Sociaal programma Marcos dekmantel
voor bevoorrechting van multinationals
Marteling van anoniem slachtoffer
1
IX
enkele families
handen
Rijkdom Philippijnen
van
1.
11
rr.f
f
W t
Ki
I
in
door Theo Klein
Schamel loon
President rijkste
van Aziè
man
Leger
i
11
i
i
I
r.'V
F 7*‘
De gemiddelde bezoeker van de Filippijnen zal bij zijn eerste kennis
making geen slechte indruk van dit uitgestrekte Aziatische eilandenrijk
krijgen. In bijna alle gevallen zal hij zijn eerste dagen in de hoofdstad
Manila doorbrengen en daar wordt hem in het moderne centrum het beeld
van een geordende Westerse metropole voorgeschoteld. Het verkeer mag
wat chaotisch aandoen en de grote colts losjes op de heup van talrijke
politiemannen en soldaten zullen bij de Westeuropeaan wat bevreemding
wekken, in het algemeen steekt Manila ogenschijnlijk gunstig af bij soort
gelijke Aziatische miljoenensteden. Vooral zij die de Filippijnen al eens
eerder voor de afkondiging van de staat van beleg (op 1 september 1972)
met een bezoek vereerden, zullen zich veiliger voelen door de afwezighe;d
van een geordende Westerse metropool voorgeschoteld. Het verkeer mag
voor ’72 de straat onveilig maakten.
1
I
F
3
I
■T.
J
k
1'
4
T
Zie verder op de ERBIJ sportpagina.
I
mill nu
llllllillll
I
r;
1*
De pachters in de landbouwgebieden
zijn niet de enigen die lijden onder de
„goedheid” van president Marcos. Al
sinds 1970 staat het minimumloon voor
arbeiders in de industrie (uitgezonderd
de suiker) op 8 peso (nog geen drie gul
den) per dag. Landarbeiders verdienen
vaak zelfs minder dan dat. Terwijl het
loon onveranderd bleef steeg de prijsin
dex sinds 1966 tot 319.41. Vorig jaar
berekende men dat een „standaardfami
lie” in de stad Manila en directe omge
ving alleen voor voedsel al 18.16 peso
nodig had. Rekende men daar overige
onkosten bij, zoals huur en kleren, dan
kwam men op 37.91 peso per dag. De
gemiddelde arbeider komt daar lang niet
aan toe. evenmin de vissers of de kleine
zelfstandige, om maar niet te spreken
over de drie miljoen bewoners van de
sloppenwijken, die op nog slechter be
taald ongeregeld werk aangewezen zijn.
gevangenissen na mijn arrestatie. De
eerste tijd, ik schat ongeveer tien
dagen, werd ik alleen opgesloten in
een cel, die zo klein was, dat je er
niet languit in kon liggen. Alleen
voor ondervragingen werd ik er uit
gehaald”.
„Dagelijks probeerden ze te weten
te komen wie mijn superieuren in
mijn organisatie waren. Ik wist dat
niet en kon dat dus ook niet zeggen.
Om me te dwingen werd ik met
stokken geslagen. Men heeft branden
de sigarettenpeuken op mijn lichaam
uitgedrukt en soms werd ik in een
omgekeerd leeg olievat gestopt. De
militairen begonnen er dan met ijze
ren staven tegen te slaan. Op den
duur werd ik daar bijna gek van.
Bovendien hebben ze me soms met
mijn hoofd in de w.c. geduwd en die
vervolgens net zolang doorgetrokken
tot ik bijna stikte. Ik was niet de
enige bij wie ze dat deden”.
„Later werd ik voor een militair
tribunaal gebracht. De aanklacht
was: rebellie en geweld. Wat de uit-
II1! II
Het staat vast dat de militairen
van Ferdinand Marcos martelmetho-
<les toepassen op de duizenden poli
tieke gevangenen die zich momenteel
nog in kampen en gevangenissen op
de Filippijnen bevinden. Hier volgt
het relaas van een 20-jarige student,
die ruim een jaar gevangen werd
gehouden. Toen hij ons zijn verhaal
vertelde was hij net enige dagen
ontslagen uit de gevangenis. Duidelijk
zichtbaar waren nog een hoofdwond
en een breuk in zijn rechteronder-
arm, die hem met stokslagen waren
toegebracht.
Hij vertelt: „Ik zal niet vertellen
waarom, wanneer en waar ik gear
resteerd werd. Ik ben voorwaardelijk
uit de gevangenis ontslagen. Dat
houdt onder meer in dat ik zeker zes
maandenlang ondermeer geen con
tact op mag nemen met vertegen
woordigers van de pers, niet mag
spreken van mijn vrienden van
vroeger en dat ik me wekelijks bij de
militairen moet melden. Ik zal me
beperken tot mijn ervaringen in de
Het lijkt een onhoudbare toestand.
,„Dat is het ook,” vertelt één van de
leden van de Union, „Marcos kan zich
slechts handhaven met de steun van het
leger. Niet voor niets heeft hij het leger
van 60.000 man op 250.000 man gebracht.
Volgend jaar moeten het er al 275.000
zijn. Bovendien doet hij alles om het de
soldaten naar hun zin te maken. Een
gewoon soldaat verdient nog altijd twee
maal zoveel als de gemiddelde arbeider.
Desondanks geloof ik niet dat het leger
Marcos onder alle omstandigheden zal
volgen. Het Filippijnse leger is niet
voortgekomen uit de elitegroep van dit
land. Het zijn mensen uit de midden
klasse. Ik vertrouw erop dat het leger
op een gegeven moment in zal grijpen,
wanneer al te duidelijk wordt dat Mar
cos en zijn kliek niet capabel zijn. In feite
had het al zover kunnen komen. Wan
neer Marcos drie maanden gewacht zou
hebben met het afkondigen van de staat
van beleg, dan zou hij al te laat zijn
geweest. Maar hij is erg slim. Hij greep
precies op het juiste moment in. Op
twaalf van zijn getrouwen na wist nie
mand wat er zou gaan gebeuren. Het
kwam als een volslagen verrassing. Had
de oppositie drie maanden gehad om
zich te organiseren en om met de com
mandanten van het leger te praten, dan
zou de legerleiding Marcos bij zijn greep
naar de macht niet gesteund hebben.”
van de gemiddelde oogst. In zo’n geval
moet de rechter uitkomst brengen. Bijna
alle rechters zijn echter zelf grootgrond
bezitters. Dus is het duidelijk wie er in
bijna alle gevallen gelijk krijgt. Op die
manier heeft men de prijs voor een
hectare land van 3000 peso voor de
invoering van de staat van beleg opge
voerd naar 6500 peso op dit moment. De
pachters moeten het benodigde geld le
nen tegen zeer hoge rente. Zij hebben
geen enkele kans. Het hoofd van de
afdeling voor landhervorming is nota
bene zelf de grootste grootgrondbezitter
op de Filippijnen.”
hankelijke staat strijdt en The New
People’s Army, de militaire afdeling van
de Communistische Partij van de Filip
pijnen, die voornamelijk in het noorden
van het eiland Luzon en ook op Minda
nao aktief is. Om het voor het geregelde
Filippijnse leger in het zuiden allemaal
nog moeilijker te maken, strijden daar
bovendien nog fanatieke kleine mos
limgroepen, die vaak een ware terreur
onder de plaatselijke bevolking uitoefe
nen.
Het leger van Marcos heeft de controle
verloren over een deel van Mondanao,
de Sulu-archipel en het eiland Basilan.
Volgens een rapport van de Filippijnse
delegatie op het Feres Seminar in Ba
guio City beschikken de moslims over
een leger van 16-000 man, zijn er al een
miljoen vluchtelingen, werden 45.000
mohammedaanse burgers gedood en
sneuvelden er drieduizend Marcos-solda-
ten. Minder is bekend over de kracht
van de New People’s Army. Over het
verloop van de gevechten van het Filip
pijnse leger met de rebellen, die overi
gens steeds meer samenwerking met el
kaar schijnen te zoeken, zijn de gegevens
eveneens schaars. Sinds Marcos, die in
’73 volgens de grondwet af had moeten
treden omdat het niet mogelijk is dat
een Filippijnse president voor een derde
ambtstermijn wordt gekozen, alle macht
aan zich trok worden de nieuwsmedia
streng gecensureerd. De kranten, radio
en televisie, voor het grootste deel in
handen van Marcos familieleden, zwij
gen de activiteiten van de opstandelin
gen dood of beperken zich tot het ver
melden van zeer twijfelachtige glorieuze
daden van het leger.
Al even onbetrouwbaar zijn de me
dedelingen over vorderingen die de presi
dent en diens invloedrijke vrouw Imelda
zouden maken bij de verwezenlijking
"A
spraak was heb ik nooit geweten. Ik
hield er zelf rekening mee dat ik een
jaar of zes vast zou moeten zitten. Na
die eerste ondervragingsperiode werd
>k met anderen samen in een cel
gestopt. We moesten elke dag werken
van half zeven ’s morgens tot half
tw'aalf ’s avonds. We maaiden het
gras, bedienden de officieren en
maakten de zalen schoon. Er waren
ongeveer tweeduizend man in dat
kamp. Waren we ’s avonds klaar met
het werk, moesten we ons in rijen
opstellen. Iedereen had een nummer
en elke avond moesten we al die
nummers van één tot en met twee
duizend herhalen. Dat duurde nog
eens een uur. Na een half jaar ben ik
naar een ander kamp overgebracht.
Daar hoefde ik niet te werken. We
sliepen bijna de gehele dag”.
„Ik ben door de minimale voeding
mager geworden. Op een goeie dag
werd ik zomaar losgelaten. Ze zetten
me op straat zonder eten en alleen
met het t-shirt en de broek die ik
aan had. Mijn horloge, mijn typema-
Voor de meeste Nederlanders zijn de Filippijnen niet meer dan een
achteloos uitgestrooide groep eilandjes tussen Indonesië en Taiwan-
In verhouding tot Vietnam, Cambodja en Indonesië, hebben de Filippij
nen in ons land nooit veel publiciteit gekregen. Toch zijn ook de
Filippijnen niet ontkomen aan de gevolgen van de ingrijpende verande
ringen in Zuid-Oost Azië. Als een hechte bondgenoot van de Verenigde
Staten (de Filippijnen zonden ten tijde van de Vietnamese oorlog zelfs
een paar bataljons naar Zuid-Vietnam om aan de zijde van de Amerika
nen te strijden) vormt het na de val van Cambodja en Vietnam één van
de laatste bolwerken van de Amerikanen in dit gebied. Als een „naaste
buur” van de Vietnamezen, is het strategische belang van de Filip
pijnen sinds de val van Saigon sterk toegenomen.
„Vietnam” is op de Filippijnen nog altijd een angstaanjagend woord.
Al in de jaren vijftig trok het Filippijnse leger ten strijde tegen commu
nistische rebellen. Vrijwel alle verzetshaarden werden toen opgerold.
Door de sociale wantoestanden bleef de eilandengroep echter
een kweekplaats voor linkse opposanten. Terwijl de maoistische New
People’s Army op het platteland strijd leverde, raakten in Manila in het
begin van de jaren zeventig tienduizenden studenten slaags met het
leger en de politie. President Marcos greep die onrust aan om steeds
meer macht aan zich te trekken.
Hoewel hij de studenten herhaaldelijk beschuldigde van het aanzet
ten tot geweld, bleek uit een senaatsonderzoek dat het steeds weer de
militairen en politiemannen waren geweest, die het geweld opzettelijk
hadden uitgelokt. Marcos verwierf zich daarmee een perfect excuus
om bikkelhard tegen zijn tegenstanders op te treden.
Van december ’71 tot mei ’72 vielen er honderden doden en gewon
den bij veldslagen tussen arbeiders- en boerenlegers, aangevoerd door
radicale studenten en politie en leger- Manila werd opgeschrikt door
series bomaanslagen. Toen de anti-Marcos en anti-imperialistische
stemming zijn hoogtepunt bereikte sloeg Ferdinand Marcos, oorlogs
held en sinds '65 heerser over ruim zevenduizend eilanden, hard terug.
Op 21 september 1972 kondigde hij de staat van beleg af. Een golf van
arrestaties spoelde over het land. Duizenden „verdachten” verdwenen
zonder vorm van proces in gevangenissen en kampen.
Op 21 september jl. vierde het regiem Marcos uitbundig de derde
verjaardag van de staat van beleg. De oppositie werd met harde hand
het zwijgen opgelegd. Door de strenge censuur zorgt president Marcos
ervoor dat men in het buitenland slechts te horen e,n te zien krijgt wat
hij wil. Vorige week waren wij echter in de gelegenheid op de Filip
pijnen met enkele prominente opposanten te spreken. De meesten van
hen hebben al enige tijd in de gevangenis gezeten en zijn slechts
voorwaardelijk vrij. Hetgeen inhoudt dat zij absoluut geen buitenlan
ders, laat staan buitenlandse journalisten mogen ontvangen. Zonder
hun namen te noemen, stellen wij ze op deze pagina in de gelegenheid
hun visie op de gang van zaken in hun vaderland uit de doeken te doen
den beiden ai zonder vorm van proces
gevangen genomen), maar harde massgle
acties tot uitroeiing van deze organisa
ties heeft Marcos nog niet aangedurfd.
Dat gebeurde (en gebeurt nog steeds)
wel in de strijd tegen de Moro National
Liberation Front (MNLF), een moslimle-
ger dat in de jungle van het zuidelijke
eiland Mindanao voor een eigen onaf-
activiteiten van deze organisatie, waarin
zich een aantal geëngageerde advocaten,
zakenmensen en andere vooraanstaande
figuren hebben verenigd. De Union stelt
zich als voornaamste doel het constate
ren en naar buiten brengen van inbreu
ken op de vrijheden van het volk. „De
laatste jaren hebben we daar onze han
den vol aan,” aldus een vooraanstaand
lid van de organisatie, die zelf al gerui
me tijd in de gevangenis heeft doorge
bracht, „het is duidelijk dat Marcos onze
activiteiten niet op prijs stelt. Maar tot
op heden heeft hij weinig ondernomen
om ze daadwerkelijk te voorkomen”.
Hetzelfde geldt voor de Christians for
National Liberation, een organisatie van
voornamelijk jonge progressieve krach
ten in de katholieke kerk van de Filip
pijnen (80 percent van de 42 miljoen
Filippino’s is katholiek). Met de regel
maat van de klok worden leden van
deze organisaties voor korte of langere
tijd gevangen gezet, gemarteld of krij
gen een hersenspoeling (senator Diokne,
leidende figuur in de Union en pater De
la Torre, sleutelfiguur in de CNL, wer-
1
'iRdM
van hun economische en sociale pro
gramma's. Mevrouw Marcos houdt zich
vooral bezig met het lot van de honderd
duizenden die de sloppenwijken rond
de hoofdstad Manila en het nabijgelegen
Quezon City bewonen, terwijl haar man
zich opwerpt als een strijder tegen de
welig tierende corruptie en als voor
vechter voor verdeling van het land
onder de boeren. Na drie jaar staat van
beleg wijst de praktijk echter uit dat
hun programma’s slechts een dekmantel
zijn voor een verdere bevoorrechting
van de multinationale ondernemingen,
die bijzondere belastingvoordelen genie
ten en als vliegen op de stroop op de
Filippijnen afkomen. Verder bevoorrech
ten zijn de grootgrondbezitters en de gro
te en machtige zakenfamilies.
In 1972 was 60 percent van de natio
nale rijkdom in handen van 22 families,
die 0.003 percent van de bevolking uit
maakten. Die situatie is tijdens de staat
van beleg eerder verslechterd dan ver
beterd. President Marcos pleegt niet
weinig trots te zijn op zijn landhervor-
mingsprogramma. Door allerlei beper
kende maatregelen in het voordeel van
de grootgrondbezitters en de suiker-, ba
nanen- en cocosexporteurs blijkt dat de
mogelijkheid tot koop van de grond van
landeigenaren voor 84 percent van de
pachters niet aanwezig is. Het totale
oppervlak van het land dat onder Vonder
de hervormingen valt is niet meer dan
2,08 percent van het totale bouwland op
de Filippijnen.
Een vooraanstaand politicus, tegen
stander van Marcos, legt uit waarom:
„Het hele landhervormingsprogramma is
een show. Wanneer het land betreft
waarop exportprodukten worden ver
bouwd, zoals banen, suiker en kokosno
ten, dan krijgen de pachters geen enkele
kans het land dat ze bewerken te kopen.
Het is een bewezen feit dat bij wisseling
van eigenaar de opbrengst van het land
enige tijd terugloopt. Alles moet door de
kleine boeren opnieuw georganiseerd
worden, de toevoer van de benodigde
produkten en machines loopt niet zo
vlot als bij de grootgrondbezitters. Mar
cos vreest een dergelijk produktieverlies.
Daarom betreft ’t landbouwhervormings-
plan slechts rijst en graanboeren. Maar
in werkelijkheid kunnen ook zij nauwe
lijks profiteren. Marcos heeft bepaald
dat de prijs van een hectare land gelijk
is aan tweeënhalf maal de gemiddelde
opbrengst over de laatste drie jaar. Wil
nu een pachter het land waar hij op
werkt kopen, dan komt hij acuut in
conflict met de eigenaar over de hoogte
De staat van beleg stelde Marcos, die
sinds ’72 als een onvervalste dictator
heerst, in de gelegenheid een radicale
opruiming te houden onder het „schuim
der natie”. Binnen een jaar kon hij de
poorten wijd open zetten voor de dui
zenden Amerikaanse en tienduizenden
Japanse toeristen, die nu rustig hun
foto’s kunnen knippen zonder constant
op hun portefeuille te hoeven letten. Het
centrum van Manila is de etalage van
Marcos. De president pocht graag over
de oplossing van het misdaadprobleem,
dat Manila tot een veilige stad zou
hebben gemaakt. Zelfs de doorsnee Fi
lippino is geneigd Marcos daarin vol
mondig gelijk te geven. Na drie jaar
dictatoriaal bewind komt ook hij tot de
conclusie dat het leven in de hoofdstad
nu geordender en veiliger is. Eigenlijk
vindt men het na drie jaar niet eens
meer zo gek, dat er na 1 uur ’s nachts
niemand meer op straat mag. Nacht
clubs en bars die voor ’72 tot de volgen
de ochtend op volle toeren draaiden,
lopen nu om twaalf uur leeg. Rond het
middernachtelijk uur haast iedereen zich
naar de taxi’s, om nog voor de avond
klok thuis te zijn. Laatkomers worden
onherroepelijk opgepikt door de surveil
lerende politie.
De „law and order”, het paradepaardje
waar Marcos nu al drie jaar aan heeft
gewerkt, lijkt voor de volle honderd
percent in praktijk te zijn gebracht.
De losbandigheid van de Filippino’s, bij
na altijd verklaarbaar door de erbarme
lijke sociale achtergronden, lijkt ge
kneed in een stalen harnas van discipli
ne. Het is allemaal echter slechts schijn.
Mogen de toeristen in de hoofdstad zich
onder uitgebreide bewaking veilig wa
nen, in werkelijkheid wijzen de cijfers
over de criminaliteit uit dat een dictato
riaal bewind ook daarvoor geen oplos
sing heeft. „De misdaad is nu terug op
het niveau van voor de invoering van de
staat van beleg. Misdaden tegen eigen
dommen zijn toegenomen en zullen nog
verder toenemen zolang de economische
situatie verslechterd. Gewelddadigheid
van burgers tegen personen is iets afge
nomen, maar daarvoor in de plaats kwa
men de misdaden van de militairen,”
aldus een actueel rapport van de Civil
Liberties Union of the Philippines, een
organisatie die waakt over de vrijheids
rechten van de Filippijnse bevolking.
Het hoeft geen betoog dat president
Marcos allerminst gelukkig is met de
chine en mijn geld dat ze afgenomen
hadden toen ik gearresteerd werd,
heb ik nooit teruggekregen,”
Een oudere prominente Filippino,
die langere tijd gevangen heeft geze
ten zonder ooit berecht te worden
vertelt: „Ik werd in vergelijking met
de anderen behoorlijk behandeld. Wel
heb ik een maand eenzame opsluiting
gehad. In een bloedhete cel. Ik ver
loor in die tijd dertig pond aan
gewicht. Ik ben nooit ondervraagd. Er
is geen aanklacht tegen me ingediend
en er is mij nooit een reden voor
mijn arrestatie gegeven. Ik schat het
aantal politieke gevangenen dat mo
menteel vastgehouden wordt op vijf a
zesduizend. Mishandelingen komen
vaak voor. Er wordt met houten
stokken en ijzeren staven geslagen.
Er wordt met electroden op het li
chaam gewerkt en men martelt de
gevangenen door middel van zeer ho
ge geluiden. Meisjes worden gedwon
gen zich voor de soldaten uit te
kleden en er zijn gevallen van ver
krachting.”
■i.