Schilder-kastelein slaapt niet best op de Wallen De laatste autowachter t HELL’S ANGELS MAAR WEINIG IN HUN DURE HUIS Kaarten Rembrandthuis Bouwvallig 99 4t s-j CÉ I 4 kV i I A/geoieenL d - iiigv r' I 20 j <M<1 HET CLUBHUIS van de helse engelen zou je het Paradiso van het industriegebied Amstel kunnen noe men: een rose verfkwast is er over heen gegaan. Andere herkennings tekens: een verroest motorwrak, dat als een meloen op een paal is ge spiest en kennelijk als symbool van de vergankelijkheid dient en voorts hakenkruizen alsmede de medede ling dat het hier om de Mad Dogs gaat. Die, zo staat over een lengte van tien meter te lezen, best van een biertje houden. .RV UAXBFA AVA ONDER REDACTIE VAN ROLF STALLING^ HET STEEGJE ter hoogte van de Oude Zijds Achterburgwal 99 voert naar een vrolijk beschilderde binnenplaats met bloemen en beeldjes. Het café-terras heet Cul de Sac. Een Parijsachtig hoekje. „Het zet zich een beetje af tegen het geweld van de Wallen”, meent de 43-jarige kastelein- kunstschilder Jack de Rijk die deze stedebouwkundige mini-ingreep drie jaar geleden met hulp van de gemeente voor mekaar kreeg. „Dat kwam doordat ik bevriend was wam hg: r it Xxf"; B Jack de Rijk Hier in het centrum, daar uitge- een beetje uit lusië werd uitgenodigd i* De met gemeentesubsidie gebouwde Angels Place waar de grootste drukte alweer verleden tijd is. kunnen worden aangemerkt. Aan con versatie blijkt hij het gezelschap geen behoefte te bestaan. DE ONROEREND Goed Maatschappij van Jack van Zanten, die ooit mede werker was van Maup Caransa en geen onbekende is in de organisatorische voetballerijheeft het gebouw van het Algemeen Handelsblad (zie foto) aan de Nieuwe Zijds Voorburgwal gekocht. Tenminste als het complex tegen de grond gaat en hij er van de gemeente een nieuw pand mag bouwen. Daarin zijn dan kantoren, winkels en een coffeeshop gepland. Ook zou er weer plaats komen voor de Amsterdamse redactie van NRC/Handelsblad die nu nog in het oude gebouw zit. Conclusie: het gaat wel hard met de voormalige krantengebouwen in wat vroeger de Fleetstraat van Amsterdam werd genoemd. Eerst De Arbei derspers op het Hekelveld en nu dit. DE RESTAURATIE van het Rem brandthuis aan de Jodenbreestraat 4 zit er op. Het gebouw is er ook een expositieruimte rijker op geworden. Om dat te vieren is er van zaterdag tot half november een tentoonstelling die de historie van het huis wil illustreren. Het groeiende aantal be zoekers maakte een uitbreiding nood zakelijk en de oplossing werd in het BURGEMEESTER Samkalden opent volgende week woensdag in het Elseviergebouw aan de Jan van Ga lenstraat een expostitie over Amster damse kaartenmakers uit de 16de tot en met de 19de eeuw. Te zien zijn wandkaarten, plattegronden, atlassen en kaartboeken van groten op dit gebied als Blaeu, Janssonius, Hondius, De Wit, Visser en Bilhamer. In deze door de gemeente geplaatste barak aan de Wenckebachweg valt het vertier op een doordeweekse dag nogal tegen. De deuren staan open, maar er meldt zich niemand als ik aan de eigen handig in elkaar getimmerde tapkast een drankje wil bestellen. feestje in huize Salvador Dali, waar hij de stierenbekamper El Cordobés en ac trice Ava Gardner mocht ontmoeten. „Die Dali is een maffe vogel zeg. Hij maakt zijn schilderijen niet zelf want die man komt op alle party’s in de hele wereld en heeft er gewoon de tijd niet voor. Nee, hij maakt een schets en een mannetje of tien in witte jassen maakt dat af”. De Rijk stopte met de „race-troep” omdat hij van mening was dat het stupide was om daar eeuwig mee door te gaan. Voor z’n lol maakte hij nog wat landschapjes en bloempotjes. Inmiddels is het heilige vuur er weer en is hij bezig met het visueliseren van een soort Roller Balltoestand, die op het ogenblik volle bioscoopzalen trekt. „In Amerika heb je rolschaatsbanen voor vrouwen. Die zien er een beetje rugby achtig uit. De bedoeling van dat soort wedstrijden is dat ze elkaar helemaal mogen vernielen. Het is vechten op leven en dood. Dat geeft actie, hè?” Jack de Rijk pendelt op zijn manier tussen zijn woning en werk. Op de achtergrond de Magere Brug over de Amstel. EN AAN publiciteit evenmin. Afgezien dan van een dikbetaalde reportage in de Nieuwe Revue waarover men bij de gebeurt het HET NEEMT niet weg dat hij Jopie de Vries, de sexkoning van de Wallen een goede vriend noemt. „Ja, want met zijn sextheaters heeft hij de zaak clea ner gemaakt en meer gelokaliseerd. Het is niet meer de gemene pooier die je in je nek slaat. Bovendien heeft hij een zeer goed sociaal gevoel. Hij heeft een tent geopend God is mijn Burcht waar je voor niets kunt eten”. BURGEMEESTER en Wethouders hebben besloten om in slechte bouw blokken in de Indische buurt de erf- pachtsrechten van de huiseigenaren te beëindigen zodat de gemeente de grond in handen krijgt. De bedoeling is dat dan nieuwbouwplannen worden ontwikkeld. Deze aanpak wordt nodig geacht gezien de slechte situatie in de wijk. Een deel van de woonblokken is er zo slecht aan toe dat Bouw- en Woningtoezicht na een recent funde- ringsonderzoek „uiterst pessimistisch” is over de vraag of het opknappen nog wel een haalbare kaart is. Dat zou kapitalen kosten en B. en W. hebben zich daarom voor nieuwe hui zen uitgesproken. souterrain gevonden. Toen bleek ech ter dat het museum zo’n slechte fun dering had dat instorting dreigde. Omdat er geen fondsen waren deed de stichting een beroep op het pu bliek en met sukses, want een stun- actie leverde via onder andere de verkoop van 300 jaar oude plavuizen (veel geld op. Zodat het herstel kon beginnen. Het Rembrandthuis dateert van 1606. De schilder woonde er bij na twintig jaar. Hij maakte er o.m. De Nachtwacht. In het museum zijn 250 etsen van de meester tentoonge steld alsmede een aantal originele tekeningen. Na de 300ste verjaardag van de Portugese synagoge en de hergeboorte van het Pintohuis meent het bestuur dat men hiermee een stapje dichterbij een nieuw aanzien van de Nieuwmarktbuurt is gekomen. rend gewerkt, want we hebben weinig last meer van die jongens”. Dat heeft iets te maken met de 175.000 gulden die het Amsterdamse gemeente bestuur aan het Heli’s Angels-project besteedde. Dat was een jaar geleden. Gaat die subsidie door als blijkt dat van het gebouw opvallend minder ge bruik wordt gemaakt? „Daar kan ik niets over zeggen”, aldus de heer Bon, die zich laat ontvallen dat de markt voor een opvang als deze best verruimd zou kunnen worden. Waarmee hij ande re groepen dan de Angels bedoelt, die het in bepaalde wijken nogal bont ma ken en waarop het gebruikelijk patroon van club- en buurthuiswerk bepaald niet is afgestemd. In het andere geval zou men kunnen stellen dat de bijna twee ton voor niet meer dan veertig man, die voornamelijk alleen op dinsdagavond Angels Place be volken, wel erg royaal is uitgevallen. Bon: „Niks doen is ook geen oplossing en bovendien gaat hfet in het algemeen om belastingbetalers. Het zijn werkende jongeren. Ja het is wat stiller geworden maar ze kunnen gaan en staan waar ze willen. Het is geen gevangenis, hè. Ik vind belangrijk dat ze gemerkt hebben dat ze creatief kunnen zijn want ze hebben de hele tent zelf fantastisch aangekleed. En dat is toch wat anders dan iemand in elkaar hengsten”. EEN PIJL wijst me tenslotte de weg naar het kantoor van Big Wil, maar ook het hoofdkwartier blijkt onbemand. Na een roffel op enkele deuren komt een bebaarde Heli’s Angel te voorschijn. Waar is Big Wil? - informeer ik. „Die is er niet, zit in Spanje in de bak”, antwoordt hij. Drugs? „Nee. hij is daar door rood licht gereden en nog wat”. Zin om nog veel meer te vertellen heeft hij niet. Wel komt er nog uit dat het bezoek aan Angels Place in vergelijking met het begin, toen er zo’n honderd man met of zonder vrouwelijke aanhang richting Gooise weg bulderden, erg stil is gewor den. „Er is hier ook zo weinig te doen”, meent hij. De Angel verwijst me naar café De Passage in de Dapperbuurt. Daar tref ik twee Angels aan. De één heeft een weg geslagen gezicht en een enkel in het gips, maar zijn kompaan is meer mans. Keilt eerst een dame bijna van de bar kruk en knijpt vervolgens een vriendin nadrukkelijk in de nek. Een derde klant, die zo te zien eind veertig is, heeft weliswaar ,hate” op zijn knokkels staan maar hij manifesteert zich te duidelijk als een mistroostige Ajax-supporter om als donateur van de motorduivels te DIT IS Herre Kos, straks de laatste autowachter in Amsterdam. Hij doet het nu nog samen met zijn maat maar die wordt volgende maand 65 en houdt het dan voor gezien. „Vroe ger”, vertelt de heer Kos, „wemelde het van de autowachters in de stad. Het is van voor de oorlog nog. Ze kozen daarvoor mensen met makkes. Je moest iets mankeren om dit te mogen doen. Maar sinds de komst van de parkeermeters is het voorbij”. Hij beschikt nog over een stukje grond aan de Amstel waar de zakenlieden parkeren die in de Kalverstraat en op het Rembrandtsplein moeten zijn. Soms een enkele toerist die het meer op een rondvaartboot heeft voorzien. Herkenbaar aan een insigne op de revers yan zijn jas kampt Kos met het probleem dat hij geen bepaald tarief mag vragen. „Als ze weggaan, moet je zeggen: u geeft maar wat u wilt. Ja en dan word je verdomme afgescheept omdat vooral toeristen denken dat je van de gemeente wel wat krijgt. Nou dat is mooi niet zo”. Hoeveel uur staat hij daar nou? „Ik begin om tien over zeven, want wil je het goed doen dan moet je vroeg zijn. En ik blijf tot zes uur”. Zijn dat geen lange dagen? „Ja, maar in dit vak zit je ook veel en het valt best mee. Ik ben van plan ermee door te gaan tot het kan. Maar ja, die par keermeters hè. „De Angel is er kerk reed om daar in het gras te slapen. Je wordt nier steeds meer gestoord door nutteloze elementen. Door al die sextoe- standen en hoerenkasten krijg je een aversie tegen de buurt, terwijl die eigen lijk juist zo mooi is. De hele sfeer is veranderd. Het is harder geworden en de drugs zijn daar niet vreemd aan”. BIJ DE politie is men ook niet onte vreden. „Op het ogenblik gebeurt er weinig door de echte groep Heli’s An gels”, stelt hoofdinspecteur Van Riesen van het bureau IJ-tunnel vast. „Mis schien zijn ze in de stad wel wat voorzichtiger geworden omdat ze subsidie van de gemeente krijgen. Dat ze daarom Amsterdam met hun acties mijden. Laatst zijn er wel een paar in Gronin gen gepakt en er zitten er twee in Spanje vast. Dat scneelt natuurlijk”. 'i;7W „F stichting Street Cornerwork nou niet om zat te juichen. De straathoekwerkers zorgen voor de nodige begeleiding, waar van gemeentelijk consulent Bon op merkt dat het goed gaat. „Je kunt mer ken dat de Angel er een beetje uit is. Het gebouw heeft zonder meer stabilise- het toch ook niet. Je moet zorgen voor een gezonde sfeer”. Op weg naar de Amstel manifesteert zich een ander ongerief waarmee de varensgezel op de Oudezijds serieus rekening heeft te houden. De buitenboordmotor hapert en geeft er daarna de brui aan. Het malheur: een vastgelopen schroef. De boosdoeners: een panty en een dozijn voorbehoedmiddelen. Hoe heette dat liedje over de Amsterdamse grachten ook weer? Zandvoortse circuit in Jacky Stewart. Zijn met mooie vrouwen staid in het Hilton en DAT WAS in 1969. De Rijk: „Sindsdien I ben ik financieel onafhankelijk. Ja, je I kunt zeggen dat ik binnen ben. Ik voel- de me in die tijd een godje. Aan de I andere kant moet je kunnen relativeren. I Schilderen is gewoon een vak, net zoals I dat van timmerman en tentoonstellen is I geld maken. Het is gewoon een harde I business. Elke jongen met brains kan in I een artistiek vak rijk worden. Het be- I staat niet dat een schilder armoe heeft maar dan moet het wel een echte schil- I der Zijn”. Hertrouwd met zijn eerste vrouw heeft Jack in de tussentijd nogal wat afgereisd. Hij zat in Amerika en Anda- en werd uitgenodigd voor een ,,UclL Kwam uuutuai xiv ucvncnu wao J met Han Lammers toen ie nog leuk WIE IS Jack de Rijk? Een Amster damse jongen die naar voorbeeld van zijn beeldhouwende vader (Han de R.) voor het artistieke vak koos. Rijksacade- mie, Rietveld-academie, affiches maken voor de Bijenkorf, art-director van het I reclamebureau Prat in de tijd dat Wil- I lem Duys en Gregor Frank er nog zaten I en daarna de vlucht naar een Friese II boerderij, waar hij zijn eerste grote I tentoonstelling voorbereidde. De racing- I art schonk hem een reputatie. In de stilte van het platteland hing hij I de snelle jongen uit. Scheurde in de I auto van Ben Pon met 200 km over een f weggetje met koeiepoep en zat op het de bolide van raceautodoeken werden toevallig stapte daar de directeur van General Motor binnen. Die vond het zo mooi dat hij de hele hap kocht. Daar moet je je tegen wapenen. Mis schien lukt dat omdat ik dit cafeetje heb. Bij Hoppe en Scheltema gebeurt gewoon De royale ruimte ziet er verzorgd uit. Er is zelfs een toilet voor „dames en heren”. Het aanplakbord vermeldt dat ex-big-mamma Loes inmiddels verloofd is en op het punt van trouwen is aangeland. Een ander briefje laat weten: „De groeten van Willem. Willen jullie hem niet meer schrijven want dat is niet in het belang van zijn vrijlating”. In Cul de Sax kent Jack de Rijk weinig problemen. „Natuurlijk heb je de heroïneklanten die je komen opzoeken. a HIJ IS van plan voor dat scheppen de rust van het landleven weer op te zoe ken. Dat spreekt hem trouwens toch al erg aan. Elke dag pendelt hij met zijn bootje het IJ over. „Als je te lang aan de gracht woont, zie je niet meer de werkelijkheid. Daarom heb ik juist zo’n behoefte om veel op het water te zitten. Het geeft een hele andere dimensie. Bovendien, iemand die op een boot zit is een heel ander mens dan iemand die in een auto zit”. Waarom is hij dan na tien jaar in de stad teruggekomen? „Ja, jongen, je redt het niet. De scene ligt toch hier in het centrum van Amsterdam. Daar gebeurt het. Ik zou niet zonder Amsterdam kun nen, maar ik verlaat de stad juist omdat ik er van hou. Natuurlijk stinkt het hier wel eens, maar in New York stinkt het nog veel meer”. Desondanks ruilde hij zijn huis aan de Oudezijds voor een flatje in Nieuwen- dam. Waarom? „Als je hier zeventien jaar zit, besef je ineens wat het is om weer gewoon te kunnen slapen. Het is hier een continue drukte en alles mag zogenaamd. Het publiek dat er komt, de man uit de provincie die luid loeiend met wat oude pegels op zak de gracht opstormt... Dat gaat je irriteren want zo’n vent duldt in z’n eigen omgeving ook geen nachtelijk lawaai. Het was soms zo verschrikkelijk dat ik wat de kens in de auto gooide en naar Onder was”. Vindt De Rijk de getalenteerde organist van het Prinsenhof dan niet meer zo leuk? „Kijk”, zegt hij, „deze man is onbereikbaar geworden. Zijn werk heeft zo’n vlucht genomen dat hij geen tijd meer heeft voor kleine dagelij- se beslommeringen. Hij is bezig met een miljardenproject. Dat vreet ’m op en daarom kan hij zich niet interesseren voor futiliteiten Waarna Jack de politiek de rug toe keert en in zijn motorbootje stapt dat voor de deur ligt. Het frivole in de rosse vitrines stevig groetend tuffen we naar het Rokin om in de fauteuils van de kunstenaars-sociëteit Arti et Amicitiae uit te buiken. 1 rwils f 7 tfóNÓ-B 1:»AI ’LiX R'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 21