Barry Hughes Met dank aan Rinus Michels Hoe Cor meneer Coster werd I NODIG OM KAMPIOEN TE WORDEN” „ZAKELIJK door Mare Serné Opzienbarend Sfeer Moeras Kampioen Beter Enthousiast 25 SATERDAG 1 5 NOVEMBER 19 7 5 Barry Hughes heeft in het Nederlandse trainers wereld je maar weinig echte vrienden. Het is een door de Engelsman vrijwillig gekozen situatie omdat Hughes weet: „Ik bemoei me zo weinig mogelijk met mijn collega’s. Er is zoveel kinnesinne onder de Nederlandse trainers, er staan er zoveel te lachen als het je slecht gaat of wanneer je een schop onder je kont krijgt, dat ik er een beetje huiverig van word. Die trainerswereld is niet mijn wereld. Ik neem daarom ook zoveel mogelijk afstand van die „collega’s”. Probleempje Valstrik je COR COSTER En Hughes blikt verder terug: „Vorig jaar draafde ik in een cirkeltje rond. De degradatie stond eigenlijk bij voorbaat al vast. Ik heb een paar spelers nodig in een elftal waar ik houvast aan heb. Ook bij Go Ahead werd de situatie op een Cor, Piet en Maarten (de C.P.M.) dus alle drie tevreden met hun nieu we positie, maar omdat het uiteinde lijk toch een commerciële zaak be trof, waren ze natuurlijk wel afhan kelijk van de ervaring en het instinct van de zakenman Cor Coster. En wat gebeurt nu? Cor Coster, wel begerig om te tonen dat het hem inderdaad, zoals hij altijd beweerd heeft, alleen maar te doen was om de jongens zonder hersens bijstand en steun te verlenen in hun strijd tegen de boze Hughes onderstreept daarbij nogmaals dat succes vaak van kleine dingen af hankelijk is. Hughes: „We hebben nou een Metgod. Een prima voetballer die zich bewust wordt van zijn capaciteiten en die ook dienovereenkomstig ontwik- pioen. Michels is er de man niet naar om dit los te laten nu ze drie punten voorsprong hebben. Natuurlijk zal Ajax wel eens een wedstrijdje kunnen verlie zen maar het resultaat staat bij Michels centraal. Daaraan wordt alles onderge schikt gemaakt. Mooier voetbal, een pri ma jeugdopleiding, dat komt allemaal vanzelf zolang dat eerste elftal maar blijft winnen. Dat is zijn uitgangspunt.” Het is allemaal een kwestie van sfeer, zelfvertrouwen en het bewust zijn van de eigen mogelijkheden, wat een elftal sterk of zwak maakt. Hughes ervaart dat nu ook bij Haarlem. Hughes: „Ik wil wel bekennen dat ik doodsbang ben geweest voor die competitiestart. Voor die eerste wedstrijd tegen Heerenveen dacht ik: Jezus als we morgen maar niet op een schlemielige manier met 10 verliezen want dan gaan we er aan. Dan is het hele seizoen verloren. Gelukkig liep het die eerste wedstrijden redelijk en toen is er iets gaan groeien.” En dan weer wat serieuzer: „Al dat geouwehoer van de generaal lap ik aan mijn laars. Michels is gewoon een prima kerel, een enorme persoonlijkheid met een uitstekende algemene ontwikkeling, die toevallig ook erg veel van voetbal weet. Al dat gepraat van het materiaal van Hans Kraay ze.gt me helemaal niks. Kraay was met dit spelersmateriaal nog in geen duizend jaar bovenaan gekomen. Ik herinner me dan altijd maar weer een Rudie Geels. Vorig jaar komt hij nog naar me toe en zegt: Kun je geen contract bij Haarlem voor me regelen. Ik word doodziek van die sfeer bij Ajax. Moet je hem nu horen praten. Moet je hem nu zien voetballen ook. Ik heb Rudie altijd klasse gevonden. Onder Michels komt het er nu ook uit.” Hoe diep Haarlem in het moeras zat bleek ook bij de voorbereiding van dit seizoen. Hughes: „Als we morgen tegen Heerenveen zouden spelen dan zou ik zeggen: Heerenveen maken we geruis loos af. Dat kan nu. In het begin van dit stunten tegen De Graafschap. Dat is het verschil”. goede kans. De weg is nog lang. Ik voorzichtiger geworden met zo 2200 gulden. Daarvan krijg ik voor mijn advies 10 procent, is 220 gulden- net officiële bemiddelingsbureau van de KNVB krijgt daar weer 10 procent van omdat ik advies heb gegeven in de tijd van de KNVB, dat is dus 22 gulden voor de KNVB, ik hou dus 198 gulden over aan dit advies. Jullie houden aan de hele handel 1980 gul den over, daar krijg ik als oud- vennoot 10 procent van, dat is 198 gulden, dus jullie verdienen aan dit zaakje 1722 gulden, dat is 861 gulden voor Piet en 861 gulden voor jou. Heb je dat allemaal opgeschreven?” „Nee, ome Cor, maar ik onthoud het wel”. „Goed zo jongen, jullie redden het heus wel op den duur!” STOPPER Zowel individueel als collectief besefte Haar lem plotseling dat het één van de be kende elftallen in deze afdeling is. De gevolgen zijn bekend. Ongekende doel- puntenexplosies (93 tegen Amersfoort en 62 tegen Cambuur) zoals die in jaren niet meer zijn voorgekomen. Hug hes: „Ik merk het nu bij tactische be sprekingen .Ze zitten je aan te kijken op een manier van: man waar praat je over. Die tegenstander is toch geen enkel probleem. Dat fiksen we toch even. Een mooi voorbeeld is De Graafschap. Daar moeten we voor de beker tegen. Vorig seizoen gingen we daar zonder overtui ging naar toe. Nu kijken de spelers reikhalzend uit om voor de beker te De parallel die tussen Michels en Hughes, tussen Ajax en Haarlem ook, getrokken kan worden is daarom op merkelijk. Nauwelijks vier maanden na hun uitzichtloze situatie stappen beide trainers vrolijker dan ooit rond. Staan Haarlem en Ajax beiden op een opzien barende eerste plaats. Hughes: „Vorige week kom ik bij het benzinestation Mi chels’ vrouw nog tegen. Ik heb lachend tegen haar geroepen: Zeg je moet Rinus eens vragen of hij mij één dezer dagen even opbelt. Dan kan ik hem vertellen hoe hij met Ajax doelpunten moet ma ken.” Hughes nu: „Door elkaar in allerlei gesprekken te jennen zijn we er weer bovenuit geklauterd. Eerst begreep ik Rinus niet. Hij heeft zo’n geweldige inbreng, zowel qua persoonlijkheid als successen bij vroegere werkgevers, dat ik zei: Waar maak jij je nou eigenlijk zorgen over? Je kunt volgende week met jouw naam zo bij Werder Bremen of weet ik waar aan de slag. Maar besef je eigenlijk wel in wat voor situatie ik zit? Ik moet verdomme naar de eerste divisie. Daar heb ik geen zin in. Ik heb eigenlijk niet eens zin om naar Neder land terug te gaan volgende week. Waarop Rinus weer antwoordde: Het maakt allemaal geen donder uit of je nu trainer in de eerste-divisie, van Haarlem, Ajax, het Nederlands elftal, Barcelona, Werder Bremen of Lutjebroek bent. Het is toch allemaal hetzelfde. Wat jij bij Haarlem hebt doorgemaakt heb ik hier ook meegemaakt. Hét ene seizoen dronk ik bovenop de bus tijdens de kampioens- rondrit door de stad een glas champagne en nauwelijks een jaar later zit je achter de ramen van diezelfde bus en wordt er met stenen naar je gekogeld. Je kunt nog zo’n goede jeugdtrainer zijn. Je kunt nog zo’n kei in conditietraining zijn. Je kunt het in een harde of zachte aanpak zoeken, het succes is allemaal afhankelijk van het feit wat er tussen half drie en kwart over vier ’s zondags middags gebeurt. Het resultaat is heilig. Als je wint ben je een goede trainer en als je verliest ben je een klootzak. Zo simpel ligt het.” Er is echter één grote uitzondering. Rinus Michels is al jarenlang een fer vent aanhanger van Barry Hughes, de opmerkelijke Engelsman, die met zijn benadering van de voetbalsport en zijn perfecte feeling voor publiciteit hoe dan ook voor enige opwinding zorgt. Zo’n genegenheid is meestal wederzijds. Zo ook in het geval MichelsHughes. Deze zomer ontmoetten ze elkaar weer. Een merkwaardige speling van het lot had beide mannen samen gedreven. Michels, één van ’s werelds beste oefenmeesters, ontslagen en bij FC Barcelona op een zijspoor gezet en Barry Hughes, met vakantie in Spanje en gedegradeerd met Haarlem. Tijdens urenlange gesprekken over voetbal, eerst in Michels’ villa in Catalonië en later gecontinueerd in Ne derland kwamen beide mannen weer wat tot zichzelf. In feite bestond er tussen beide trainers weinig verschil. Michels was kotsmisselijk van zijn Spaanse periode en Hughes was doodziek van de degradatie met Haarlem. Zou je het aandurven om met deze groep weer de ere-divisie in te gaan? Hughes: „Dat is iets wat ik me nu ook ai af begin te vragen. Globaal kun je stellen dat we er beter voor staan dan vorig seizoen. De groep is “nthousiast, de gemiddelde leeftijd van het elftal is omlaag gegaan en de spelers hebben het zelfvertrouwen weer. Anderzijds moet je er rekening mee gaan houden dat je mensen gaat verliezen. Bovendien ben ik niet van plan om weer tegen degradatie te gaan knokken. Wat dat betreft heb ik mijn portie wel gehad. Misschien moet er aangekocht worden om met succes aan een ere-divisie-avontuur te begin nen. Als ik blijf wil ik daar met het bestuur ook zeker over gaan praten. Je moet bij alles inderdaad voor ogen hou den dat het voetbal in de eerste divisie in de verste verte niet valt te vergelij ken met de ere-divisie. Maar eerst moe ten we die eerste divisie gewoon uit. Domweg kampioen worden, of, op zijn minst, een periodetitel pakken. Als er zo doorgewerkt en gevoetbald wordt als nu, dan moet dat toch geen al te grote problemen opleveren dacht ik.” Haarlem gokt dus duidelijk op een kampioenschap: Hughes: „Uiteraard ja. Daar maak ik geen geheim van. Het is zakelijk gezien zelfs noodzakelijk dat we kampioen worden. Als ik zie dat er na knappe overwinningen van ons, terwijl we bovenaan staan, toch bij de volgende thuiswedstrijd maar een paar duizend mensen op de tribunes zitten dan is kampioen worden gewoon een noodzaak. Ik zeg niet dat we het worden maar geef ons onder deze omstandigheden wel een ben wat mijn uitspraken. Daarvoor heb ik langzamerhand teveel meegemaakt in het voetbal. De ene week word gehoond en de andere week bejubeld. Er zijn maar een paar elftallen die het qua voetbal in deze eerste divisie kunnen opnemen tegen ons. Een Wageningen. VVV, Groningen, Fortuna, maar meer niet. De spelers zijn daar ook van over tuigd nu. Dat is belangrijk natuurlijk”. kelt, omdat hij in een goed draaiend team speelt. Voor hetzelfde geld was het misgegaan met Haarlem en had je nooit meer iets over Metgod gehoord. Dan ben je als trainer weer de zondebok en krijg je te horen: Dat was toch zo’n groot talent? Jij hamerde er toch op dat die jongen een driejarig contract moest heb ben. Nu praat iedereen over Metgod en over zijn ontdekker Hughes. Ik leer met zulke successen leven. Zoals ik ook de tegenslagen heb leren verwerken. Iedere speler bij Haarlem draait op dit moment optimaal. De jeugd, Metgod, Groen en De Kip, kan zich in dit team dat draait, prima ontwikkelen. Fransz is aan een tweede jeugd bezig, Wentink realiseert zich dat het toch leuker is om afscheid te nemen in een elftal dat kampioen is geworden dan in een team wat niets heeft klaargemaakt. Pot maakt in de eerste-divisie veel meer goals dan in de ere-divisie. Van den Berg is een klasse- spits en Boersma laat geen bal meer vallen. En dat komt allemaal omdat de resultaten en de sfeer goed zijn.” Nu groeit het Maarten en Piet definitief boven het hoofd. Niet 3000 De Raspoetin van Den Haag (Karei Jansen van de VVCS) is dus door de Metternich van Amsterdam (Cor Cos ter van de KNVB) onder de voet gelopen! Je kan veel kwaadspreken van het sectiebestuur betaald voetbal, maar niet dat mr. Hogewoning niet een geducht lezer van detectiveverha len moet zijn, die altijd naar de meest onverwachte ontknoping van Zijn besognes zoekt. Het is alsof de PvdA naar een opvolger van voorzit ter len van> den Heuvel zoekt omdat len altijd met van die gekke vakan tieverhalen uit het buitenland terug komt, en dan komt Wiegel van de VVD als nieuwe partijvoorzitter uit de bus! Er blijkt dan een modus te zijn gevonden. Wiegel trekt zich te rug uit de VVD, en de VVD bemoeit zich niet langer met sociale zaken! Leden van de Partij van de Arbeid die vragen of vu uitgerekend Wiegel wel de meest geschikte man is, wor den verwezen naar die stratenmaker, waar Wiegel in het verleden een keer mee gesproken zegt te hebben, ver moedelijk net als Nico Jansen een „fijne jongens met weinig hersens”, en daarmee is de zaak rond. Je kan het, nu we toch via Raspoe tin en Metternich u weet, Metternich was in de tijd van Napoleon het prototype van de aartsintrigant) in de politiek verzeild zijn geraakt, natuur lijk ook anders bekijken. In de vol gende vergelijking is Hogewoning on ze vrouwelijke minister Irene Vor- rink, die van een nood een deugd wil maken door soft-drugs te legaliseren. Soft-drugs, zo redeneert zij ongeveer, zijn een realiteit, je komt er niet omheen, en bovendien, zo’n ramp zijn ze nu ook weer niet voor de gebrui kers, ze zijn heel wat minder gevaar lijk dan hard-drugs. Als we soft drugs legaliseren nemen we de wind uit de zeilen van de handelaars, die wolf, trad zienae-blind maar met zijn ogen wijd open in de val die Hoge woning voor hem heeft opgezet. Hij laat zichzelf institutionaliseren, hij laat zich tot een soort ere-ambtenaar bombtirderen mei een goed maar vast salaris (eindelijk wat vastigheid in je leven, Cor!, zei zijn vrouw innig te vreden), en vergeet zijn makkers in de nood. Want hoe moet het nu met Piet en Maarten? Ik heb net uitgelegd dat die gespecialiseerd zijn in respectievelijk voetbal en voetballers, maar de spe- lersbemiddeling wordt in de opzet van Hogewoning aan hun werkzaam heden onttrokken, zodat ze voortaan alleen nog mogen praten met schoen fabrikanten, stadiondirecteuren, re clamejongens en clubbestuurderen. Een ellendig vooruitzicht, een mieze rig bestaan! Bovendien weten ze na tuurlijk niets van zulke zakelijke za ken af, en staan ze daardoor nog even onhandig in het leven als Nico Jansen een paar weken geleden. Ik weet nu al hoe het zal gaan. Door een stom toeval loopt Maarten tegen een Franse clubbestuurder op die zich in het stadje van zijn inwoning populair wil maken door zijn club tegen een van die beroemde Holland se voetbalverenigingen te laten voet ballen. Maar ja, hij kan maar weinig betalen. Ik zal kijken, zegt Maarten, of ik iets aardigs voor u versieren kan, voor 10 percent van de recette (ik verzin maar even wat, trouwens, ik doe niet anders in dit artikel). Maar ja, Ajax, PSV, Feyenoord en FC Twente weigeren voor het gebo den bedrag helemaal naar Frankrijk maar dat had u natuurlijk al begre pen. Mijn meeste mededogen gaat intussen uit naar Piet Keizer en Maarten de Vos. Want hoe is de situatie? Piet Keizer kon erg goed voetballen, maar toen werd hij heel oud en moe, en toen kon hij het niet zo goed meer. Kom maar bij mij, zei ome Cor, en dat deed hij. Samen richtten ze Inter Football op, zoals u en ik in onze prille jeugdjaren „de Zwarte Hand” oprichtten, een clubje dat zich ten doel stelde alle onrecht in de wereld te bestrijden en de zwakkeren in dc maatschappij bij te staan. Met Cor Coster beschikte de club over een gewiekste zakenman, en met Piet Keizer over iemand die alles van voetballen afwist. Nu moesten ze nog iemand hebben die alles van voetballers afwist, en zo kwamen ze op Maarten de Vos. Die was intussen ook al moe geworden van al dat geschrijf over voetbal voor kranten die toch werden opgeheven, en omdat hij min of meer de uitvin der was van het praten met de spe lers na afloop van de wedstrijd (he laas heeft hij zijn uiteindelijke ideaal nooit kunnen realiseren, om pas na het laatste fluitsignaal in het stadion te arriveren en zijn verslag uitslui tend op de nababbel met de spelers te baseren), leek het hem een prettig idee om zich bij Inter Football aan te sluiten. Dan hoefde hij alleen nog maar wat brieven te schrijven, con tracten in te vullen en voor het overige kon hij zoveel als hij wilde met voetballers praten! te reizen (Guus Brox liet zelfs even zijn broek zakken, toen hij het aan bod vernam), en Maarten begreep al wel dat hij niet met Excelsior of De Graafschap hoefde aan te komen. Wat denk je van FC Amsterdam, opperde Piet Keizer? In het buiten land lezen ze toch altijd over Ajax Amsterdam, misschien dat die fran- soos erin trapt. Ken jij iemand van FC Amsterdam, vraagt Maarten. Ja natuurlijk, zegt Piet, ik ken Fritsie toch als mijn broekzak! Goed, zij naar de sigarettenwinkel van Fritsie Flinkevleugel, en die be looft dat hij het idee eens langs zijn neusweg bij De Stoop te berde zal brengen. Maarten en Piet allebei met een slof sigaretten opgelucht de deur uit. De volgende dag al belt Stoop op. Wat is dat voor gemiespel, zegt hij, willen jullie dat wij in Frankrijk gaan spelen? Ja, zegt Piet. En wat betaalt dat? Drieduizend gulden zegt Piet, als je het tenminste goed omre kent van francs in guldens, wat nog niet eens meevalt. Ik zal het goed met jullie maken, omdat jullie het ook niet kunnen helpen, Zegt de Stoop. We zijn bereid tegen FC Sas- sefras te spelen, in Sassefras zelf, maar dan moeten ze f 4000 betalen en ook nog een lift laten aanbrengen van de kleedkamers naar de ereloge. Die lift lever ik ze dan via Starlift, met 10 procent korting! via de soft-drugs hun veel lucratieve re handel in de hard-drugs aan de man willen brengen, en dan zijn we nog veel verder van huis. Door het „kleine kwaad” in te kapselen, be strijden we het „grotere kwaad”. In deze vergelijking dient u Cor Coster in te vullen voor „soft-drugs” En dan weet Hughes glunderend: „Daarom wordt Ajax dit jaar ook kam- „Over geen enkele speler ben ik op dit moment ontevreden. Iedereen draait zo als hij kan en behoort te spelen. Het is ook uitstekend werken met deze groep. Vorig seizoen zag ik er gewoon tegenop om op maandag weer aan het werk te gaan. Nu begin je _’s maandags al weer enthousiast naar de volgende zondag toe te werken. Als we een duurloop houden dan komen de spelers binnen het door mij geplande schema binnen. Iedereen is bereid dat kleine beetje extra meer te geven. Had je vorig jaar moeten komen. Nu blijven sommige spelers na een trai ning gewoon nog een tijdje hangen. Die sfeer hè. Zo’n jongen als Kleton is ook goud waard. Hij is niet alleen de man van de verrassende momenten tijdens een wedstrijd, maar ook een jongen die gevoel voor humor heeft en in de groep goed valt. Kleton is hier niet de nieuwe Cruijff of de tweede Keizer, zoals hij altijd werd af geschilderd. Kleton is hier gewoon Kleton. Die jongen voelt zich daar prima onder.” maar 4000 gulden, dat weer omreke nen in francs, en dan nog een lift met 10 procent korting, en van dat geheel moeten zij dan ook weer 10 procent korting hebben voor inter Football... Bel jij ome Cor of doe ik het, vraagt Maarten. Doe jij het maar, jij kan het beter uitleggen, zegt Piet. Maarten draait het nummer: toet...toet... „Hallo, hier het officiële bemiddelingsbureau van de KNVB, u spreekt met de heer Coster”, zegt een stem. „Ha dag ome Cor”, zegt Maar ten nerveus, „moet u horen, wij zit ten met een probleempje. De zaak zit zo’ En hij vertelt ongeveer hoe de zaak zo zit. „Maar dat kan ik toch niet doen, jongens, dat weten jullie toch”, zegt Cor Coster zuchtend. „Ik mag me toch niet meer met jullie bemoei en! Ik ben toch van de KNVB!” „Ja natuurlijk ome Cor, maar daar om zeg ik toch ook aldoor ome Cor. Ik spreek toch met ome Cor nu?” „Ja, goed, je spreekt met ome Cor op het kantoor van de heer Coster. Als jij nou tegen me spreekt als een fijne jongen zonder hersens, dan wil ik wel even zeggen wat je doen moet”. „Goed, ome Cor, wat moeten we dan doen?” „Je moet eerst die 3000 gulden pakken van Sassefras, maar daar leg je 10 procent boven op dus je eist 3300 gulden. Daarna zeg je tegen Stoop dat hij zijn 4000 gulden krijgt maar dat Inter Football daar natuur lijk 10 procent van afhoudt, dus je geeft hem maar 3600 gulden. Je hebt dan een strop van 300 gulden. Een lift laten maken kost 50.000 gulden, die club krijgt 10 procent korting is 5000 gulden. Je zegt dat ze die kor ting krijgen omdat jullie die bedon gen hebben, dus dat je 10 procent krijgt van die 5000 is 500 gulden. Dan heb je dus al 200 gulden winst. Tegen Stoop zeg je dat die Fransen al een aanbieding voor een Franse lift had den van 30.000 gulden, maar dat jul lie de order er voor Starlift toch doorheen hebben weten te krijgen. Daarna reken je hem 10 procent van de 20.000 gulden die dat scheelt, dat is 2000 gulden, je winst is dan seiozen kan dit niet. Als ik de eerste wedstrijd had uigeroepen dan had ik ze kunnen zien denken: Daar begint hij weer. We waren in de oefenperiode ei genlijk ook nog niet klaar. Ik zag ook wel dat het. centrum kwetsbaar was. Gelukkig is alles op tijd in orde geko men. Huyg kwam op tijd terug, de resultaten kwamen op tijd en de nieuwe spelers doen het voortreffelijk.” Haarlem had een wat stroeve aan loopperiode in de eerste divisie. Minima le overwinningen leverden echter de punten op. Zodat het elftal zich reali seerde dat het qua kwaliteit de eerste divisie niet hoefde te vrezen. gegeven moment bedenkelijk, maar daar had je toen een Overweg en een War- nas. De zeiden: Wij degraderen? Ben je besodemieterd trainer. De beuk gaat er in. Vijf wedstrijden onder het licht hier en we zijn er weer bovenuit. Dat miste ik vorig jaar bij Haarlem. Ik wil nie mand katten maar je zat met een aantal spelers die niet meer vooruit te branden waren. Tegen Boszhard had ik al lang geroepen: Dries je moet hier weg. Toen zei hij: je wilt me kwijt. Daar ging het in feite niet om. Die jongen was na zoveel jaar bij Haarlem gewoon aan een ander shirt, een andere kleedkamer en een andere vereniging toe. Een ander voorbeeld is Piet Hoeben. Ik kon hem niet missen in het elftal en moest hem wel opstellen. Terwijl ik. van tevoren al wist dat het eigenlijk geen zin meer had. Piet was niet meer te motiveren. Dat hij gestopt is was voor alle partijen de beste oplossing.” m

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 25