Woonbomen
Helmond: doorbreken van woongewoonte
Architect Pieter Blom
gezonde twijfelaar
Wennen aan wijkende wanden
in
aau
aan
zo'n project
op zqn
Gekantelde-kubus-huis trekt
architecten uit
hele wereld
„Werken
best"
is bouwvak
door Hans Rombouts
Woonwoud
Actief wonen
16
iet
he
:ies.
n.
ex-
rsoneel
len een
ig een
volgens
vragen
secon-
t u dan
.4
mand in
1 goede
slse taal
len in
irting.
il van
en
een experiment
je
ier
/oor
che-
ring
ver
acht
tel.
vat voor
takt op.
a omg.
:ijn van
t aante-
met de
Pieter Blom is een architect, die
niet alleen in koud bouwmateri
aal denkt, maar ook in mensen.
„Ik heb kritiek op de woning als
passieve zaak, als deel van een
kwantiteit. Ik ben tegen passief
wonen. Een woning moet meer
zijn, meer functies vervullen. Bij
passief wonen wordt het accent
gelegd op het plaatsen van goede
ren. De woning is een symbool van
bezit geworden, zoals voor velen
het bezit van een vrouw (of man),
spullen, drank, een amusements
programma via de TV een sym
bool is. In de kashba in Hengelo
wordt actief gewoond. Daar is ac
tiviteit. De mensen hebben er een
eigen krant, een gezamenlijke
moestuin, een collectief restaurant.
Het is erg goed, daar. Het is alleen
nog niet helemaal af. Er zijn din
gen beloofd, die er nooit gekomen
helemaal de bedoeling niet. Het is
heel brutaal, heel gewoon bedoeld
als een vorm van stedelijke bewo
ning. Dat is natuurlijk een moei
lijke opgave in een stad als Hel
mond. Waarom dan niet die vorm
in Amsterdam, Rotterdam gepro
jecteerd? Die grote steden zijn
niet in staat om tot de nodige
openheid te komen; om plannen in
deze rchting om te buigen. Maar
om op die stedelijke bewoning te
rug te komen. Wie gaan er mees
tal in het centrum van een stad
wonen? Jonge mensen, gescheiden
mensen, gastarbeiders, mensen, die
uit gekraakte woningen of woon
boten komen Mensen, die een heel
andere kijk op de dingen hebben
dan de doorsnee-woner. En ik wou
nou zo graag die drempel wegheb
ben. Als de mensen, die werkelijk
in deze woonvorm geïnteresseerd
zijn, maar komen kijken”. Alleen
is dan de moeilijkheid, dat het
geen huurhuizen zijn, maar om
wille van de subsidie koophuizen.
En vooral die woonbomen in het
centrum zijn belangrijk, omdat ze
een specie vormen, zoals Blom dat
uitdrukt. tussen het gemeen
schapshuis en de rest van de stad.
te helpen is van groot belang. Ik
had liever gehad, dat heit huurwo
ningen zouden zijn geworden,
maar de overheid bindt de subsi
die aan koop. De prijs van een
woonboom gaat ongeveer 100.000
kosten. Dat is een heel bedrag en
ik had het zelf liever een kwart
minder willen hebben, maar dat is
zo’n ingewikkelde materie. Het
heeft weer te maken met aantrek
kelijke belastingfaciliteiten. Aan
het eind van het jaar hebben we
een onderhoud met Gruyters, als
we weten hoe de belangstelling is.
Met de bouw van die huizen valt
of staat eigenlijk mijn hele city
plan voor Helmond, dat opgezet is
rond het ontmoetingscentrum en
waar die woonbomen in feite een
essentieel geheel mee vormen. Als
die zestig woningen niet door zou
den gaan, komt dat „speelhuis”
volkomen kaal te liggen. Ik ben
als de dood, dat dat ontmoetings
centrum op zijn eentje zou komen
te staan. Ik hoop nog steeds dat
het lukt. Het gaat me niet om de
woningen op zich, maar om het
hele woonklimaat. Ik ben nu
twintig jaar bezig. In zo’n periode
zit het je mee en tegen. Het is
heel moeilijk, als je echt gefasci
neerd bezig bent en je plannen
gaan niet door. Zo is het eigenlijk
schandalig, dat het Amsterdamse
Jordaanplan niet van de grond is
gekomen; dat het niet als een
opening voor verandering in het
bouw-en woonklimaat heeft kun
nen dienen”.
iedereen zijn”), maar goed: men kan kijken en een idee krij
gen hoe men in een woonboom genoeglijk kan leven. En het
hangt er nu maar van af of de belangstelling zo ver gaat, dat
men tot aankoop van een dergelijk huis gaat besluiten. Er zijn
namelijk zestig van deze woonbomen gepland (je zou haast
van geplant kunnen spreken) rondom een nieuw stadsontmoe
tingscentrum, waarvan de eerste paal vorige week is geslagen.
Zijn er geen serieuze gegadigden voor de woonbomen, dan
kunnen de plannen voor dat woonwoud door Pieter Blom wor
den opgerold en weggezet- Van de gretigheid van de aspirant-
kopers hangt het namelijk af of de overheid, met minister
oud-Helmondenaar Gruyters
subsidie verstrekt.
De woonboom van Pieter
Blom heeft drie gedeelten: het
straathuis, het hemelhuis, de
loofhut. Men komt binnen via
de trap in de stam (in de stam
is een bergruimte). Men bereikt
eerst een portaal, dan het
straathuis, dat vijf meter boven
de straat ligt. Dat straathuis is
het overdag-gedeelte (24 m2),
waar alle noodzakelijke dage
lijkse dingen gebeuren zoals
koken, eten, naar het toilet
gaan, douchen, spelen. De vloer
oppervlakte is niet zo groot,
maar de ruimtelijke werking
van het geheel wel, omdat de
wanden royaal wijken. Dat
geeft dus de mogelijkheid van
ramen, van waaruit men naar
beneden op straat kijkt en over
de straat heen in de verte.
Het hemelhuis is een vorste
lijke ruimte (van 60 m2), op
een hoogte van bijna acht me
ter. Nergens zijn kamers gepro-
in de toekomst mogelijk schaal
vergroting toe te passen) met drie
verblijfseenheden, woonlagen.
Voor een klein huis is het niette
min toch groot. De vloeropper
vlakte is 105 vierkante meter. Nu
is natuurlijk de eerste vraag die
zich opdringt: waarom deze vorm,
deze gekantelde kubus gekozen?
Pieter Blom: „De gekantelde ku
bus maakt hert; geheel licht. Hij is
bovendien en dat is belangrijk
de sleutel om tot grote dicht
heid te komen op onze weinige
bouwgrond in de stad. De kubus is
6*/ï bij 6 Va. Als je die dus gewoon
neerzet is het maar een heel klein
huisje. Toch is de vloeroppervlakte
vrij groot. En: door die kanteling
kom je tot een woningdichtheid
van 143 per hectare (in de kashba
is dat 100), waarmee je de dicht
heid van de negentiende eeuw
(zonder benedenwoningen) bena
dert. Dus is je woningdichtheid
bijna even groot als bijv, in de
Amsterdamse Pijp. Een ander
voordeel van die gekantelde kubus
is, dat je van zes kanten licht
naar binnen kunt krijgen; de
ruimtelijke werking zowel van
binnen als de ruimtelijke werking
naar buiten toe”.
van het straathuis is niet groot,
veel moderne httishoudmachi-
nerie kan men er niet kwijt,
het schoonmaken van de ramen
kan een probleem zijn en huis
vrouwen zullen op de vele
’’stofnesten” wijzen (en zij
moeten toch de meeste tijd in
het huis doorbrengen).
Over die bezwaren zegt ar
chitect Blom: ”Wat gehandicap
ten en bejaarden betreft: als ze
in grote steden in het centrum
wonen, zoals bijv, in de Am
sterdamse Pijp, dan moeten ze
ook vijf meter naar boven
klimmen, op z(jn minst dan, ais
ze op d e eerste etage wonen.
Op de begane grond is altijd
Men kijkt natuurlijk vreemd
aan tegen dit volslagen nieuwe
type huis passerende Helmon-
ders roepen elkaar toe: zou je
steeds tegen de vloer op moeten
kruipen daarbinnen? De gemeente
Helmond heeft een wervend boek
je geschreven over het project.
Blom is daar niet zo gelukkig
mee: „Het wekt de indruk, dat dit
het nu helemaal is; dat ik het met
mijn woonfilosofie en woonboom
nu gemaakt heb. Natuurlijk heb
ik nog mijn twijfels. Tijdens de
bouw is er nog veel aan het licht
gekomen. Maar ik moet oppassen
met mijn twijfels. Alles wat kan
belpen om dit woonidee op gang
om heen kunnen ook een deel
vormen van dat speel-complex.
Dat is des te gemakkelijker omdat
de „bomen” geschakeld kunnen
worden, zodat grotere ruimtes ont
staan.
Pieter Blom heeft dit volslagen
nieuwe type huis voor Helmond
ontworpen. Waarom? Blom: „Er
was in Helmond behoefte aan een
nieuw centrum. Een stedelijke
commissie kwam op de Campus in
Enschede terecht (waar Blom een
centrum creëerde, HR) en ook in
Hengelo, in de kashba. Men zag
wel wat in het idee van de kash
ba, maar men vond het eigenlijk
wat te „armoedig”, men zag er iets
„achterbuurterigs”. in. Iets waar ik
eigenlijk wel wat trots op ben,
omdat het dus leeft daar. Maar
goed, ik kan het wel begrijpen,
dat Helmondse standpunt. Hel
mond is eeuwenlang een arme
stad geweest. De Helmonder voelt
die armoede nog in zijn botten.
Hij wil daar wel vanaf. Hij wil
zijn stad opknappen, een duidelijk
nieuw identificatiepunt scheppen.
Iedere stad beeft, meestal vanuit
de historie wel een centraal punt.
Helmond had dat (behalve dan het
kasteel-raaöhuis) niet. Maar elke
stad moet een plek hebben voor
groot publiek, waar men graag
komt. Zo’n plek, zo’n practische
ruimte voor activiteiten heb ik
willen maken in en rond het ont
moetingscentrum, met die woonbo
men”
Er komen natuurlijk wel een
hoop mensen naar die woningen
kijken. Zo in de trant van: dat is
me toch event jes gek, zo’n huis. Er
komen ook veel architecten, over
al vandaan (om iets te noemen: de
VS, Engeland Duitsland, Zwitser
land). Het zijn mensen, die in
architectuur geïnteresseerd zijn.
Blom: „Ik ben bang, dat het in
Helmonci als een soort wereldwon
der bekeken wordt. Maar dat is
jecteerd, omdat Blom er vanuit
gaat, dat men zelf zijn eigen
huis binnen moet maken in die
zin, dat men alles naar eigen
inzicht moet kunnen inrichten.
Hier zal wel het bed als
onderdeel van het ontspannings-
patroon, dat zich in deze
ruimte afspeelt komen te
staan. Al of niet afgeschut,
naar eigen believen. De wanden
van deze etage, een zeshoekige
vlakte met raampartijen die
schuin naar de hemel zijn ge
richt, en van waaruit men een
prachtig uitzicht heeft, wijken
of hellen.
Boven in de kubus is een
ruimte met een grondoppervlak
/een Tel.
van 18 m2. Wanden, die tege
lijk zoldering zijn, hebben veel
ramen, zodat dit een ideale
werk- of hobbyruimte (of
slaapkamer) kan zijn.
De vorm van de gekantelde
kubus is natuurlijk iets zeer
aparts. Men moet er behoorlijk
aan wennen, omdat men vaste
verticale wanden of herken
ningspunten (uitgezonderd de
muren van het trappenhuis)
mist en de wanden bier wijken
en daar hellen
Er zijn natuurlijk ook be
zwaren aan deze vorm verbop-.
den. Het zijn geen huizen voor
gehandicapten of bejaarden
(veel, steile trappen), de ruimte
Een aantal van déze woonbomen
vormt uiteraard zou je zeggen
een woonwoud. Je ziet, er on
der door lopend, de „stammen”
van de huizen. Je krijgt onder die
huizen een ruimte, die overdekt is.
Met die ruimte zou je ook nog het
een en ander kunnen doen. In
Helmond spreekt men al van het
-„gemeentelijk dak” rond het ont
moetingscentrum, „het circus”, zo
als Blom dat centrum ook noemt.
Onder dat gemeentelijk dak kan
men schuilen bij slecht weer. Men
kan er een restaurant, zitjes, on
der maken enz. Dat centrum, cir
cus of speelhuis vormt het mid
delpunt van Blom’s totaalontwerp.
Daar kan het gemeenschapsleven
van Helmond zich afspelen, op
wat voor gebied dan ook. Zeker
niet alleen kunst, want dan ligt
het gebouw overdag voor een
groot deel stil. De woonbomen er
Een overgang naar conventionele
bouw, die ook in de omgeving van
dat centrum te vinden zal zijn.
Voor de bouwvakkers heeft dit
project ook een wonderlijke erva
ring opgeleverd. Gewend aan utili
teitsbouw moesten ze nu weer een
beroep doen op hun vakmanschap.
Dat werkte prikkelend. En er was
ineens veei meer werkplezier.
Blom: „Het houten skelet is in de
timmerfabriek gemaakt. Dat was
een heidense rekenpartij. Als je
het dan ophijst en op zijn plaats
zet en het past tot op de millime
ter. dan is dat een wonder. Na
tuurlijk stuit je tijdens de bouw
zelf op dingen, die je niet voorzien
hebt. Heit is moeilijk om in één
keer de esthetische vormgeving
perfect te hebben en de gebruiks
mogelijkheid. Tijdens de aanbeste
ding zelfs is het idee van een
„hele boom”, een halve boom” en
„anderhalve boom” als schakeling
gewijzigd. Het plan is ook van 200
op 60 woningen teruggebracht. Het
werken aan zo'n project als dit,
dat is bouwvak op zijn best. Dan
geniet je. Ook al komen die vra
gen maar op je af: waar haal je
de moed vandaan om dat volume
te kantelen’ Waarom durf je in
een andere versnelling te rijden?
Je moet het ook in het licht van
de werkgelegenheid zien. Hoe wei
nig van mijn collega’s kunnen
momenteel nog werken?. Veel zijn
er uit armoede ambtenaar gewor
den. De helft van de bouwvakkers
staat op straat. Dat vindt mede
zijn oorzaak in het feit, dat het
bouwvak is gedeformeerd, ver
schraald. Het is massabouw, het
zijn bouwpakketten. Maar je moet
toch ook uit menselijke bezeten
heid kunnen werken, met fantasie.
En dat moet je op het publiek
kunnen overbrengen. Weet je
waar je mee zit: met die verderfe
lijke dooddoeners. Daarom ben ik
blij, dat ze dit in Helmond hebben
willen doen En zo vreemd is dat
eigenlijk ook niet, dat dit in Hel
mond gebeurt Het aardige van
deze stad is dat ze iets plezierigs
boertigs heeft nog. Dat ze een
speels stukje stad gebleven is in
het Brabantse industriegebied. Er
komen nogal wat cabaretiers,
journalisten opmerkelijke figuren
(Van Thiel, Gruyters) uit Helmond”.
wel een winkel, bedrijf of op
slagruimte. Dus die vijf meter
blijft dan hetzelfde.
Iets anders is het met die
huishoudelijke problemen. Die
moet je oplossen, omdat het
erom gaat plezierig te wonen
en te leven. En dan moet je
niet met dit soort moeilijkhe
den blijven zitten. Daar wordt
aan gewerkt. Je moet niet ver
geten: in de conventionele
houw heeft men al dit soort
problemen in de loop van vele
eeuwen kunnen oplossen. Dit is
iets nieuws. Je moet dus even
een aanlooptijd hebben.
Wat die ruimte betreft in het
straathuis, we hebben een mo
gelijkheid gevonden (dat hangt
samen met de spantencon
structie) om de oppervlakte
overal met twintig centimeter
te vergroten. Dat scheelt in to
taal natuurlijk aardig wat
ruimte.”
Het is etagebouw met woonhok-
ken. Ik streef er naar mensen aan
woningen te helpen, waar ze zelf
verder mee kunnen, waar ze iets
mee kunnen doen”.
De woonboom in Helmond is
een type kleine woning (al is het
zijn. Zo’n kashba wil toch een
antwoord zijn op de vraag hoe je
actief kunt wonen in een stad.
Men streeft er overal naar de
stad, de binnenstad, weer bewoon
baar te maken. Maar de bouw van
kleine woningen kennen we niet.
De tweeënveertigjarige Pieter Blom uit Monnickendam is,
wat je zou kunnen noemen, een „gezonde twijfelaar”. De archi
tect van o.a. de kashba-wijk in Hengelo, die veel opzien baarde,
en nu uiteindelijk een groot succes is (zeker ook in sociaal
opzicht), gaat weer een spannende tijd tegemoet. Vanaf 29
oktober staat zijn nieuwste en revolutionaire idee, in vaste vorm
gegoten, ter bezichtiging van iedereen in Helmond. Daar, langs
de weg naar Eindhoven, staan drie van zijn „woonbomen”, die
men in het Peelstadje hardnekkig paalwoningen noemt. Twee
van die wonderlijk gevormde huizen een gekantelde kubus
op een stam zijn door Helmondse woninginrichters woonklaar
gemaakt. Niet geheel naar de zin van Blom („Er staan te
clusieve zaken in en het gaat er juist om dat dit huizen voor
aan het hoofd
Over de boomvorm van zijn
nieuwe hu;s merkt Pieter Blom
op: „Hce kom je tot zo’n vorm?
Tja. Ik had iets als de kashba
willen maken Maar daar voelde
men niet zo voor. Nu ligt Hel
mond ir een bosrijke streek. Je
komt al denkende dan tot de
vorm van eet, boom. Dat is overi
gens niets hüzonders. Je zou het
zelfs traditioneel kunnen noemen.
Kathedralen zijn in feite een soort
bos; van po at en, die overgaan in
kapitelen on gewelven. Bouwers
zijn altijd gefascineerd geweest
door bossen cn wouden. Als die 60
woonbomen klaar zijn dan krijg
je ook zo’n bos-idee. Het is nu
moeilijk om je dat voor te stellen.
Maar het wordt erg mooi”.