GEMEENTEPOLITIEK
EN DE RANDSTAD
Gaay Fortman jr vindt zich geen beroepspoliticus
De
„Niet meer solidariteit
pretenderen dan je ook
waar kunt maken”
v 43
.13
door Arjeh Kalmaan
Scholing
Rijke wijk
Verkiezingen
Oudste
Rechts beleid
-
I?
'QE
Ina over haar man
Bas is een heel
Ina kust haar man na de verkiezingsuitslag in 1972
Een week bouwvakker
- En wil hij ooit nog naar Afrika terug?
- Prettig lijkt het me ook niet.
dat
Ik ben niet het type van een beroepspoliticus”, zegt hij nu.
„Als kamerlid moet je te veel tijd besteden aan dagelijkse
klusjes. Vandaag ben je tot diep in de nacht bezig met de
vraag of de gehuwde werkende vrouw ook onder de werking
van de AAW moet worden gebracht; morgen is het de auto,
overmorgen de abortus en de dag daarna is er wel weer een
ander groot probleem. Ze moet je je iedere dag weer
uitputtend met nieuwe problemen bezig houden; al die
zaken komen even in discussie en verdwijnen dan weer snel
naar de achtergrond. Waar ik op dit ogenblik behoefte aan
heb, dat is tijd; tijd om me met de achtergronden van een en
ander bezig te houden”.
Hoewel hij zeker een actieve rol zal blijven vervullen voor
zijn partij, de PPR, staat in elk geval vast dat de huidige
fractievoorzitter van de Politieke Partij Radicalen na de
verkiezingen van 1977 niet meer in de Tweede Kamer zal
terugkeren.
Vreemd genoeg is diezelfde Bas de Gaay Fortman die
inmiddels een bliksemcarrière als politicus gemaakt heeft,
nu weer op een punt aangeland waarop hij, zij het niet in
dezelfde bewoordingen zegt ,,al dat gewauwel is niks voor
mij”.
Eind 1966 liet mr. dr. B. (Bas) de Gaay Fortman een vriend,
een van de oprichters van D'66, weten: „Politiek, dat is niks
voor mij; ik snap niet dat jij aan al dat gewauwel zoveel tijd
kan besteden".
nologii-
'h bezig
j van he
?e theon
big ban
ofwel <k
ie schep
iet heel)
ir afgele
?r van el
nde.
js. Zo’n
sn nova,
and. Het
kunnen
boven).
Te oordelen naar de felle telefonische dis
cussie schijnt de PPR-leider geen voor
stander van de actie van de negen te zijn.
Zijn vrouw Ina: „Hij heeft een vreselijk
vermoeiende baan, vooral omdat hij een
hoop van de problemen mee naar huis
neemt”
gekomen) hebben door de week weinig
aan hun vader, maar de weekends worden
indien maar enigszins mogelijk in gezins
verband doorgebracht: hetzij op de zeil-
punter in Wanneperveen, hetzij thuis. In
dat laatste geval gaat pa meestal zaterdags
in Harderwijk naar het hockeyen van zijn
dochters kijken; ’s zondags hockeyt hij
zelf, bij de Harderwijkse veteranen, na
met vrouw en kroost ter kerke te zijn
gegaan.
Hoewel ze in hun woongebied niet recht
streeks met ellende werden geconfron
teerd, kwamen ze via hun lidmaatschap
van de inheemse kerk waarvoor Bas af en
toe preekte, in aanraking met de ondervoe
ding, de kindersterfte, het alcoholisme van
de onderste laag van de bevolking.
Ze praten vol enthousiasme over hun
Zambiaanse tijdperk. Ze hebben het er
naar eigen zeggen „heerlijk”gehad. Ik kan
me dat niet voorstellen: rijk zijn te mid
den van de armen moet voor iemand die
wil helpen toch eigenlijk frustrerend en
vervelend zijn.
Bas de Gaay Fortman: „Dat is waar, maar
je kunt jezelf niet arm maken, ook niet
kunstmatig, door bescheiden te leven. Je
kan je hun ellende nooit eigen maken, al
was het alleen al vanwege het feit, dat je
weet dat er in Lusaka een Nederlandse
ambassade is waarop je altijd terug kunt
vallen; je kunt niet net doen alsof die
ambassade er niet is”.
De mogelijkheid tot solidariteit is niet
absoluut, ook hier in Nederland niet. Want
als ik hier in ploegendienst ga werken, dan
blijf ik met mijn enorme scholing en oplei
ding iemand die zeer behoorlijk voor zijn
zaakjes kan opkomen. En daai bm zal ik,
Ina de Gaay Fortman, geboren Van
Bentum, stamt uit een geslacht dat
al van de achttiende eeuw in Er-
melo woont. Zijzelf is ook in deze
plaats geboren en getogen.
„Het is een club die zich behoorlijk aan het
wortelen is. Dat men op het ogenblik (in
verband met de affaire-Jurgens, red.) be
zig is van alle kanten op ons in te hakken,
is het bewijs dat we gezien worden als een
club die erbij hoort; op zichzelf is dat
gehak ook niet verontrustend".
„Zeker niet meteen. Dat is trouwens iets
wat ik natuurlijk niet alleen kan beslissen;
dat hoort een gezinsbeslissing te zijn. Mijn
vrouw is lerares Nederlands en heeft hier
een fijne baan. En er wordt in Afrika maar
erg weinig Nederlands gesproken”.
„Ik denk niet dat ik daar erg welkom zal
zijn” (lacht).
- In Zuid-Afrika praten ze een aardig
mondje Nederlands.
„Ik denk het wel ja. Maar ik wil de moge
lijkheid dat ik ooit nog eens terug zal
komen niet helemaal uitsluiten”.
van de
oen ana-
i afstan-
ibjecten
bepalen
en moet
ver nog
in en die
ar is, is
barsting
hans on-
;eft aan-
Lusaka, de hoofdstad van Zambia, kent
een zoals het eufemistisch genoemd
wordt, „dichtbevolkt” en een „dunbe
volkt” stadsdeel. De De Gaay Fortmans
woonden in het dunbevolkte deel, in de
rijke wijk dus. Hij gaf aan een uitgelezen
groep studenten economie, werd later
hoofd van de economische afdeling van de
universiteit en voorzitter van een commis
sie die aan de regering adviezen over land
bouwprijzen moest verstrekken. Zij was
als onderwijzeres aan een privé-schooltje
in een'krottenwijk verbonden en werkte
mee aan een onderzoek naar de vermen
ging van talen in Lusaka. Ze kwamen in
1967 met drie kinderen in Zambia aan en
gingen er in augustus 1971 met vijf kinde
ren weer vandaan.
„De PvdA aarvaardt de PPR als een voor
de hand liggende bondgenoot. Als je Den
Uyl zou vragen: ben je blij met een zelf
standige PPR, dan zou hij ongetwijfeld
„nee" zeggen”.
te bewa
ie „conti
1 de legi
;uwe ato
ontstaal
de uitdij
Dat kaï
■erschijn
genomei
;ct heeft
- Wordt het afscheid van de Tweede Ka
mer definitief?
„Nee, prettig is het zeker niet. Te meer
omdat wij in deze zaak zelf de aanleiding
hebben gegeven tot kritiek. Dan nog is het
onthullend om te zien hoe er door links,
rechts en midden op precies dezelfde wijze
gereageerd wordt. Men houdt hier niet van
nieuwe partijen; de gevestigde partijen
zoeken altijd naar mogelijkheden om nieu
we partijen op te ruimen. Dat wordt nu
ook weer met de PPR geprobeerd”
- Zouden ook de vrienden van de PvdA er
op uit zijn de PPR de nek om te draaien
r onvooi
eigenlijl
aan he
t om
Volledig
iterie va
ns de op
i natuur
oldoendi
t ruim 11
ontstaal
ig bang1
massa
f ander
iele kilo
Menzoi
□f dit eei
een „an
uttele se
oer-ba
t, dat die
iuurt. 11
i de ker
en hel
ire mate
ie-proces
weid eei
e eigen
en in di
va, zoal
den, eei
Wat hij na deze Kamerperiode voor z’n brood gaat doen,
behalve het afronden van enkele wetenschappelijke pro
jecten „die een hoop denkwerk vergen”, weet hij nog niet.
Zijn vrouw Ina heeft hem goed getypeerd: „Bas”, zegt ze,
„is een heel wonderlijke geest”.
Welk beroep hij precies zal gaan uitoefe
nen, weet hij nog niet („Ik heb het te druk
om daar al over na te kunnen denken”).
Wel is zeker dat hij een hoop tijd over wil
houden om zich aan wetenschappelijk
denkwerk te kunnen wijden. Hij wil onder
meer de ordening van het economisch le
ven aan een onderzoek onderwerpen ten
behoeve van de ontwikkelingslanden; hij
wil een economisch handboek voor stu
denten gaan schrijven, „dat nauw bij de
werkelijkheid” moet aansluiten en hij wil
een pamflet opstellen waarin een strategie
tot het bereiken van maatschappelijke ver
anderingen wordt voorgehouden. „Ik
stap”, zegt hij, „van de korte-termijn-poli-
tiek over naar het lange-termijn-denken.
Stemmen voor Nederland uit de NAVO
r
De vijf jonge dochters (er was één zoon;
die is twee jaar geleden onder een auto
Had hij zijn grote ambitie - economie doce
ren aan een universiteit in een ontwikke
lingsland - toen direct kunnen uitvoeren,
dan had waarschijnlijk g»en van ons ooit
van de naam Bas de Gaay Fortman ge
hoord. Het duurde tot 1967 voordat hij de
baan vond die hij zocht; door deze vertra
ging heeft hij in ’67 de nasleep van de
beruchte Nacht van Schmelzer nog mogen
meemaken. Zonder enige overdrijving kan
worden gezegd dat de nacht waarin het
kabinet-Cals ten val werd gebracht en
waarin, volgens Bas’ interpretatie, door de
confessionelen een eerste aanzet tot maat
schappelijke veranderingen om zeep werd
geholpen, dat de Nacht van Schmelzer dus
het leven van De Gaay Fortman jr. ingrij
pend veranderd heeft. Van een „politiek
stuk onbenul” (de term is van hemzelf)
werd hij in een paar maanden tijds een
van de belangrijkste grondleggers van een
nieuwe stroming in de Nederlandse poli
tiek.
„Spijtstemmers” noemden ze zich eerst
omdat ze er spijt van hadden op de AR te
hebben gestemd; later werd dat de Werk
groep Christen Radicalen die pleitte voor
een christelijke solidariteitspartij en voor
een bondgenootschap van de confessione
len met de PvdA. Toen deze Werkgroep,
aan de wieg waarvan Bas de Gaay Fort
man heeft gestaan, in november 1967 het
eerste congres hield, liet Bas vanaf de boot
zijn beste wensen naar de congresgangers
overseinen. Hij was met z’n gezin op weg
naar Zambia.
als ik ontslagen word, nooit datzelfde wan
hoopsgevoel kennen als mijn collega’s uit
de ploegendienst, die overigens zelf ook
merken dat ik anders ben. En daarom, je
moet niet méér solidariteit pretenderen
dan je kunt waarmaken”.
Ik heb anders wel eens foto's gezien van
Bas de Gaay Fortman aan het werk in de
bouw of op de boerderij. Is dat ook geen
solidariteit pretenderen?
BaKie Gaay Fortman: „Ik doe dat niet uit
pretentie; je zult mij ook niet horen zeggen
dat alle Kamerleden of bankdirecteuren
Samen met Roel van Duyn bij de presenta
tie van het Groot Nilieuspel en een ge
deelte van de PPR-fractie
- Is de PPR dan hetzelfde lot beschoren als
D'66? Gaan de radicalen van Bas de Gaay
Fortman de democraten van Hans van
Mierlo achterna
„Beslist niet. Onze club is nooit opgestaan
uit enkel onbehagen over het bestel. Wij
hebben, in tegenstelling tot D’66, vanaf het
begin sterk de nadruk gelegd op onze
eigen ideeën. De PPR is een mentaliteit en
de mensen herkennen elkaar daarin; niet
vanuit een negatieve frustratie bijvoor
beeld, maar vanuit een positieve inspiratie
werkt de PPR gemotiveerd aan maat
schappelijke veranderingen”.
Waar haalt de fractieleider zelf die posi
tieve inspiratie vandaan?
„Ik persoonlijk haal die inspiratie uit het
christelijk geloof. Zoals overigens de
meerderheid van de 400.000 PPR-kiezers,
van wie 45 procent katholiek is, een kwart
protestant en 30 procent niet-kerkelijk is”.
Hoe ook de verkiezingen in 1977 voor de
PPR zullen uitvallen, zeker is dat De Gaay
Fortman junior (eerst was hij altijd voor
iedereen „de zoon van De Gaay Fortman”;
nu is zijn vader voor iedereen „de vader
van Bas”) niet aan een nieuwe Kamerperi
ode zal beginnen. Hij blijft wel werken
voor de PPR, maar zoekt naar mogelijkhe
den „om zich met enkele problemen écht
bezig te houden in plaats van met veel
problemen een klein beetje”. Een „vooruit
geschoven positie” ambieert hij naar eigen
zeggen niet meer, maar voor bijvoorbeeld
een lidmaatschap van de Eerste Kamer
zou hij nog wl voelen.
Bas ia, evenals Ina trouwens, de oudste
van vijf kinderen. Zijn vader, de huidige
AR-minister van Binnenlandse Zaken.
Iwas voor hij omstreeks I960 de politiek in
ging hoogleraar arbeidsrecht en rector
aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Terwijl de zoon over zijn vader vertelt,
realiseer ik me dat ik de voornaam van De
Gaay Fortman senior niet ken, terwijl van
de meeste politici de voornamen toch even
bekend zijn als de achternamen. Aarze
lend vertelt Bas dat zijn vaders roepnaam
„Gaius” is en dat hij in werkelijkheid
Wilhelm Friedrich heet. Geen wonder, dat
onze minister van Binnenlandse Zaken
niet met z’n voornaam te koop loopt
Toen Bas - een geboren Hagenaar - en Ina
een geboren en getogen Ermelose - in 1962
trouwden, had hij zijn kandidaats econo
mie en rechten en was zij docente Neder
lands; vier jaar later promoveerde hij, na
zijn diensttijd in de Ermelose Spoorkazer-
ne te hebben doorgebracht, tot doctor in
de economie op een proefschrift waarin
maatregelen tegen kartel- en monopolie
vorming werden geadviseerd.
Diezelfde avond moet hij nog naar Hilver
sum om met een andere beroemde zoon
van een beroemde vader, te weten de heer
Drees jr., in een actualiteitenrubriek over
het probleem van de rijksgenoten te dis
cussiëren. De telefoon in huize De Gaay
Fortman rinkelt onophoudelijk: een half
uur praat de heer des huizes met dr. Geor
ge Puchinger, juist in het nieuws gekomen
als één van de negen vooraanstaande AR-
-leden die Aantjes afgevallen zijn.
bouwvakkers moeten worden of in dezelf
de onzekere, onveilige en armoedige situa
tie moeten geraken als de mensen onder
op. Ik vind wel dat wij, de bevoorrechten,
niet langs hun problemen heen moeten
lopen. Er moet een einde komen aan de
maatschappelijke overschatting van de
man die een opleiding heeft genoten en
aan de onderschatting van de man die met
zijn handen werkt voor brood op de
plank”
Als het aan Ina had gelegen, was het gezin
in Zambia gèbleven. Het was Bas die eerst
naar Afrika moest en zou; het was in 1971
Bas die per se terug wilde. „Een heel
wonderlijke geest” noemt Ina haar man.
Hij is de politieke ontwikkelingen in Ne
derland vanuit Zambia op de voet blijven
volgen. In 1970, toen hij zich écht niet meer
kon verenigen met het in zijn ogen rechtse
beleid van de ARP, bedankte hij per brief
voor het lidmaatschap van deze partij om
zich kort daarna bij de PPR als lid aan te
melden. Drie maanden nadat hij zich
schriftelijk aan de zijde van de radicalen
had geschaard, bereikte hem het verzoek
of hij deze partij in de Tweede Kamer
wilde gaan vertegenwoordigen. De PPR
zocht namelijk iemand die de Derde We
reld en haar problematiek van binnen uit
kende.
De Gaay Fortman jr. nam het aanbod aan,
want hij was zelf al tot het besef gekomen,
dat ontwikkelingslanden meer gediend
zijn bij maatschappelijke veranderingen
in de rijke landen dan bij hulp ter plaatse.
En die veranderingen, zo concludeerde hij,
kunnen alleen via de politiek tot stand
worden gebracht.
Terwijl vrouw en kinderen nog in Zambia
waren, werd Bas samen met een andere
PPR-vertegenwoordiger in de Kamer ge
kozen. Hij kocht in Ermelo een huis, liet
zijn familie overkomen en begon aan zijn
nieuwe taak, onder meer als buitengewoon
hoogleraar aan het Instituut voor Sociale
Wetenschappen in Den Haag, waar hij
plattelandseconomie onderwijst. In 1972,
een jaar na zijn terugkeer dus, kreeg de
PPR bij dezelfde verkiezingen die Den Uyl
in het zadel hebben geholpen, zeven zetels
en werd Bas de Gaay Fortman fractie
voorzitter.
- Het gaat behoorlijk goed met de PPR.
Hij is de nacht voorafgaande aan de vrij
dagmorgen waarop ons gesprek in zijn
woning in Ermelo plaatsvindt, om vijf uur
thuis gekomen. Meestal blijft hij als de
beraadslagingen zo lang hebben geduurd,
de nacht over bij zijn ouders in Den Haag
of bij vrienden, maar ditmaal kon hij een
lift krijgen van een KVP-collega die naar
Emmen moest.
„Ik heb me bij die stroming heel intensief
betrokken gevoeld”, zegt hij er nu van.
„Maar de betrokkenheid was nog niet zo
groot dat ik Zambia ervoor wilde opgeven.
Eigenlijk was het 1967 een merkwaardig
politiek intermezzootje”.
Toen haar man in 1971 in de Tweede
Kamer werd gekozen, kocht hij, ter
wijl zijn gezin nog in Zambia was,
een leegstaand huisje in Ermelo, in
de buurt van zijn schoonouders dus.
Hoewel de last van het landelijk
wonen vooral op zijn schouders
rust omdat hij bijna dagelijks met
de trein naar Den Haag op en neer
reist, is het echtpaar met de woon
plaats erg tevree. Belangrijkste
pluspunten van het wonen in Erme
lo „het is enig voor de kinderen” en
„je bent er lekker afgeschermd te
gen het Haagse wereldje”. Overi
gens beschouwt Bas de Gaay Fort
man zichzelf niet als import: „Ik
ben aangetrouwd”, zegt hij.
uLiUuijuLjuUuuuuuuuüLJLjuüuiJuuuLJnnnnnnDn
ze medeoprichter en secretaris ge
weest van de plaatselijke groepe
ring Ermelo 2000 die in 1971, bij het
zelfstandig worden van de gemeen
te, nog géén zetel maar in 1974 één
zetel in de raad veroverde.
Haar motivering om zich met de
gemeentepolitiek te gaan bemoei
en: „Toen we hier kwamen wonen,
was de gemeenteraad een behou
dend geheeltje. Alles werd onder
hands geregeld, openbaarheid be
stond nog bijna niet. We hebben
Ermelo 2000 opgericht omdat iede
re gemeente een zekere oppositie
nodig heeft die de vinger op de zere
plekken legt en die bedenkelijke
zaken in de openbaarheid brengt".
Ook haar man van wie je toch zou
verwachten dat hij om den drom
mel al voldoende aan zijn hoofd
heeft, volgt de politieke gebeurte
nissen in zijn woonplaats op de
voet. Hij schudt de namen van de
plaatselijke kopstukken uit z’n
mouw alsof hij er dagelijks mee
confereert. Het boeiende van de po
litieke ontwikkelingen in Ermelo
vindt hij „dat je van zeer nabij kan
meemaken hoe de Randstad op
schuift en hoe moeilijk ’t dan is het
karakter van de gemeenschap te
behouden”.
Ina de Gaay Fortman is direct na de
terugkeer naar haar geboorteplaats
weer gaan werken; ze geeft vier
ochtenden in de week Nederlands
aan het Groevenbeek-college. Daar
naast heeft ze zich, daartoe gesti
muleerd door haar man, een tijd
lang zeer intensief met de plaatse
lijke politiek bezig gehouden. Zo is
rinnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnqjinnnnfioaaDDanaannnnn
iend aai
roddelen
ie vrijwe
n die re
ït diepei
ier in de
de stra
omen ob
iren over
i. We kij
eden.
verleder
toen an
iprake it
een on
Daarmee
de oer
orie ge
wonderlijke geest”
«■■I
«■I
'■I
IMVI
MB1
IBBI