MALAISE IN PRODUKTIE LEIDT
TOT ONRUST IN FILMWERELD
RMS
Wie weet iets
van
Mannas Franken
RONO krijgt
meer zendtijd
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
J
li
LIZA MINNELLI
IN VADERS FILM
Bi H*
im
Critici van tweetal bladen beperken zich tot bijzaken
Filmer Fons Grasveld op zoek
naar gegevens over zijn oom
Edmond Hustinx-prijs
voor Alice Toen
V K IJ D A G
3 1
OKTOBER
1975
KUNST
19
Horror Express
Persoonlijke aanvallen
Prolongaties
Premières
Prolongaties
N acht voorstellingen
N achtvoorstellingen
Les Seins de Glace
Monopolisering
NEDERLAND BEZIT een be
scheiden filmhistorie en daarmee
samenhangend waarschijnlijk een
geringe filmliteratuur. De serie
monografieën over filmkunst die
Brusse in Rotterdam omstreeks
1931 uitgaf, dient nog altijd als
de beste en mooist verzorgde
(lay-out Piet Zwart) publicaties
op filmgebied die we kennen.
Daarna zijn er boeken en boekjes
over Joris Ivens verschenen, Ar-
noud van Deelen schreef in ’69
„Sinds Godard”, een doorwerkte
studie over de Franse film vanaf
de Nouvelle Vague, Simon van
Collem gaf een dol verslag over
onze vroegste pogingen om tot
een blijvende filmindustrie te ko
men („Uit de oude Draaidoos”)
en dr. J. M. L. Peters, voormalig
directeur van de Filmacademie
verloor zich in theoretische be
schouwingen over de aard van
het kijken en het zien, waarde
vol maar voor de „happy few”.
Een magere balans, ook als is hij
onvolledig. In die omstandighe
den valt het toe te juichen dat er
op het ogenblik plannen bestaan
om tot een soort biografie te ko
men van een haast vergeten Ne
derlandse film- en bioscooppio-
nier, Mannus Franken.
Ben
(ADVERTENTIE)
(Van onze RTV-redactie)
n
n
r
P
e
N
n
Het Amsterdamse avantgarde-theater De Uitkijk, schepping van Mannus Fran
ken in 1930.
Mée, „is deze situatie geheel en ai ver
anderd. Filmmakers en critici staan nu
vaak persoonlijk vijandig tegenover el
kaar.
Discussies genoeg dus over de Neder
landse film, maar of ze zullen bijdragen
tot een beter filmklimaat in ons land
waag ik te betwijfelen. Ze gaan bijna
alle over bijzaken!
verband
i artikel
e
f
s
Mannus Franken stierf op 1 augus
tus 1953 in Lochem, 54 jaar oud en in
de meeste herdenkingsartikelen werd
zijn naam in verband gebracht met
de Filmliga, het avantgarde-theater
De Uitkijk en enkele korte films als
„Regen" en Jardin du Luxembourg”.
Dat Franken veel meer gedaan
heeft in zijn rusteloos leven is geble
ken nu zijn neef, de filmer Fons
Grasveld in het familie-archief zoveel
materiaal, maar vooral zoveel aan-
MAASTRICHT (ANP) De Belgische
actrice, dramaturge en schrijfster Alice
Toen, is onderscheiden met de Edmond
Hustinxprijs 1975. De prijs is ingesteld
door de Vereniging van Vlaamse toneel
auteurs en de vereniging van Neder
landse toneel-, radio- en televisieschrij-
vers. Eerder werd de prijs toegekend aan
onder andere Hugo Claus, Dimitri Fren
kel Frank, Annie M. G. Schmidt en Jan
Staal.
Alice Toen ontvangt de prijs omdat zij
haar creativiteit als dramaturge en
schrijfster volledig in dienst heeft gesteld
van de jeugd. Zij heeft een groot aantal
hoorspelen en televisiestukken voor jon
geren op haar naam staan.
„THE HIRELING" een opvallende En
gelse film over een korte romance tus
sen een adellijke dame en haar chauf
feur (bekroond in Cannes) loopt voor
het eerst in het Amsterdamse nachtpro-
gramma. Nieuw is ook „De Slag bij
Anzio”, een oorlogsfilm van Edward
Dmytryk met Robert Michum, Robert
Ryan en Peter Falk in Rex. „There was
a crooked Man" van Joseph L. Mankie-
wicz met Kirk Douglas, Henry Fonda en
Warren Oates gaat in Victoria, terwijl
in Kriterion Goretta’s „Pas si mechant
que ?a” evenals overdag op zijn succes
door blijft lopen
DE LEUKSTE FILM onder het gering
aantal Amsterdamse premières is zonder
twijfel „Horror Express”, een gemengd
Engels-Spaanse produktie onder regie
van een zekere Gene Martin die zich
met behulp van acteurs als Christopher
Lee en Peter Cushing aan het ,’horror’’-
genre heeft gevraagd. Het bloedig geheel
van verschrikkingen speelt zich af in de
Transsiberische Express van Shanghai
naar St. Petersburg, want de film speelt
in 1905.
Onder regie van Vincente Minnelli wordt
in Rome de film „Nina” opgenomen. Een
van de sterren is Liza Minnelli, die voor
het eerst in een film van haar vader
speelt. Liza Minnelli en Ingrid Bergman
spelen de hoofdrollen in een film over
de vriendschap van een oude gravin en
een jong kamermeisje van het hotel
waarin zij woont. Het verhaal speelt
zich af in 1946 in Rome na de Tweede
wereldoorlog. Op de foto Liza en Vin
cente Minnelli.
Christopher Lee is professor Saxton
die een ingevroren aapachtig wezen als
fossiel uitgehakt heeft uit een bergmas-
sief en meegenomen heeft in de bagage
ruimte van de exprestrein, verpakt in
een met kettingen en sloten beveiligde
krat. Nieuwsgierigheid van onbevoegde
reizigers zorgt ervoor dat het monster
vroegtijdig kan ontsnappen en met zijn
dodende ogen die de hersenen van de
mensen op zijn weg kunnen leegzuigen,
onheil een verwarring in de luxe-trein
veroorzaakt.
Zelfs Telly Savalas (uit de Kojak-
serie op TV.) die halverwege instapt als
aanvoerder van een legertje kozakken,
valt als slachtoffer, niet van de aap die
inmiddels doodgeschoten is en door Lee
en Cushing ontleed wordt, maar van een
hysterische monnik die de duivelse
macht van het dier overgenomen heeft.
Er gebeuren nog veel meer onzinnige
hoop haalt, maar zijn regie is boeiend en
inventief genoeg om de toeschouwer ge
amuseerd te houden met de heldendaden
van het tragikomische duo dat in hun
stad „law and order’’ wil herstellen.
Van geheel ander kaliber is „The Ei
ger Sanction” in Rembrandt een sensati
oneel gegeven geregisseerd en gespeeld
door Clint Eastwood die als gehuurde
moordenaar voor het spionage-syndi-
caat „Dragon” angstwekkende avonturen
beleeft. Spectaculair hoogtepunt van de
film is een beklimming van de Eiger in
de Zwitserse Alpen die grotendeels van
uit een helicopter met uitzoemende ca
mera’s gevolgd wordt en voorafgegaan
wordt door trainingsoefeningen van
Eastwood in Amerika die zich op het
Alpenkarwei moet voorbereiden. Een en
ander brengt wat sensatie in een overi
gens met
gevechten
Eastwood.
DEN HAAG. De RONO krijgt meer
zendtijd. Minister Van Doorn van CRM
heeft het NOS-bestuur meegedeeld, dat
de zendtijd met ingang van 1 november
wordt uitgebreid met 70 minuten per
week. De extra tijd zal moeten worden
aangewend voor uitzending van „niet-
identieke simultaan-programma’s”.
De uitbreiding van de zendtijd zal ten
goede komen aan de gesplitste program
ma’s. Dat wil zeggen, dat de extra 70
minuten opgesoupeerd mogen worden
voor onder meer de Overijsselse en de
Gelderse uitzendingen. De RONO heeft
straks een totale zendtijd van 19 uur en
tien minuten per week.
De beslissing over de opsplitsing van
de RONO is nog steeds niet officieel
genomen. Van Doorn schrijft de NOS
dat hij van de omroepraad het advies
heeft gekregen de RONO op te splitsen
in drie onderling onafhankelijke regio
nale omroepen, voor Groningen en
Drente, voor Friesland en voor Overijs
sel en Gelderland.
ER HEERST WAT onrust in het Nederlandse fïlmwereldje. Het uitblijven van door
slaggevende successen bij het niet gering aantal uitgebrachte films van eigen bodem
in de laatste tijd, heeft een enigszins kribbige situatie doen ontstaan tussen de be
trokkenen onderling maar ook tussen de filmers en critici.
MM
T* rA DUJARDIN VIEUX L_
VAN WENNEKER jjL
K JQJABDI»
V fii'gno
'z ktSÜJ
Een scène uit „Les Seins de Glace” met
v.l.n.r. Mireille Darc, Claude Brasseur en
Alain Delon.
dingen, waarmee vergeefs getracht
wordt het publiek aan het schrikken te
krijgen in deze „Horror Express’, een
film die vroeger ergens achteraf een
beetje gegeneerd uitgebracht zou worden
maar nu op het programma van City 1
prijkt.
hypotheses niet kloppen en dan tenslotte
film en filmmaker daar de schuld van
geeft.
Frank Zaagsma reageert onmiddellijk
hierop onder het kopje „Verstappens
Gildementaliteit” en schrijft, „Wie, zoals
Verstappen, verzandt in een poging om
de kronkelpaden der Nederlandse film
kritiek te catalogiseren, moet wel ver
afgedwaald zijn van de weg die hij als
filmmaker had kunnen inslaan. Zijn be
toog heeft iets weg van een veldheer die
de oorlog verloren heeft, en zijn verdere
leven in dienst stelt van achterhoedege
vechten op papier. „Om te eindigen: „De
Nederlandse film zit in het slop en
Verstappen bewaakt de puinhopen tegen
infiltratie door een nieuwe generatie.”
Naast deze stekelige maar uitgelokte
opmerkingen komt de kritiek van Gijs
van de Westelaken op de tv-regie van
Dimitri Frenkel Frank als erg onschul
dig over en kan in deze vorm geen
reden zijn tot een paleisrevolutie. Tenzij
andere motieven hierbij een rol gespeeld
hebben.
ALS PENDANT van zijn „Decamero-
ne” heeft Pasolini, eens de filmer van
sociaal sterk bewogen films (en ook van
„Het Evangelie volgens Mattheus”) „The
Canterbury Tales bewerkt tot een boer
tig schouwsepel van middeleeuwse onze
delijkheden. Men kan de film die het
destijds moeilijk had met de keuring,
terugzien in de nachtelijke vertoningen
van Roxy.
Lido brengt in die late uren ook een
aangepaste versie van een klassiek gege
ven. In „The Secret. Sexlife of Romeo
and Juliet” wordt een ook al weer
destijds door de keuring aangevochten
aanvulling op Shakespeare gegeven. En
Frans Hals doet er nog een schepje op
door „Dolle Dingen achter het Sleutel
gat” te laten zien. Ongecompliceerde
spanning daarentegen brengen Cinema
Palace met „De Rechter en Linkerhand
van de Duivel” en Luxor met het voor
namelijk in Nederland en speciaal in
Amsterdam opgenomen „Poppen aan een
Touwtje”, waarin vooral de visie op ons
land van een Engelse cameraploeg
hoogst vermakelijk werkt.
Voor de Jeugd is „Pipo en de Piraten
van Toen” in de middagvoorstellingen
Studio gebleven en heeft „Winnetou”
zijn entree gemaakt op ongeveer diezelf
de tijden in Cinema Palace.
is gebleven in Cinema
en van Tuschinski ver-
Nöggerath. Haanstra’s
Rob du Mée heeft minder bezwaar
tegen de kritieken „an sich” dan wel
tegen „de zeer persoonlijke aanvallen die
mij niet in redelijke relatie tot de films
zelf lijken te staan”. Du Mée spreekt
zelfs in dit verband over excessieve
agressie die hij verder niet vindt passen
binnen de oorspronkelijke opzet van
Skoop. Skoop bedoelde oorspronkelijk
een spreekbuis te zijn van filmers zélf.
„In de laatste jaren”, zo constateert Du
TEGENOVER DIT groot aantal pro
longaties en reprises staan twee interes
sante premières voor Haarlem. In Luxor
wordt „Law and Disorder” vertoont, een
eerste poging van de Tsjech Ivan Passer
om een film in Amerika te maken.
Evenals zijn landgenoot en collega Milos
Forman in diens „Take Of” heeft ook
Passer met lichte ironie de Amerikaanse
samenleving tot doelwit van zijn grap
pen gemaakt en zoals de titel al aan
geeft, speciaal de groeiende onveiligheid
in een stad als New York als thema
gekozen voor zijn tragi-comedie.
In de straten van Lower Eastside in
Manhattan heeft het aantal diefstallen
en berovingen een dergelijke omvang
aangenomen dat twee vrienden, Willy,
gespeeld door Caroil O’Connor (de Ar
chie Bunker uit de TV-serie „All in the
Family”) en Cy, gespeeld door Ernest
Borgnine, mannen op leeftijd dus, een
soort burgerwacht gaan oprichten om in
plaats van de falende politie hun bezit
tingen te beveiligen. Dat wordt een pot
sierlijke vertoning, waar voor de mees
ten al gauw het plezier en de ambitie af
is. Alleen Cy die steeds minder te doen
krijgt in zijn snel teruglopende kappers
zaak behoudt zijn „fighting spirit” en
blijft in zijn eentje de misdaad bestrij
den tot hij er de dood bij vindt.
Het is een wat onverwacht navrant
einde na de min of meer kolderieke
situaties die regisseur Passer eerst over-
OP EEN HEEL ander niveau onzinnig
en zinloos is „Les Seins de Glace” waar
mee Saskia nu is opgescheept. Afgaande
op de „credit”-lij st zou men beter ver
wachten George Lautner die een paar
weken geleden met zijn misdaad-kome-
die „Pas de Problèmes" ook al aanwezig
was in Saskia is eveneens de regisseur
van „Borsten van IJs”, waarin Alain
Delon, vorige week in City te zien in
..Big Guns”), Mireille Darc en Claude
Brasseur de hoofdrollen spelen. Een
hoopgevend team.
Lautner is ditmaal serieus. Hij maakt
van Mireille Darc een geesteszieke
moordenares die niet opgesloten zit in
een inrichting omdat Alain Delon als de
rijke en invloedrijke advocaat Mare zich
haar lot heeft aangetrokken en haar
geïnstalleerd heeft in een goed bewaakte
villa in Nice. Dat ze niettemin genoeg
onheil kan aanrichten, blijkt als*ze de
schrijver Francois (Claude Brasseur)
toevallig in winters Nice ontmoet die op
slag verliefd op haar wordt en aandringt
op een blijvende relatie. Niet op de
hoogte van haar achtergronden, begrijpt
Franqois weinig van haar onzeker ge
drag en nog minder van de villa met
bewaking en de rol die advocaat Mare
in haar leven speelt. En omdat niemand
zich uitspreekt wordt dit spelletje van
niet-begrijpen eindeloos voortgezet tot
dat op een intiem ogenblik Mireille
naakt en met borsten van ijs op
Franpois afkomt, echter wel met een
scheermes in haar hand. Dit alles wordt
traag en pretentieus verteld zonder dat
de toeschouwer ook maar enige interesse
in de handelende personen kan opbren
gen.
Tuschinski heeft na een snelle wisse
ling, eerst naar „Dokter Pulder zaait
Papavers”, toen naar „The great Waldo
Pepper", in paniek gegrepen naar een
overigens intelligent gemaakte politie
film, „Report to the Commissioner”. In
deze door Milton Katselas geregisseerde
thriller speelt Beauregard Lockley een
aankomend agent die meer uit traditie
dan uit overtuiging zich aangemeld heeft
bij de New Yorkse politie. In zijn hart
staat hij meer aan de kant van de hip
pies en misdadigers die hij volgens voor
schrift moet arresteren en dat maakt
hem een humane agent die van de kant
van zijn collega’s als van „de misdaad”
gewantrouwd wordt. De moeilijkheden
beginnen pas goed als Lockley een „un-
dercover-agente moet opsporen en haar
tegen alle verwachtingen in vindt als
z.g. lid van een drug-bende en haar in
de daarop volgende verwarring doodt.
De film maakt royaal gebruik van het
verfilmbare New York, last tussen de
bedrijver door allerlei opwindingen en
sensaties in en onderscheidt zich door
het genuanceerde karakter van de
hoofdpersson van de doorsnee politie
thriller.
De nieuwste afleveringen van onze
beide filmbladen, Skoop en Skrien, res
pectievelijk hel oktober- en het septem
bernummer, laten iets doorschemeren
van de geprikkelde stemming, waarin
ieder de schuld van de huidige malaise
in onze filmproduktie bij een ander
zoekt. Zo opent Skoop al heel sensatio
neel met een door Rob du Mée (filmpro
ducent en hoofdredacteur van Skoop)
ondertekend artikel dat hij noemt „Wat
is er nou weer aan de hand. Skoop
opheffen of doorgaan?”
Directe oorzaak van Du Mée’s aanval
op twee van zijn redacteurs is een
tweetal artikelen dat in hetzelfde num
mer tet iezen is, tet weten een aanval
van Frank Zaagsma op Wim Verstappen
en een kritiek van Gijs van de Westela
ken op Dimitri Frenkel Frank als regis
seur van het tv-spel „Het Gangsterspel”.
BERT HAANSTRA’S „Dokter Pulder
zaait Papavers” is zijn vierde vertonings-
week in Cinema Palace ingegaan. Ook
geprolongeerd zijn „The Streetfighter”
met Charles Bronson in Lido, „Some
like it Hot” van Billy Wilder met in de
rolbezetting Marilyn Monroe, Jack Lem
mon en Tony Curtis in Roxy en „Sham
poo” van Hal Ashby in Studio. Frans
Hals brengt een oude James Bond terug
en heeft daarvoor „Thunderball” geko
zen die in 1965 door Terence Young en
onder toezicht van het succesvolle pro
ductieteam Broccoli-Saltzmann gemaakt
werda Sean Connery leidt weer de acties
tegen het misdaadsyndicaat „Spectre”,
daarbij gassisteerd of tegengewerkt
door een reeks mooie vrouwen als Clau
dine Auger en Luciana Paluzzi. Ook
Bernard Lee als de opdrachtgever van
Geheim Agent 007 is als altijd van de
partij.
In plaats van informatief discussiefo
rum, biedt ook Skoop nu een verbitterd
strijdtoneel. Rancunes, verwijten, para
noia, schuldgevoelens hebben de plaats
ingenomen van pogingen om op kritische
wijze een filmklimaat te scheppen waar
bij filmmakers, critici en publiek geza
menlijk zouden meewerken aan de ont
wikkeling van de speelfilm in hun eigen
taal
Het is, naar het mij als mede-hoofdre-
dacteur van het blad voorkomt een
lichtelijk overdreven voorstelling van
zaken, vooral de omschrijving van „ver
bitterd strijdtoneel” kan moeilijk slaan
op de laatste jaargangen van Skoop. Het
geval wordt nog iets gecompliceerder als
men weet dat het gewraakte artikel van
Zaagsma uitgelokt is door een eveneens
in dit nummer te lezen artikel van Wim
Verstappen die onder de titel „De Film
criticus krijgt de films die hij verdient”
zeven hypotheses ontwikkelt waarin de
mogelijke drijfveren en motieven die het
schrijven van de Nederlandse critici be
palen, enigszins badinerend aan de orde
worden gesteld.
Verstappens slotconclusie is dat de
Nederlandse kritiek eerst een film vol
stopt met hypotheses van eigen fabri
kaat, vervolgens gaat uitleggen dat die
flauwe grappen en zwakke
gelardeerde misgreep van
Merkwaardigerwijs is ook bij Skrien
dank zij een Nederlandse film een con
troverse in de redactie opgetreden. Nam
Wim Verstappen de wijze van bekritise-
ren bij „De laatste Trein” van Erik van
Zuylen als uitgangspunt voor zijn aan
val op de Nederlandse kritiek, bij Ger
rard Verhage is „Zwaarmoedige Verha
len” de aanleiding om iets te zeggen
over laakbare produktiemethodes in ons
land en over de kwaliteit van de film
waarop hij aangevallen wordt door het
WAT DE FILMS betreft die van de
vorige week zijn blijven overstaan, „The
great Waldo Pepper" van George Roy
Hill, evenals diens „The Sting” met Ro
bert Redford,
International
plaatst naar
„Dokter Pulder” is gebleven in Alham
bra en Du Midi (vierde Amsterdamse
week), „Shampoo beleeft zijn tiende
week in Rivoli, de Zwitserse film „Pas si
mechant que ca" gaat zijn vierde week
in Kriterion in en Curiël’s „Het Jaar van
de Kreeft” is zijn zevende week in het
Leidseplain Theater begonnen.
wijzingen gevonden heeft van meer
en andersoortige activiteiten dat de
filmer nu al zijn weinige vrije tijd
besteed aan de samenstelling van het
dossier Franken.
Minder uit familie-chauvinisme
dan uit bewondering voor een man
die hij uit de nalatenschap van films,
brieven, notities, manuscripten en to
neelstukken langzaam is gaan leren
kennen, is Grasveld het monniken
werk begonnen de legpuzzelstukken
te verzamelen die samengevoegd het
antwoord moeten geven op de vraag:
„Wie was Mannus Franken?” Was hij
alleen maar de aarzelende filmer die
samen met Joris Ivens „Regen”
maakte, of was hij de puriteinse Uit-
kijk-directeur die bij een goede
week-recette zich argwanend afvroeg
of de vertoonde film niet te populair
was? Zou hij een bekend toneel
schrijver zijn geworden als hij door
gegaan was met het schrijven van
theaterstukken, waarvan ettelijke
manuscripten bewaard zijn gebleven,
of lag zijn kracht meer in het maken
van informatieve documentaires, zo
als hij na de oorlog vanuit het voor
malige Ned. Oost Indië zonder veel
succes naar ons land zond? Wie was
Mannus Franken en wie heeft hem
gekend?
Hoe meer materiaal in Fons Gras-
velds handen komt, hoe meer hij
spreekt met vroegere vrienden van
Mannus, des te meer tegenstrijdige
verklaringen er uit die interviews
loskomen en hoe meer hij benieuwd
raakt naar de complete persoonlijk
heid die zijn oom was.
Wie van de lezers toevallig iets
weet over Mannus Franken, bijzon
derheden kent uit zijn leven (dat zich
in Delft, Amsterdam, Parijs en Soe-
rabaja afspeelde) of op andere ma
nier kan bijdragen tot een meer com
plete biografie (waarvoor een uitge
ver al belangstelling heeft getoond)
zou Fons Grasveld veel plezier kun
nen doen door met hem in contact te
treden. Adres: Meerhuizenstraat 2 (2
hoog) Amsterdam. Op die manier
zouden zij bij kunnen dragen aan een
belangwekkend boek over een bijzon
dere Nederlandse filmman.
mede-redactielid van Skrien Ben Ver-
bong, mede namens andere redactieleden
als Anette Apon en Ton de Graaff,
waarbij woorden als „kromme redene
ringen” en „foute conclusies” vallen.
Zonder verder in te gaan op de redac
tionele tegenstellingen, verdient Verha-
ges opmerking aandacht over de mono
polisering van ons bioscoopbedrijf dat
nu in feite uit twee blokken bestaat: het
Tusschinskiconcern (onderdeel van de
multinational Rank) en onlangs gefu
seerd met Cineac en het Cityconcern
(onderdeel van het Wilton-Fyenoord
concern).
Waarop Ben Verbong ontwapenend
opmerkt dat als we in Nederland moge
lijkheden willen scheppen om andere en
betere films te maken we niet ieder
initiatief in die richting op ideologische
gronden moeten slachten.
Tenslotte moet in dit verband nog
gewezen worden op een artikel in
Skoop, waarin Tim Krabbé, schrijver
en ontwerper van de figuur Flanagan
die zich beklaagt dat verfilmer Ditvoorst
na eerst het boek nagenoeg letterlijk
naar inhoud gebruikt te hebben, nu
ontkent zich veel om de oorspronkelijke
tekst bekommerd te hebben. En ook hij
spreekt zijn verontrusting over de pers
uit die „zich massaal heeft laten verlei
den tot het doen van controleerbare
onjuiste uitspraken over een verhouding
filmboek.