4 Herders zonder erbarmen voor g misleide Getuigen van Jehovah Erfenis van Grieken en Romeinen nog steeds ll volop aanwezig I K L K, Brooklyn de Wachttoren De bureaucraten van c in door Th. J. Koeckhoven De autoriteiten van Brooklyn OP BEKENDER TERREIN Grote namen Is Christendom F De laatste dag „UNIVERSELE WERELDGESCHIEDENIS" o ,y«s «ABC, J ZATERDAG 2 2 19 7 5 NOVEM B E R Z Al iY Het is altijd moeilijk onaardige dingen te zeggen van medemensen. Soms moet het gewoon, omdat het algemeen belang zwaarder weegt dan het groepsbelang. De mensen om wie het hier gaat zijn de Getuigen van Jehova. Eigenlijk gaat dit verhaal niet eens tegen de getuigen zelf, maar in hoofdzaak tegen het systeem van misleiding dat wordt belichaamd in het Wachttorengenootschap. Want gelukkig zijn heel veel getuigen best wel aardige en goede mensen. Daarover mag geen misverstand bestaan. De aanleiding tot dit verhaal is het boek Van Josy Doyon, HERDERS ZONDER ERBARMEN. Deze uitgave van Ten Have in Baarn 12.50) is is het eerlijke getuigenis van een getuige die na tien jaar tot inzicht kwam en uit de club wegliep. Verslag van een dwaaltocht is de veelzeggende ondertitel. Hoe word je nu Getuige van Jehova? Het kan zo gaan: Een lieve stief moeder brengt haar dochter naar de trein. „Pas op dat je niets overkomt”, zegt ze bij het afscheid. De jonge vrouw lacht onbezorgd. „Ach, mama, wat zou mij overkomen?”. Maar kort daarop óverkomt Josy Doyon in Londen zowat het ergste wat een argeloze christin in deze onrustige wereld kan gebeuren. Zij raakt aan de deur in gesprek met een vriende lijke vrouw die met haar wil spreken over „de heerlijke boodschap van Gods koninkrijk”. De „Universele wereldgeschiedenis” (vorstelijke uitgave van Scheltens en Giltay) is op bekender gebied gekomen. In de delen 3 en 4 wordt het Griekse en Romeinse tijdperk aan de orde gesteld. De klassieke tijd. Lang werden deze twee perioden zeer belangrijke in de historie van de westerse beschaving als een eenheid gezien. Maar dat bleek toch niet houdbaar, ook al zijn de twee, de Griekse en Romeinse beschaving, stevig met elkaar verstrengeld geraakt. Golo Mann en zijn uitgebreide deskundige staf hebben deze delen van de Universele wereldgeschiedenis opgezet op basis van een betrekkelijk besloten Griekse en een zelfde Romeinse geschiedenis, zij het binnen een verrijkend universeel kader. Beide beschavingen worden benaderd als cultuurtijdperken van een ge heel eigen karakter. v; 2. te ora, de Tekening uit de „Wachttoren het leverfde daadwerkelijke Doopplechtigheid van Jehova’s Getuigen. [3 Komedianten, statuettes in terracotta uit Tarente, vierde eeuw voor Christus. Oedipus voor de sfinx, een vaasschildering, 450 voor Christus. ivS I het oosten aan zich onderwierpen: de Grieken. De Romeinse geschiedenis heeft in het verleden altijd veel meer aan dacht gekregen dan de Griekse, waarvan men bijna zou kunnen zeggen, dat dezé de weg bereid heeft voor de Romeinse heerschappij. Rome veroverde de helle nistische wereld, maar in feite werden Rome en Italië gehelleniseerd E: mos god De mei tege vaa de prol verl kar legt ook niet prij: elke rijk ver' dit uit jaai haji gen het kur beé vra is heb hur en mir wel te E wa; mo bijs den ove gan stei het per de ins soo 2 wa tui. sea ho< ho< wo liei hei vei Sa< laa ge' da gr< set de zie scl de: we I noc ver eigi te soo (fie alle in En DC (va in, ze vei ov Ga ho aa mi me 22 (81 in, bi’ he tw vriendelijk en beleefd blijven. Met een diepvries-glimlach verschijnen zij aan de deur. Hun bijeenkomsten en congressen munten uit door ordelijkheid en discipli ne. Geen kwaad woord daarover. Zij zijn immers op de een of andere manier chistenen en van hen werd in het prille begin immers gezegd: ziet hoe zij elkaar liefhebben. f. Z? nis van deur tot deur te maken, hun bijeenkomsten en congressen te bezoe ken, huisbijeenkomsten te houden en de verplichte lectuur te lezen totdat zij scheel zien, zodat zij er in de meeste gevallen niet toe komen de Bijbel zelf te lezen en te bestuderen. Intussen moeten zij maar op de koop toe nemen, dat in vele gevallen hun huwelijk op de klippen loopt, hun ge zondheid, en hun zenuwen worden be proefd en wat het ergste is, zij moeten Onnoembare verminkt tot de karikatuur Jehovah, welke naam (JWHW) niet aan bijbelse grondslagen is ontleend, want onuitsprekelijk is zijn naam. Zij hebben hun volgelingen voorgehouden zich niet te bekommeren om de dingen dezer wereld, daar het hun taak is te getuigen. Zij blijven doof voor het beslissende en onwederstandelijke Woord van de Heer zelf, dat niemand tot God kan komen, tenzij hij daadwerkelijk liefde betoont aan zijn naaste en tenzij hij daadwerke lijk meehelpt aan de bestrijding van het onrecht in de wereld. Zij blijven blind voor het woord van de Schrift, waar bij het laatste oordeel wordt gezegd dat de schapen van de bokken worden geschei den. Een bijzonder interessant gegeven in deze Universele wereldgeschiedenis heb ben wij tot het laatste bewaard: de beïnvloeding door het christendom van IN het vierde deel van de Universele wereldgeschiedenis, waarvoor ook de uitspraak van Hepss geldt: „het heeft zijn nut nu en dan eens oude kruiken ter hand te nemen met oude opschrif ten”, komt de geschiedenis van Rome en het Romeinse imperium als een scherp getekend beeld naar voren. Het is een tijdperk, waarop tegenwoordig nogal eens wordt teruggegrepen, als vlammend teken aan de wand, zo in de geest van: pas op: zie maar eens waartoe hoogmoed en overschatting en daarna decaden tie de mensheid kunnen voeren. Daar om is ’t goed eens uitvoerig te bekijken, hoe het kon gebeuren, dat uit een zeg maar boerendorp een enorm wereldrijk kan groeien, dat uiteindelijk uit elkaar viel. De val van dat imperium luidde de „donkere” middeleeuwen in. Was het maar waar. Soms is dit het geval, meestal niet. Naijver en achter docht tieren welig achter de schermen. Dit blijkt onder meer uit het boek van Josey Doyon, maar dit is geen bewijs, want iedereen weet dat het getuigenis van de afvallige neigt tot onbetrouw baarheid, Ik geloof niet dat dit bij Josy het geval is. Zij lijkt mij een eerlijke vrouw, die vrij mild oordeelt, hoewel zij de getuigen is afgevallen. Nu kan zij weer spontaan lachen, weer zelfstandig en kritisch denken. Zij leeft niet meer onder de voortdurende dreiging van een naderende ondergang. Zij is erin ge slaagd zich te ontworstelen aan de ver vloeking van het Wachttorengenoot schap, dat het lot van de trouweloze getuige op de laatste dag gruwelijker zal zijn dan dat van de normale verdoem den, als de grote slag van Armaggeddon eenmaal zal zijn gestreden. Het getuigenis van Josy lijkt dus be trouwbaar. Het wordt gesteund door mijn persoonlijke ervaring. Daarom her ken ik de toestanden, die in het boek De geschiedenis van het Romeinse Rijk is eigenlijk een spannende affaire. De romanisering behoort immers tot de verbazingwekkendste kolonisatieproces sen van de wereldgeschiedenis. Dat is des te opmerkelijker, omdat de Romeinen in feite geestelijk ver beneden het niveau zaten van degenen, die zij met name in Zagen wij dat de bestudering van de Griekse geschiedenis pas in de achttien de eeuw op gang kwam, die van de Romeinse historie kwam in de zestiende en zeventiende eeuw al tot grote hoogte Toch duurde het tot de achttiende eeuw, dat de Fransen als eersten de geschied schrijving ter hand namen. Grote namen als Gibbon, Niebuhr en Mommsen kre gen hun eigen plaats in de historie van de geschiedschrijving van het Romeinse tijdperk. Rostovtzeff voegde zich deze eeuw bij hen. worden beschreven. Het staat allemaal klaar, helder en eerlijk in het boek van Josy Doyon. Haar verhaal klinkt onver draagzaam, maar zij vond dat het ver haal geschreven worden moest. Waar op zo grote schaal wordt misleid, waar de Schrift zo stelselmatig wordt verkracht, waar de argelozen worden doodgepraat met voorgefabriceerde antwoorden en uit hun verband gerukte bijbelteksten, waar de liefde van God en van de naaste tot een aanfluiting wordt ge maakt, waar het levensgeluk van talloze wordt vernield, waar velen uit wanhoop 1 tot zelfmoord worden gedreven, daar moet tegenspel worden geboden, ook al weet Josy Doyon heel goed dat haar „satanische boek” voor de Getuigen van Jehovah tot verboden lectuur zal wor den verklaard, evenals mijn artikel na tuurlijk. Om alle misverstanden te voorkomen. Zeer vele getuigen zijn te goeder trouw, zeer velen van hen zijn rechtschapen mensen, goede christenen, eerlijke en be trouwbare lieden, achtenswaardige zelfs. Hun ijver verdient respect en vele andere christenen zouden zich kunnen warmen aan de kracht van hun getuigenis. Dit wil ik uitdrukkelijk vaststellen. Alleen, zij zijn misleid en het systeem, waaron der zij leven, is ronduit duivels. Waarom durf ik dit allemaal te bewe ren? In de eerste plaats omdat ik het tot mijn christenplicht reken in dit geval onverdraagzaam te zijn en de ogen van velen te openen. Opidat ik al dertig jaar het voorrecht geniet met getuigen te mogen discussiëren. Omdat ik ook de Bijbel lees. Omdat ik zelfs getuigen in <mijn eigen huiskamer heb ontvangen. Omdat ik zelf de Schrift heb verklaard in het hol van de leeuw, dat wil zeggen in een bijeenkomst van een groepje getuigen bij een hunner in de huiska mer. Daar gebeurde iets wonderlijks. De rapgebekte getuigen zwegen en luisterden eerbiedig naar de verkondiging van het Woord en naar mijn uitleg die toch duidelijk de hunne niet was. r. 0 De Universele wereldgeschiedenis deel vier is vervaardigd door prof. dr. Jochen Bleicken, die de vroege historie voor zijn rekening neemt; prof. dr. Wilhelm Hoff man die de opkomst van Rome als wereldmacht beschrijft boeiend is o.a. zijn beschouwing over de Hannibal-be- dreiging prof. dr. Heuss, die de revolutietijd tot aan het keizerrijk ter hand genoemen heeft; prof. dr. Hans- Georg Pflaum, die de emotionele periode van de keizers uitvoerig doorneemt; prof dr William Seston, die uiteenzet, hoe het Romeinse Rijk naar zijn verval toeliep en de volksverhuizingen ontstonden; prof dr. Berthold Rubin die de geschie denis van het Romeinse Rijk in het oosten en Byzantium uiteenrafelt. Zo is het gekomen en dit is het begin van een ellende die tien lange jaren zou duren. Want Josy, ernstig en (goed)gelo- vig als zij is, raakt in de ban van de „waarheid” die haar zo verrukkelijk simpel wordt aangepraat. Langzaam maar zeker sluit het net zich om haar heen. Voor zij het weet loopt Josy met de Wachttoren langs de deur, naar zij zelf denkt tot meerdere eer en glorie van Jehovah, maar wat waarschijnlijker is tot glorie van het Wachttorengenoot schap in Brooklyn. Daar huizen knappe organisatoren als curiespinnen in een wereldomvattend net. Helaas ben ik verplicht in herhalingen te vervallen. De bokken en de schapen heb ik twee weken geleden al opgevoerd in het verhaal over Jacobus. Deze her haling is echter noodzaak, want het gaat hier om de kerngedachte van het chris tendom die door Brooklyn gemakshalve wordt weggewuifd. Want waar gaat het ,om? Om de liefde tot God die niet mag worden ontkoppeld van liefde tot de naaste. Want God is God van de arme en onderdrukte mens, Jezus Christus is het Romeinse denken en leven. Het is de beschrijving van de opkomst en tenslotte triomf van het christendom. Het is boei end om dat nu eens te lezen, geschreven door een historicus als prof. dr. Carl Schneider. Men vindt er de sfeer voorzo ver te achterhalen, waarin de nieuwe religie kon gedijen. Feiten worden aan gehouden, geen verdichtsels. De richtin gen binnen de jonge kerkgemeenschap worden gememoreerd. De interne strijd, waarbij Paulus van Tarsus Petrus zelfs een huichelaar noemde en niets meer met hem te maken wilde hebben. Er is tenslotte niets nieuws onder de zon. Ook deze delen van de geschiedschrij ving zijn weer volop van illustraties voorzien. Ze zijn functioneel meestal, verstevigen de tekst, die steeds goed leesbaar blijft. Facsimiles geven weer een „voelbare” band met het verleden. Kortom, ook deze delen bewijzen weer dat de Universele wereldgeschiedenis een historisch monument van de eerste orde is. HANS ROMBOUTS zover bekend. De interpretatie van die feiten en het totale overzicht kan men wellicht wat wijzigen. Het Griekse deel drie van de Univer sele wereldgeschiedenis begint met dat deel van de Griekse historie, dat zich nog afspeelt in het prehistorische en vooraziatische bereik. Over deze periode heeft de wetenschap door moderne on derzoekmethoden meer licht kunnen la ten schijnen. Men vindt dat hier dan ook terug. De sagen werden naar het rijk der fabelen verwezen, dus als sagen herkend. Het zou natuurlijk in het kader van dez ebespreking te ver voeren uitvoe rig in te gaan op alle facetten, die in dit monumentale werk aan de orde worden gesteld. We moeten ons hoofdzakelijk beperken tot de nodige informatie ervan. Zoals het noemen van de deskundige auteurs: prof. dr. Fritz Schachermeyer, die de oorsprong ep achtergronden van de Griekse geschiedenis belicht, prof. dr. Alfred Heuss, die het begrip Hellas uit voerig onder de loep neemt (zowel het archaïsche als het klassieke tijdperk), prof. dr. C. Bradford Welles, die de hellenistische wereld met zijn vele ge zichtspunten aan een duidelijk oordeel onderwerpt, en prof. dr. Olof Gigon, die een boeiende beschouwing geeft van het helleense erfdeel, waarmee wij vaak nog dagelijks te maken hebben, meestentijds zonder er ons van bewust te zijn. Een geestelijke erfenis laat zich immers niet in concreto vangen. Ook deze getuigen acht ik zeer hoog. Een spoor van blijdschap der kinderen Gods kon ik nochtans bij hen niet ontdekken. Maar ik veracht de autoritei ten van Brooklyn, de herders zonder erbarmen. Zij zondigen tegen het eerste gebod van de christelijke wet, dat de mens God en zijn naasten moet liefheb ben. Zij hebben God gemaakt tot een afgod zonder erbarmen en zij hebben de Wat die Griekse geschiedenis betreft is het verwonderlijk te moeten constate ren, dat er gezien de rijkdom van het Griekse leven in al zijn uitingsvormen de nalatenschap in verhouding maar zeer klein is of zoals Alfred Heuss zegt „van een ontstellende armzaligheid”. Tussen twee haakjes: als gymnasiast vond je vaak dat er meer dan genoeg (moeilijke) teksten waren overgeleverd. Maar dit uiteraard ter zijde. Slechts een fractie van de enorme Griekse literatuur is behouden gebleven. Dat is van invloed (geweest en nóg) op de historische ana lyses, die in de loop der eeuwen zijn gemaakt. Hoe leefde men in dat tijd perk, dus als mens van vlees en bloed? Hoe leefde die dichter, van wie men dan nog werken heeft aangetroffen? Die gro te onwetendheid heeft de Griekse ge schiedenis met zijn mythologieën steeds tot een wazige zaak gemaakt. Alfred Heuss stelt terecht: de misera bele situatie met betrekking tot onze bronnen doet zich vooral voelen op het gebied van de economische, sociale en institutionele geschiedenis. Vandaar djit de redactie van deze geschiedschrijving zich slechts kan baseren op de politieke lotgevallen van de Grieken. Er is sinds de historici verwoed en intensief zijn gaan graven in de Griekse oudheid dus in feite sinds de achttiende eeuw weinig nieuws, weinig verrassend meer voor de dag gekomen. Dat er nieuwe opzienbarende vondsten op dit gebied gedaan zullen worden ligt niet voor de hand. Blijft dus voor de histori ci de eigen opvatting over de samenhang van de feiten en gebeurtenissen, voor Niet de Bijbel is hun wet, maar hun eigen leer die naar de omstandigheden het nodig maken kan worden aangepast. Vanzelfsprekend past daarbij ook een nieuwe verklaring van de Schrift. In Brooklyn prakkizeren de bonzen van Jehovah zich suf met welke gladde praatjes zij hun getuigen moeten wijs maken waarom de wereld almaar niet wil vergaan. In hun fraaie burelen lei den deze bureaucraten een onbekom merd bestaan, terwijl zij hun trouwe volgelingen bedelven met vrachten tijd schriften, folders, boeken en bijbels. En de getuigen sloven zich uit om hun waren tegen betaling aan de man (en vooral aan de vrouw) te brengen, om hun voorgeschreven aantal uren getuige- woord van God. En hij vereenzelvigt zichzelf in het evangelie met de arme, de hongerige de naakte. En wie de naakte niet kleedt, de hongerige niet te eten geeft, heeft de mens niet lief en hij heeft daardoor God niet lief. Voor zulken zal volgens de Schrift geen plaats zijn in Gods Konink rijk. hetzelfde rijk daar de getuigen zo vurig wordt verkondigd. Grotere tegen strijdigheid is niet denkbaar. Grijpen de arme getuigen er dan naast? Hebben zij voor niets gesjouwd, gepreekt, getuigd en gecongresseerd? Dat mag ik niet uitmaken Alleen God oor- I deelt. Ik weet alleen uit de Schrift dat een mens niet wordt beoordeeld (of (veroordeeld) naar zijn woorden, maar I naar zijn daden. Aan de vruchten kent I men de boom. Iedere boom die geen goe- I de vruchten draagt, zal worden omge houwen en in het vuur worden geworpen. I Gelukkig ben ik ervan overtuigd dat de afgod Jehova nog heel wat meer I goede bomen in zijn tuin heeft staan I dan hijzelf vermoedt. En tenslotte: God is een rechtvaardig en tevens liefdevolle I rechter. Dat mag ik als getuige van I Jahweh wel voorhouden aan de Getui- gen van Jehovah. SSSM8K3»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 16