf meewerkt, komt tien miljoen be-
V/INST EN'
VERMOGEN
34735
IDEFEN-
SIE
LUISTER
GELD, RE
CLAME
500
Niettegenstaande dit geringe resultaat,
aldus het CPB, treedt toch enige verdere
verkleining van inkomensverschillen op.
Deze wordt bewerkstelligd door de voor
nemens omtrent de directe belastingen
in het kader van het dekkingsplan en de
inflatiecorrectie, waardoor de hogere in
komens zwaarder worden getroffen dan
de lagere.
INKOMSTEN
UIT DE DO
MEINEN
EN F.B.
846
g
Cl
V
li
V
1
t<
S
a;
m
in
ni
h<
oi
la
ui
a<
m
k<
m
b(
b<
d(
O’
L
N
a;
bi
ei
o<
si
w
H
le
ni
le
k<
VI
b:
v;
hi
v<
k<
v;
ki
T€
U
k]
v<
tc
T(
le
P
w
lalrpGPl^fi envoor
I.
pakket, zal het volume van de goederen-
uitvoer met negen percent toenemen.
Dit betekent bij benadering een gelijk
blijvend aandeel in de wereldhandel-
DEN HAAG. Minister Duisenberg
van Financiën schetst in de Miljoenen
nota een somber beeld van de economi
sche situatie in 1975 en van de vooruit
zichten voor 1976. De laatste worden
gekenmerkt door een sterke verdere toe
neming van de werkloosheid, een nog
steeds hoog inflatietempo en een inzak
ken van de groei van het reële nationale
inkomen.
besloten, uit de begrotingsstukken te vis
sen. Duisenberg wees er tijdens de bij
eenkomst met de pers op, dat vooral de
departementen Onderwijs, Wetenschap
pen, Volkshuisvesting, Defensie en Ver
keer en Waterstaat een bijdrage moeten
leveren.
In het afgelopen jaar heeft de consu
ment nationaal-economisch gezien ver
keerd gereageerd op de plannen van de
regering. Die verlaagde de loon- en in
komstenbelastingen om de consumptie
(en, daarmee de werkgelegenheid) wat op
te vijzelen. Maar de mensen gingen
meer sparen. Duisenberg wees erop dat
walt genoemd werd de „mislukking van
zijn beleid”, vergeleken met het buiten
land nogal meevalt, omdat de consump
tie hier reëel met 2,5 percent toenam,
hetgeen aan de hoge kant ligt.
De regering geeft momenteel enorme
bedragen uit aan de rechtstreekse finan
ciering van de sociale lasten. De kinder
bijslag kost in 1976, om maar een voor
men nemen met drieëneenhalf a vier
percent in volume toe. Hiermee corres
pondeert voor de totale bedrijvensector
een produktiestijging van vier percent.
Voor de bouwnijverheid ligt daarin een
stabilisatie van de produktie besloten. De
produktie in totaal vergt geen uitbrei
ding van de werkgelegenheid. Integen
deel, er dient ernstig rekening te worden
gehouden met een voortgezette inkrim
ping Deze is op bijna één percent be
groot.
Het betreft hier de problematiek van
arbeidsplaatsen, reële arbeidskosten, kri
tisch niveau van de arbeidsinkomens
quote en relatieve hoogte der investerin
gen. Deze trends buigen niet spontaan
om. Zij worden in enkele opzichten
wellicht nog versterkt door de huidige
recessie, in zoverre als aanvankelijk
conjuncturele werkloosheid een structu
reel karakter krijgt doordat arbeids
plaatsen definitief verloren gaan.
Anderzijds laten de kerngegevens voor
1976 zien dat de stijging van de reële
arbeidskosten beneden die van de ar-
beidsproduktiviteit ligt. Daarmee corres
pondeert enige daling van de arbeidsin
komensquote en een, overigens nog
zwak, winstherstel.
Aan belastingverzwaringen noemen we
een verhoging van alle tarieven
behalve het lage 20 percentsarief
voor de loon- en inkomstenbelasting met
één percent.
het niet toepassen van de inflatiecor
rectie (verlaging van de belastingen als
gevolg van de geldontwaarding) voor de
inkomens boven ruwweg 45.000 gulden
zeer
waarschijnlijk ongewijzigd, mits verho
gingen van de olieprijzen achterwege
schikbaar om hun positie aan te passen
bij die van werknemers;
vijf miljoen gaat weg aan een versoe
peling van de regeling waarbij onderne
mers hun gemiddelde inkomen bereke
nen;
de voor 1975 (sedert 1 april) geldende,
tijdelijke verlaging van loon- en inkom
stenbelasting, zelfstandigenaftrek en an
dere ondernemersbelastingen wordt ver
lengd, hetgeen op jaarbasis bijna 900
miljoen scheelt.
beeld te noemen, 1100 miljoen aan be
lastinggeld. De minister wilde niet zeg
gen of, en zo ja, hoe hij in de komende
jaren. wanneer de economie weer wat is
aangetrokken, van deze stortingen af wil
komen.
Dr. Duisenberg erkent dat veel van
wat het kabinet voor ogen heeft, afhan
kelijk is van de (economische) ontwik
kelingen in het buitenland. Toch blijft
hij van mening dat de miljarden-dnjec-
ties van 1975 en volgend jaar de (con
juncturele) tijdelijke inzinking van de
welvaart voor een flink deel wegwer
ken.
Voor het herstel van de investeringen
is, aldus de minister, vooral de afzetver-
wachting van de ondernemers bepalend.
De financieringsmogelijkheden die
momenteel teruglopen omdat de winsten
al enige jaren afbrokkelen komen op
de tweede plaats. Ondernemers die afzet
zien, weten wel geld te vinden, zo rede
neert de bewindsman van Financiën.
Voor de particuliere consumptie lijkt
een hernieuwde expansie overigens ta
melijk zeker want aankopen van duur
zame consumptiegoederen worden niet
onbeperkt uitgesteld. De directe over
heidsbestedingen trekken eveneens aan,
maar worden duidelijk begrensd door
stijgende financieringskosten. Tenslotte
ontstaan ook impulsen door voorraad-
a an vullingen.
Onder deze omstandigheden acht het
CPB een uitbreiding van de wereldhan
del met acht percent mogelijk, althans
wanneer de wereldhandel reeds in de
laatste maanden van 1975 een opwaartse
beweging zal laten zien. Uitgaande van
enig herstel ook van winstmarges zou
den de ingevoerde eindprodukten met
zes percent in prijs stijgen.
De grondstoffenprijzen blijven
waarschijnlijk ongewijzigd,
A (voorafk.)
1976
werden afgesloten.
Er zijn echter aanwijzingen dat enig
herstel op komst is. Veel, zo niet alles,
hangt daarbij af van de komende ont
wikkelingen in het buitenland- Hetgeen
tevens betekent dat de ramingen met
een grote onzekerheidsmarge zijn omge
ven,” aldus het CPB.
De voorspelling van het verloop van
de buitenlandse conjunctuur is immers,
blijkens de ervaring in het afgelopen
jaar, bijzonder moeilijk. Voor 1976
wordt in elk geval geen sterke opleving
van de wereldhandel voorzien. Nog afge
zien van de precaire positie van de
ontwikkelingslanden die geen olie pro
duceren. is het draagvlak van het her
stel in de industriële landen beperkt (de
bedrijfsinvesteringen en de woningbouw
dragen hiertoe bijv, nauwelijks bij).
Met een nominale loonontwikkeling
van negeneenhalf a tien percent corres
pondeert een consumptieprijsstijging van
acht a negen percent. Uit de loon- en
prijsontwikkeling resulteert een reële
arbeidskostenstijging van drie percent,
die daarmee geringer is dan het produk-
tiviteitsaccres van viereneenhalf a vijf
percent. Dienovereenkomstig daalt de
gecorrigeerde arbeidsinkomensquote, al
blijft deze op een gevaarlijk hoog peil
met alle risico’s van dien voor het
verdere verloop van de werkgelegenheid.
BELASTING ONVANGSTEN OPBRENGST,
OP INKOMEN UIT HET
WINST EN' MINWEZEN
5683
Naar het zich nu laat aanzien op basis
van zeer recent verkregen gegevens zul
len deze tendenties zich ook in latere
jaren voortzetten. Teneinde dit te voorko
men lijkt bijstelling van het regerings
beleid aan een lagere groei onvermijde
lijk. Hoge prioriteit geeft de regering
aan maatregelen ter voorkoming van
een verdere afbrokkeling van de werk-
Op basis van de uitgangspunten die in
de Macro Economische Verkenning na
der worden omschreven mag enig her
stel van de binnenlandse conjunctuur
worden verwacht. Het is vooral de bui
tenlandse afzet die ertoe bijdraagt dat
de produktie zich weer in opgaande lijn
gaat bewegen. Onder invloed van de
aantrekkende wereldhandel en gelet ook
op het relatief omvangrijke aandeel van
een aantal basisgoederen in ons export-
I
blijven. Voor onze totale invoer resul
teert dan een gemiddelde prijsstijging
van drie percent en voor de concurre
rende uitvoerprijzen een van vijf per
cent. Deze beide percentages zijn geba
seerd op een onveranderde effectieve
koers van de gulden ten opzichte van
1975.
KOKEN No'lfir-I-
i i ue-rro. 1
■••i’ over
GELD,_RE‘ v r|e
1
6? 838
DEN HAAG (ANP). Doordat sedert
januari ook belasting is verschuldigd
voor op de weg stilstaande personenau
to’s en motorrijwielen kon de controle
op de betaling van de belasting worden
geïntensiveerd.
In de toelichting op zijn begroting
deelt minister Duisenberg van Financiën
mee dat naast de bekende fotografische
controle de ambtenaren van de motorrij
tuigenbelasting nu ook andere technie
ken Jjantereh, zoals bijvoorbeeld het in
spreken van gegevens van auto’s op
geluidsbanden. Deze techniek wordt on
der meer gebruikt bij het controleren
van stilstaande motorrijtuigen. Ook amb
tenaren van de douane uit het hele land
zijn bij de controle ingeschakeld. Zij
noteren de gegevens vani auto’s zowel
aan de grens als in het binnenland. Deze
vorm van visuele controle is weliswaar
minder massaal dan de fotografische
controle, maar opent wel mogelijkheden
voor een selectieve aanpak.
Bovendien is de samenwerking met de
politie-instanties geïntensiveerd en wor
den boekenonderzoeken ingesteld bij on-
dermeningen en instanties die over een
wagenpark beschikken. Overleg met
het ministerie van Verkeer en Water
staat en met de daaronder gestructu
reerde rijksdienst voor het wegvervoer
heeft ertoe geleid dat de uitwisseling
van gegevens tussen genoemde dienst en
het Centraal Bureau Mortorrijtuigenbe-
lasting op korte termijn zal worden
geautomatiseerd.
Dan nog treedt geen volledige com
pensatie op voor het lage peil van de
arbeidsproduktiviteit in 1975. In dit licht
beschouwd is de geraamde werkgelegen-
heidsdaling wellicht te optimistisch, al
dus het CPB. Niettemin loopt reeds
onder deze omstandigheden de werkloos
heid op tot een niveau van gemiddeld
tweehonderdveertigduizend manjaren.
Dit zou overigens wel betekenen dat de
(Van onze parlementsredactie)
DEN HAAG. De regering legt ons voor 1976 weinig extra geldelijke
lasten op. De overheid geeft en neemt volgend jaar ongeveer gelijke
bedragen, zodat het Nederlandse volk uiteindelijk slechts 0,1 percent
van het nationale inkomen extra aan Den Haag moet afdragen. De rijksbe-
groting geeft dan ook voor volgend jaar een ongekend groot tekort te
zien. Men acht dit tekort echter acceptabel in verband met de stagnerende
economie. Om daaraan wat te doen, legt de regering alle aandacht op de
bevordering van de werkgelegenheid. Niettemin rekent ze toch op een
toename van de werkloosheid tot gemiddeld 240.000.
PTT
RENTE l
1241
werkloosheid
gaat stijgen.
De produktie- en werkgelegenheids
ontwikkeling monden uit in een verbe
tering van de arbeidsproduktiviteit met
viereneenhalf a vijf percent. Dit cijfer is
mogelijk nog onderschat. De implicatie
van deze raming is nl. dat de vrij grote
onzichtbare arbeidsreserve binnen het
bedrijfsleven nog niet geheel ir verdwe
nen. (Bovendien, zo tekent het CPB in
een voetnoot hierbij aan, doet zich de
bijzondere omstandigheid voor dat 1976
vrij veel meer werkdagen telt dan 1975).
Met het genoemde produktiviteitsac-
cres correspondeert een verbetering van
het netto nationale produkt per werken
de van vier percent. Met inbegrip van
een ruilvoetwinst ontstaat dan een reële
inkomensstijging per werkende Van iets
meer dan vijf percent.
Zonder vooruit te willen lopen op de
exacte inhoud van het arbeidsvoorwaar
denbeleid voor 1976, zo zegt het CPB,
zou deze raming inhouden dat de initiële
contractloonstijging (stijging bij het be
gin van een nieuwe CAO - red.) op nul
wordt gesteld, aangenomen dat de inci
dentele looncomponent beperkt blijft tot
een half procent en dat in de compensa
tie voor de prijsstijging een drempel
wordt ingecalculeerd. (In een voetnoot
tekent het CPB hierbij aan: op basis van
de nieuwe prijsindex van het CBS.
waaruit invloeden van o.a. de indirecte
belastingen zijn geëlimineerd)-
Gegeven de nominale loonstijging en
de toeneming van lasten is de reëel
beschikbare inkomensverbetering voor
de modale werknemer van verwaarloos
bare omvang (modale werknemer is ge
huwd, heeft twee kinderen en een inko
men juist beneden de grens voor de
ziektekosten).
Omzetbelasting
ca.25ct.
Loon
belasting
ca.3*tct.
Ondanks de geringere groei acht het
kabinet een bescheiden stijging van het
reëel vrij beschikbare inkomen per
werknemer mogelijk.
ondernemers hoeven voortaan pas
over hun bedrijfsvermogen boven de
f 90.000 vermogensbelasting te betalen
was 50 mille kost de schatkist 15
miljoen;
DEN HAAG. Het kabinet-Den Uyl
zet volgend jaar de herverdeling van
inkomens door. Gemiddeld zouden
we er allemaal nul tot een half percent
in netto besteedbaar inkomen op vooruit
kunnen gaan. In werkelijkheid krijgen
de inkomens beneden de ongeveer 25
mille er 2,5 percent bjj. Dat moet „be
taald” worden door de hogere salarissen,
die er netto op achteruit zullen
gaan.
Dit bleek uit de toelichting die minis-
y ter dr. Duisenberg (Financiën) gaf op de
persconferentie waar hij de miljarden-
nota-1976 presenteerde. De minister wees
erop dat drie problemen het kabinet
dwars zitten, namelijk:
de te verwachten verdere afbrokke
ling van de werkgelegenheid;
De inkomsten van dr. Duisenberg, mi
nister van Financiën, belopen 62,8 mil
jard. Hij en zijn coliega-ministers gaan
77,9 miljard uitgeven, zodat een tekort
van 15,1 miljard resulteert. Twee derde
deel van dat bedrag houdt verband met
de conjuncturele (tijdelijke) terugval
van onze economie. De rest wil Duisen
berg lenen of financieren door meer
geld in omloop te brengen.
DEN HAAG (ANP). Ondanks
ongekend grote vraaguitval uit het bui
tenland volgens de minister zeker
f 10 miljard zal de betalingsbalans
voor 1975 een overschot van ongeveer
4 miljard te zien geven. Voor 1976
raamt het Centraal Planbureau een
overschot van ongeveer 7 miljard. Deze
overschotpositie is in sterke mate beïn
vloed door het lage peil van het volume
van de invoer tengevolge van de recessie
enerzijds en door de verbetering van de
ruilvoet zowel bij goederen als bij de
diesten anderzijds.
voor het beleid op langere termijn pre
senteert de regering boven de structure
le begroting 1976 en boven de al lopende
conjunctuurmaatregelen een extra sti-
muleringsprogram van 3 miljard- De
daarin begrepen lastenverlichtingen zul
len een bijdrage moeten leveren aan een
matiging van de arbeidskostenontwikke
ling in 1976. De daarnaast in het pro
gramma opgenomen uitgavenvergroting
is vooral bestemd voor steunverlening
aan bedrijven en het verbeteren van de
aanpassing van vraag en aanbod op de
arbeidsmarkt, terwijl daarnaast gelden
worden uitgetrokken voor bestrijding
van de werkloosheid in de bouw, met
name in de zwaarst getroffen regio’s.
„Het in deze nota ontvouwde beleid
brengt zeker grote risico’s met zich mee,
vooral met betrekking tot de financie
ring van het begrotingstekort. Het alter
natief is berusten in een aanzienlijk
lagere groei, hogere werkloosheid en
aantasting van de voor zovelen in onze
samenleving wezenlijke overheidsvoor
zieningen. De Regering verwerpt dit al
ternatief en aanvaardt de risico’s,” aldus
dr. Duisenberg.
Wanneer daarin een eerste aanzet mag
worden gezien voor een ontwikkeling op
middellange termijn, die zou kunnen
doorzetten, dan zijn de perspectieven
voor de middellange termijn minder
somber. Daarmee is nl. voldaan aan een
belangrijke voorwaarde voor de realise
ring van de 3,75 percent groei per jaar
die aan de budgetuimte ten grondslag
ligt.
DIV.UIT-IbUITENL. LAND- fjUSTITIEl ALG. IsOCIAL IVERKEERlCyLTUURlvOLKS lONDER-
GAVEN ZAKEnUBOUWEN enPO- BE- ZAKEN enWATER' RECREAT HU'SV. W'JSen
6330 IV'SSER’J LUIE STUUR en STAAT ,C1C 6336 WETENS.
pareJ M6 I 3486 2724 |yOLfó6| 6078 l&IS [19.180
een nog steeds te hoge prijsstijging
(inflatie);
een verder inzakken van de groei van
het nationale inkomen.
Alles wordt er in 1976 op gericht om
de groei van wat we allemaal samen
verdienen óp 3,75 percent te brengen. De
automatisch optredende groei van de
collectieve lasten (onderwijs, woning
bouw e.d.) plus een uitbreiding van der
gelijke uitgaven met een percent per
jaar, laten voor de individuele burger de
komende jaren gemiddeld hoogstens een
half percent stijging van het netto be
steedbaar inkomen over.
Voordat het zover is, zal er echter
gesneden moeten worden in de sociale
voorzieningen. Volgend jaar zal daar
echter, zo blijkt uit de begrotingsstuk
ken, nog niet veel van komen. Voor 1977
en daarna heeft men wel concrete plan
nen. Het is niet eenvoudig om de beleids
ombuigingen (lees: bezuinigingen) waar
toe de afgelopen weken in het kabinet is
licht ook iets minder zwaar te worden
getild aan de omvangrijke monetaire
financiering van de overheid in 1976.
Deze verdient zich dan als het ware
vanzelf in, aldus het CPB in zijn samen
vatting van de MEV, zoals de Macro
Economische Verkenning pleegt te wor
den aangeduid. (De arbeidsinkomensquo
te is het gedeelte van de toegevoegde
waarde dat als arbeidsinkomen wordt
betaald).
Het CPB merkt in de MEV verder
o.m. op dat recessieve tendenties nog de
overheid hadden op het moment dat de
projecties voor 1976 door bet bureau
belastingheffing op AOW-uitkeringen
die tot nu toe vrijgesteld waren; op
brengst minimaal, omdat de uitkeringen
navenant omhoog zullen
Aanzienlijk zwakker is echter de vo-
lumebeweging van de binnenlandse af
zet. De uitbreiding hiervan bedraagt
slechts anderhalf percent. Deze beschei
den groei komt geheel voor rekening
van de consumptie (van gezinnen zowel
als overheid) die beide met drie percent
toenemen, en van de stijging van de
overheidsinvesteringen die vier percent
bedraagt. De investeringen in woningen
daarentegen lopen verder terug. Welis-
Xvaar werd verondersteld dat het aantal
in aanbouw te nemen woningen toe
neemt, maar de hiermee gepaard gaande
bestedings- en produktie-effecten wor
den grotendeels pas in 1977 zichtbaar.
Sterk is de verdere daling van de
bedrijfsinvesteringen. Van doorslagge-
(Van onze parlementsredactie)
DEN HAAG Het beeld van
onze economie geeft weinig reden
tot voldoening, zo zegt het Centraal
Planbureau in zijn Economische
Verkenning. Het produktieherstel is
slechts van beperkte omvang, de be
drijfsinvesteringen blijven voors
hands dalen. De werkloosheid
wordt nog groter en is wellicht nog
onderschat. De prijsstijging blijft
omvangrijk. Bovendien is het finan
cieringstekort van de overheid
groot, met implicaties voor de fi
nanciering daarvan die niet geheel
kunnen worden overzien.
bejaarden en weduwen met relatief
geringe bijverdiensten worden verlost
van het extreem hoge (vaak 80 percent
belopende) tarief van de inkomstenbe
lasting; ze gaan het normale tarief beta
len dat voor hun inkomen geldt (vaak
20 percent, kosten 335 miljoen;
de ziekenfondstarieven voor bejaar
den kunnen wat stagneren, aangezien
de overheid hier 220 miljoen gaat stor
ten;
de inflatiecorrectie gaat voor alle
inkomens beneden ongeveer 45 mille
netto belastbaar vrijwel geheel (80 pro
cent) door, zodat het rijk 1700 miljoen
mist;
het minimum van de zgn. vaste
reiskostenaftrek gaat van f 100 naar
f 150, ook de hogere toegestane aftrekba
re bedragen gaan alle met 50 gulden
weer omhoog; kosten 50 miljoen;
werkgevers mogen bij gelegenheid
van feestdagen voortaan 50 gulden (was
25) per werknemer aan geschenken uit
delen, hetgeen de schatkist vijf miljoen
kost;
het voor kleine zelfstandige onderne
mers geldende percentage dat zij fiscaal
vrij mogen verdienen voor de vorming
van een pensioenreserve, gaat van 10
naar 11,5 percent; kosten 65 mil
joen;
Div colbcL
VennóolscKAl Dtö
tbelasting ca<a 10
belastbaar; opbrengst van
maatregelen: 715 miljoen;
prijsverhogingen van het aardgas met
gemiddeld 3,5 cent per kubieke meter,
hetgeen volgend jaar 1100 miljoen op
brengt
vende betekenis acht het CPB hierbij
het zeer lage peil van de winst- en
rendementsposities in 1975. Ten dele
houdt dit lage peil verband met de
onderbezetting van de produktiecapaci-
teit.
Uit dien hoofde zijn daarom evenmin
stimulansen te verwachten, te meer niet
omdat de projecties voor 1976 nauwe
lijks uitzicht bieden op een verbetering
van de bezettingsgraad. Onder deze om
standigheden dient met een teruggang
van tenminste vijf percent te worden
gerekend. Een aanzienlijk grotere daling
is echter niet uitgesloten, al kunnen o.a.
het beleid van de overheid ten aanzien
van individuele bedrijven en het nieuwe
instrument van financiering via achter
gestelde leningen steun aan het verloop
der investeringen bieden.
vrijwel
gaan;
verhoging van het hoge btw-tarief,
dat op 1 juli van 16 naar 18 percent
springt; opbrengst in ’75 een half mil
jard; extra prijsstijgingO.4 percent;
verdubbeling va de accijnzen op
wijn en verhoging van de alcoholaccijns
met 32 procent; opbrengst 225 mil
joen;
hogere accijnzen op rookartikelen,
opbrengst 75 miljoen;
een verhoging met bijna 50 percent
van de hoofdsom van de motorrijtuigen
belasting, plus een verzwaring voor
duurdere merken, levert volgend jaar
440 miljoen op;
65 miljoenkomt ten slotte binnen
dank zij het optrekken van het tarief
voor de assurantiebelasting van 4 naar 6
perpent.