s ONGESTRAFT LOZEN OP DE ONMETELIJKE OCEANEN I I rS*» fefi iops I rag Up- 4 F ■HImK wb F J 11®- 1 O "isihi ZATERDAG 25 OKTOBER 1975 17 4 FA l£ Torrey Canyon door Marc Serné Onbestuurbaar - •w i Na vele eeuwen van zwoegen, opoffering en nauwkeurige verbeteringen zijn de voornaamste zeevaartroutes overal ter wereld met de modernste technieken gedetailleerd in kaart ge bracht. Het mocht dan ook als uiterst opmerkelijk worden be schouwd dat er in de zeventiger jaren regelmatig bij officiële instanties rapporten met gegevens van VLCC-gezagvoe^ders binnen kwamen, die niet met de zeekaarten klopten. Zanaver- schuivingen in ondiepe wateren als de Noordzee zijn geen onge woon verschijnsel, maar het werd toch wel bedenkelijk dat een VLCC-kapitein meldde dat hij met zijn schip nog maar één meter water onder de boeg in de Noordzee had, terwijl dat vol gens de kaarten wel tien meter moest zijn. Wanneer een VLCC minder dan één meter water onder de boeg heeft is het schip praktisch onbestuurbaar. De bodem raken in het zanderige Nauw van Calais is lang niet zo gevaarlijk als het raken van de grond van Straat Malakka, evenals het Kanaal één van de drukst bevaren tankerroutes ter wereld, waar de bodem van graniet is. Er is weinig verbeeldingskracht voor nodig om te bedenken welke catastrofale ramp er zou kunnen ontstaan als de weke onderbuik van een VLCC met graniet in aanraking zou komen. ■eb snnMSb «WW ug ML è-’t; - - - Bumpers L Vr F ISggM *3 9 4 4 Am •H t g>* Jh Supertankers niet meer in de hand te houden ••ïfó'.Tj 1 r Met de sluiting van het Suez Kanaal in 1967 begon het tijdperk van de supertankers. Schepen die de grens van 200.000 ton doorbraken en verder zouden groeien tot meer dan 400.000 ton. De gigantische capaciteit van deze supett schepen maakte de lange weg rond de Kaap weer renda bel, maar de zeevaardigheid en veiligheid van deze sche pen hebben in geen enkel opzicht gelijke tred gehouden met hun groei. Supertankers mogen dan de grootste men selijke bouwsels zijn die ooit op zee verschenen zijn, ze zijn ook de meest kwetsbare. Op één van deze giganten, de meer dan 200.000 ton Engelse tanker Ardshiel, maakte Noël Mostert een reis naar de Perzische Golf. Zijn reisver slag (in boekvorm uitgegeven bij Elsevier) van een verre en fascinerende tocht aan boord van een reus groeide uit tot een felle aanklacht tegen de catastrofale rampen die door deze superschepen kunnen worden aangericht en die een voortdurende bedreiging vormen voor ons milieu. Duitse uit de iet een keren der Cr is kast)’ reis- in- an de delijk rirs: J rekke i eigen in in op en uische tikele i^onden i uur- dlende ellend loopt dt ketst”. >k te k. maar ole enk met intoir. ;n aan- e, zo- iveau /ordt. op vele l laat buiten iaar rond- eren n' het dan het stori- uur beurs jf ■IIIm IillBlggiwrtm i mifflinttr en hoffelijk. Hij overzag de situa tie en handelde dienovereenkom stig. •W’ ’’Si 1 ’•ij' 4-h. iW? >#h Zoals alle schepen varen super tankers overeenkomstig een aantal internationale verkeersregels, die een erfenis zijn uit de 19e eeuw. Ze hebben de scheepvaart tot nu toe goed gediend maar voor super- tankschepen zijn ze vaak volko men onuitvoerbaar of zelfs regel recht gevaarlijk gebleken. Wat er kan gebeuren werd vorig jaar nog ervaren door een VLCC-gezag- voerder die in Het Kanaal op weg was naar Rotterdam. Geconfron teerd met een hem tegemoetko mende vrachtvaarder ontdekte de kapitein dat geen van de voorge schreven handelingen hem uit de nood zou kunnen helpen, omdat hij niet tot tijdig stoppen in staat, als enig alternatief zou hebben om het schip uit de vaargeul te halen en aan de grond te zetten. Hij was helemaal afhankelijk van de stuurman van de koopvaarder. Gelukkig reageerde deze oplettend Hoe goed veiligheidsvoorschriften en technieken dan ook mogen zijn, door de enorme vlucht die de bouw van supertankers heeft ge nomen, kunnen ze nooit honderd percent veilig zijn. Doormidden- brekende of lekgeslagen tankers zijn dan ook meer regel dan uit zondering. Het trieste is dat een passagiersschip dat stuurloos op de oceaan ronddrijft meer publiciteit krijgt dan een gezonken tanker. Of de bevuiling moet dicht bij huis zijn, zoals enkele weken gele den toen de Griekse tanker Octro- polus ook de Nederlandse kust weer bevuijje. Wakker wordt men pas als het te laat is. Zoals in 1971 toen alle bij de tankvaart betrok kenen in Londen een symposium belegden, nadat er in één week drie tankers in dezelfde wateren waren gezonken. Gealarmeerd werd de wereld ook toen de Torrey Canyon bij de Scilly Eilanden in tweeën brak. Het was de grootste olieramp ter wereld tot nu toe. Op 27 maart 1967 dreef het dodelijke gif voor flora,en fauna en dus ook voor de mens naar de kusten van Enge land en Frankrijk. Tienduizenden vogels stierven. De olie bereikte nooit de Franse kust omdat Frankrijk, dat als het om techni sche vondsten gaat nooit achter loopt, via zijn geleerden erin slaagde om met een chemisch gif de olie te laten zinken. Dat de zeebodem op die plaats voor de komende tien jaar biologisch dood is werd er niet bij verteld. Toen de 206.000 tonner Metula in 1974 in Straat Magallhaes aan de grond liep en meer dan 50.000 ton ruwe olie verloor, luidden bio logen en ecologen andermaal de alarmklok. De Metula gaf de grootste lozing sinds de Torrey Canyon, maar na de ramp werd geen poging ondernomen om de olie op te ruimen, ofschoon men Olietankers, eens een onaanzienlijk en onopgemerkt soort schepen, hebben zich gedurende de laatste vijftien jaar gemanifesteerd als de overheersende vaartuigen van deze tijd en wellicht zelfs aller tijden. Het zijn schepen met afmetingen die tot de technologische wonderen van deze eeuw behoren. Reders, assuradeurs, opvarenden en an dere betrokkenen spreken ook al lang niet meer over su pertankers maar over VLCC’s. Ze zeggen simpel Very Large Crude Carriers, of wel Zeer Zeer Grote Olie Vaar- ders. De economische recessie in de wereld heeft de ont wikkeling van de supertankers hooguit enigszins vertraagd maar niet afgebroken. Olie is momenteel het hoogste in dustriële goed en een VLCC van 500.000 ton, momenteel in aanbouw bij een Franse werf levert tenslotte meer winst op dan een vloot van kleinere tankers. De onderhouds- en personeelkosten liggen relatief veel lager en gezien de grote vraag naar olie kan een schip dat een dergelijke hoeveelheid olie kan vervoeren alleen maar superwinsten opleveren. Gemakshalve wordt daarbij vaak over het hoofd gezien dat vooral de grote VLCC’s vaak onbestuurbaar zijn, in Het Kanaal al moeten afremmen willen ze niet op de Nieuwe Waterweg exploderen, uiterst windgevoelig en zeer explosief zijn. Vooral over deze laatste aspecten gaat het volgende nogal onthullende verhaal. !u|5|i^yn tgpur»»’ ft... dan begint het schip aan de lange reis naar zijn Europese of Ameri kaanse bestemming, die onderweg verscheidene keren kan verande ren. Al naar gelang de Europese behoefte (een vroege kou-inval in Noorwegen, een winterdooi in Ita lië, of sneeuwstormen in het Ruhrgebied kunnen een algemene verschuiving in route en bestem ming meebrengen voor tientallen schepen op weg naar het vaste land). Hoe meer olie de schepen kun nen vervoeren des te lucratiever het is natuurlijk. Daarom hebben zoveel landen, de Scandinavische, Engeland. Nederland. Frankrijk maar vooral Japan zich toegelegd op het bouwen van deze mam- moettankers. In snelheid en tech niek lopen de Japanners voorop. Maar vrijwel nergens ter wereld worden deze superschepen, die doorgaans in tien jaar worden af- geschreven, volgens hetzelfde procédé gebouwd. Zelfs in open water hebben VLCC’s volop manoeuvreerruimte nodig. Er zijn minstens drie mijl ruim twintig minuten voor no- Ook het aspect van de afstom ping vormt een bedreiging. Het is logisch dat deze zeelieden apa thisch worden en het met de spel regels niet al te nauw nemen. Gezagvoerders zijn gestraft omdat zij hun lege olieruimen schoon- spoelden met zeewater vlak in de buurt van de Torrey Canyon. Dan konden zij niet gestraft worden dachten ze omdat ze de vergane tanker de schuld konden geven. Maar om dergelijke lozingen ’s nachts of in drukke wateren te doen is alleen maar dom en kort zichtig. Waarom risoco nemen voor een boete die tot soms wel 100.000 gulden kan oplopen als je deze lozingen op de onmetelij- ke oceanen ongestraft en ongezien kunt doen? dig om een 250.000-tonner die zes tien knopen loopt volledig te stop pen. Op zeer lage snelheden, zoals bij mist is aan te bevelen, zijn mammoettankers volslagen onbe stuurbaar. Stoppen is in volle zee al moeilijk maar in ondiepe, druk bevaren scheepvaartroutes is dit bijkans volslagen onmogelijk. An kers brengen deze schepen niet tot stilstand. De trossen worden ge woon van het dek gerukt. De eer ste officier van de Ardshiel, Alan Ewart James vertelde bijvoorbeeld een belevenis van hem op een andere supertanker van 200.000 ton. James: „We waren op de Nieuwe Waterweg bij Rotterdam toen onze motoren uitvielen. We dreven af naar een zandbank. We probeerden een anker uit te gooi en maar het kreeg geen houvast. Je zet op deze schepen geen twee ankers uit. De trossen raken dom weg verward of je loopt de kans ze allebei kwijt te raken. We speelden het klaar die ene tros vast te zetten zodat hij niet vierde, anders zou het dek aan flarden zijn getrokken. Gelukkig kregen we de motoren daarna weer aan. Maar het was op het kantje af”. Wat gebeurt er als een diepgela- den tanker pech krijgt op een stormachtige Atlantische Oceaan? Het zou ieder seizoen kunnen ge beuren. Niet dit jaar dan wel volgend jaar. Er ronden maande lijks zo’n vijf a zes tankers Kaap de Goede Hoop. Maar de tankvaart is een echte wilde vaart. Als het schip de Per zische Golf bereikt wordt de olie ingenomen aan laadinstallaties die zich wel vijftien mijl uit de kust bevinden. Dat gebeurt allemaal binnen twaalf tot achttien uur en BF* .f.u u..!h- Naarmate supertankers groter worden, leveren ze grotere proble men op. Het manoeuvreren met deze schepen vergt een geheel nieuwe beoordeling en reactie wat betreft de gedragingen van zulk een lang, breed schip in de haven of in een noodsituatie zoals bij een botsing. Die gedragingen zijn zo volkomen anders en gevaarlijk dat de Esso Oil Company haar gezag voerders opleidt aan boord van miniatuur VLCC’s op exacte schaal op een groot meer bij Gre noble in Frankrijk, waar schaal modellen van kaden, meerplaatsen, laadplaatsen zijn geconstrueerd, compleet met typerende smalle vaargeulen. In Nederland kunnen tankerbemanningen in Delft erva ring opdoen in een simulator, die een getrouwe kopie bevat van de brug van een tanker van 250.000 ton. Er zijn maar betrekkelijk weini gen die het geluk hebben om er varing op te mogen doen in Gre noble of Delft. Doorgaans alleen de gezagvoerders van zeer grote oliemaatschappijen. De meeste overige VLCC-kapiteins moeten bun ervaring in de praktijk op doen. Hetgeen gepaard kan gaan tnet een vreselijke vuurproef van <mgst en twijfel. Een schip bestu ren van een brug af die zich bijna een halve kilometer(l) van de boeg bevindt is op zich al beangstigend genoeg, maar bovendien staat hij ruim dertig meter boven het wa ter en moet hij ruim vijfenveertig meter van stuurboord naar bak boord lopen om te kunnen zien Wat er aan de andere kant ge beurt. Ttttttnnnmm&tnuibuflmlw zich aanzienlijke moeite had ge troost het schip zelf te redden. Het meerendeel van de olie bereikte de kust op exact dezelfde plaats waar Darwin meer dan een eeuw gele den vertoefde om de rijkdom en diversiteit van flora en fauna van de zee te loven. Amerikaanse geleerden en biolo gen, deskundig op het gebied van de zee, durfden niet te schatten hoe lang het zal duren voordat de constante bron van vervuiling weer een beetje is vernietigd., Dui zenden pinguïns, waarvan al enke le soorten met uitroeiing zijn be dreigd, komen tweemaal per jaar óp weg of terugkerend van hun broedplaatsen door de plaats waar de olie langzaam of helemaal niet door het zeewater wordt opgelost. Komt een pinguin eenmaal in aanraking met olie dan is hij ten dode opgeschreven. Het zeegebied dat wordt begrensd door de zuid pool en de uitlopers van Afrika en Zuid-Amerika vertegenwoordigt het laatste en grootste ongerepte natuurgebied op aarde. De verde diging hiervan valt met klem aan te raden omdat geleerden op dit ogenblik al niet precies weten in hoeverre de grootste voedsel- en zuurstofbron voor de mens, de Stille Oceaan, al door vervuiling (blijvend) is aangetast. De dodelijke olievaart is één van de grootste bedreigers en ver vuilers van dat milieu. Niet eens zozeer de grote oliemaatschappij en, de grootste industriële onder nemingen ter wereld, die nog wel voldoende geld voor de veiligheid en opleiding van hun bemannin gen uittrekken. Het zijn veelal de onder goedkope vlag varende schepen die het niet zo nauw met de regels nemen. Voorbeelden van bemanningen die via de Middellandse Zee, naar het Verre Oosten, over de Grote Oceaan, naar Fiji, via het Pana- makanaal naar Curasao en Zuid- Amerika zijn gevaren zonder dat ze één stap aan wal hebben gezet zijn legio. Vooral bij kleinere maatschappijen komt het voor dat er geen aflosbemanningen klaar staan en de zeelieden soms wel een jaar of langer niets dan water zien. het absolute maximum zijn omdat de Noordzee zelf geen schepen kan hebben die dieper liggen. Dit zoe ken naar de uiterste grens bevor dert natuurlijk alleen maar de kans op calamiteiten. Bij de huidige stand van zaken hebben beschadigde tankers op de lange reis tussen de Perzische Golf en Europa praktisch geen wijk plaats of mogelijkheid om hun averij te herstellen. Kaapstad, de voornaamste toevlucht op die rou te, neemt in geen geval schepen op die groter zijn dan 250.000 ton. Maar juist daar waar de Indische en Atlantische Oceaan samen vloeien kan de zee soms uiterst ongastvrij en wreed zijn. Stormen met golven van meer dan vijftien meter hoogte hebben al tientallen tankers rond de Kaap tot zinken gebracht. Een storm is voor onge acht iedere tankerbemanninc. hoe groot of klein het schip ook is. bij de zuidkust van Afrika een nac'v merrie. Zelfs waar dokken ziin willen havens vaak geen lekkende tankers hebben. Beschadigde tan kers moeten soms bii de Mr ven na de andere tevergeefs aan- klopnen. smekend om h’rv"r ten te worden. In 1971 liep een 200 000 tonner botsinr,schadr de Perzische Golf en moest nna het Verre Oosten v or-H'-n De haven waar hij aanvankelijk naartoe werd gebracht weitce-dn hem binnen te laten en hij moest zestig dagen op sleeptouw worden genomen, terwijl de lekkende tanks almaar de zee bevuilden. ZJi WtH Naarmate supertankers in groot te bleven toenemen werd alleen al het in de haven brengen en aan een steiger meren van deze sche pen een probleem. Een volgeladen tanker van 250.000 ton heeft een totaalgewicht van 300.000 a 310.000 ton.Zelfs als de stootsnelheid maar een kwartknoop is, dat wil zeggen iets meer dan zeven meter per minuut, zullen Schip en steiger geduchte schade oplopen met kans op olielekkage, of erger, een ex plosie. Sommige tankers zijn zelfs uitgerust met bumpers en sommi ge kaden met veren om de kracht van een aanmerende tanker te smoren. In Rotterdam geven groe ne, gele en rode verkeerslichten onmiddellijk visuele waarschu wing voor vermindering of toene ming van de naderingssnelhedcn van een supertanker. Toen ze voor het eerst van de werfhellingen liepen waren VLCC’s praktisch schepen zonde' haven. Nog geen dozijn havens ter wereld kon deze reuzen hebben Nederland heeft honderden mil joenen guldens besteed om Rotter dam de grootste oliehaven tér we reld te maken. Ei zijn nu weer werkzaamheden aan de gang om tankers met een diepgang van meer dan 23 meter te ontvangen. Wat Rotterdam betreft moet dit MF- ÏJPlIfe .nlwif' WWW»-” Tiy L I L JOO b 'SM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 17