r ffm s I. 8 Isolement van S ,y druggebruiker stimuleert overstappen op hard drugs •'sMBI I F I t Él „Ik kreeg hier een lerares. Haar dochter had haar gevraagd of ze er voor voelde eens wat hasjiesj met haar te roken. Ze was ervan geschrokken, wist niet wat ze er mee aan moest. Ik zeg: „doen, doen natuurlijk”. Het is zo schizofreen, ouders vragen wel aan hun kind of ze een glaasje wijn willen, als ze de tijd daar rijp voor achten, maar als hun kinderen hén willen laten meegenieten van een ervaring, die zij prettig vinden, raken de ouders in paniek. De kloof, die in deze zaak tussen ouders en kinderen be staat, is volgens mij een van de belangrijkste oorzaken van het gebruik van hard drugs”. Iff 'tl /W J Uk Ei i Hennep 8 HR 1 Door Rob Bartlema Beursberichten w v. r ¥1 Mi F Gevaarlijk Kip of ei mJ 4 Bi OF ■F F i Oz T’ W'. - IM i .2 j i Dr. Frank van Ree Dr. Herman Cohen je kind, dat werkt formulieren gestelde I In de nota „Achtérgronaen én risoco’s van het druggebruik”, die 1 juli jl. openbaar werd gemaakt, schrijven voorzichtige KVP-parlementariërs „dat het gebruik van hennep niet moet worden bevorderd. Nu het gebruik van drugs bij scholieren enigszins stabiliseert, menen wij, dat een wijziging van het tot nu toe gevoerde beleid, niet Cohen: „Er zit inderdaad een zeker risico in. Stelling drie van mijn proefschrift zegt, dat „het gegeven, dat „vrienden” meestal de eerste drugs verschaffen, de vraag doet rijzen, welke betekenis aan het begrip „vrienden” moet worden gehecht. Het zijn óók de mensen, die het eerst met opium komen aandragen”. Van Ree: „Het gaat om de vraag, wat je moet doen. En dan zeg ,k met Cohen „piet strenger gaan optreden”, niet als overheid, en niet als opvoeder.Misschien verklein je daarmee het aantal gebruikers van soft drugs, maar, Cohen bewijst het, het aantal hard drugs gebruikers zal toenemen. De drempel moet lager. Samen met je kinderen een sticky roken, dat werkt. Daarmee bereik je ook, dat ze bij je komen, als er moeilijijkheden zijn". dan er „Marocco: Turkije: j 3,60 tot een toeneming van het gebruiken1 van hennepprodukten onder die groep mag leiden”. mensen te maken krijgen met handelaarg. Het ware beter de nationale handel in soft drugs af te doen met een geldboete. Gezien de bestaande drugscène is diet van belang, dat er een ruim aanbod van hasjies blijft, mede om h?t noodgedwongen gebruik van snuifmiddelen en LSD tegen tegaan”. De VARA verschaft hem nu zo’n zes jaar onderdak op zaterdagmiddag. Heeft hij enig idee hoelang hij er nog mee door kan gaan? De beursberich- ter weet het niet. „De VARA bestaat uit zóveel mensen. Om het program ma in de Rooie Haan doorgezet te krijgen, heeft ook de nodige moeite gekost. Je weet nooit, wanneer zo’n programma ophoudt, en wat er voor 'in de plaats komt, maar voorlopig zie ik het niet verdwijnen. Het probleem is, tevreden gebruikers zijn niet de mensen, die naar de VARA schrijven. Maar de VARA krijgt natuurlijk wel veel reacties van mensen, die, niet gehinderd door enige informatie, mijn bloed wel kunnen drinken. Misschien dat dat soort -dingen op de lange duur toch doorwerken.” Ketama: Rode sonoor Voor wat hasjiesj en marihuana betreft, kun je stellen, dat puur lichamelijk bezwaar nog nooit is vastgesteld. Van Ree: „De onzin die je daar over hoort verkondigen.We zitten wat dat betreft nog in het indianenverhalenstadium, dat we ook met de tabak hebben moeten doorlópen. Aan de andere kant is het dwaas om te stellen, dat we nooit iets zullen vinden. Ook aspirine blijkt gevaarlijk te zijn voor je maag. En als je jarenlang een middel gebruikt, dat op je hersenfuncties inwerkt, dan kan dat op de lange duur wel invloed hebben". papaver. Hier Turken trekkend aan hun hasj-pijp. 3,45; Ketama: 3,85: ƒ3,25; Rode Libanon; Met sonoor stemgeluid leest Koos Zwart de prijzen op van de op dat moment in Nederland ver krijgbare soorten hasjiesj, marihuana en kif. Al zes jaar lang, iedere zater dagmiddag voor de VARA-radio om twee uur houdt hij de gebruikers van de prijs en kwaliteit op de hoogte. Een service, die hem niet door ieder een in dank wordt afgenomen. Het hoofd van de Haagse narcotica briga de brigadier Ten Bosch beschouwt Koos in ieder geval als staatsvijand nummer 1. blijkens uitlatingen tegen over enige Haagse journalisten: „Ik kijk uit naar de dag dat ik die kerel op de een of andere manier kan pakken” moet de politiefunctionaris volgens Vrij Nederland gezegd heb ben. Ook uit telefonische reacties blijkt, dat er veel lieden zijn, die hem zouden willen „afstraffen, vierendelen of wurgen”. Maar het gebruik van soft drugs helemaal vrijgeven stuit ook op bezwaren. Ondanks toezeggingen, als zou minister Vorrink van Volksgezondheid met een wetsontwerp komen, dat het gebruik van hasjiesj en marihuana uit de sfeer van het strafrecht haalt, in de voorgestelde wijziging van de Opiumwet blijft bezit voor eigen gebruik bedreigd met 500 gulden boete of één maand hechtenis. Óp grond van internationale verdragsverplichtingen kon Nederland niet tot legalisering van soft drugs overgaan, „hoezeer het de minister ook speet”, aldus het ontwerp. Het strafbaar blijven van soft drugs speet de confessionele partijen overigens in het geheel niet. Aan het woord dr. Frank van Ree, zenuwarts van het psychiatrisch ziekenhuis Vogelenzang en een man, die zich al jarenlang met de drugproblematiek bezighoudt. Ook hij heeft zo zijn theorieën over de vraag, waarom mensen overstappen van het gebruik van het onschuldige hasjiesj naar minder onschuldige middelen als pep, opium en LSD. Een vraag, waar de geleerden al jarenlang over bakkeleien, en die zo langzaamaan is uitgegroeid tot een kernvraag in de hele discussie rond het verschijnsel druggebruik. Een enige weken geleden verschenen proefschirft „Drugs, druggebruikers en drugscène” schept wat duidelijkheid in de wetenschappelijke chaos. Van Ree’s sude kennis de psycholoog dr. Herman Cohen slaagde erin op basis van eer. snderzoek onder zo’n 1000 druggebruikers in Amsterdam te bewijzen dat de mate, waarin mensen betrokken geraken bij het drug- gebeuren, bepalend is voor de vraag of ze ja dan nee, overstappen op hard drugs. Cohen pleit in zijn proefschriftvoor een minder repressief drugbeleid van de kant van de overheid. Hij somt de nadelen van een te strenge houding op: gevangenisstraffen werken niet - corrigerend, en daarnaast willekeurig; er zijn minder mogelijkheden voor hulpverlening: een verwarrende situatie in het jeugdwerk ontstaat, en het druggebruik blijft in een sfeer van geheimzinnigheid verkeren. Die geheimzinnige sfeer van „we doen iets, wat eigenlijk niet mag” werkt de beslotenheid van de drug-scene, en daarmee het overstappen op hard drugs, alleen maar in de hand, aldus Cohen. De CHU vreest, dat epn versoepeling 1 van de bestaande regeling tot een grotere .sociale aanvaardbaarheid van de drugs zal leiden. Zij vragen in de nota aan de minister, „of het wel juist is, dat het druggebruik reeds een dfeel vormt van onze levenssfeer?” En vervolgens vraagt de CHU zich af, of het uitzehden van beursbérichten voor de VARA-raSio over de prijs en kwaliteit van soft drugs niet volstrekt in strijd is met het streven het druggebruik terug te dringen? „Is hier geen sprake van het uitlokken van een strafbaar feit?”,zo vraagt de CHU minister Vorrink, die overigens tevens de moeder is van VARA’s „Beursberichter” Koos Zwart. Zowel Cohen als Van Ree is enthousiast over het door minister Vorrink gevoerde beleid. Van Ree: „Er wordt enorm op die vrouw gekankerd, maar ik vind dat ze het uitstekend doet. Streng optreden tegenover handelaars in hard drugs, soepel zijn tegenover gebruikers van hasjiesj en marihuana. Op één onderdeel heeft Cohen kritiek. Ook de kleine handel in soft drugs moet volgens hem niet tot misdrijf bestempeld worden, zoals het wetsvoorstel beoogt. 'Cohen: „Ik zet vraagtekens achter de grens van dertig gram, die wordt geacht de grens te zijn tussen „handel” en „eigen gebruik". Veel mensen gaan dan partijtjes kopen van 29 gram en dat houdt in, dat vrienden niet meer tegen inkoopsprijs van hennep worden voorzien. Dat impliceert, dat steeds meer Van Ree acht het geen bezwaar ,dat „hét gebruik van soft drugs deel uit gaat maken van onze levenssfeer”, zoals de CHU bezorgd veronderstelt, tenminste als het gebruik van soft drugs daarmee uit zijn sociaal isolement gehaald kan worden. Het punt waar het om draait, is volgens hem de vraag, of drugs gevaarlijk zijn of niet. En dan begint de verwarring al, want wat is gevaarlijk? Van Ree onderscheidt drie categorieën gevaar: ten eerste, het risico, dat je door het gebruik lichamelijke schade oploopt zoals hersenletsel, leveraandoeningen en dergelijke; ten tweede, de kans, dat je onder invloed van een middel dingen doet, die gevaar kunnen oplevëren voor jezelf en je omgeving; en ten derde, de kans op schade, doordat er iets verandert in je sociale relatiepatroon. Ieder middel geeft op die vragen weer een verschillend antwoord. Zo kun je van alcohol zeggen, dat het gevaarlijk is voor je lever, dat je er sneller door van de trap valt, en dat er, bij normaal gebruik weinig verandert in je sociale relatiepatroon. Pepmiddelen geven helemaal geen lichamelijke beschadiging, maar je kunt wel enorm rare dingen doen als je wat geslikt hebt, en ook sociaal gezien loop je gevaar, want je moet naar de illegale markt en dan gaat de theorie van Cohen gelden. Volgens Van Ree kan het gebruik van Soft drugs echter wel invloed hebben op het sociale relatiepatroon. Een jongen, die de gehele dag hasjiesj rookt, keert in zich zelf en verliest zijn concentratie. Leerlingen lopen veelal een leerachterstand op. Van Ree: „Maar wat is de kip en wat het ei? Waarom rookt die jongen zoveel? Misschien ziet hij die1 hele school niet zitten?” Een belangrijke aanwijzing voor de juistheid van de stelling dat de gevaren niet overdreven moeten worden is volgens Van Ree, dat hij in heel Nederland geen psychiatrische patiënt, kent, die aanklopte met dè woorden: „Ik heb een probleem. Ik gebruik hasjiesj”. Wel mensen, die rookten en slikten en spoten vroegen, om hulp, maar nooit mensen die alleen maar hasjiesj rookten, en dat als een probleem zagen. Van Ree: „Ik kan me daar zo kwaad over maken. De EO-ridders, die zeggen: „in Pakistan liggen de verslaafden langs de kant van de weg”. Die mensen liggen daar, omdat ze dood gaan van de honger. Ze roken ■'om hun ellende te vergeten”. De vraag blijft wel, wat voor houding je als opvoeder moet aannemen als je je standpunt in deze moet bepalen. Het gebruik van soft drugs mag dan in de eerste twee categorieën volgens Van Ree niet gevaarlijk zijn, als je door het roken van hasjiesj het risico loopt over te stappen op schadelijken middelen, is dat toch iets wat stof tot nadenken geeft. Zolang de maatschappij afwijzend reageert, blijft de druggebruiker zijn rust en heil zoeken in de scène, met alle risico’s vandien. Het onderzoek van Cohen toont aan, dat 75 percent van de ondervraagden, na verloop van tijd ovenstapt naar het al of niet eenmalig gebruik van een zwaarder middel. Daarvan hield 47 percent er na verloop van tijd weer mee op. Dan Ree onderschrijft de theorie van Dohen. „Het is het sociaal isolement van ie druggebruiker, dat de oorzaak is van ie ellende, die voortvloeit uit het jebruik van die schadelijke middelen. Want hoe gaat het? Een jongen komt huis, en zegt tegen zijn moeder: „Ik wil sen sticky roken”. Je hóórt die moeder Seggen: „Ben je belazerd, ik wil het hier liet hebben. Dat spul is verboden”. Om lan hasjiesj te komen, moet zo’n knaap laar een dealer, en dis hij een keer ;egen goede kwaliteit aanloopt, denkt lij, „kom, ik koop wat extra, goed spul js zeldzaam, ik verkoop het wel weer ioor als ik te veel heb”. En wat heeft 2ohen nu aangetoond en ,ik dénk lat al jaren, maar hij is een wetenschapper en bewijst het ook -- dat loe vaker iemand handelt en hoe nieer zrienden iémand heeft, die ook drugs gebruiken, des te sneller zo iemand ’eneigd is ook eens wat opium te iroberen”. Cohen zelf zegt het wat wetenschappelijker: „Ik heb met Cijfertjes aangetoond en ik vind het lijna esthetisch mooi, zoals die de heorie schragen dat er zich bihnen ie drug-scène een sociaal leerproces mtwikkelt, waardoor de hasjies- jebruiker .overgaat op het gebruik van swaardere middelen”. ■V „Sticky roken met iTolgens Koos Zwart, presentator en samensteller van de drugbeursberichten >p de VARA-radio en mede-oprichter ran de SDI (Stichting Drugs Informatie) speelt het overstapprobleem momenteel n Nederland vrijwel niet. Het grote irobleem is volgens hem het gebruik ran heroïne. Opium is in Nederland mij wel niet te krijgen. Koos Zwart: lOohen baseert zich pp te oude gegevens. lie kunnen voor wat betreft LSD, pep m opium nog wel opgang doen, maar mor heroïne heb je er niet veel afin. Hasj rook je, opium kun je- roken dus je itapt gemakkelijker over. De sprong fear heroïne is veel groter, dat moet je puiten of snuiven. Volgens mij is dat iele overstap-verhaal niet relavant”. lij geeft echter wel toe, dat de drug- ■cene een zekere stimulerende invloed in le richting van hard-drugs op de 'ebruiker van cannabis kan hebben. Natuurlijk, je komt met de illegale landel in contact, noodgedwongen, en lie verkoopt ook heroïne. Daarom legrijp ik ook niet, dat annabisbezit renboden blijft onder.de grens van pak weg 100 gram. Je dwingt de gebruiker ot contact met mensen, die óók heroïne rerkopen. En dat spul is zo duur (250 ïer gram) dat je of moet stelen, of moet tonkopen om jezelf te kunnen voorzien. So breidt het zich uit als een epidemie. llleen, de gele pest-tyfus wordt door Volksgezondheid bestreden, maar hier taan de heren met de handen in het laar. Vergeet niet, dat we in Nederland nomenteel zo’n 50.000 heroïne- terslaafden hebben, volgens eigen chattmgen. In Amsterdam alleen al 000”. ut w*rr> «AOKOr, p-jpui’er ttoiuni/crwn. De beurs heeft zijn nut inmiddels wel bewezen. De prijzen van hasjiesj zijn sinds het begin van de uitzendin gen constant gebleven, ondanks de inflatie. Maar richt de handelaar zijn prijzen niet naar de beursprijs? De markt is immers niet doorzichtig? Koos Zwart: „Ik geef de prijs, die maximaal voor een gram betaald mag worden. Dat wordt nog wel eens vergeten. Maar de jongen in Rode- school hoeft er dan ook geen cent meer voor te betalen, dat weet hij. Ik krijg wel eens reacties van „je zat veel te hoog”, en dan zeg ik „primas dat je het voor minder heb gekregen, hier heb je een formulier, stuur me dat ieder week maar in, dan hebben anderen er ook wat aan, dat jij zo’n goedkoop adres weet”. A A Toen in 1969 de eerste berichten de ether ingingen. stelde de heer Jonge ling vap het Gereformeerd Politiek Verbond daarover vragen aan de toenmalige Minister van Volksge zondheid dr. Kruisinga. Die verwees de verontruste GpV’er er echter slim door naar Staatssecretaris Wiersma van Justitie. Deze had geen overwe gende bezwaren, en liet het aan de Officier van Justitie van Amsterdam over om eventueel tot maatregelen over te gaan. Koos Zwart: „Alles wat ik zeg wordt gecontroleerd. Ik stel me voor dat iemand opdracht heeft een bandje te maken van de uitzen ding, en dat uit te typen. Meneer de Officier krijgt dat dan maandagoch tend op het bureau. Maar ik ben nog nooit op het matje geroepen, hoewel ik toch het een en ander heb gezegd. Zo’n Kruisinga, die man komt me nu heel schuchter een hand geven als ik hem ontmoet (vorige week in de Rooie Haan), er is toch iets veran derd.” Overigens blijft het niet bij de prijzen en de kwaliteit van de cana- bisproducten, de beursberichten wor den iedere week gevolgd door alge mene informatie of commentaar op actuele gebeurtenissen. Koos Zwart echter ziet er in ieder geval niet uit als een misdadiger. Als ik me voor een gesprekje vervoeg op zijn werkadres, de Stichting Drugs Informatie, blijkt hij een zeer vrien delijke jongen, met een aardige zach te stem, en hij blijkt, belangrijker, bijzonder goed op de hoogte. Aan alle kritiek tilt hij niet zwaar. „Die men sen worden gehinderd door een zeer fragmentarische kennis van alles wat met legale (alcohol, tabak, barbitura ten en tranquillizers) en illegale drugs (opiaten, pepmiddelen, cocaïne en hallucinogenen en cannabispro ducten) te maken heeft. Ik krijg ook enorm veel positieve reacties, en ge lukkig dringt het nut van de beurs berichten nu tevens in de hogere regionen door. Op een studie-confe- rentie van de Verenigde Naties in april van dit jaar schokt” toen bijzonderheden over de beurs bekend werden. Maar de Ne derlandse delegatie benadrukte, dat het belangrijk was de gebruikers te waarschuwen tegen slechte kwaliteit en woekerprijzen. Dat zou een paar jaar geleden ondenkbaar geweest zijn.” Zo zijn er gemiddeld veertig men sen, die Koos iedere week op de hoogte houden van de door hen be taalde prijzen. Op de in het Engels vermelden de medewerkers de prijs per gram, per kilo, de kwalitejt en de geschatte verkrijgbare hoeveelheid in een be paald gebied. Het wordt dan ook onmiddellijk duidelijk als er weer een flinke partij het land binnen gekomen is. was men „ge- Stuff gebruik,en is al zo oud als het bestdtih vtin 'planten als hennep en n A w "ui- F 'a

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 15