Zeeland, toen het nog zichzelf was Gekkentheater wil psychiatrische zaken aanspreekbaar maken goed Therapie of geen therapiehet doet gewoon 1/ I w ZATERDAG 1 1 OKTOBER 1975 Therapie door Pieter Taffijn Optreden Aantonen Scholen HISTORISCHE KIJK VANAF DE WATERKANT „Nu gaan we lekker gekken kijken.” Met die gedachte stappen heel wat mensen naar een voorstelling van het Ge kkentheater. Als ze eenmaal de negen leden van de groep aan het werk zien, merken ze alras dat het allemaal niet zo vrijblij vend is. „Wij willen een voor oordeel wegwerken. Mensen met het idee van: we gaan ge kken kijken, komen er snel achter, dat we gewoon mensen zijn met problemen En die pro blemen, die kan iedereen heb ben. Beschouw het maar als een soort voorlichting, we wil len de situatie opengooien.” Het Gekkentheater is een groepje van negen mensen, die I in een psychiatrische inrich- ting werken of als patiënt daar in zijn opgenomen of opgeno men geweest. Ze willen zaken aanspreekbaar maken waar an ders over zou worden gezwe gen, na iedere voorstelling volgt dan ook een discussie. Waarin vaak verwondering, verbazing en verbijstering val len te constateren over het feit, dat men zomaar met zulk soort zaken over het voetlicht durft treden. Bs 1 ita I M o '3 air y -TSi f o f t 1 i® gt 1 lit y gk BW Foto’s Rob Sötemann Arnemuider visser, 1870 R.P. Op het T-shirt van de verpleeg kundige staat met grote letters „We help you”. En dat doet hij ook zonder aanzien des persoons. (Foto middenin pagina). „Aitke is ziek want zij trekt haar pyjama niet meer uit.” Een schrijnend beeld van een meisje dat met zichzelf in de knoop zit en door iedereen wordt bedisseld zonder dat ze zelf mee mag praten. (Foto rechts). Het inleidende tafereel van het Gekkentheater: „Hoe gek is dit?” In willekeurige volgorde worden wat opmerkingen losgelaten. Het publiek wordt direct gecon fronteerd met de vraag of het nu maar zo wat is of dat er toch samenhang is tussen wat de groep allemaal zegt. (Foto links). werd versterkt met iemand die kwam binnenstappen de en (Aan de Rede, Zeeland aan de waterkant. M. P. de Bruin. Unie boek BV-Bussum. De Boer Mari tiem, prijs 24,50.) die van De voorgeschiedenis van dat alles en nog veel meer wordt door De Bruin beknopt en helder uit de doe ken gedaan. En hij doet zijn verhaal onrecht, wanneer hij dat, zich min o£ meer verontschuldigend, afdoet met „de dorre taal van jaartallen en wets artikelen”. Een alles bij elkaar toch wel interessant boekje, voor wie al thans belang stelt in Zeeland en oude schepen. gon met een geestelijk aftasten, ’n zeer vermoeiende bezigheid. Al les was open, iedereen die wilde kon binnenstappen en meedoen. Dat leverde een voortdurend wis selende bezetting op. Want zoals gewoonlijk in zulk soort omstan digheden waren er bosjes mensen die afvielen, omdat ook zij merk ten dat groepsvorming bepaald geen makkelijke taak is. In veel boeken over Zeeland be vindt de toeschouwer-schrijver zich achter de dijk in de polder. Van deze op het water bevochten plaats kijkt men dan naar de zee. In het plaat werk „Aan de rede”, samengesteld door M. P. de Bruin zijn we getuige van het omgekeerde: vanaf het water bekijken we het land, havenplaatsjes, schepen en werven van een Zeeland, dathelaas niet meer bestaat. Waarvan ook de laatste sporen ver dwijnen, nu na vele kleine zeearmen van (slechts?) schilderachtige beteke nis ook de Oosterschelde, een van Zeelands beide levensaders, wordt af gedamd. hield men toen nog niet. Anders had den de Zeeuwen daarbij vast en ze ker hoge ogen gegooid. Het boek is vrij aktueel, waar het de uitweiding betreft over het ver drag tussen Nederland en België over de vaarweg tussen beide landen. Vol gens artikel 9, paragraaf 8 van het tractaat van 19 april 1839 moet Ne derland voor een vervangende vaar weg zorgen, wanneer de bestaande door natuurlijke of kunstmatige oor zaken niet meer te gebruiken is. Wel nu, deze maand wordt de nieuwe vaarweg van de Zandvlietsluizen bij Antwerpen, via de doorgraving van de Kreekrakdam en via de Eendracht tussen Tholen en Brabant geopend. Schilderijen, aquarellen komen let terlijk niet uit de, in het boek niet aanwezige, verf. De kijker en lezer blijft zo bij sommige afbeeldingen van impressionistische schilderingen en aquarellen verstoken van juist dat en zeiden later in de disucssie heel veel dingen te hebben herkend. Er kwamen zelfs opmerkingen dat ze ook die problemen hadden. „Dan ben ik gek, waar moet ik dan naar toe?” De groep Gezicht op stad en rede van Brou wershaven. Links een Zeeuwse poon, midden een vletje voor de visserij. Voor anker een barkentijn. Koper gravure naar een tekening van G. Groenewegen vóór 1802. Een gesprek voeren met de le den van het Gekkentheater, die beslist anoniem willen blijven, is geen eenvoudige opgave. We pro beren het in het Dagcentrum aan de Amsterdamse Vondelstraat. Daar vond het Gekkentheater ook zijn oorsprong. In het begin was het niet meer dan een grap - ha, ha, we willen een gekkentheater. Maar de grap werd meer dan een grap, men ging serieus praten en zo kwam men nu een jaar geleden voor het eerst bij elkaar. Het be- zouden zijn gericht.” Dat is mis schien ook de reden dat hij nog niet „ontdekt” is door een talent scout om zijn uitstekend Neder lands repertoire op de plaat te laten vastleggen- Op dit moment mag het Gek kentheater dan een hechte groep lijken, de leden ervan hebben be slist niet allemaal hetzelfde idee van hoe alles nu zou moeten. Vandaar dat een gesprek zo lastig is. Elke opmerking lokt een tegen- opmerking uit, algemene kritiek op de maatschappij wordt afge wisseld met sterk persoonlijk ge tinte ervaringen. Als een rode draad door alles loopt wel. dat men iets wil aantonen zonder nu direct te gaan schoppen. „Het gaat er om te laten zien dat veel dingen vreselijk absurd zijn- Het is lullig dat het nodig is, dat wei. We spelen gewoon zoals het is, meer niet. Een speelse kri tiek op het hele medische model” is een kreet die met bijval wordt ontvangen. Het begon allemaal op een woensdagavond verleden jaar sep tember. Iedereen vond het nog wat eng en zat in een hoekje toe te kijken wat er ging gebeuren. Omdat er werd afgesproken dat steeds iemand anders de zaak zou voorbereiden ging het al spoedig beter. In de aanvang waren er nog veel mensen die één keer kwamen kijken en dan wegbleven. En nu wordt er nogal eens gebeld. De mensen merken dat het Gekken theater optreedt en willen best meedoen. „Dan moeten we een moeilijke beslissing nemen. Moe ten we nee zeggen, zijn we nu zo’n gesloten groep? Maar het kan eigenlijk niet. We hebben nu een jaar samengewerkt en dan raak je op elkaar ingespeeld.” Voor scholen spelen vindt men fijn, maar, zo is het oordeel, de informatie zou ook voor werkende jongeren moeten zijn. De moeilijk heid is dat men dan nog meer zou moeten spelen en men houdt zich Om aan te tonen, dat „gekken ook heel gewone mensen zijn die met problemen zitten opgescheept- Dat doen ie op naar mijn idee uitstekende wijze. In een aantal taferelen, waarbij schokkend rea listische. Duidelijk weet men tot uitdrukking te brengen, dat er in de geestelijke gezoondheidszorg nog wel het een en ander aan schort. Dat de hulpverleners zich te autoritair en alles-wetend op stellen. Dat men over het hoofd van de patiënt heen werkt. Het meest navrant in het geheel is wel „Aitke is ziek want zij trekt haar pyjama niet me,ei’ uit”. Een ver gaarbak van problemen en ellende rond een meisje, dat het niet meer ziet zitten. Met ouders, die het niet aan kunnen. Met een broer, die door zijn meisje angst krijgt. En met een maatschappelijk werkster, die als een kenau het gezin komt binnenstuiven en Aitke wegrukt. En het gebeurt dagelijks zo. aan de limiet van vier maal per maand. Tenslotte is een deel van de mensen getrouwd en moet het nog even naast het werk gebeuren. Ook moet het voorzichtig worden benaderd, oppert een van de leden van het Gekkentheater. „Je moet verdomd goed weten, dat als je iets omwoelt je na afloop niet alleen dag kunt zeggen. Er moet opvang zijn. En dat is onze ver antwoording.” Daarom speelt men nu voor mensen die gemotiveerd zijn. Als een vormingscentrum om een voorstelling zou vragen kan dat best, als men de zaak maar goed voorbereidt- Toch blijft het een twistpunt binnen de groep of je het nu wel of ,niet zou moeten doen. Langdurig wordt er gesproken over de motivering van elk om bij de groep te komen. Strikt per soonlijke zaken, die loskomen als je niet meer helemaal als een bezoekende verslaggever wordt be schouwd. Daarom ook niet be stemd om hier te worden afge drukt. Buiten dat ene voorbeeld misschien van de man, die de zang verzorgt. „Ik was ergens opgeno men en naast de inrichting was een hockeyveld. Ik werd lid van die club en speelde gewoon mee. Vroeg iemand mij eens, wat ik nou zo de hele dag deed. Ik zei studeren. Dat wekte vreselijke verbazing. Dat kan toch niet als je gek bent, was de ongelovige reac tie.” Vandaar dat het Gekkentheater voorlopig nog zat te doen heeft. met een gitaar en een aantal lied jes. Die pasten uitstekend bij waarmee men bezig was, dus werd hij met open armen ontvangen. Zelf zegt hij van zijn liedjes: „Ze zijn te abstract om echte protest songs te zijn. Er is geen duidelijk herkenbaar object waar ze tegen Het moment dat de beslissing viel op te gaan treden weten de leden zich nog goed te herinneren. Niet van iedereen was dat het idee geweest om binnen de groep te komen, voor anderen was het juist een stimulans om door te gaan. Maar er moest dus ook een programma komen- Er werd uit voerig over gepraat tijdens een weekeinde. Moest er nu een lo pend verhaal komen of losse flar den? Uiteindelijk werden het losse flarden die toch met elkaar zijn verwant. En het waren vooral de dingen uit het begin die men graag in het programma wilde hebben. Het eerste optreden vond plaats op het Keizer Karei College in Amstelveen bij het vak dramati sche expressie, als onderdeel van een project. De lerares had de groep eens gezien en had het Gek kentheater uitvoerig geïntrodu ceerd. Toch waren de leerlingen bijeen om gekken te kijken. „Dat wordt ook wel door onze naam in de hand gewerkt,” geeft één van de spelers toe. „Maar dat is toch ook de bedoeling” repliceert direct een ander. In ieder geval volgden de leerlingen het optreden muisstil bouw zijn. Liefhebbers oude scheepstypen kunnen in „Aan de Re de” veel van hun gading bekijken. Er zijn veel afbeeldingen van schepen op de rede, en de verschillende soorten en typen, die op de plaatjes te zien zijn, worden nauwkeurig opgenoemd. Aardig is het hoofdstuk over de veren in Zeeland, „verbinding en struikelblok”. Verteld wordt hoe rei zigers van het ene naar het andere eiland soms eerst kilometers over schorren en slikken moesten bagge ren om bij de veerboot te komen. Soms was daar dan een paal, waarop men zich bij opkomend water kon terugtrekken om op de boot te wach ten. Kampioenschappen paalzitten Is het nu therapie of is het nu geen therapie? Het doet ons goed, merkt iemand op. „Dat'kan je van therapie niet altijd zeggen” is het commentaar. Men is ’t er wel over eens, dat het toch iets is als een soort therapie. Weliswaar wordt men niet van buitenaf begeleid, maar men begeleidt elkaar. „We zijn geen therapeutische groep, maar het neeft wel therapeutische waarde,” merkt een therapeute op. Zij vindt dat de afstand tussen therapeute en patiënt puur theorie is. De spelers werken ontzettend lekker met elkaar samen. „Gewone therapie is helemaal niet zo leuk”, vindt een patiënte. „Dat is een waarom-fabriek. Je zit maar steeds waarom, waarom, waarom.” Een ander is het daar helemaal niet mee eens. „Het is juist een jaar lekker lullen over ik heb gevoel zus en ik heb gevoel zo. Maar eens is het afgelopen. Dan kom je weer in de gewone maatschappij en moet je gaan sol liciteren- Dan komen pas de moei lijkheden.” Waar speelt Gekkentheater? Overal waar vooroordelen moeten worden weggewerkt. Dat is vaak op scholen, maar ook in inrichtin gen. In het laatste geval het liefst voor patiënten en staf samen. Want zij moeten samen over de situatie praten, er moet nog zo ontzettend veel veranderen. Misschien dat het daarom aan beveling zou verdienen als er ook eens een voorstelling kwam voor de mensen, die het beleid bepalen in de geestelijke gezondheidszorg. Laten ze maar eens bellen met de man die alles zakelijk regelt: Ruud van Honschoten. Overdag 023-331933, thuis 020-762973- Dan zou er iets kunnen doordringen en bestaat de mogelijkheid, dat het Gekkentheater gewoon weer lek ker onderling bezig kan zijn. Zon der dat er misstanden behoeven te worden aangetoond poëtisch en schilderachtige dat Zeeuwse combinatie van water lucht kenmerkt. De tere lichtbreking over de nu eens heldere, dan weer diezige verten en horizonten ont breekt, waar deze wellicht juist door de kleur had kunnen overkomen. Daar, waar de originelen echter in De schilderachtigheid van de oude zeearmen en havens is in het boek van De Bruin beslist niet overal aan wezig. En dat terwijl toch de afbeel dingen, oude prenten, etsen, tekenin gen en schilderijen het hoofdgerecht vormen. (Want de verklarende en verbindende tekst blijft als een be scheiden, niet al te dominante, krui ding van secondair belang. Het boek „Aan de Rede” is vooral een kijk boek. En daarom is het heel jammer, dat alleen de omslagplaat in kleuren is uitgevoerd. zwart-wit zijn zoals bijvoorbeeld de in het boek afgebeelde gravures is die Zeeuwse lichtval er weer wel, en dat moet ook gezegd. Overigens is wel te merken, dat de samensteller een Middelburger is: verreweg de meeste plaatjes beelden Middelburg, Vlissingen of andere Walcherse plaatsen af. En daarbij worden talrijke ontboezemingen van de dichteres Botje Wolff aangehaald. Van de stad Goes is welgeteld één plaatje en van de Zuid-Bevelandse plaatsen heeft De Bruin in het totaal twee prenten i zijn boek laten af drukken. Als rechtgeaarde Zuid-Be- velander en Goeseriaar voel ik me bij het doornemen van De Bruins boek dan ook een beetje misdeeld. Gelukkig geeft De Bruin zelf toe dat we hem van chauvinisme zouden kunnen be schuldigen. Maar eerlijk is eerlijk, Middelburg en Vlissingen waren nu eenmaal fraaie steden en de plaatjes laten dat duidelijk Zien. Middelburg is het trouwens nog. Maar Vlissingen is in de loop der jaren grondig verpest, doordat allengs niet heit gemeentebestuur, maar de scheepswerf De Schelde de dienst in de stad ging uitmaken. (De particulie re onderneming pikte zomaar een taartpunt uit die stad in.) Maar daar over hebben we het nu niet; het boek van De Bruin heeft niet de jongste geschiedenis als onderwerp. Wel staan er een paar afbeeldingen in van wer ven, waar grote zeilschepen in aan- MM ’Vi1® .’.’W F I - ■- «P‘- g i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 25