Barry Hughes
Met dank aan
Rinus Michels
Hoe Cor meneer
Coster werd
I
NODIG OM
KAMPIOEN
TE WORDEN”
„ZAKELIJK
door Mare Serné
Opzienbarend
Sfeer
Moeras
Kampioen
Beter
Enthousiast
25
SATERDAG
1 5
NOVEMBER
19 7 5
Barry Hughes heeft in het Nederlandse trainers wereld je maar weinig
echte vrienden. Het is een door de Engelsman vrijwillig gekozen situatie
omdat Hughes weet: „Ik bemoei me zo weinig mogelijk met mijn collega’s.
Er is zoveel kinnesinne onder de Nederlandse trainers, er staan er zoveel
te lachen als het je slecht gaat of wanneer je een schop onder je kont krijgt,
dat ik er een beetje huiverig van word. Die trainerswereld is niet mijn
wereld. Ik neem daarom ook zoveel mogelijk afstand van die „collega’s”.
Probleempje
Valstrik
je
COR COSTER
En Hughes blikt verder terug: „Vorig
jaar draafde ik in een cirkeltje rond. De
degradatie stond eigenlijk bij voorbaat
al vast. Ik heb een paar spelers nodig in
een elftal waar ik houvast aan heb. Ook
bij Go Ahead werd de situatie op een
Cor, Piet en Maarten (de C.P.M.)
dus alle drie tevreden met hun nieu
we positie, maar omdat het uiteinde
lijk toch een commerciële zaak be
trof, waren ze natuurlijk wel afhan
kelijk van de ervaring en het instinct
van de zakenman Cor Coster. En wat
gebeurt nu? Cor Coster, wel begerig
om te tonen dat het hem inderdaad,
zoals hij altijd beweerd heeft, alleen
maar te doen was om de jongens
zonder hersens bijstand en steun te
verlenen in hun strijd tegen de boze
Hughes onderstreept daarbij nogmaals
dat succes vaak van kleine dingen af
hankelijk is. Hughes: „We hebben nou
een Metgod. Een prima voetballer die
zich bewust wordt van zijn capaciteiten
en die ook dienovereenkomstig ontwik-
pioen. Michels is er de man niet naar
om dit los te laten nu ze drie punten
voorsprong hebben. Natuurlijk zal Ajax
wel eens een wedstrijdje kunnen verlie
zen maar het resultaat staat bij Michels
centraal. Daaraan wordt alles onderge
schikt gemaakt. Mooier voetbal, een pri
ma jeugdopleiding, dat komt allemaal
vanzelf zolang dat eerste elftal maar
blijft winnen. Dat is zijn uitgangspunt.”
Het is allemaal een kwestie van sfeer,
zelfvertrouwen en het bewust zijn van
de eigen mogelijkheden, wat een elftal
sterk of zwak maakt. Hughes ervaart
dat nu ook bij Haarlem. Hughes: „Ik wil
wel bekennen dat ik doodsbang ben
geweest voor die competitiestart. Voor
die eerste wedstrijd tegen Heerenveen
dacht ik: Jezus als we morgen maar niet
op een schlemielige manier met 10
verliezen want dan gaan we er aan. Dan
is het hele seizoen verloren. Gelukkig
liep het die eerste wedstrijden redelijk
en toen is er iets gaan groeien.”
En dan weer wat serieuzer: „Al dat
geouwehoer van de generaal lap ik aan
mijn laars. Michels is gewoon een prima
kerel, een enorme persoonlijkheid met
een uitstekende algemene ontwikkeling,
die toevallig ook erg veel van voetbal
weet. Al dat gepraat van het materiaal
van Hans Kraay ze.gt me helemaal niks.
Kraay was met dit spelersmateriaal nog
in geen duizend jaar bovenaan gekomen.
Ik herinner me dan altijd maar weer
een Rudie Geels. Vorig jaar komt hij
nog naar me toe en zegt: Kun je geen
contract bij Haarlem voor me regelen.
Ik word doodziek van die sfeer bij
Ajax. Moet je hem nu horen praten.
Moet je hem nu zien voetballen ook. Ik
heb Rudie altijd klasse gevonden. Onder
Michels komt het er nu ook uit.”
Hoe diep Haarlem in het moeras zat
bleek ook bij de voorbereiding van dit
seizoen. Hughes: „Als we morgen tegen
Heerenveen zouden spelen dan zou ik
zeggen: Heerenveen maken we geruis
loos af. Dat kan nu. In het begin van dit
stunten tegen De Graafschap. Dat is het
verschil”.
goede kans. De weg is nog lang. Ik
voorzichtiger geworden met
zo
2200 gulden. Daarvan krijg ik voor
mijn advies 10 procent, is 220 gulden-
net officiële bemiddelingsbureau van
de KNVB krijgt daar weer 10 procent
van omdat ik advies heb gegeven in
de tijd van de KNVB, dat is dus 22
gulden voor de KNVB, ik hou dus 198
gulden over aan dit advies. Jullie
houden aan de hele handel 1980 gul
den over, daar krijg ik als oud-
vennoot 10 procent van, dat is 198
gulden, dus jullie verdienen aan dit
zaakje 1722 gulden, dat is 861 gulden
voor Piet en 861 gulden voor jou.
Heb je dat allemaal opgeschreven?”
„Nee, ome Cor, maar ik onthoud
het wel”. „Goed zo jongen, jullie
redden het heus wel op den duur!”
STOPPER
Zowel
individueel als collectief besefte Haar
lem plotseling dat het één van de be
kende elftallen in deze afdeling is. De
gevolgen zijn bekend. Ongekende doel-
puntenexplosies (93 tegen Amersfoort
en 62 tegen Cambuur) zoals die in
jaren niet meer zijn voorgekomen. Hug
hes: „Ik merk het nu bij tactische be
sprekingen .Ze zitten je aan te kijken op
een manier van: man waar praat je over.
Die tegenstander is toch geen enkel
probleem. Dat fiksen we toch even. Een
mooi voorbeeld is De Graafschap. Daar
moeten we voor de beker tegen. Vorig
seizoen gingen we daar zonder overtui
ging naar toe. Nu kijken de spelers
reikhalzend uit om voor de beker te
De parallel die tussen Michels en
Hughes, tussen Ajax en Haarlem ook,
getrokken kan worden is daarom op
merkelijk. Nauwelijks vier maanden na
hun uitzichtloze situatie stappen beide
trainers vrolijker dan ooit rond. Staan
Haarlem en Ajax beiden op een opzien
barende eerste plaats. Hughes: „Vorige
week kom ik bij het benzinestation Mi
chels’ vrouw nog tegen. Ik heb lachend
tegen haar geroepen: Zeg je moet Rinus
eens vragen of hij mij één dezer dagen
even opbelt. Dan kan ik hem vertellen
hoe hij met Ajax doelpunten moet ma
ken.”
Hughes nu: „Door elkaar in allerlei
gesprekken te jennen zijn we er weer
bovenuit geklauterd. Eerst begreep ik
Rinus niet. Hij heeft zo’n geweldige
inbreng, zowel qua persoonlijkheid als
successen bij vroegere werkgevers, dat
ik zei: Waar maak jij je nou eigenlijk
zorgen over? Je kunt volgende week
met jouw naam zo bij Werder Bremen
of weet ik waar aan de slag. Maar besef
je eigenlijk wel in wat voor situatie ik
zit? Ik moet verdomme naar de eerste
divisie. Daar heb ik geen zin in. Ik heb
eigenlijk niet eens zin om naar Neder
land terug te gaan volgende week.
Waarop Rinus weer antwoordde: Het
maakt allemaal geen donder uit of je nu
trainer in de eerste-divisie, van Haarlem,
Ajax, het Nederlands elftal, Barcelona,
Werder Bremen of Lutjebroek bent. Het
is toch allemaal hetzelfde. Wat jij bij
Haarlem hebt doorgemaakt heb ik hier
ook meegemaakt. Hét ene seizoen dronk
ik bovenop de bus tijdens de kampioens-
rondrit door de stad een glas champagne
en nauwelijks een jaar later zit je
achter de ramen van diezelfde bus en
wordt er met stenen naar je gekogeld.
Je kunt nog zo’n goede jeugdtrainer zijn.
Je kunt nog zo’n kei in conditietraining
zijn. Je kunt het in een harde of zachte
aanpak zoeken, het succes is allemaal
afhankelijk van het feit wat er tussen
half drie en kwart over vier ’s zondags
middags gebeurt. Het resultaat is heilig.
Als je wint ben je een goede trainer en
als je verliest ben je een klootzak. Zo
simpel ligt het.”
Er is echter één grote uitzondering.
Rinus Michels is al jarenlang een fer
vent aanhanger van Barry Hughes, de
opmerkelijke Engelsman, die met zijn
benadering van de voetbalsport en zijn
perfecte feeling voor publiciteit hoe dan
ook voor enige opwinding zorgt. Zo’n
genegenheid is meestal wederzijds. Zo
ook in het geval MichelsHughes. Deze
zomer ontmoetten ze elkaar weer. Een
merkwaardige speling van het lot had
beide mannen samen gedreven. Michels,
één van ’s werelds beste oefenmeesters,
ontslagen en bij FC Barcelona op een
zijspoor gezet en Barry Hughes, met
vakantie in Spanje en gedegradeerd met
Haarlem. Tijdens urenlange gesprekken
over voetbal, eerst in Michels’ villa in
Catalonië en later gecontinueerd in Ne
derland kwamen beide mannen weer
wat tot zichzelf. In feite bestond er
tussen beide trainers weinig verschil.
Michels was kotsmisselijk van zijn
Spaanse periode en Hughes was doodziek
van de degradatie met Haarlem.
Zou je het aandurven om met deze
groep weer de ere-divisie in te gaan?
Hughes: „Dat is iets wat ik me nu ook
ai af begin te vragen. Globaal kun je
stellen dat we er beter voor staan dan
vorig seizoen. De groep is “nthousiast, de
gemiddelde leeftijd van het elftal is
omlaag gegaan en de spelers hebben het
zelfvertrouwen weer. Anderzijds moet je
er rekening mee gaan houden dat je
mensen gaat verliezen. Bovendien ben ik
niet van plan om weer tegen degradatie
te gaan knokken. Wat dat betreft heb ik
mijn portie wel gehad. Misschien moet
er aangekocht worden om met succes
aan een ere-divisie-avontuur te begin
nen. Als ik blijf wil ik daar met het
bestuur ook zeker over gaan praten. Je
moet bij alles inderdaad voor ogen hou
den dat het voetbal in de eerste divisie
in de verste verte niet valt te vergelij
ken met de ere-divisie. Maar eerst moe
ten we die eerste divisie gewoon uit.
Domweg kampioen worden, of, op zijn
minst, een periodetitel pakken. Als er zo
doorgewerkt en gevoetbald wordt als nu,
dan moet dat toch geen al te grote
problemen opleveren dacht ik.”
Haarlem gokt dus duidelijk op een
kampioenschap: Hughes: „Uiteraard ja.
Daar maak ik geen geheim van. Het is
zakelijk gezien zelfs noodzakelijk dat we
kampioen worden. Als ik zie dat er na
knappe overwinningen van ons, terwijl
we bovenaan staan, toch bij de volgende
thuiswedstrijd maar een paar duizend
mensen op de tribunes zitten dan is
kampioen worden gewoon een noodzaak.
Ik zeg niet dat we het worden maar
geef ons onder deze omstandigheden wel
een
ben wat
mijn uitspraken. Daarvoor heb ik
langzamerhand teveel meegemaakt in
het voetbal. De ene week word
gehoond en de andere week bejubeld. Er
zijn maar een paar elftallen die het qua
voetbal in deze eerste divisie kunnen
opnemen tegen ons. Een Wageningen.
VVV, Groningen, Fortuna, maar meer
niet. De spelers zijn daar ook van over
tuigd nu. Dat is belangrijk natuurlijk”.
kelt, omdat hij in een goed draaiend
team speelt. Voor hetzelfde geld was het
misgegaan met Haarlem en had je nooit
meer iets over Metgod gehoord. Dan ben
je als trainer weer de zondebok en krijg
je te horen: Dat was toch zo’n groot
talent? Jij hamerde er toch op dat die
jongen een driejarig contract moest heb
ben. Nu praat iedereen over Metgod en
over zijn ontdekker Hughes. Ik leer met
zulke successen leven. Zoals ik ook de
tegenslagen heb leren verwerken. Iedere
speler bij Haarlem draait op dit moment
optimaal. De jeugd, Metgod, Groen en
De Kip, kan zich in dit team dat draait,
prima ontwikkelen. Fransz is aan een
tweede jeugd bezig, Wentink realiseert
zich dat het toch leuker is om afscheid
te nemen in een elftal dat kampioen is
geworden dan in een team wat niets
heeft klaargemaakt. Pot maakt in de
eerste-divisie veel meer goals dan in de
ere-divisie. Van den Berg is een klasse-
spits en Boersma laat geen bal meer
vallen. En dat komt allemaal omdat de
resultaten en de sfeer goed zijn.”
Nu groeit het Maarten en Piet
definitief boven het hoofd. Niet 3000
De Raspoetin van Den Haag (Karei
Jansen van de VVCS) is dus door de
Metternich van Amsterdam (Cor Cos
ter van de KNVB) onder de voet
gelopen! Je kan veel kwaadspreken
van het sectiebestuur betaald voetbal,
maar niet dat mr. Hogewoning niet
een geducht lezer van detectiveverha
len moet zijn, die altijd naar de
meest onverwachte ontknoping van
Zijn besognes zoekt. Het is alsof de
PvdA naar een opvolger van voorzit
ter len van> den Heuvel zoekt omdat
len altijd met van die gekke vakan
tieverhalen uit het buitenland terug
komt, en dan komt Wiegel van de
VVD als nieuwe partijvoorzitter uit
de bus! Er blijkt dan een modus te
zijn gevonden. Wiegel trekt zich te
rug uit de VVD, en de VVD bemoeit
zich niet langer met sociale zaken!
Leden van de Partij van de Arbeid
die vragen of vu uitgerekend Wiegel
wel de meest geschikte man is, wor
den verwezen naar die stratenmaker,
waar Wiegel in het verleden een keer
mee gesproken zegt te hebben, ver
moedelijk net als Nico Jansen een
„fijne jongens met weinig hersens”, en
daarmee is de zaak rond.
Je kan het, nu we toch via Raspoe
tin en Metternich u weet, Metternich
was in de tijd van Napoleon het
prototype van de aartsintrigant) in de
politiek verzeild zijn geraakt, natuur
lijk ook anders bekijken. In de vol
gende vergelijking is Hogewoning on
ze vrouwelijke minister Irene Vor-
rink, die van een nood een deugd wil
maken door soft-drugs te legaliseren.
Soft-drugs, zo redeneert zij ongeveer,
zijn een realiteit, je komt er niet
omheen, en bovendien, zo’n ramp zijn
ze nu ook weer niet voor de gebrui
kers, ze zijn heel wat minder gevaar
lijk dan hard-drugs. Als we soft
drugs legaliseren nemen we de wind
uit de zeilen van de handelaars, die
wolf, trad zienae-blind maar met zijn
ogen wijd open in de val die Hoge
woning voor hem heeft opgezet. Hij
laat zichzelf institutionaliseren, hij
laat zich tot een soort ere-ambtenaar
bombtirderen mei een goed maar vast
salaris (eindelijk wat vastigheid in je
leven, Cor!, zei zijn vrouw innig te
vreden), en vergeet zijn makkers in
de nood.
Want hoe moet het nu met Piet en
Maarten? Ik heb net uitgelegd dat die
gespecialiseerd zijn in respectievelijk
voetbal en voetballers, maar de spe-
lersbemiddeling wordt in de opzet
van Hogewoning aan hun werkzaam
heden onttrokken, zodat ze voortaan
alleen nog mogen praten met schoen
fabrikanten, stadiondirecteuren, re
clamejongens en clubbestuurderen.
Een ellendig vooruitzicht, een mieze
rig bestaan! Bovendien weten ze na
tuurlijk niets van zulke zakelijke za
ken af, en staan ze daardoor nog
even onhandig in het leven als Nico
Jansen een paar weken geleden. Ik
weet nu al hoe het zal gaan. Door
een stom toeval loopt Maarten tegen
een Franse clubbestuurder op die
zich in het stadje van zijn inwoning
populair wil maken door zijn club
tegen een van die beroemde Holland
se voetbalverenigingen te laten voet
ballen. Maar ja, hij kan maar weinig
betalen. Ik zal kijken, zegt Maarten,
of ik iets aardigs voor u versieren
kan, voor 10 percent van de recette
(ik verzin maar even wat, trouwens,
ik doe niet anders in dit artikel).
Maar ja, Ajax, PSV, Feyenoord en
FC Twente weigeren voor het gebo
den bedrag helemaal naar Frankrijk
maar dat had u natuurlijk al begre
pen. Mijn meeste mededogen gaat
intussen uit naar Piet Keizer en
Maarten de Vos. Want hoe is de
situatie? Piet Keizer kon erg goed
voetballen, maar toen werd hij heel
oud en moe, en toen kon hij het niet
zo goed meer. Kom maar bij mij, zei
ome Cor, en dat deed hij. Samen
richtten ze Inter Football op, zoals u
en ik in onze prille jeugdjaren „de
Zwarte Hand” oprichtten, een clubje
dat zich ten doel stelde alle onrecht
in de wereld te bestrijden en de
zwakkeren in dc maatschappij bij te
staan. Met Cor Coster beschikte de
club over een gewiekste zakenman,
en met Piet Keizer over iemand die
alles van voetballen afwist.
Nu moesten ze nog iemand hebben
die alles van voetballers afwist, en zo
kwamen ze op Maarten de Vos. Die
was intussen ook al moe geworden
van al dat geschrijf over voetbal voor
kranten die toch werden opgeheven,
en omdat hij min of meer de uitvin
der was van het praten met de spe
lers na afloop van de wedstrijd (he
laas heeft hij zijn uiteindelijke ideaal
nooit kunnen realiseren, om pas na
het laatste fluitsignaal in het stadion
te arriveren en zijn verslag uitslui
tend op de nababbel met de spelers
te baseren), leek het hem een prettig
idee om zich bij Inter Football aan te
sluiten. Dan hoefde hij alleen nog
maar wat brieven te schrijven, con
tracten in te vullen en voor het
overige kon hij zoveel als hij wilde
met voetballers praten!
te reizen (Guus Brox liet zelfs even
zijn broek zakken, toen hij het aan
bod vernam), en Maarten begreep al
wel dat hij niet met Excelsior of De
Graafschap hoefde aan te komen.
Wat denk je van FC Amsterdam,
opperde Piet Keizer? In het buiten
land lezen ze toch altijd over Ajax
Amsterdam, misschien dat die fran-
soos erin trapt. Ken jij iemand van
FC Amsterdam, vraagt Maarten. Ja
natuurlijk, zegt Piet, ik ken Fritsie
toch als mijn broekzak!
Goed, zij naar de sigarettenwinkel
van Fritsie Flinkevleugel, en die be
looft dat hij het idee eens langs zijn
neusweg bij De Stoop te berde zal
brengen. Maarten en Piet allebei met
een slof sigaretten opgelucht de deur
uit. De volgende dag al belt Stoop op.
Wat is dat voor gemiespel, zegt hij,
willen jullie dat wij in Frankrijk
gaan spelen? Ja, zegt Piet. En wat
betaalt dat? Drieduizend gulden zegt
Piet, als je het tenminste goed omre
kent van francs in guldens, wat nog
niet eens meevalt. Ik zal het goed
met jullie maken, omdat jullie het
ook niet kunnen helpen, Zegt de
Stoop. We zijn bereid tegen FC Sas-
sefras te spelen, in Sassefras zelf,
maar dan moeten ze f 4000 betalen
en ook nog een lift laten aanbrengen
van de kleedkamers naar de ereloge.
Die lift lever ik ze dan via Starlift,
met 10 procent korting!
via de soft-drugs hun veel lucratieve
re handel in de hard-drugs aan de
man willen brengen, en dan zijn we
nog veel verder van huis. Door het
„kleine kwaad” in te kapselen, be
strijden we het „grotere kwaad”.
In deze vergelijking dient u Cor
Coster in te vullen voor „soft-drugs”
En dan weet Hughes glunderend:
„Daarom wordt Ajax dit jaar ook kam-
„Over geen enkele speler ben ik op dit
moment ontevreden. Iedereen draait zo
als hij kan en behoort te spelen. Het is
ook uitstekend werken met deze groep.
Vorig seizoen zag ik er gewoon tegenop
om op maandag weer aan het werk te
gaan. Nu begin je _’s maandags al weer
enthousiast naar de volgende zondag toe
te werken. Als we een duurloop houden
dan komen de spelers binnen het door
mij geplande schema binnen. Iedereen is
bereid dat kleine beetje extra meer te
geven. Had je vorig jaar moeten komen.
Nu blijven sommige spelers na een trai
ning gewoon nog een tijdje hangen. Die
sfeer hè. Zo’n jongen als Kleton is ook
goud waard. Hij is niet alleen de man
van de verrassende momenten tijdens
een wedstrijd, maar ook een jongen die
gevoel voor humor heeft en in de groep
goed valt. Kleton is hier niet de nieuwe
Cruijff of de tweede Keizer, zoals hij
altijd werd af geschilderd. Kleton is hier
gewoon Kleton. Die jongen voelt zich
daar prima onder.”
maar 4000 gulden, dat weer omreke
nen in francs, en dan nog een lift
met 10 procent korting, en van dat
geheel moeten zij dan ook weer 10
procent korting hebben voor inter
Football... Bel jij ome Cor of doe ik
het, vraagt Maarten. Doe jij het
maar, jij kan het beter uitleggen, zegt
Piet. Maarten draait het nummer:
toet...toet... „Hallo, hier het officiële
bemiddelingsbureau van de KNVB, u
spreekt met de heer Coster”, zegt een
stem. „Ha dag ome Cor”, zegt Maar
ten nerveus, „moet u horen, wij zit
ten met een probleempje. De zaak zit
zo’
En hij vertelt ongeveer hoe de zaak
zo zit. „Maar dat kan ik toch niet
doen, jongens, dat weten jullie toch”,
zegt Cor Coster zuchtend. „Ik mag
me toch niet meer met jullie bemoei
en! Ik ben toch van de KNVB!”
„Ja natuurlijk ome Cor, maar daar
om zeg ik toch ook aldoor ome Cor.
Ik spreek toch met ome Cor nu?”
„Ja, goed, je spreekt met ome Cor op
het kantoor van de heer Coster. Als
jij nou tegen me spreekt als een fijne
jongen zonder hersens, dan wil ik
wel even zeggen wat je doen moet”.
„Goed, ome Cor, wat moeten we
dan doen?”
„Je moet eerst die 3000 gulden
pakken van Sassefras, maar daar leg
je 10 procent boven op dus je eist
3300 gulden. Daarna zeg je tegen
Stoop dat hij zijn 4000 gulden krijgt
maar dat Inter Football daar natuur
lijk 10 procent van afhoudt, dus je
geeft hem maar 3600 gulden. Je hebt
dan een strop van 300 gulden. Een
lift laten maken kost 50.000 gulden,
die club krijgt 10 procent korting is
5000 gulden. Je zegt dat ze die kor
ting krijgen omdat jullie die bedon
gen hebben, dus dat je 10 procent
krijgt van die 5000 is 500 gulden. Dan
heb je dus al 200 gulden winst. Tegen
Stoop zeg je dat die Fransen al een
aanbieding voor een Franse lift had
den van 30.000 gulden, maar dat jul
lie de order er voor Starlift toch
doorheen hebben weten te krijgen.
Daarna reken je hem 10 procent
van de 20.000 gulden die dat scheelt,
dat is 2000 gulden, je winst is dan
seiozen kan dit niet. Als ik de eerste
wedstrijd had uigeroepen dan had ik ze
kunnen zien denken: Daar begint hij
weer. We waren in de oefenperiode ei
genlijk ook nog niet klaar. Ik zag ook
wel dat het. centrum kwetsbaar was.
Gelukkig is alles op tijd in orde geko
men. Huyg kwam op tijd terug, de
resultaten kwamen op tijd en de nieuwe
spelers doen het voortreffelijk.”
Haarlem had een wat stroeve aan
loopperiode in de eerste divisie. Minima
le overwinningen leverden echter de
punten op. Zodat het elftal zich reali
seerde dat het qua kwaliteit de eerste
divisie niet hoefde te vrezen.
gegeven moment bedenkelijk, maar daar
had je toen een Overweg en een War-
nas. De zeiden: Wij degraderen? Ben je
besodemieterd trainer. De beuk gaat er
in. Vijf wedstrijden onder het licht hier
en we zijn er weer bovenuit. Dat miste
ik vorig jaar bij Haarlem. Ik wil nie
mand katten maar je zat met een aantal
spelers die niet meer vooruit te branden
waren. Tegen Boszhard had ik al lang
geroepen: Dries je moet hier weg. Toen
zei hij: je wilt me kwijt. Daar ging het
in feite niet om. Die jongen was na
zoveel jaar bij Haarlem gewoon aan een
ander shirt, een andere kleedkamer en
een andere vereniging toe. Een ander
voorbeeld is Piet Hoeben. Ik kon hem
niet missen in het elftal en moest hem
wel opstellen. Terwijl ik. van tevoren al
wist dat het eigenlijk geen zin meer had.
Piet was niet meer te motiveren. Dat hij
gestopt is was voor alle partijen de
beste oplossing.”
m