Geboren docent op zoek naar politieke vernieuwingen Bluesfestival met Chicago-clubsfeer Annie Fischer soliste bij Nederlands Kamerorkest Liedkunst van Anouilh schetst meest benepen Aafje Heynis burgerdom in Filmfestival in Rotterdam overleden Max Ackermann „De arrestatie” NBBO vierde zesde verjaardag Pianiste met kristalhelder timbre Spanje-expositie Mooi maar eenzijdig Virtuoos theatergenot bij de Haagse Comedie Sterke groei Nieuw fotoboek over Van Gogh 9 KUNST 19 7 5 NOVEMBER 1 7 MAANDAG magere, 7 CEES STRAUS en voorbestemt, kaarsrechte rfstöïïSS DEN HAAG. Goed opletten bij „De arrestatie”. Want het intri gerende schaakspel, dat een thril lerschrijver kan spelen, is dat hij zijn consumenten alle gegevens le vert voor de oplossing van een pro bleem, maar dat die het nog niet zien voor hun koning al gevallen is. Nu is Jean Anouilh geen thriller schrijver. In zijn jongste toneelspel „De arrestatie”, dat zaterdag bij de Haagse Comedie in de Koninklijke Schouwburg zijn première beleef de, werkt hij dan ook niet in de klassieke betekenis aan de ontslui ering’van een misdaadgeschiedenis, neen, het gaat om het achterhalen van de opzet van zijn stuk, dat een man na 30 jaar terugbrengt in een somptueus, wat vergaan hotel in een kuuroord in Midden-Frankrijk. Daar liggen heel wat van zijn jeugdherinneringen opgetast. AMSTERDAM. Over de nationaliteit van Felix Greene bestaat al direct geen twijfel, zeker niet als hij gaat praten in dat scherp gearticuleerd Engels dat hem tot een geboren docent Een gestalte, noncha- lant-sportief gekleed voltooid het beeld van de rondreizende Engelsman, de gast-docent die zowel kamergeleerde als ont dekkingsreiziger zou kunnen zijn. Greene is het allebei. Hij reist de wereld door, stelt zich op de hoogte van sociale en po litieke toestanden, maakt foto’s en films, schrijft boeken en houdt lezingen. Hij is bekend over de hele wereld, maar van avond staat hij in een voormalig schoollokaal aan de Rechtboom- sloot in Amsterdam, vlak, bij de ruïnes van de Nieuwmarkt, waar hij bij een voornamelijk jeugdig publiek enige van zijn China-films inleidt. --- J ÏKk filmen in China Felix Greene op FELIX GREENE f - in PIET RUINENKAMP riem 140. UTRYCHT. (ANP) Zaterdag is in- De Kargadoor in Utrecht een fototen toonstelling over het actuele Spanje geo pend. De expositie geeft een beeld van stakingen in Burgos, gevangenisleven en Baskenland. Het Nederlands Kamerorkest stemde zich als begeleidend ensemble in een groeiend harmonieus samenspel op haar artistieke inzichten af, zodat het solis tisch aspect voldoende ruimte en sfeer kreeg tot een waardige muzikale vol tooiing. Het publiek huldigde haar met een langdurig staand applaus. TOON VRANKEN Heb je nooit bij lezingen de deprime rende indruk te spreken tot een gehoor dat al aan jouw kant staat, dat niet overtuigd hoeft te worden, dat bij voor baat al „ja” knikt? STUTTGART (DPA). De Duitse kunstschilder Max Ackermann is dit weekeinde op 88-jarige leeftijd te Unter lengenhardt in de Westduitse deelstaat Baden-Württemberg overleden. Zijn kunst wordt ;n hoge mate be paald door het ’oeken naar wetmatige ordening in kleur en compositie en toont verwantschap met muziek en dans. Ac kermann staat bekend als de „meester van het blauw”. In de jaren van de laatste wereldoorlog zijn veel werken van hem vernietigd of gestolen. een uitverkochte Grote Zaal. Szymon Goldberg leidde het programma en dat heeft dan steevast tot gevolg dat de toehoorder genoegen moet nemen met muziek bij miezerig schemerlicht, dat het programmaboekje onleesbaar en dus overbodig maakt. Met zijn formatie (waarin Dick van de Cappellen op staande bas en Louis de Lussanet slagwerk speelt) bracht Ager- beek een tiental nummers', waar onder Tuxedo boogie en How long blues als mede meer bekend werk. De Lussanet, die voortijdig moest verdwijnen om nog de boot naar Texel te halen waar hij zijn domicilie heeft, wist niet altijd even alert te reageren op wat de pianist van zijn ritme-groep verwachtte. Het optreden was in ieder geval een aardige opmaat voor wat na de pauze AMSTERDAM (ANP). Aan de tal rijke boeken, die over Vincent van Gogh zijn verschenen is er één toegevoegd. Essayist en journalist Marinus Schroe- vers uit Amsterdam en fotograaf Dirk de Herder uit De Rijp stelden het levens verhaal van de in juli 1890 in Frank rijk dóór zelfmoord om het leven geko men schilder samen, door 80 jaar later diens rondzwervingen tussen 1880 en 1890 door Nederland, Engeland, België en Frankrijk op de voet te volgen. Hun boek kreeg dan ook de titel: „Van Gogh Achterna”. (Van onze' correspondent) ROTTERDAM. Film International is aan zijn eerste lustrum toe. Van 20 tot 28 februari 1976 wordt rit feit gevierd op het Rotterdamse filmfestival dat dan voor het vijfde achtereenvolgende jaar in de Maasstad wordt gehouden. Het vierde festival, verleden jaar fe bruari, was al vrijwel uitverkocht voor het goed en wel begon. Niet alleen de zalen maar ook de gangen en bars van het Lantaarn-Venster-Filmhuis-complex waren overvol. Daarom is nu het aantal zitplaatsen drastisch uitgebreid. Vijftig duizend zijn het er geworden, tegenover 30.000 voorheen. Die uitbreidng is moge lijk geworden omdat er nu vijf zalen ter beschikking van het festival zullen staan. Met de tentoonstelling is een twee weken durende Spanjemanifestatie voor solidariteit met het Spaanse volk en seun aan de politieke gevangenen be gonnen. De manifestatie is georganiseerd door Accion Fuego in samenwerking met de Utrechtse jongerencentra. AMSTERDAM. Een liederavond mag zich niet in eenzijdigheid verliezen, ook al is het programma waardevol en wordt het op artistiek niveau gebracht. Tot deze gedachtengang leidde het reci tal van de altzangeres Aafje Heynis, vrijdagavond op een KAM-concért in de Kleine Zaal te Amsterdam. Een recital, dat tot aan de pauze het auditorium ernstig bezig hield met zeldzaam mooie liederen van zeldzaam droefgeestige in houd. Als ik hem kort tevoren spreek, is een voor de hand liggende vraag hoe hij tot dit werk is gekomen. Het begint met routinewerk bij de BBC die hem na enige Londense jaren tot buitenlands correspondent promoveert met als standplaats New York. Greene houdt het AMSTERDAM. Zaterdagavond mu siceerde het Nederlands Kamerorkest in het Amsterdams Concertgebouw voor Het programma was geannonceerd on der de titel: Liederen uit de 20e eeuw. Een ruime titel, die een schat van moge lijkheden biedt. Min of meer verrast was ik dus wel, dat zij alleen voor de Franse liedkunst uit de eerste helft van deze eeuw gekozen had. Dat neemt niet weg, dat zij haar programma gebracht heeft met alle voorname kwaliteiten die men van haar verwachten kan. De charme van haar zeer persoonlijk getimbreerde en met virtuositeit gehan teerde stem kwam in de door haar gekozen liederen met gevoelige expressie tot uitdrukking. Het viel mij op, dat haar stem zich ondanks de trieste me lancholie van de verzen, soepel en licht beweegt, met soms een fraaie, lucide glans. Vóór de pauze zong zij liederen van Fauré en Ernest Bloch. Na de pauze kwam er wat meer speelse tekening in haar programma, hoewel ook hier het tragisch of een bitter accent nog bleef doorklinken. Zo was er in de liederen van Debussy een ontspannende wissel werking tussen de Trois „Chansons de France” en „Fêtes Galantes”- Toen bleek ook dat zij als voordrachtskunstenares veelzijdig genoeg is om aan andere fa cetten van de liedkunst te voldoen. Zij raakte het geestig sarcasme van „Quat're petites Mélodies” van Satie trefzeker en trof met de intuïtie van de in het vak gerijpte liedzangeres de bizarre wrange ondertoon van „Chansons de Négresse" van Darius Milhaud feilloos. i Rudolf Jansen volgde als voortreffe lijk begeleider (in plaats van pianist Irwin Gage) in alle nuanceringen, zodat een uitgebalanceerd samenspel zich ar tistiek ontplooien kon. TOON VRANKEN Hoofdschotel van de avond was het Pianoconcert in Es K.V. 482 van Mozart met de Hongaarse pianiste Annie Fi scher als soliste. Een fraaie inleiding vormden de Drie Fantasieën van Purcell in de opbouw van een veelstemmige polyfonie voor strijkers. Zij benaderen in expressie en totale beweeglijkheid de vocale polyfonie uit een vroeger tijd perk. Goldberg leidde de golving van het lijnenspel in soepele beweging, zodat het speciaal karakter van deze muziek trans parant kon opbloeien. De luidruchtige orkestrale inzet van het begindeel Allegro uit het Pianocon cert van Mozart viel ons daarna wel koud op het dak. Rommelig, onafge werkt, zonder de nodige balans in het ensemble, bezrogde deze inleiding dan ook enige twijfels. De begaafde pianiste An nie Fischer maakte met haar fijnzinnige inzet des te meer indruk en zij was het ook, die het evenwicht in het ensemble door haar geconcentreerde intensiteit herstelde. Zij treft de muziek op haar eigen gedecideerde manier tot in haar diepste kern. Haar spel is zeer transpa rant en van een kristalhelder timbre. Haar instelling ±s zuiver klassiek en haar voordracht verliest zich niet in een overgevoelig toucher. Zelfs in het An dante bleef zij enigszins afstandelijk van een te veel aan emotie. De interpretatie hiervan had naar mijn smaak wel iets fijnzinniger kunnen zijn. omzwaaide. Wat me in die tijd als dramatische ervaring bezighield was de gemakkelijke manier waarop in het westen meningen over China verspreid en geaccepteerd werden die iedere feite lijke grond misten. Later vertelde senator Fullbright me dat naar zijn overtuiging mijn boeken en films de houding van het Ameri kaanse volk ten opzichte van China ingrijpend veranderd, hadden. Maar te gen eventuele verdachtmakingen van mijn persoon naar aanleiding van mijn veelvuldige bezoeken aan China,, had ik de steun van mijn Engels paspoort en verder de aanmoedigingen van verschil lende mensen van het State Department. Zélfs toen ik in ’67 „Inside North Viet nam” maakte, een film die duidelijk aantoonde dat stelselmatig niet-militaire doelen in Noord-Vietnam gebombar deerd werden. En die niettemin op de televisie vertoond werd. AMSTERDAM. Martin van Olde- ren, beheerder van het eenmans-win- keltje dat Nederlandse Blues en Boogie woogie Organisatie heet en waarvoor hij zoveel werk verzet dat tien anderen er makkelijk een dagtaak aan zouden heb ben, kan na zaterdagavond terugkijken op een zeer geslaagd Chicago-bluesfesti- val. De NBBO kon haar zesde verjaar dag niet beter vieren met dit concert dat helemaal de -sfeer had van een Chicago- club. zou koman. En dat was al meteen niet mis. Willy Mabon, bekend geworden door eerder te hebben opgetreden in de Casimirhal in Amstelveen, is nog altijd een uiterst vitaal pianist die niets heeft verloren van het succes dat nij vooral in de jaren 50 wist op te bouwen. Zijn hit I don’t know uit die tijd wordt steeds gekker, dat ook opgaat voor My love goes clickety-clack. Blues hoeft toch niet altijd de (dagelijkse) ellende als onderwerp te hebben, zo moet Mabon oordelen. Deze eerste set kreeg een voortzetting door toevoeging van een ritme-sectie, bestaande uit basgitarist Dave Myers en drummer Fred Below die later verster king kregen van ondermeer gitarist Lon- ny Brooks en Little Mack Simmons, het geheel aangekondigd door de Ameri kaanse deejay Jimmy Mitchell. Dit nu was een Chicago-club op zijn best. Brooks zat vol met grappen zoals het produceren van kippegeluiden, het met de tanden spelen op de snaren en een samenspraak met zijn gitaar die hij Jessie May noemt(„En niet Lucille”, daarmee verwijzend naar BB King). Die grappen zijn maar een klein onderdeel van een stijl die een fenomenale speel wijze laat horen. Chicago-gitaristen gaan vaak op de heavy-toer waarvoor snel een maximale inzet nodig is. Brooks weet beide te combineren, lijkt echter na afloop nog zo fris als een hoentje dat hij goed is voor nog een set. De inbreng van Little Mack bracht de swing aanvankelijk op een lager pitje, zijn blues klinken nogal traag en sle pend, waarschijnlijk vanwege de grote invloed die hij onderging van Little Walker. Door het wild-enthousiaste pu bliek dat zich tot het einde toe verplicht zag de artiesten flink op te jutten, ging ook hij echter spoedig overstag. Dat zou op kunnen gaan als je op ideologische basis zieltjes wil trachten te •winnen. Wat mij interesseert is een barrière van onwetendheid te doorbre- kenen de te grote verwachtingen tot de juiste proporties terug te brengen. China is geen paradijs op aarde, geen utopia, maar als'ze mij naar een algemene indruk vragen dan zeg ik: „China is een armoedig land, zonder dat er sprake is van hongersnood of grote materiële te korten, het is een vitaal land (in tegen stelling bijv, tot India) met een groot improvisatietalent en een groot saamho righeidsgevoel. Ik ben er nu een keer of zeventien geweest en met een onderbreking rond de culturele revolutie, ben ik getuige geweest van een ontwikkelingsproces dat imponerend is. Hier is een volk zonder zichtbare frustraties, ontspannen en met verwachting naar de toekomst uitkij kend die ze als opwindend tegemoet treden. China is de verwezenlijking van een klassenloze maatschappij’, waar geen verschil bestaat tussen hoofd- en handar beiders, maar het is bovendien een land dat zichzelf voortdurend vernieuwt. Alle veranderingen en daaronder valt ook de in het westen verkeerd begrepen Cultu rele Revolutie, betekenen in China een politieke verdieping. In tegenstelling met het westen dat nerveus, gejaagd, geïrri teerd en bezeten door angstcomplexen aandoet, ervaar ie China als een uitge balanceerde gemeenschap zonder presta tiedwang en competitiedrift, de sfeer verspreidend van een gelukkige familie. Ga je nu toch niet idealiseren? Ik waarschuw ieder die plannen heeft Adriaan van der Staaij, directeur van de Rotterdamse kunststichting, memo reerde dat vorig jaar 17.000 bezoekers zijn gekomen en dat men er dit jaar minstens 20.000 verwacht. Doordat er een periode van financiële soberheid is aangebroken, zal het filmfestival dit jaar waarschijnlijk niet eindigen met een feest. Het leek d.e organisatoren» beter om het totaal beschikbare budget in de evenementen te steken en alle „versie ringen” achterwege te laten. In alle gebouwen zijn er dagelijks video-programma’s te zien met veel filmfragmenten, nietVws en interviews met gasten. Dagelijks zal er bovendien een aflevering van een informatiekrant verschijnen. Film International V zal een record-aantal van over de 200 voor stellingen geven vanfilms waarvan het grootste gedeelte nog onbekend is. Ackermann die in Berlijn werd gebo ren, heeft in Weimar bij Henri van de Velde, in München bij Hans Stuck en in Stuttgart bij Adolf Hölzel gestudeerd. In 1936 werd zijn werk door de nazi’s als „ontaarde kunst” gebrandmerkt. Hij kreeg een tentoonstellingsverbod en zijn leeropdracht aan de academie van Stutt gart werd ingetrokken. Nu wordt het al moeilijk om meer te vertellen, want anders tuint u er niet in op de manier, die „De arrestatie” juist tot aantrekkelijk toneelgenot maakt en Anouilh nog meer dan vroeger tot een onnavolgbaar theatervirtuoos stempelt. Hij wikkelt steeds meer slimme verpak kingen af, schuift met de tijd tot men zich in „L’année dernière au Puy” waant en hij heeft dan ook al meer van zijn eigen gemaskerde bestaan onthuld dan hij ooit in vroegere stukken had gedaan. De te royaal uitgesponnen inzet van „De arrestatie” lijkt Anouilh weer op het oude spoor te zetten: fulminerend met sarcasme tegen de vulgairheid die het leven bepaalt van hotelgasten, hce - personeel en niet te vergetén de arties ten van het salonorkestje- De scherpste pijlen zijn weggelegd voor de bourgeoisie, die de schrijver ergens tussen arbeiders en aristocratie als het meest droevige soort herkent. Al zou hij er dan meteen bij mogen stellen dat de andere twee partijen nauwelijks meer bestaan. Jean Anouilh wordt te genwoordig nogal eens voor ’n verzuur de reactionair versleten. Maar het signa leren van een vertroste burgermansmen- taliteit, die geen persoonlijke bestaans- bewustheid meer kent, kan men ook best als’ links aanduiden. Laten we zeg gen dat de uitersten elkaar raken. Met zijn geïnspireerde duik diep in zijn verleden, wil het ironisch lot voor Anouilh, dat hij met zijn vormtechniek nietzo ver meer verwijderd is van de experimentelen, die hij een jaar of twin tig geleden zo verfoeide. En hij is juist de man die daar met een levendig thea- tertalënt pakkend leven in kan blazen. De Belgische regisseur Jo Dua heeft Marlies van Alcmaer en Gaston van Erven in „De arrestatie”. China te bezoeken, geen overdreven voorstellingen te hebben over wat hij te zien zal krijgen. Pas als je regelmatig het land bezoekt leer je bijzaken van hoofdzaken onderscheiden en krijgen je verwachtingen een vast fundament van duidelijke en blijvende verworvenheden. Ik heb Chinezen ook buiten hun land meegemaakt en die ervaring vastgelegd in „Freedom Railroad” over de aanleg van de Tanzamspoorlijn in Afrika, waarbij 14000 Chinezen, technici en ge schoolde arbeiders, samenwerkten met 4000 Afrikanen. Het project is op een lange leningstermijn betaald door China en de voorkomendheid en het respect waarbij tijdens het werk beide rassen elkaar behandelden kan als voorbeeld dienen voor de westerse wereld. Felix Greene heeft met Ivens gemeen dat ze filmend aanwezig zijn op de plaatsen waar grote maatschappelijke veranderingen aan de gang zijn. Beiden filmden in Vietnam, in Cuba (waar Greene in ’71 het bekende „Cuba va”, Cuba onderweg, maakte) en in China. Greene is een groot bewonderaar en vriend van Joris al spreken ze elkaar voornamelijk per telefoon. („Urenlange gesprekken Londen-Parijs”) Hij is ver langend zijn grote Chinafilm te zien die nu in afwerking is en mogelijk tegen het einde van dit jaar vertoond zal worden. Voor Greene duurt het allemaal te lang. Hij houdt zelf meer van repor- tage-achtige documentaires die niet te veel achterblijven op de situatie in dit snel evoluerende land. Het werd een club waar het neusje van de Chicago-zalm viel te beluisteren. Misschien waren liet niet de allergroot sten op dit gebied (die wel nooit naar Europa zullen komen vanwege hun angst om te vliegen), maar wel musici die hun grote tecnnische vaardigheid opz een geestdriftige wijze en vooral ook stimulerend wisten te etaleren. Ze trof fen bovendien in het Roothaanhuis - waar je je deze ambiance nauwelijks kan voorstellen - ’n gewillig en „gehoor zaam” publiek dat vaak al bij de eerste klanken volledig plat ging. De NBBO had net programma behen dig opgezet. Als opwarmer fungeerde pianist Rob Agerbeek en zijn Boogie Woogie kwartet die - omdat hij onlangs op Martin’s Oldie Label een uitstekende plaat heeft gemaakt - een soort promo- tie-concert mocht volspelen. Na de vele voorprogramma’s van dit soort concer ten waarop steevast Barrelhouse of Sha- key Sam waren te beluisteren, wist Agerbeek uiteraard een heel andere sfeer te creëren. Afkomstig uit de jazz- hoek heeft hij toch een sterke voorkeur voor het neerzetten van pure blues en boogie woogies. Zijn spel doet niettemin zeer be schaafd, soms zelfs fatsoenlijk aan. Agerbeek zet zijn boogies langs romanti sche lijnen uit, kiest dus perse niet voor een wat rauwere dynamiek die bijvoor beeld bij Rob Hoeke is te vinden. Af en toe zou je een minder gepolijste stijl willen horen; feit blijft echter dat Ager- beek’s technische capaciteiten buiten kijf staan. er ongeveer 10 jaar uit, maakt zich dan vrij uit ieder dienstverband en wordt free lance. Een van de eerste dingen die hij dan doet is een reis te maken naar China. Het jaar is 1957. Het totaal ande re beeld dat hij van dit land krijgt dat hem als hongerlijdend, chaotisch en ge vaarlijk is afgeschilderd, doet hem bij thuiskomst onmiddellijk naar de pen grijpen. Wat „The Wall has two Sides” tot gevolg heeft, een eerste doordachte studie over een land waarvan nauwe lijks iemand iets weet en dat op vage geruchten beoordeeld en veroordeeld wordt. De New Yorkse Uitgeverij Dou bleday geeft het boek uit en het wordt een bestseller.Er is eindelijk een stan daardwerk over een onbekende materie dat als eerste informatiebron geraad pleegd kan worden. Kort daarop maakt Greene als een soort illustratie van zijn geschrift de film „China”. Daarmee begint hij een reeks lezingen te ondernemen, eerst op universiteiten, later voor geïnteresseerde verenigingen. Maakte dit soort activiteiten \e niet verdacht in de States? Tenslotte was een pro-Chinahouding in die tijd op z’n minst ongewoon. gemakke lijkste was. Hij deed het uitste kend, net als Pim Dikkers in de rol van een levenswijze commissaris, die aan een relativering van de misdaad en een fon kelnieuwe filosofie is toegeraakt. Anne- Marie Heyligers als verstoten echtgenote en Enny Meunier als onmogelijke groot moeder stapten knap over de tijdsdrem- pel. Robert Borremans en Janine Veeren hadden het met sprekende vertolkingen in dat opzicht wat gemakkelijker. Rock Nicolet met veel hartstocht en ook Mar lies van Alcmaer ontsnapten overtuigend aan de benepen moraal. Ook de dubbel zinnigheid van Wim de Haas als hoofd portier dient nog vermeld in een voor stelling van „De arrestatie”, die weer eens met volle teugen kans laat op theaterplezier. - r.:— SÉ deze 'herrijzenis van de Franse schrijver naar waarde weten te schatten en een voorstelling verwezenlijkt die qua stijl en klimaat exact past in de besto Anouilh-tradities van de Haagse Come die. Hij kreeg daarbij de niet geringe steun van Harry Wieh, die een aantal imposante, snel changeerbare hotelinte- rieurs met fijn kleur-gevoel liet maken en die met een verbluffende kathedraal- suggestie Anouilhs coup de théatre aan het slot van „De leeuwerik” nog eens in stelling kon brengen. Een lange lijst van pas gemaakte ver tolkingen, waarbij die van Eric van Ingen als de centrale figuur met meestal meer aanwezigheid dan tekst niet de Nieuwe plannen? Minder reizen, meer schrijven. Greene begint zijn 66 jaar te voelen, al werd hij de laatste jaren op zijn expedities voor treffelijk geholpen, vooral ook bij het bedienen van de camera, door vrouw en dochter. Hij heeft twee Chinese kinde ren geadopteerd en het is een vreugde het assimilatie-proces van het tweetal te volgen, welks aanwezigheid het onder deel is van een groter plan Chinezen geleidelijk in aanraking te brengen met het westen. Greene is nu bezig voor het Time-Life concern een fotoboek over Pekjng samen te stellen en dat is een opdracht die hem handenvol werk bezorgt. Met het voorzitterschap van de „Society for Ang lo-Chinese Understanding” en de voor bereiding van nieuwe reizen is Felix Greene een overbelast man. Toch staat hij een kwartier nadat we ons gesprek beëindigd hebben opgewekt voor een zaaltjesjn het hartje van Am sterdam en verzekert zijn auditorium dat China geen Utopia is, maar wel de meest boeiende poging om een gelukkige samenleving op te bouwen. CHARLES BOOST Ik heb daar noojt iets van gemerkt. Mijn boeken waren niet propagandis tisch of eenzijdig verheerlijkend. Ze hadden een wetenschappelijke basis, hoewel ik trachtte zoveel mogelijk een vorm van academische stijl te vermij den. Ik schreef voor een groot publiek en er bleek een algemene belangstelling voor een objectieve berichtgeving te be staan. Er bestond geen gedegen lectuur over China. Ik toonde dat aan in een tweede boek, „A Curtain of Ignorance”, waarin ik mijn feitelijke gegevens ver geleek met Amerikaanse rapporten en het werk van academici die bewijsba'ar van mening veranderden als de stem ming in het land ten opzichte van t-hina Tiü:- ’i. ƒ-■ - --lii

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 9