Guust op stripdag
Kondrasjin onvergelijkbaar in symfonie van Mahler
Boeiende concerten in Waalse Kerk
Talentenrijke finale
Bachcyclus toont schat
van operaconcours
aan muzikale inventies
,D
De Toverfluit in Galerie Eijlders
Mark Frechette
overleden
The Temptations
in Jaap Edenhal
Geschminkt
op
Open dag
1
LS
Veel belangstelling voor amateurs
VISIONAIR WERK VAN WOLFGANG HUTTER EN JENNY DULLER
s
KT W
Ed
8
MAANDAG
29
SEPTEMBER
1975
KUNST
AMSTERDAM De vermaarde
Russische dirigent Kyrill Kondras
jin en zijn Moskous Philharmonisch
Orkest, waarvan hij de vaste leider
is, heeft zondagavond met zijn con
cert in het Amsterdamse Concert
gebouw voor de toehoorders een
spoor van onvergetelijke herinne
ringen achtergelaten.
ZANDVOORT Galerie Eijlders
is (nog tot 10 oktober) een betoverd
oord. Twee kunstenaars die het vi
sionaire heel sterk in hun leven en
kunst hebben betrokken, hebben
daarvoor gezorgd. Het zijn Wolf
gang Hutter met een serie prachtige
grafiek, gebaseerd op Mozarts „Zau-
berflöte” en Jenny Duller met haar
keramiek-plastieken met een sacra
le inslag waarin tempels en pries
ters een g$)te rol spelen. Het valt
te begrijpen dat er een boeiend ge-
Tempelplastieken
heel is ontstaan omdat beiderlei
uitingen uitstekend bij elkaar pas
sen.
■i
Moskou’s orkest onvergefelijk
en
van
Zaterdag werd in de binnenstad
1
TOON VRANKEN
1
i
J. H. MOOLENIJZER
WA
JOFLA.N VAN KEMPEN
Papagena door Wolfgang Hutter.
B524,
HEIN STEEHOUWER
„Godin” van Jenny Duller.
onderneming toch voor herhaling vat
baar.
3IJVER.
’7105.
maakt
ins eten
racht 19
zoeken
el goed
74461.
In zijn begeleidingen en ook in het
solodeel in de vioolsonate, maakte Bob
van Asperen zich volledig waar. Of her
rtu ging om attent volgen of van repliek
ELENv.
ibeert u
iks, de
Neder-
lendriks,
16. Tel.
Riolering
>r al uw
RIOLE-
:DEN.
SChoon-
iruk en
eringen
ODITE',
oor een
Tevens
n aanw.
:reet en
panning
g t.e.m.
ikh v.d.
314328.
3:W
Z
’T
in
in
H A
Evenwichtiger, klankrijker en genuan
ceerder was de opzet van de sonate voor
viool en klavecimbel door Janneke van
der Meer en Bob van Asperen. Jammer
dat die overtuigingskracht in de loop
van het werk verslapte, al bleef de
klasse van het spel steeds hoorbaar.
HAARLEM. De Bach-cyclus, on
derdeel van de nu al jarenlange muzika
le activiteiten ten behoeve van de res
tauratie Van de Waalse Kerk, werd dit
weekeinde voortgezet met twee manifes
taties. Allereerst op zaterdagavond met
een concert door de traverso-fluitist
Bart Kuijken en de violiste Janneke van
der Meer, met Richte van der Meer,
cello en Bob van Asperen, clavecimbel.
Het tweede concert werd zondagmiddag
gegeven door solisten, vocaal en instru
mentaal koor van het Haarlems Bach
Ensemble onder leiding van Sam ten
Velden. Beide concerten trokken veel
belangstelling. Zondagmiddag bleek de
Waalse Kerk zelfs te klein om al het
publiek comfortabel te kunnen herber
gen.
van
Dordrecht voor de zevende keer door het
stripschap de „Dag van de strip” gehou
den. Er bestond een levendige belangstel
ling voor een groot aantal evenementen
met betrekking tot alles wat maar te
maken had met „het verhaal met de
plaatjes”. Zo was er een ruilbeurs, er
werden striptekenaars gehuldigd en films
fantastisch en knap getekende „portret
ten”. Het samengaan van decors en figu
ren wordt overgelaten aan de verbeel
ding van de toeschouwer die de decors
als het ware zelf kan „invullen”. Hutter
heeft daarmee bereikt, dat hij zich af
standelijk ten opzichte van de opera kon
opstellen en zijn eigen fantasie de vrije
loop kon laten. Dat maakt de serie
dubbel interessant niet alleen, maar bo
vendien voor nlet-kenners van de opera
veel genietelijker. Ook zonder die voor
kennis stapt men nu in een betoverde
wereld van een heel bijzondere klasse.
NORFOLK (AFP). De Amerikaanse
filmacteur Mark Frechette, hoofdrolspe
ler in Michelangelo Antonioni’s „Zabris-
ki Point”, is zaterdag overleden in de
strafgevangenis van Norfolk in Massa
chusetts, waar hij zes toen tien jaar
uitzat wegens het plegen van een gewa
pende roofoverval.
De acteur zou zijn overleden aan zijn
passie voor de halter. Bij het proberen
e heffen van 72 kilo zou de halter zijn
geslipt en op zijn keel gevallen.
Enkele duizenden bezoekers hebben za
terdag van de gelegenheid gebruik ge
maakt om achter de coulissen van de
Stadsschouwburg op het Leidseplein in
Amsterdam een kijkje te nemen. Een van
de activiteiten op deze open dag was het
schminken van het publiek. Met name
bij de jeugdige bezoekertjes bestond
daarvoor veel interesse.
Een Mahler-vertolking getuigend van
een eigen grote visie en dwingende
kracht, geconcretiseerd vanuit de meest
ideale orkestrale klankverhouding. Het
publiek brak los in eindeloze ovaties.
Kondrasjin beantwoordde het met het
Scherzo uit de Midzomernachtsdroom
van Mendelssohn als toegift. Een ge
waagde en toch briljant geslaagde keuze.
Gewaagd vanwege de blazers die in
Mahler al zoveel moesten geven en ge
slaagd, omdat het desondanks zoveel ve
derlicht en kristalhelder aan de verrukte
toehoorders voorbij zweefde.
met zomaar alleen ritmisch zijn partijen
wegroffelt, maar zich presenteert in een
opmerkelijke nuancering van dynamiek.
Het hels moeilijke maar zeer virtuoos
en met romantisch-lyrische streek neer
geschreven Vioolconcert in d van Jean
Sibelius tekent in brede contouren de
ijle, romantische schoonheid van het
Finse landschap. De fabelachtige tech
niek van de Russische violist Vladimir
Spivakov resulteerde hier in een adem
benemende vertolking.
Met stijgende verbazing heb ik daar
kennis genomen van Kondrasjins heel
specifieke analyse van Mahlers Eerste
Symfonie. Tevergeefs heb ik in mijn
verste gedachtenassociaties gezocht naar
enig andere vergelijkbare interpretatie.
Als in een diep-indringend openbarings-
proces legt Kondrasjin in briljante pre
cisie de fijnste schakeringen bloot, de
wisselende stemmingen en een veelvoud
van verrassende, oplichtende motieven,
onder andere weelderig geplukt uit de
karakter dichter bij de blokfluit dan bij
de moderne dwarsfluit. Het geluid is
alleen nog milder, ronder en minder
pregnant, zodat de soms markante con
touren die de barokviool aanbrengt, niet
in dezelfde geest beantwoord kunnen
worden. De verschillen in dynamiek zijn
bij het traversospel buitengewoon klein,
waardoor opvalt dat de barokviool op
het gebied van de expressiviteit heel wat
meer pijlen op zijn boog heeft.
Vooral in het presto van de ter ope
ning gespeelde Triosonate in G, merkte
je dat alleen al door het buikvormig
tooneffect de zaken behoorlijk verdoe
zeld kunnen worden, ’t Kan mede aan
de over-akoestiek liggen, maar sommige
tonen vallen op die manier tussen de
wal en ’t schip.
Voor iemand die iets meer van de
evolutie van de dwarsfluit alweet, is de
hang naar het gebruik van oude instru
menten dan op bepaalde ogenblikken
heel onbegrijpelijk. Zeker als het gaat
om zulke ingewikkelde partijen als in
een sonate als deze. Uitgaande van de
huidige mogelijkheden vind ik, alle his-
(Van onze kunstredactie)
AMSTERDAM Versterkt met een 25
musici tellend orkest zal de vermaarde
Amerikaanse soulformatie Te Tempta
tions op zaterdag 18 oktober een concert
verzorgen in de Jaap Edenhal in Am
sterdam. Het optreden, waarvoor een
eenheidsprijs van 25 gulden w ge
vraagd, begint om 20.15 uur. De organi
satie is in handen van Wim Bosman
Promotions in Voorburg.
zelfde richting, zoals „Heer van de zeven
gebieden”, „Devotie” en Inwijding”-
Haar in deze contreien reeds zo bekende
werk is dus duidelijk religieus van in
slag, maar niet gebonden aan enigerlei
bekende godsdienst. Wel is er een hang
naar antieke godsdiensten bespeurbaar,
waarin piramidale vormen tot zonne
tempels konden uitgroeien. Dat was zo
in het oude Babylon, in Egypte, maar
ook in het vroe Amerika. Daaraan her
inneren dan de sobere vormen van dit
type keramiek, dat met groot vakman
schap wordt vervaardigd en dat een
verstilde sfeer ademt.
Daarnaast maakt Jenny Duller ook
ander werk, bronsjes in een realistische
stijl. Er staat een groepje kinderfiguur
tjes (portretjes) die al evenzeer verwijzen
naar datzelfde vakmanschap, „in een
voud beleden” maar toch een heel dege
lijke ondergrond vormende.
Gita Devi, die 5 jaar geleden uit
Indonesië naar Nederland is gekomen,
bleek drie goede eigenschappen te heb-
kale hoogtepunten. Zij zong: „Ritorna
techniek. Haar geluid was vrij zwak, in
voordracht schoot zij tekort en zij
maakte te weinig gebruik van de muzi
kale hoogtepunten. Zij zong: „Rotorna
vincitor” uit Aida van Verdi en „Un bel
di vedremo” uit Butterfly van Puccini.
Zijn niet te overtreffen vorm van
musiceren betrof een programma dat rui
me kansen bood om zijn kunnen, zijn
smaak en werkwijze af te tasten in
betrekking tot de kwaliteiten van zijn
eigen Russisch orkest. Hij koos niet voor
een puur Russisch, maar een gemengd
programma dat als grote namen Sibelius
en Mahler naar voren bracht. Kondras
jin zou daarbij geen echte Rus geweest
zijn, als hij toch ook niet een werk”van
eigen bodem, namelijk de Klassieke
AMSTERDAM. De Nederlandse
Operastichting heeft in september een
opera-concours voor amateurs georgani
seerd, waarvan gisteravond de finale ge
houden werd. De belangstelling voor dit
concours was enorm groot en met veel
moeite had de jury acht deelnemers
uitgezocht die aan deze finale mochten
deelnemen.
Wanda Hertogs-Groesz, medisch secre
taresse van het Lucas ziekenhuis, zong
de twee coloratuur-aria’s van de Köni-
gin der Nacht uit de Zauberflöte: „O,
zittre nicht” en „Der Holle Rache”. Haar
stem bleek weinig zeggingskracht te
hebben, maar haar coloratuur was be-
wonderenswaardig zuiver met een feillo
ze trefzekerheid. Een unieke prestatie
voor iemand die pas een jaar zangles
heeft. Een zangeres, die deze aria’s van
Mozart durft te gaan zingen, moet over
stalen zenuwen beschikken. Het mag een
wonder heten dat de moed haar niet in
de schoenen zonk toen zij oog in oog
kwam te staan met Christina Deutekom.
André Spijker, buschauffeur bij het
Gemeentelijk Vervoer Bedrijf van Am
sterdam, heeft een aangenaam tenorge
luid en staat op het toneel als een
geboren operazanger. Hij had het zich
niet gemakkelijk gemaakt met een aria
uit Lohengrin „In fernem Land” en met
de aria van Max „Durch die Walder” uit
de Freischtz. Hij forceert niet en heeft
geen moeite met de tekst.
De „Zauberflöte” had ook voor Jenny
Duller een onderwerp kunnen zijn, ge
zien de aard van het keramiek-plastie
ken. Ze werkt al jaren in eenzelfde
richting, waarin bijvoorbeeld een statig
tronende priester in een kubistische stijl
uitgevoerd tevens een tempeltje is. Haar
maskers zijn eveneens priestergezichten
en haar titels wijzen bijna alle in de-
Op enkele gedeeltes na, waar door onge
lijkheden het zicht op het gecompliceer
de lijnenspel werd verloren, kwam daar
door een overtuigende weergave van dit
uitgebreide Motet BWV 227 tot stand.
Dat kan ook gezegd worden van de na
de pauze uitgevoerde Cantate „Christ
unser Herr zum Jordan kam”, waarvan
de in- en uitleidende koraaldelen een
goede indruk gaven van de kwaliteit van
het Bach Ensemble. Elly Jens, Wouter
Mees en Hans van der Leeuw zongen de
adequaat begeleide recitatieven en aria’s.
Voor de bas Van der Leeuw leek de
overigens goed gezongen partij niet in
het mooiste Tegister van zijn stem te
liggen, terwijl zich bij de tenor Wouter
Mees het gebrek aan stemmiddelen en
techniek nogal eens wreekt. Een hoogte
punt daarentegen bij de uitvoering van
deze cantate, betekende de heerlijke
zang van de alt Elly Jens, die de aria
.Menschen. glaubt doch dieser Gnade"
verinnerlijkt en met grote klankschoon
heid vertolkt.
De overige deelnemers waren: Jan
Plantinga, bariton, Sofia Endstra, so
praan, Robert van Hunnik, bariton, en
Jos Nieuwhart, sopraan. Pitt Treuman,
wethouder van Verkeer en Kunst,
maakte de uitslag bekend en het deed
hem vanzelfsprekend veel genoegen dat
hij zijn eigen chauffeur de eerste prijs
ter hand mocht stellen. De tweede prijs
ging naar de purser Jan van Tongeren
en de derde naar de sopraan Gita Devi.
Het is wel gebleken dat dit amateur
zang-concours bijzonder goed in de
smaak is gevallen bij het publiek en
bij de zangers. De organisatie van dit
gebeuren heeft heel wat voeten in de
aarde gehad, maar misschien is deze
Over Wolfgang Hutter heb ik al eer
der geschreven naar aanleiding van een
v™’a?gesprek. Hij is men herinnere
het zich een van de belangrijkste
vertegenwoordigers van de bekende
Weense school van het Fantastisch Rea
lisme naast Ernst Fuchs, Lehmden,
Hausner en anderen. Ondanks het feit,
dat hij tot die richting behoort, onder
scheidt hij er zich ook weer van door
een zeer persoonlijke stijl. Het mangelt
hem niet aan fantasie, evenmin als de
anderen, maar hij werkt wel rationeler,
minder romantisch wellicht, maar wel
poëtischer en dat op een vaak sterk
decoratieve manier.
Hutter voelt zich sterk verwant met
Mozart, vooral diens beroemde opera
„Die Zauberflöte”, de zogenaamde vrij-
metselaarsopera- Mozart en zljw tekst
schrijver Schikaneder waren allebei
vrijmetselaars en in de symboliek die de
geestelijke achtergrond van deze opera
vormt vindt men dat terug. Hutter is
een geestverwant die, nadat het fascisti
sche geweld in Oostenrijk was geweken,
in 1945 een der heroprichters was van
een Weense loge. De nazi’s waren name
lijk doodsvijanden van de vrijmetselarij
en het logeleven \yas vanaf de
Anschlusz in Oostenrijk volkomen lam
gelegd.
Wolfgang Hutter kreeg de opdracht
decors te ontwerpen voor een opvoering
van de beroemde opera. Daaraan wer
kende ontstond zijn plan een grote serie
kleurenlitho’s en serilgrafieën en etsen te
maken. 27 in totaal. Met andere etsen en
litho’s is dit werk nu te zien in Galerie
Eylders. Voor wie de opera kent is de
serie natuurlijk het meest interessant.
Hij ziet alle figuren uit de opera de
revue passeren, de Koningin van de
Nacht, Pamina, Papageno en diens
vrouw, de priester Sarastro, maar even
eens de portretten van Mozart, Schika
neder en Hutter zelf. Hij ziet ook alle
decors, zeer fantasierijk in vorm en
kleur, die inderdaad de indrukken over
brengen die men verwacht als men luis
tert naar een aria, als „Ir. deze heilige
111... >i
Bij de uitvoering van de magistrale
Sonate in b voor fluit en klavecimbel,
kon je horen dat de fluit niet voor niets
verder ontwikkeld is. Het feit daargela
ten dat Kuijken het clavecimbel nogal
eens opjaagde of domweg vooruitliep,
waardoor de charme van de syncope in
het laatste deel zelfs grotendeels verlo
ren ging, gaf deze authentieke realisatie
een slap, onzuiver en ongearticuleerd
toonbeeld te horen.
De Stadsschouwburg was afgeladen
vol toen Klaas Posthuma met een ver
velend praatje begon te vertellen wat
iedereen allang wist, namelijk dat wij
op deze middag in de Stadsschouwburg
bijeen waren gekomen om de finale mee
te maken. Vervolgens stelde hij de leden
van jury aan het publiek voor: Hans de
Roo, intendant van de Nederlandse Ope
rastichting, ons „nationaal bezit”, Chris
tina Deutekom, Jan Derksen ons „andere
nationaal bezit”, Carlo Franci dirigent,
en verder Johannes den Hertog, Jan
Willem Hofstra en Jan Bouws. Het pu
bliek klapte gehoorzaam na het noemen
van elke naam en werd verzocht nog
even door te gaan met het applaus om
de eerste candidate welkom te heten.
Lieder eines fahrenden Gesellen. Kon
drasjin verliest zich niet in emoties, hij
erkent ze wel, maar laat zich niet opne
men in de stroom van de vervoering. Hij
projecteert en regisseert feilloos en geni
aal en maakt alles hoorbaar, wat ons
vanuit de partituur toeklinkt.
Zondag was er opnieuw een schat te
beluisteren aan muzikale inventies, die
tweeëneenhalve eeuw geleden aan het
brein van een genie ontsproten. Met het
indrukwekkende motet „Jesu, meine
Freude”, met Marijke de Smidt, Elly
Hoeksema, Elly Jens, Wouter Mees en
Hans van der Leeuw als vocale solisten,
werd het programma begonnen. Dirigent
Sam ten Velde weet zijn zanger ten
instrumentalisten beslist te inspireren.
Tussen deze twee besproken religieuze
werken in, werd als sluitstuk van het
programmagedeelte voor de pauze, het
Vijfde Brandënburgse Concert uitge
voerd. Anneke Phenning vond met haar
haast vibratoloze weergave van de solo
partij een respectabele middenweg tus
sen Böhmfluit- en traversoklank, goed
aangepast bij het eveneens stijlvolle so-
lov’colspel van Kirstie Goedhart. Met
Kya Hengtmangers, die de rijke clave-
cimoelpartij virtuoos voordroeg, hebben
deze solisten samen met het met vaste
hand door Sam ten Velden geleide óf-
kest, een opmerkelijke prestatie gele
verd.
Jan van Tongeren, purser bij de KLM,
heeft een royale basstem. Hij vindt zin
gen moeilijker dan vliegen, maar moet
blijven vliegen om te kunnen zingen. Hij
beweegt zich ook gemakkelijk op het
toneel en heeft een natuurlijke voor
dracht. Hij zong de Vendetta-aria van
Bartolo uit Figaro en „Infelice” uit
Ernani van Verdi. Zijn uitspraak van
het Italiaans was voortreffelijk.
hallen”.
Toch is deze serie geen uitstekende
illustratie van de „Zauberflöte”. Het is
een vrije interpretatie, waarin men de
figuren niet acterende of zingende te
genkomt. De decors tonen geen spelers,
van de spelers ziet men alleen de zeer
torische research ten spijt, dat Bachs
muziek op deze principiële wijze tekort
wordt gedaan. Smaakkwesties moeten
natuurlijk gerelativeerd worden (evenals
stijlopvattingen) tn in positieve zin viel
op te merken dat hoge tonen in het
derde register verbazend fluwelig zacht
genomen» kunnen worden.
in een plaatselijke theater gedraaid. De
zevende stripdag stond in het teken van
de Belgische strip, waarvan ook een op
tocht getuigde die in de vroege morgen
op het programma stond. Met op de ach
tergrond het antieke vehikel van Guust
Flater trokken Peyo’s smurfen en onder
Ollie B. Bommel aan de toeschouwers
voorbij.
Symfonie van Prokofjev als eerste aan
de orde had gesteld.
Prokofjev moet in de jonge bloei van
zijn kunstenaarsschap een gelukkig
mens geweest zijn. Door zijn fabelachti
ge geheugen kon hij zijn muzikale inspi
raties al reizend en trekkend verwer
vend, tot in de detail vasthouden
later op papier vastleggen. Zo is de
Klassieke ofwel Eerste Symfonie
Prokofjev al wandelend in de bossen
ontstaan in de zomer van 1917. De
tintelende uitstraling van deze inspiratie
legde hij vast in vier delen van bijzon
der charmante, speelse muziek, vol le-
vendigé details en verrassende vondsten
in verfijnde schakeringen.
Kondrasjin realiseerde deze kristalhel
der in de sublieme kwaliteiten van zijn
orkest, waarin niet alleen de strijkers
ongelooflijk goed zijn, maar ook de
blazers en het slagwerk. De exacte, pre-
cieuse afwerking werkt in alle geledin
gen door, tot aan de paukenist toe, die
Het zaterdagavondconcert stond in het
teken van de authenticiteit. Bart Kuij
ken gaf zijn gehoor ruimschoots de gele
genheid om de klank en mogelijkheden
van het traverso-spel te leren kennen in
de meesterlijke Sonate in b voor fluit en
obligaat-klavecimbel, terwijl Janneke
van der Meer op haar beurt de barokvi
ool deed klinken in de uitgebreide Sona
te in G, waarin voor het concerterend
cembalo ook een solodeel door Bach
werd ingebouwd. Bovendien werden deze
instrumenten door hen beiden „tegen
elkaar uitgespeeld” in twee triosonates,
te weten de sonate in G en de aangrij
pende triosonate uit het „Musikalisches
Opfer”, beide voor fluit, viool en conti
nuo.
De klank van de traverso ligt qua
dienen; er was vakmanschap en artisti
citeit in te herkennen. Niet minder
waardering verdient de barokcellist
Richte van der Meer, die op uiterst
betrouwbare wijze voor de juiste basis
zorgde in het continuospel.
The Temptations komen hiermee na
ruim twee jaar terug naar ons land. De
formatie bestaat uit Richard Street,
Dennis Edwards. Melvin Franklin, Otis
Williams en Glenn Leonard. In het
voorprogramma wordt een optreden ver
wacht van The Commodores.
z-