OUDE KUNST- EN ANTIEKBEURS: Avonturieren in rijk verleden Speelse combinatie van realisme en meta-fysische elementen I" H'ti 1 I 1 JW ■pp* wï I O ..S*, ■ML OKTOBER 1975 2 5 ZATERDAG ZA1 door Cees Straus Keramiek Uurwerken ct Tin Spaanse school SLAPEN IN DE ZON MET ADOLFO BIOY CASARES Onl N; verb wen brac scho inst£ binn schu wooi VLC metf gens mint prak Nau' gron druk gran bede de v zou 1 ti 2 d s b P U S Z d IS s e t< d Lr*- - 16 SIM TEUNISSE „Vreemd men men Vorige week zyn in het Delftse Prinsenhof de deuren opengegaan voor de 27e Oi»de Kunst- en Antiekbeurs. Elk jaar is dat weer een groot genoegen voor duizenden geïnteresseerden. Het is tevens een kwelling omdat alle voorwerpen die in deze schatkamers kunnen worden opgedolven te koop worden aangeboden en men óf over te weinig geld beschikt om iets van zyn gading aan te schaffen óf, wanneer men wel over de nodige pecunia beschikt; men bijkans dreigt te verdrinken in de veelheid van historische rijkdom die hier tegen een authentieke achtergrond is opgetast. „Delft”, zoals de antiekliefhebbers verlekkerd kunnen zeggen, als betrefl het hier een veredelde wijn- of kaassoort, drijft al jarenlang de spot met koffiedikkijkers die menen dat de economische teruggang een desastreus effect zou hebben op belegger of verzamelaar. Natuurlijk is het huidige klimaat niet gunstig om duizenden guldens vrij te maken voor een Rembrandt, een Jan Steen of Frans Hals, maar aan de andere kant wordt er op deze beurs zoveel voor een heel wat bescheidener beurs „Slapen in de Zon" verscheen ih de Meulenhoff editie in de vertaling van Mariolein Sabarte Belacortu als Ne derlandse bewerking van „Dormir al Sol” van de Argentijnse auteur Bioy Casares, erkend meester van het fan tastische verhaal. maakten zoals bekend van hun stillevens ware symbolische voorstellingen. Vrij curieus bij Schlichte Bergen is een Chris tus van de Spanjaard Morales, sterk be- aangeboden. dat ook een beginnend collectioneur aan zijn trekken kan komen. Waarbij komt dat de kunsthandelaren en antiquairs die in Delft aanwezig zijn, de beurs beschouwen als hun visitekaartje invloed door El Greco en opvallend om dat de schilders van het Iberische schier eiland altijd weinig op de beurs zijn. Het is puur 16e-eeuws maniërisme met sterke voor het publiek en wat er te zien is, mag dan ook in de allermeeste gevallen worden beschouwd als het neusje van de zalm in zijn soort. Niet zelden viel na een intensieve rondgang op de beurs het woordje zeldzaam. Een aankoop op deze antiekbeurs zal vrijwel steeds met succes kunnen worden afgesloten, zonder dat men het gevoel krijgt van bekocht te zijn. Dat museumdirecteuren met gemeenschapsgelden regelmatig hun verzamelingen op peil houden door aankopen in Delft, wordt niet voor niets als’een zeer gerechtvaardigde beslissing gezien De 27e Oude Kunst- en Antiekbeurs blijft tot en met 5 november open, dagelyks van 10-17 uur, op zondag van 13-17 uur en bovendien op dinsdag- en donderdagavond van 19-22 uur. Op de maandagen is de entreeprijs gehalveerd. Er is een zeer uitvoerig geïllustreerde gids beschikbaar die behalve als handleiding voor de beurs ook als naslagwerk voor kunst en antiek in het algemeen kan worden beschouwd, omdat van vrijwel elke stijl en periode een of meer voorwerpen zijn afgebeeld. De schilderijen van Douwes worden op uitstekende wijze gecombineerd met meubilair van Vanderven. Dat wijst er al op dat oude kunst en antiek in Delft door elkaar lopen en dat er zeker op ten- toonstellingsgebied geen onderscheidt wordt gemaakt. De veelheid van antiek, het enorme aantal topstukken, maakt een opsomming echter tot een sisypus-arbeid. Daarom de volgende onderverdeling in vakgebieden. Nederland is bij uitstek het land van de verzamelaars van het Chinese keramiek. Onze oude banden met dit rijk, met de Verenigde Oost-Indische Compagnie en het vroegere Nederlands Oost-Indië hebben daartoe kennelijk bijgedragen. Er is op de Delftse beurs, zeker in de laatste jaren, nooit een dieptepunt in het aanbod geweest. Eerder is er misschien sprake van een goed bedoelde overdaad. Majo lica, Delfts blauw en wit (de laatste jaren gelukkig meer gewaardeerd), verschillen de families en faiences, het is er allemaal bij antiquairs als Weegenaar, Houwink (debutant op de beurs). Morpurgo en Aronson. Beekhuizen biedt een gevarieerde ver zameling tin met in tegenstelling tot vorige jaren veel minder Zwitsers goed. Het Nederlandse tin is nü goed vertegen woordigd, het aanbod wordt door Beek huizen ook steeds beter genoemd. Be halve tin van eigen bodem is hier ook het fraai verzorgde Franse tin te zien, waar onder enkele eikelkannen. Het heel vroege tin (nog wel te zien bij Dirven) is bij Beekhuizen niet aanwezig, zijn specialisatie gaat uit naar latere periodes. Topstuk is hier een Nederlands, 17e- eeuws treefje, waarschijnlijk bedoeld als kinderspeelgoed. Beekhuizen wist voorts de hand te leg gen op een oorspronkelijk gesloten col lectie Vlaamse, gothische panelen. Er is een sierlijke makelaar (stijl van een kast)' bij, maar ook een rondom gestoken reis- kistje, Oost-Friesland. 18e eeuw. De in vloed van de Friese keeftkasten is aan de hand van aangebrachte keeften duidelijk te zien. Op het gebied van klokken telt de beurs twee gespecialiseerde antiquairs: Stender uit Sint Michielsgestel en Brokke uit Heemstede. Ze hebben ieder hun eigen terreinen. Brokke zoekt het vooral in uiterlijke fraaiheid, Stender haakt in op een ontwikkeling die uitgaat naar een grotere belangstelling voor de technische aspecten. In dit verband heeft hij enkele zeer curieuze klokken geëxposeerd. Charles Frodham, ’n nog steeds in Londen gevestigde zaak, maakte in 1820 een uur werk waarbij als tijdeenheid een rollende kogel wordt genomen, die op een hellend vlak ’n zigzagbaan aflegt. De kogel loopt in een minuut over het vlak en wordt dan weer door een hendel „teruggeketst”. Hoe een uurwerk precies loopt is ook te zien aan de hand van een skeletklok. Stender heeft er een van de Parijzenaar Bouchet, die zijn „régulateur de table a équation” voorzag van een slagwerk met kwartierslag, een penne-gang met een coup-perdu en een minuutremontoir. Zei VLCC nodig en rt Het is al aan de naam van de beurs te zien dat het in feite om twee verschillende soorten voorwerpen gaat: kunst en antiquiteiten, ook wel kunstnijverheid genoemd, met een datering die niet jonger is dan 1830. Evenals Bioy’s werk „Morel’s Uit vinding” (besproken in onze krant van 6 januari ’73) getuigt ook dit werk van een speelse combinatie van realisme en metafysische elementen. Stelde schrijver in „Morel’s Uitvin- Twee bijna identieke Amsterdamse staande klokken uit de 17e eeuw, met een leeftijdsverschil van drie jaar, flankeren een collectie die opvalt door bijzonder hoge kwaliteit. Toch wordt Stender steeds vaker geconfronteerd met een aan bod in de tussen- en mindere klasse, zo dat handhaving van het beoogde niveau meer en meer een moeilijke zaak wordt. Het is een ontwikkeling die zich op vel« andere tereinen in de antiekwereld laat gelden. Bespreking ervan zou snel buiten het kader van deze beurs vallen, maar wie met open oog en oor in „Delft” rond wandelt, en zich hier Iaat confronteren met de enorme verscheidenheid van'het culturele verleden, zal zelf al meer dan genoeg kunnen beleven. Meer dan het gewone kijken en keuren is zo’n histori sche speurtocht het grootste avontuur dat de 27e Oude Kunst- en Antiekbeurs te bieden heeft. bepaald als rokkenjager de geschieder nis ingegaan. Het was lang vóór Freud’s tijd, toen lichtekooien een even grote vin ger in de pap hadden als tegenwoor dig psychiaters. Hoewel Lucio Borde nave vroeger met zijn vrouw een leven had als kat en hond, laat hij niets ongedaan om Diana uit de han den van de vermaarde Prof. Dr. Sa maniego te bevrijden, maar het blijkt gevaarlijk om grote psychiaters tegen te spreken. Ook zonder zijn Diana heeft Lucio het moeilijk. De oude huishoudster die hem als kind heeft gekend, spuit haar wijsheden a la Vader Cats en zijn schoonzuster dringt zich in uit dagende kledij aan hem op. Zij ne men hem in de maling en leggen hem het vuur na aan de schenen. Neen, vindt de onnozele bloed Lucio, daarbij vergeleken is Kerst vieren in een huis tot de nok gevuld met familie van je vrouw een feest, al voel je je dan „als een Christen in een leeuwenkooi”! schildpad, injectienaalden en patiën ten die „onbereikbaar” zijn. Zoals de schrijver reeds in zijn 20 jaar geleden verschenen werk ,T)e Slaap der Helden” opmerkt, is liefde onverbrekelijk verbonden met haat en deze visie past geheel in het kader van de moderne romankunst, waar een gelukkig harmonisch huwelijk er niet meer bij is. ding” eigenlijk de vraag aan de orde: wat is werkelijkheid en wat schijn? „Slapen in de Zon” (volgens één der romanfiguren gezonder dan steeds maar schrijven) heeft iets van een detectiveverhaal, waarin veel figuren de schijn van medeplichtigheid op zich laden; misschien in feite mede plichtig zijn, wel niet aan een fysie ke, doch wel aan een morele of psy chische moord. Bronzen staande heilige uit Zuid-india, 16e-17e eeuw. Op de beurs getoond zonder het aureool. Een ongeveer 5500 jaar oude pot die in Thailand werd opgegraven en door kunsthandel Aalderink op.de antiek beurs gebracht. i religieuze banden. Deze kunsthandelaar treft voorts met enkele Gothische sculp tures waaronder een in Duitsland gevon den Bourgondische madonna. Wil de zachtmoedige man zich bij de staking op de vlakte houden, aar zelt Diana niet om hem van lafheid en gebrek aan solidariteit te beschul digen. Eenmaal ontslagen geeft Diana blijkbaar een vrouw met haar op de tanden als haar mening dat de raddraaiers nu eenmaal de kastanjes altijd door stommelingen uit het vuur laten halen. Niet zeer consequent, zult u zeggen en daarom wordt Diana overigens om niet zeer duidelijke redenen in een kliniek voor pschychisch gestoorden opgenomen, waarbij zij een Dr. Standl „als een hondje” achterna loopt. Beelden van over de hele wereld is de specialisatie van Vecht uit Amsterdam. Hij was in de eerste vijf jaren van de beurs in Delft vertegenwoordigd, keert nü na ruim 20 jaar weer terug. Zowel wat betreft de Europese stijlen als Azi atisch een bijzonder mooie collectie. Laurentius komt met een uitgelezen verzameling grafiek. Daar onder maar liefst drie etsen van Rembrandt (waarbij we aan prijzen moeten denken in de orde van 60 tot 70 duizend gulden). Het gaat om twee landschappen (toch al een weinig voorkomend onderwerp bij Rem brandt) en een voorstelling van een lezende man bij een kaars. Het betreft in dit geval de tweede staat van in totaal drie. Laurentius laat verder een serie scheepjes zien alleen al uit historisch- cultureel oogpunt waardevol van Gerrit Groehewegen uit de zogenoemde serie D van 1790. Het kan niet uitblijven dat ook Lucio bij de zielesmid op de divan komt te liggen, in die smetteloos- witte omgeving van klokken die stil staan, telefoons in de vorm van een Duitsland, Frankrijk, Italië en Noord-Amerika zijn de terreinen waar mensen als P. de Boer, Cramer, Douwes of Nijstad de mooiste werken vandaan halen. Maar het fiscaal klimaat, zo is Cramer van mening, werkt het ook weer in de hand, dat er «oor werkelijke topstukken en navenante prijzen geen potentiële gegadigden in ons land zijn, zodat van zijn aanbod 98 percent weer uit ons land verdwijnt- In de antieksector ligt da+ geheel anders. De relatief lagere prijzen maken het hier mogelijk/dat het meeste van wat in Delft te kooo is. zijn weg vindt naar Nederlandse verzamelaars. In deze roman, die bestaat uit een heel lange en een heel korte brief, had Bioy volop gelegenheid zijn speelse humor, ook zijn sarcastische schrijftrant alle recht te laten weder varen. De gestroomlijnde vertaling laat zich prettig lezen, maar het steeds herhaalde „U zal, U kan” klinkt niet fraai. Heeft de vertaalster nooit van „U zult” gehoord? Even plotseling als Diana werd „opgenomen” keert zij weer bij de huiselijke haard terug, maar de arme Lucio kan zich niet onttrekken aan de indruk dat zijn vrouw poeslief nu vreemder doet dan ooit. Geen wonder ook als u aan het eind van het boek ervaart wat de grote Sama niego met haar of liever met haar ziel heeft uitgehaald. Zoals gezegd: vreemd en griezelig. Schlichte Bergen heeft een in een on gewoon goede staat verkerend banketje Van Heda uit het midden van de 17e eeuw. Heda signeerde ook een mono chroom banketje waarin een allusie op de vergankelijkheid van het leven is te vin den, de schilders van de Gouden Eeuw Naan word< men deze nieuv betre: een 1 of in botsir volko de Es voerd minis ichaa noble mode laadp comp vaarj tanke ring een j brug ton. Er een yarin noble de g óliem overi hun doen, tnet i angst ren v een I fcevin genoe ruim ter ei metei boorc Wat beurt Om op Cramer terug te komen, zijn schilderijencollectie is een van de fraaiste van de afgelopen jaren. Naast de Hol landse en Vlaamse school (met prachtige werken van Joost de Momper, Jan Steen met „De vette keuken” en Wouwermans) brengt hij voor het eerst een rijk voor ziene afdeling gothiek, voor het grootste deel uit de nalatenschap van de Duitser H. Becker Daaronder bevindt zich een impo nerende Ecce Homo van Lucas Cranach, alsmede een aantal omschreven „mees ters”, zoals de Meester van de vrouwelij ke halffiguren, de Meester van Heiligen- kreuz en de Meester van de legande van de Heilige Magdalena. Cramer noemt de smaak van het pu bliek nog steeds stabiel en ziet de meeste voorkeur uitgaan naar het winterland schap en het portret uit de Gouden Eeuw. Dergelijke werken zijn op deze beurs dan ook niet of weinig vertegenwoordigd. Zijn opvattingen worden gedeeld door P. de Boer, die zich toelegt op de schil ders die opkomen na de primitieven. Hij is gefascineerd door de ontwikkeling die zich aan het begin van de 17de eeuw in de schilderskunst voordoet: de stijl die rond 1610 ontstaat laat revolutionaire verschillen zien in vergelijking met de periode van 20 jaar daarvoor. Ook bij De Boer wordt naar de befaamde ijstafreel- tjes gevraagd (Avercamp komt bijvoor beeld nauwelijks meer ter beurze), maar hij noemt ze uit oogpunt van belegging niet interessant omdat over 10 of 15 jaar de belangstelling weer anders zal komen te liggen. De Boer telt onder zijn toppers twee portretten van Gerard Terborch (die ook elders op de bedrs aanwezig is) en een landschap van Roeland Saverij uit Engels bezit met een in tegenstelling tot wat van hem bekend is een bijzonder dynamisch geschilderde rotspartij. Een ongeëvenaard topstuk bij Casten- dijk is een werk van de Haarlemmer Wouwermans. die een ruiter buiten de wallen met volk toont. Voorts een lieflijk panorama met schepen op de rede van Reinier Nooms Zeeman dat een goed ge troffen sfeer uitademt. Castendijk specia liseert zich in de Hollandse 17e eeuw, maakt echter een later uitstapje in de vorm van een „Kraamvisite” van Maria Marg-aretha la Fargue (17431813). Bijzonder Engels uurwerk waarbij een kogel de tijdseenheid bepaalt. De gang dié deze over het hellende vlak af legt. duurt precies een minuut. De aandacht gaat ook uit naar een mannenportret van Tiepolo in eerste staat. Een soortgelijke druk, maar dan van een vierkant formaat en dus van latere datum is in het Rijksprenten- kabinet in Amsterdam te zien en zou voor vervanging in aanmerking kunnen ko men. Tenslotte een gezicht op Spaarne- woude. van Esaias van de Velde, waarvan andere drukken nauwelijks bekend zijn. Een serie aquarellen op perkament, voorstellende vlinders, slangen en andere dieren, zal oorspronkelijk bedoeld zijn als studiemateriaal. Dit in het Nederland van de 18de eeuw gemaakte werk dat in Engeland werd aangekocht, stijgt echter door zijn fraaie kunstzinnige aanpak ver boven de gebruikelijke studie-kwaliteit uit. Ze zijn te zien bij Douwes die van Aert van Gelder (leerling van Rem brandt) een schilderij heeft met de titel „Koriing Belsazar, de vaten profanerend”. Het werk, waarvan het jaartal onbekend is, heeft over de hele wereld gezworven, werd echter van een Nederlandse parti culier gekocht. De kwaliteit staat op museumniveau. Van Jan Siberechts toont Douwes een landschap. Siberechts die dit werk in 1692 maakte, wordt wel eens be schouwd als een zeer vroege voorloper van de Engelse 18e eeuw die later ook Constable en Turner zou opleveren. Hoe wel het bewuste landschap decoratieve trekjes heeft, is het vanwege zijn aard zeer zeldzaam. Aalderink, die zich vooral toelegt op etnografica, komt met een collectie be schilderde Siam-potten, afkomstig uit het Ban Chieng-gebied. Ze zijn in de afge lopen tien jaar opgegraven en eerst recentelijk wordt de uitvoer door de Thaise regering gecontroleerd. De voor werpen zijn ongeveer 55 eeuwen oud en de vondst ervan zorgde voor een waar lijke sensatie want de oudste potten tot dan toe, de Kansu-potten uit China, zijn rond de 35 eeuwen oud. en ook wel griezelig” zal geven als zijn eindoordeel als Bioy’s verhaal heeft gelezen,- „Verward en dreigend” laat de schrij ver een der briefschrijvers aan het slot van het verhaal als zijn oordeel geven. De weinig wilskrachtige Lucio zoekt soelaas en verstrooiing in het repareren van klokken, een bezigheid voor mensen van stand, want ook de ongelukkige Lodewijk de Zestiende deed dat en deze Bourbon is niet Hoofdpersoon in het werk is de nogal labiele Lucio Bordenave, aan vankelijk bankemployé, doch bij een staking ontslagen, waarna hij de ge leidelijke ontwrichting van zijn we reld beleeft. Het leven van de ontsla gen bankbediende is beurtelings droom en nachtmerrie, ook daarom omdat zijn vrouw Diana, nogal moei lijk is, om er maar het minst van te zeggen. Oude kunst en antiek, ze hebben beide hun eigen publiek, hun eigen kopers en hun eigen trends. Soms lopen die ontwikkelingen volslagen uiteen. De handelaren in schilderijen vinden hun stukken vrijwel altijd in het buitenland waar nog steeds een vrij redelijk aanbod is: Engeland. ..Mis van de Heilige Gregorius” door de Meester van de Heilige Sippe. Een Duitse mideleeuwer die tussen 1480 en 1520 werkzaam was in Keulen. Afkomstig uit de collectie Becker uit Dortmund. L® - - Lk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 16