■1
Suriname wil
met toeristen
binnenlanden in
99
Pakketreis
naar
Paramaribo
r
jfe ‘bh
Jt -:fl
■I
V R IJ D A G
2 1
NOVEMBER
1975
33
VAKANTIE
HK9BMBH
Toeristische
fi-'
notities
door
Mo J. Beys
NOG ’N ETMAAL OF WAT en
de
de jungle. Een jungle die al direct in de weken na de
onafhankelijkheid wordt geveild op de toeristische
markt. Want terwijl zijn (politieke) baas VHP-leider
Lachmon in de Staten nog wat punten trachtte te
scoren, tegen zijn grote opponent, regeringsleider Ar-
ron, leidde de Hindoestaanse VHP-secretaris Harold
Rhandani, Europese reisjournalisten door het bin
nenland om hen de pracht van de nog nauwelijks
verstoorde natuur te laten zien.
-
-
1
isr.
IN DE STATEN duurt het gekrakeel tussen de po
litieke partijen voort. Maar de nagalm daarvan is
voorbehouden aan Paramaribo en de directe omge
ving van de houten stad. Want dieper het land in
verliest het gekef zich in het dikke gebladerte van
fa
1
I
MraBHHMBBHnHBnMHiDiKi
Nederlandse
vlag voor het gouvernementsgebouw in Paramaribo
wordt voorgoed gestreken. Met het hijsen van de
nieuwe Surinaamse kleuren begint een dagenlang
durend onafhankelijkheidsfeest, waarvoor de door de
Surinaamse regering speciaal daarvoor ingehuurde
Britse kolonel Eric Heffort het draaiboek schreef. En
intussen waakt de Nederlandse overste E. Gerritsen
over het welzijn van de VIPS, die de soevereiniteits
overdracht zullen meemaken. Gerritsen in gewone
doen commandant van de afdeling luchtvaart van de
rijkspolitie op Schiphol loopt al weken in Surina
me rond om dit karwei voor te bereiden.
-I
Bk I sJ
«ra
P'"
--
I
I
W
j
R>8*
i'H
uliana is onze enige moeder
Mike
verzorgde reizen
Koster:
met
Surinam Airways.
HET ZWIJN is een van de weinige
„wilde” dieren die we op onze tocht
door de lichte wouden tegenkomen.
."wfeë-
-
iwetstk'-:
TUSSEN HET Nassau- en Lelyge-
bergte door naar Stoelmanseiland. Een
wat uit de kluiten gewassen abri dient
als aankomst- en vertrekhal. Poffen is
er hier niet bij. „Geen gasbom op
crediet”, staat er op een wandje. Naak
te en halfnaakte kinderen verwelko
men de vogel uit Paramaribo. Bij het
plaatselijke Guesthouse liggen de kor
jalen te wachten. De Tapanahonyrivier
op naar de Granholövallen. Het water
dreunt er naar beneden. Geen Niagara,
maar Suriname koestert het als een
bezienswaardigheid en met de natuur
er omheen is het de klauterpartij
BESTEMMING Stoelmanseiland. Het
toestel werpt een nietige schaduw op
de aarde onder ons. Eerst langs de
kust, een vlakke modderplaat, die bij
eb grotendeels droogvalt. Een enkel
zandstrandje. Dan het land in, bossen,
savannes. Hoewel het gebied voor de
luchtvaart gesloten is, is de jonge vlie
ger bereid over het gigantische W. .1.
Blommensteinmeer te vliegen. Een wa
terplas zo groot als de provincie
Utrecht, ontstaan na de bouw van een
stuwdam (voor hydro-electrische éner
gie ten behoeve van de bauxiet-indus-
trie) in de grillige Surinamerivier.
waard. We varen tot Drietabbetje. Tab-
betje is Surinaams voor eiland. In
bosnegerdorp wordt aangelegd. Zoals
ook bij bezoeken aan andere dorpen
bijna alleen vrouwen en kinderen. Ze
willen best op de foto, voor „monnai”.
Monnai, monnai, we zullen het die reis
nog menigmaal horen.
WIJ GAAN de andere kant op. Rich
ting Albina, naar het noorden, een
grensstadje tussen Suriname en Frans
Guyana. Twaalf uur zitten. Onderweg
worden verschillende bosnegerdorpen
aangedaan. Een vrouw vult een cassa-
vepers, een lange van vezels gevlochten
slurf, met water gemengde gemalen
cassave. Als het meel van vergif ont
daan is wordt het als pap of gebakken
brood gegeten. Cassavemeel dient ook
als grondstof voor cassiri, een drank
met een hoog alcoholgehalte.
beweegt nerveus met twee tenen een
kapmes in de draai van een ruitenwis
ser over de grond. In diezelfde hut
ontmoet ik de oude man. Een van de
ongeveer 10.000 Indianen (2,5 percent
van de bevolking) die in Suriname
zouden leven. Het zijn voornamelijk
Arowakken en Cariben. De oude man
is er kennelijk geen van de groep die
koningin Juliana wegens „eeuwenlange
uitbuiting” voor de rechter heeft ge
daagd. Hij is het helemaal niet eens
met de onafhankelijkheidsdrang, jaagt
verwensingen door de ruimte en mom
pelt dan zacht in zijn eigen taal de
historische woorden: „Koningin Juliana
is onze enige moeder”. Dan schuifelt
hij weg. Het meisje vertaalt de woor
den en slaat haar blik neer. Of ik nog
meer kralen wil, vraagt ze om iets te
zeggen.
Artikel 10. „Het is ten strengste ver
boden vergaderingen in het hotel te
beleggen of hinderlijke besprekingen te
voeren, met personen die niet tot de
gasten behoren”.
BEGIN 1964 bezocht ik Suriname
ook en was toen getuige van de migra
tie van de bevolking van het gebied.
Bosnegers die van een hut naar een
geprefabriceerd woninkje in een rijtje
werden overgebracht. Nog steeds blijft
het beeld me bij van een oud verkreu
keld baasje dat in een korjal zit te
wachten op de dingen die komen gin
gen. In het gerimpelde gezicht knepen
de ogen zich wantrouwend samen. Met
voor zich wat huisraad, half verborgen
onder een kleurige deken en een door
twee schreeuwlelijken bevolkte vogel
kooi wachtte hij geduldig zijn lot af.
Een oude boom die verplaatst werd.
Het water heeft het land waar hij
woonde nu al jaren overspoeld.
„IN FEBRUARI start de eerste tour,
het wordt een veertien daags arrange
ment, waarvan We de prijs onder de
f 2000 denken te kunnen houden”, ont
hulde Koster. In de prijs zijn een
verblijf in Paramaribo en excursies
naar het binnenland, waaronder Stoel
manseiland, inbegrepen. Ook wordt een
kort bezoek aan St. Laurent in het
aangrenzende Frans Guyana gebracht.
F- -
IN DE MIDDAG terug naar Parama
ribo. Vanaf Moengo is de weg goed.
Twee veerponten over. De eerste ont
moeting met de „bewoondere” wereld
is een spandoek langs de weg. „Nog
enkele weken. Burgers sta klaar”. „Wat
helpen boek en bril, als Den Uyl niet
lezen wil”, staat op een muur gekalkt.
Na dagenlang het hout van de kor
jaal is het luxueuze Toraricahotel een
oase, ’s Avonds kijk ik op de waranda
van het Palacehotel, recht tegenover
het paleis van de gouverneur, de kran
ten door. Cinema Luxor draait. „Het
wilde bloed” met de aanmoedigende
tekst „Op de berg of in de Stal, in de
Alpen doen ze ’t overal”. Theater Star
heeft „Staatssecretaris voor bedzaken”
op het programma. Het was lekker in
het binnenland.
waardoor het wild
de jungle verschuilt.
L -jWi
DIE AVOND IS HET FEEST in het
Guesthouse. Stoelmanseiland loopt uit,
er wordt muziek gemaakt, gedanst en
gedronken. Kinderen van acht jaar
zwaaien met hun heupen alsof ze tien
tallen jaren op Hawai niet anders heb
ben gedaan. Twee Nederlandse legerof
ficieren zijn ook van de partij. Hun
Surinaamse dagen zijn geteld, maar ze
maken nog een laatste patrouilletocht
met Surinaamse soldaten. Per korjaal
naar het binnenland. Hun „pupillen”
komen een kijkje nemen, maar blijven
in hun nieuwe uniform bescheiden op
de achtergrond. Hoe ze het vinden?
„Niet altijd even leuk, soms is het best
eng in het oerwoud”. De kapitein ver
telt dat daardoor mallotige situaties
kunnen ontstaan. „Laatst zijn ze nog
op de vlucht geslagen voor iemand met
een rode brommer”, meldt hij grinni
kend. De volgende morgen vertrekken
ze stoer, het geweer aan de schouder.
DE NACHT IS DONKEK, op het
gazon voor het paleis staat een stand
beeld van koningin Wilhelmina. Het
bordes is verlicht; bij de toegangspoort
staat een Nederlandse militair op
wacht. Op weg naar het hotel passeer
ik een gebouwtje met het blauw-witte
bordje „Kon. Marechaussee”. Nog een
paar dagen dan is het een souvenir.
DE TWINOTTER Surinam Air
ways heeft er twee voor het binnen
lands vervoer staat met een grote
open mond op de strip te wachten. In
die mond wordt de bagage gestouwd.
De lengte van de stewardess corres
pondeert niet in het minst met de
hoogte van het vliegtuigje, waardoor
het meisje alsof ze in een pyramide
naar de grafkelder schuifelt, zich als
een knipmes moet voortbewegen. Drie
maal zal ze dat doen, met een snoepje
voor start en landing en ’n sapje
halverwege. Het kind gaat letterlijk
gebukt onder haar werk.
Een van de vallen in de Marowyne-
rivier, waar de bootslui de korjaar
behendig door loodsen.
Inlichtingen zijn verkijgbaar bij het
kantoor van Surinam Airwyas op
Schiphol-Centrum, telefoon 020-152831.
WE PASSEREN de Pedrosoengoeval-
len, de Apoemavallen. Een kiauterpar-
tij, want volgeladen komt de korjaal
het rif niet over. Weer verder. Een
jong wild zwijn zwemt argeloos de
Marowijne over. Als de man in de
punt hem ziet draait hij zich vliegens
vlug om, grijpt een knots en velt het
dier met een geweldige klap. „Hij heeft
wel wat hard geslagen”, zegt gids Heij-
mans, een mulat, half Indiaans, half
Nederlands. Hij is schipper bij de
Dienst Landsbosbeheer en gebruikt zijn
vakanties om de toeristen in zijn land
wegwijs te maken. Hij vertelt dat de
zwijnen meestal in een grote kudde de
rivier oversteken. „Dit was duidelijk
een achterblijvertje”, zegt hij. Geen
blijvertje ook. Door de roerganger van
een tweede boot wordt het dode dier
opgedoken en aan boord gesleept. Tij
dens een picknick wordt het geslacht.
„DE WARE TIJD” meldt dat premier
Arron zich lang niet alleen met ge
wichtige staatszaken bezig houdt. „Met
het onthullen van het naambord en
het afschieten van een flinke pagara
heeft premier Henk Arron in zijn hoe
danigheid als vriend van de familie
Deets-Vreugd in het afgelopen week
einde aan de Copemicusstraat 23 de
cafetaria El Silencio (de Stilte) geo
pend”, schrijft de krant.
Een oerwoud van Paramaribo verwij
derd: indianen en bosnegers in hun
dorpen aan de Marowijnerivier.
„Koningin
DAT BETEKENDE een avontuurlijke tocht door voor
onze westerse gestroomlijnde begrippen onherbergzame
streken en ontmoetingen met indianen en bosnegers die nog
ver in het verleden leven en aan wie de droom van onafhan
kelijkheid volledig voorbij gaat. Een opwindende reis, met
soms een verdrietig treffen. Zoals met de oude Indiaan in
zijn dorp aan de Marowijnerivier, voor wie de dag van de
onafhankelijkheid allesbehalve een feestdag is. Stuurs en
met natte ogen wendde hij zich af, verborg zijn droefheid
in de schaduw van een hut en murmelde
MIKE KOSTER, de op Schiphol ze
telende Nederlandse „executive vice-
president” van Surinam Airways intro
duceert nog dit jaar geheel verzorgde
reizen vanuit Nederland naar Surina
me. Ze worden uitgevoerd met de ei
gen machine van de B.B met R-expres,
de Bruine Bonen met Rijst-expres,
zoals de Surinamers hun eigen nieuwe
Jijn noemen. Een variant duidelijk op
de wat minder eerbiedige aanduiding
Bijlmer-expres, die het winstgevende
KLM-lijnt je Paramaribo - Amsterdam
kreeg.
Met twin-otters verzorgt Surinam Airways het binnenlands vervoer.
ALBINA KOMT de volgende morgen
al vroeg tot leven. Schoolmeisjes wan
delen in uniforme rok en blouse met
de tas onder de arm. Twee kanonnen
gapen wat verbaasd de Marowijne op,
in de richting van Frans Guyana. Aan
die overkant nog steeds onder Frans
bestuur ligt het dorpje St. Laurent.
Drieduizend inwoners groot. Het doet
heel wat geciviliseerde!- aan dan Albi
na. Een hospitaal en een hotel, zowaar
met een terras. De grote Franse staats
gevangenis waar ook Papillon ooit
passeerde op weg naar Duivelseiland
is vervallen en wordt gedeeltelijk par
ticulier bewoond. In een belendend
straatje ontmoet ik een Fransman die
er ooit gevangen heeft gezeten, maar
na zijn vrijlating in St. Laurent is
blijven hangen. Hij ziet nog steeds uit
op de dikke muren die het hem ooit
onmogelijk maakten te ontsnappen.
IN DE KORJAAL vertel ik Robert
over de ontmoeting. „Die zijn nog niet
zo goed ingelicht wat de onafhanke
lijkheid eigenlijk betekent, is zijn re
actie, „Ik vind het een goed idee, eens
moeten we er uit en ik geloof dat die
tijd er nu is. Ik denk dat we wat
harder zullen moeten gaan aanpak
ken, maar dan redden we het wel”.
De lichten van Albina blijven lang uit.
Het dorpje is al vroeg in de avond
vrijwel uitgestorven. In het „logeerge-
bouw Albina” hangen de barse wensen
van de Districtscommissaris van Maro
wijne. Kamers worden primair be
schikbaar gesteld voor ambtenaren.
Artikel 9. „De hotelhouder dient toe
te zien, dat de gasten gekleed door het
gebouw gaan. Het verschijnen in on
dergoed of badbroek in de zalen en/of
balcon is verboden. Het is de gasten
niet toegestaan na 22.00 uur enig in
strument in het logeergebouw te be
spelen.
ALLEEN DE JONGSTE vrouw
draagt een gloednieuw b.h.-tje. Waar
om zij en de familie niet? „Wel me
neer, ik kom net van de school af in
Paramaribo. Vorige week ben ik weer
thuis gekomen en ik vind het een
beetje vreemd om nu bloot te gaan
lopen”. Ze leren in Paramaribo dus
toch niet enkel wanneer de Batavieren
in „ons land” zijn gekomen, maar ook
schaamtegevoel. Ze is zestien jaar, ver
telt ze. Wat ze van de onafhankelijk
heid vindt? „Het is wel goed”. Punt uit.
Volgens Robert heeft het te maken
met de jacht vanuit de indianen- en
bosnegerdorpen,
zich dieper in
HET MEER LIJKT op een vergeten
onmetelijk decor van een rampfilm.
Duizenden ontbladerde kruinen prik
ken, vaal van kleur, uit het water
omhoog. Hogere gebieden bleven het
water de baas en vormen nu ontelbare
eilanden en eilandjes in het meer,
waarvan het water nimmer zo hoog
gekomen is als de ontwerpers van de
1800 meter lange en 50 meter hoge
stuwdam hadden verwacht. Op een van
de eilandjes bespeur ik een verzame
ling hutten, maar onder de rieten da
ken zoekt niemand meer schaduw.
„Kort geleden hebben de laatste bosne
gers het meer verlaten”, zegt gids Ro
bert Heymans.
'SC?
WEER DE MAROWIJNE op. Een
van Suriname’s trotse stromen, zoals in
de eerste regel van het volkslied wordt
gezegd. De stuurman loodst de korjaal
veilig over de grillige stroom. Een
HET VLIEGVELDJE ZORG EN
HOOP ligt er die morgen even verge
ten bij als alle andere dagen van het
jaar. Een fris groen grasveld met wat
laagbouw er omheen. Het is nog vroeg,
maar de hitte hangt al als een vochtige
deken over het land. In het barakach
tige stationsgebouwtje worden gewich
ten genoteerd, van bagage en personen.
Loom worden ze in een boek bijge
schreven. Even stijgt er gelach op,
wanneer een wat fors uitgevallen col
lega de weegschaal bijna laat door
slaan. Het verhaal zal Kerstmis wel
halen als dat van de dikke uit Blanda,
Nederland dus. De mannen die het
karwei klaren zuchten niet naar een
wereldrecord. Morgen schijnt de zon
ook wel weer. Een vrouwtje, achter
een toonbank ingesloten door broodjes
sardines, flessen cola en parbobier, ma
nifesteert al een eender tempo. Het
verzoek van een passagier om een kop
koffie, wordt beantwoord met een vlak
„ik hoor u”, maar niet gehonoreerd.
Een cola graag. „Ik hoor u”. Rustig
aan.
jongen, voorin het smalle ranke vaar
tuig, geeft met kort afgemeten armge
baren tekens aan de roerganger. En als
ze dan toch eens op de rotsige bodem
vast zitten kijken ze elkaar met een
licht verwijt in de ogen aan. Dat
betekent dan wel enig ballast over
boord, in casu de passagiers. Vlot du
wen, en dan maar weer aan boord
geklauterd.
Sn:».#'-.-.-
1 l'
Over de fauna in Suriname bestaan
geen volledige gegevens. Er zouden
acht apesoorten zijn, waarvan onder
andere de brulaap met graagte door de
inlanders wordt geconsumeerd. En er
zijn roofdieren, zoals de jaguar, de
tijgerkat, de poema. De vogelwereld is
ook zeer rijk aan soorten en evenzo
het wereldje van de reptielen. Ook bij
mijn vorige bezoek waarschuwden de
mensen voor de pirengs in het watér.
„Allemaal onzin”, zegt Robert, „de pi
rengs zijn niet agressief en vallen je in
het water absoluut niet lastig. Ze ko
men alleen op bloed af”.
’sMIDDAGS EEN indianendorp. Ook
hier schitteren de mannen van afwe
zigheid, „Ze zijn op jacht of aan het
vissen”, weet de gids. Aan onze aanwe
zigheid wordt nauwelijks aandacht ge
schonken. In een hut verkoopt een
jong meisje me een kralenketting. Een
aapje springt in het rond. Het meisje
V