Dekmantel van Marcos Ruud Krol de enige die bij Ajax overeind is gebleven Vrije schop moet' ook vrij zijn I HET BESTE VAN MAKEN" „IK WIL ER IEDERE WEDSTRIJD J Sr ft 29 ZATERDAG 1 1 OKTOBER 1975 2 Grief door Mare Serné Routine Organisatie I ai G 7742 De negen meter Janbroers Al voor de wereldkampioenschappen voetbal, vorig jaar in West-Duits- land, roemde de Spaanse bondscoach Ladislo Kubala Ruud Krol al als één van de beste verdedigers ter wereld. De enige reden dat er naast Cruijff en Neeskens voor Krol geen vet contract klaar lag in Spanje kwam volgens Kubala omdat het voor een verdediger nu eenmaal moeilijker is om zich in de picture te spelen dan voor een middenvelder of aanvaller. De enige uitzondering is eigenlijk Real Madrids sterverdediger, de Duitser Paul Breitner. Hoe nuttig een verdediger voor een elftal ook kan zijn, voor het publiek, waartegenover de miljoenenaankoop uiteindelijk moet worden waargemaakt, oogt een knappe actie van een middenvelder of aanvaller altijd wat spectaculairder dan een verdedigende correctie. Krol realiseerde zich die tendens ook wel. Het vormde voor hem uiteindelijk ook één van de overwegingen om zich tot 1981 aan Ajax te binden. Polsbandjes I i (Vervolg van ERBIJ-pag. 1) nen stand van dit m. THEO KLEIN ur. toed b Marion. normale k3 it n icht van •eist. De abergen tweede larten in .30 uur. e banen „We moeten in Amsterdam van Polen kunnen winnen”. Een ander verschil tussen hem en Michels vermeldde Janbroers dit keer niet, maar heeft hij vroeger weleens gememoreerd met het simpele zinne- Krol: „Die plaats van vrije verdediger is mij opgedragen door Michels. Het maakt mij persoonlijk weinig uit of ik op links speel of vrije verdediger ben. Ik moet wel aan die plaats wennen. Ik had het wel een paar keer gespeeld maar je moet op een bepaalde plaats een beetje groeien. Routine opdoen en aanscherpen. Bovendien ben je als libero veel meer met de organisatie van de verdediging belast”. L bj. 70 2-7555. VANHAM 7 n. schufti i 00 kg. D De eerste symptomen van een herstel bij Ajax zijn volgens Krol nu al merk baar. Hij stelt: „Er is meer organisatie op het veld. Iedereen loopt niet meer doelloos door elkaar te rennen. Daar wordt ook bewust op getraind. Er wordt ook bewuster door de groep naar de wedstrijden toegeleefd en aangezien de En verder zou ik mijn spelers op dracht geven de scheidsrechter te dwingen de negen meter afstand na te leven, waarop de tegenpartij van de bal moet staan bij vrije schoppen op de rand van het strafschopgebied. Soms wou ik dat ik voetbalcoach was en een knappe eredivisieclub in mijn handen had. Ik zou die jongens heel wat tactische snufjes bijbrengen die zij van hun huidige coaches ken nelijk nooit te horen krijgen. Zo zou ik in de allereerste plaats van mijn spelers eisen dat zij een vrije schop ook inderdaad als „vrije schop" be handelen. Hoe vaak zie je het niet dat op het middenveld een vrije schop haast-je-rep-je wordt genomen door middel van een tikje naar de dichtstbijzijnde medespeler, waardoor er minder sprake is van een vrije schop met alle voordelen vandien, dan van een simpele hervatting van het spel. Snelheid is natuurlijk een belangrijk tactisch wapen, maar wat schiet je ermee op als je de bal op 30 meter van het doel van de tegenpar tij naar een speler rechts van je schuift, die in geen enkel opzicht betere mogelijkheden heeft dan de nemer van de vrije schop? Immers de tegenstanders hoeven geen negen me ter van die tweede speler vandaan te blijven en kunnen bovendien snel toelopen zodra de bal naar hem toe geschoven wordt, zodat hij tegen de tijd dat hij de bal voor zijn voeten heeft alweer door een tegenstander geattaqueerd kan worden. Terwijl de nemer van de vrije schop in ieder geval de zekerheid heeft dat hij een vrij schootsveld van minimaal negen meter heeft. van de vrije schop de bal over het muurtje naar de aanvoerder die een vrij veld voor zich heeft, en moet de scheidsrechter dan voor buitenspel fluiten? Dat zou wel moeten, maar de man stond op de aangewezen plek en kon dus eigenlijk nooit buitenspel hebben gestaan. Kortom, de scheids rechter wordt op die manier wel gedwongen de spelregels correct toe te passen, waardoor de nemer van de vrije schop eindelijk de ruimte krijgt die het scoren van doelpunten moge lijk maakt. Krol is een ideale prof voor ongeacht iedere oefenmeester. Hij is ook de enige speler van het roemrijke Ajax van wel eer wiens prestaties niet zijn terugge vallen, maar beter zijn geworden. Je zou kunnen stellen dat Krol mentaal de enige is geweest die door de seizoenen heen overeind is gebleven. Krol: „Ik ga iedere wedstrijd met de instelling het veld in om er het beste van te maken. Ik doe ook wat in mijn vermogen ligt om die toeschouwers op de tribunes, die ten slotte veel geld betalen om een wedstrijd te zien, tevreden te stellen. Dat lukt me meestal zeer redelijk omdat ik goed af stand van alerlei problemen kan nemen. Vooral de laatste jaren waren er wel ’ns zoveel moeilijkheden en werd er vaak zoveel geluld over allerlei dingen dat ik ook wel eens beïnvloed werd en dacht Krijgen jullie allemaal maar het heen en weer. Ik speelde zo’n wedstrijd dan ook op mijn routine uit. Maar die wedstrij den zijn toch zeer schaars geweest. Dat kwam sporadisch voor. Ik heb na een wedstrijd nooit het gevoel dat ik mijn best niet gedaan heb”. Daarbij maakt het weinig uit wie de trainer is? Krol: „Hoe slecht een trainer ook is, ik ga er van uit dat je toch met hem zult moeten werken. Als werknemer kom je misschien ook wel eens een chef tegen waarmee je niet kunt ópschieten. Zo iemand kan dan ook niet zeggen van: Nou dan houd ik er maar mee op. Als voetballer heb je dat recht natuurlijk ook niet”. kwaliteit voldoende moet zijn om in Ne derland weer een rol van betekenis te gaan spelen zie ik het alelmaal wel op timistisch in”. Ruud Krol en Joop Wildbret van AZ in diepe concentratie. Volgende week speelt Nederland tegen Polen. De stemming lijkt zo geladen en er zijn na het echec in Katowice door een aantal Nederlands-elftal spelers over en weer zulke beschuldigingen geuit, dat het voor Knobel uiterst moeilijk zal wor den om een gemotiveerd elftal binnen de lijnen te brengen. Ook de naam van Krol kwam in de publiciteit. Krol: „Van der Kuylen schijnt uitgeroepen te hebben dat ik liever had dat hij in de rust was ver vangen in plaats van Willem van Hane- gem. Waar hij die onzin vandaan haalt is mij niet duidelijk. Ik heb me nooit in die richting uitgelaten. Bovendien had hij mij dan wel even kunnen opbellen Maar het is des te opmerkelijker dat Krol zo langzamerhand tot één van de beste voetballers van Nederland Is uit gegroeid. De voetballer Krol is één van de meest aansprekende figuren bij Ajax. Opmerkelijk voor een verdediger omdat zo’n rol eerder voor een aanvaller is weggelegd. Maar het heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat de nu 26- jarige Krol een uiterst complete speler is. Hij is nauwelijks van de bal te zetten, moeilijk te kloppen op snelheid, heeft overwicht, een beslissende pass, een hard schot, is fysiek sterk, bijzonder gewiekst en vrij medogenloos in de mandekking en In FC Avondrood werd basketbal- coach Jan Janbroers geïnterviewd door Henk van Dorp. Jan Janbroers is zoals u wellicht weet de coach van Remmington, nadat die eerst diezelf de functie bij Levis Flamingo’s heeft uitgeoefend en daarvoor Blue Stars groot heeft gemaakt. Bij Remmington speelt Akerboom die ook al bij Levis ie en klok 7 1971, inig, lang r. 1650 r 34. werkgevers hebben opgestreken heeft hij dan nooit het gevoel dat hij wat gemist heeft? Het Grote Geld loopt tenslotte als een rode draad door de gedachten van alle profvoetballers. Krol: „Misschien moet mijn kans nog komen. De markt om je slag te slaan is niet zo groot. Misschien als in Italië de grenzen nog eens open gaan. Maar daar denk ik niet zo vaak aan. Ik heb het voorlopig erg naar mijn zin bij Ajax. Bovendien is Michels nu weer terug en dat is natuurlijk ook een erg positieve zaak’’. manten, „er is een oud Filippijns spreek woord dat zegt: de Filippino is als bamboo. Hij buigt met alle stormen mee, maar gaat de wind eenmaal liggen dan slaat hij terug, keihard.” kan zo goed pingelen, dat iedere aanval lende actie als opkomende verdediger on- middellijk gevaar oplevert voor de tegen stander. Krol is een voetballer die een elftal over een dood punt kan tillen en kiest die momenten met zoveel inzicht dat het geen wonder is dat Michels hem nu de vitale post van vrije verdediger heeft toebedeeld. Een plaats waar zijn aanvallende kwaliteiten in de naaste toe komst nog sterker tot uiting kunnen ko men. tje: „Ik ben een mens”. In FC Avond rood zag hij eigenlijk maar twee overeenkomsten. Michels en hij wa ren allebei Amsterdammer en allebei even oud. Tot mijn verbazing vergat hij echter de grootste overeenkomst te vermelden: zowel hij als Michels waren in dezelfde tijd de beste mid- voor van de beide concurrerende clubs in de hoofdstad, Blauw Wit en Ajax. Zij hebben ook nog tegen el kaar gespeeld, alleen is Janbroers al snel naar het basketbal afgezwenkt en heeft Michel* zich bij het voetbal weten te houden. Het kan straks problemen opleveren in het Nederlands elftal. Wat gaat Knobel doen? Laat hij Krol linksback spelen of maakt hij hem ook in het Nederlands elftal in een niet al te verre toekomst de grote verdedigende organisator. Dat dit soort zaken in de praktijk problemen op kan leveren bewijst Wim Rijsbergen, wiens voornaamste grief het is dat hij bij Feyenoord niet altijd voorstopper mag spelen en dat daardoor zijn vaste plaats in het Nederlands elftal, waar hij tijdens de WK zo groeide, in gevaar kwam. Krol: „Dat je bij Feyenoord die moeilijk heid krijgt komt omdat ook Ramljak een goede voorstopper is. Maar voor mij speelt dat niet. Ik kan moeilijk bij Mi chels met het verhaal aankomen; ik speel liever geen vrije verdediger want ik moet in het Nederlands elftal linkervleugel- verdediger spelen. Ajax is mijn werk gever en daar heb ik mij in eerste in stantie naar te richten Wat er straks in het Nederlands elftal met me gebeurt merk ik dan wel weer. Wel is het op verschillende plaatsen moeten spelen na delig”. 50 6 cil. 1 vaste 9-12658, ompl. bijr 'V 4,1.1 9-12111, ORD TAÜ met licht Tel, 025 idigh. bijn lYANEt? 2968-5991 TOYOT '69 ve el. 0253 Bij de beelden van Manchester Ci ty tegen Arsenal die ook in FC Avondrood werden vertoond, viel het me op dat veel spelers van Manches ter City (zij het niet allemaal) om beide polsen een bandje droegen van hetzelfde genre dat tennissers altijd dragen om te voorkomen dat hen het zweet in de handen gaat staan. Ik neem aan dat die spelers van City ze om dezelfde reden dragen, en niet als kokette opsmuk van hun tenue. Ik heb het in Nederland nog geen enke le voetballer zien doen, wellicht om dat zij zich niet zo in het zweet werken als die Engelsen. Het kunnen natuurlijk ook nog polsbandjes zijn geweest ter versterking van het pols gewricht, maar dan hadden ze breder moeten zijn. Ik houd het er daarom op dat de City-spelers ze dragen om het onaangename gevoel van natte handen te voorkomen, en ik zal de komende maanden daarom opletten of zij ze ook nog dragen als het stortgiet van de regen. In dat geval zal ik mijn interpretatie herzien. STOPPER. Als Krol de handgelden hoort die en kele ex-teamgenoten bij buitenlandse Je kan dat op verschillende manieren doen. Bijvoorbeeld door te wijzen dat het geen negen meters zijn, maar zoals gebruikelijk slechts zes of hoog uit zeven meter maar dan volstaat de scheidsrechter er meestal mee het muurtje nog een symbolische halve meter achteruit te zetten en het daarbij te laten. Je kan ook met bozige forse schreden de afstand van bal tot muurtje demonstratief afme ten, waardoor de arbiter voor de ogen van 20.000 man publiek voor joker staat en al gauw geneigd zal zijn een gele kaart te trekken (Piet Keizer heeft eens een gele kaart gekregen omdat hij weigerde een vrije schop te nemen toen het muurtje hooguit zes meter van hem af stond). Maar de beste methode is, dat je als aanvoerder de bal verovert zodra er voor zo’n vrtje schop is gefloten. Je vraagt de scheidsrechter vervol gens waar de bal precies moet liggen, de man snelt toe en wijst gedecideerd het punt aan, en je vraagt hem vervolgens beleefd even de afstand af te stappen. Hij doet dat met aanvan kelijke kordaatheid, waarbij hij zelfs dwars door het muurtje heen stapt dat bezig is zich op vier meter af stand van de bal te vormen, je hebt hem als aanvoerder op de voet ge volgd (zonder de bal natuurlijk, die op de afgesproken plaats ligt), en daar waar hij zijn negende voetstap heeft neergezet ga je als aanvoerder staan. Je stelt je bij wijze van spre ken al bij voorbaat op „in het muur tje”. De scheidsrechter gaat zich ver volgens beijveren in het achteruit duwen van het muurtje spelers, die tegenstribbelend decimeter voor deci meter achteruit gaan, maar op zeven meter afstand, van de bal al erg nukkig worden en vastbesloten blij- antwoordelijke leiders was geweest. Maar daar gaat het niet om. Ik ga er vanuit dat iedere speler zich het beste op zo’n belangrijke wedstrijd voorbereidt. Ieder voor zich moet bepalen wat voor hem het beste is. De één ervaart dat wat an ders dan de ander. Dan is het natuurlijk flauwe kul om die nederlaag achteraf helemaal te gaan afschuiven op die or ganisatie. Dat is natuurlijk wel een be langrijk punt geweest, maar daar kun je geen nederlaag aan op gaan hangen. Er zijn in die wedstrijd gewoon verschrikke lijk veel persoonlijke fouten geweest. Zo vreselijk goed waren die Polen in mijn ogen nu ook weer niet. Het is een goed elftal, maar geen groots team. Met een redelijke opstelling moeten we in Amsterdam beslist kunnen winnen” om te vragen hoe dat zat. Dat is ook niet gebeurd”. Er is nogal wat kritiek geleverd na het debacle in Polen- Van de organisatie zou niets gedeugd hebben. Krol: „Ik zou het misschien ook anders gedaan hebben met die organisatie als ik één van de ver- Flamingo’s speelde, waardoor je de successen van beide teams met een gerust hart aan het duo Janbroers- Akerboom kan toeschrijven, zoals je ook de successen van Ajax en Barce lona (en het Nederlands elftal) niet aan Rinus Michels alleen, maar aan het tweetal Michels-Cruijff moet toe schrijven. De vraag van Henk van Dorp aan Jan Janbroers of hij zich daarom de Rinus Michels van het basketbal voelde, lag dus voor de hand. Jan Janbroers, die momenteel farmaceu tisch industrieel arts is maar zijn praktijk jaren geleden als Amster dams huisarts is begonnen, zag niet zo’n erg grote overeenkomst, onder meer omdat hij niet zoals Michels iets nieuws aan het basketbal heeft toegevoegd. En dat zal wel geen be scheidenheid zijn geweest: basketbal is een Amerikaanse uitvinding het ontwerp was van dr. Naismith, leraar lichamelijke opvoeding aan het Springfield College, die in 1891 perzi kenmandjes voor de „baskets” ge bruikte, nog mei de bodem erin zodat de bal bij elk doeltreffend schot eerst weer uit het mandje moest worden gehaald, een complicatie waarvoor men al heel snel een eenvoudige maar doeltreffende oplossing vond), en elk bedrijfsnieuwtje komt er ook vandaan. In het onderontwikkelde basketballend Nederland ben je daar om al een hele bolleboos als je als eerste de nieuwe tactieken en trai ningsmethoden uit Amerika adopteert en in de praktijk brengt. Ferdinand Marcos, die door zijn tegen standers de rijkste man van Azië wordt genoemd, heeft vooral in het eerste jaar van de staat van beleg erg veel sympathie bij het volk verspeeld. Willekeurige ar restaties waren aan de orde van de dag. Tienduizenden mensen werden zonder enige vorm van proces ingesloten. Er heerste een ware angstpsychose. In juli ’72 wees een illegale opniniepeiling uit, dat selchts 12 percent van de bevolking achter Marcos stond. „Hij stond op de populariteitsladder nog maar één plaats boven een van onze beste komieken,” aldus een woordvoerder. Na het eerste jaar schrikbewind liet de eerste dictator van de Filippijnen de teugels noodge dwongen iets vieren. De bevolking kon wat ruimer ademhalen. Even had de president de hoog opgelopen spanning onder het volk via een veiligheidsklep weer kunnen laten ontsnappen. Niettemin zitten er momenteel nog steeds vijf tot zesduizend politieke ge vangenen achter de tralies. Martelingen zijn aan de orde van de dag. Na van de eerste schrik bekomen te zijn voelt de man in de straat zich nu voorlopig even gerust. Of dat onder de steeds ver slechterende economische (de Filippij- lijden erg onder de economische recessie in de wereld) en sociale toe lang zal duren valt echter te betwijfelen. „Op één punt heeft de staat van beleg een voordeel,” legt een van de woordvoerders uit, „het geeft je de gele genheid om de mensen aan de hand van practische voorbeelden snel duidelijk te maken wat er gaande is. Wanneer de prijzen vroeger omhoog gingen en de lonen niet, dan konden de arbeiders gaan staken. Die mogelijkheid is ze nu ontnomen. H et is niet moeilijk uit te leggen waarom Marcos dat doet. Hij wil buitenlandse bedrijven aantrekken. Daarvoor moet de arbeid goedkoop blij ven. De winst komt echter niet ons ten goede, maar vloeit naar het buitenland, zonder dat wij daar zelf iets aan kunnen doen. Daardoor worden de wer kelijke problemen waar het in ons land om gaat, armoede, onrecht en onkunde, alleen maar groter. Zelfs al zou Marcos nu verdwijnen, dan zouden we nog met de oplossing van die problemen moeten worstelen. Het is noodzakelijk dat we het volk bewust maken van de manieren om dat te doen, zodat het dan zelf voor het bestet systeem kan beslissen.” Voorlopig lijkt de gebrekkige organi satie en de beperkte samenwerking tus sen pen een de verschillende oppositionele groe nen grote handicap. Er zijn echter tekenen dat de ontevredenen elkaar zul len vinden. Hoe langer de staat beleg duurt, des te groter is de kans op verhevigde tegendruk. „Onthoud dit goed.” aldus besloot een van de infor- T ken zich niet verder te laten opdrij ven. In normale gevallen stelt de scheidsrechter zich dan ook met die zeven meter tevreden. Hij heeft aan iedereen laten zien dat hij het muurtje „op afstand” heeft gezet, en niemand kan het hem kwalijk nemen dat de afstand misschien niet precies negen meter is. Maar in dit geval is hij wel verplicht net zolang te blij ven doorduwen totdat het muurtje op dezelfde hoogte is gekomen als de geduldig (maar vol binnenpretjes) wachtende aanvoerder. De scheids rechter kan moeilijk tegen die aan voerder roepen, nadat hij hem eerst keurig op negen meter van de bal heeft gezet: „Zeg hé jij daar in de verte, kom eens een paar stapjes naar voren anders sta je buitenspel.” Dat zou die aanvoerder natuurlijk nooit doen, want hij staat precies op de juiste afstand. De scheidsrechter kan evenmin het muurtje op zeven meter laten staan, want dan wipt de nemer MtJU, „h)IH ,1. ■Si. - F iiJliW "m

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 29