Weekeinde vol van muzikale belevenissen Ronnie Lane’s Bruce Springsteen slaat hard toe zand van Van Manen Daniël Wayenberg stimulans voor Haarlems Kamerkoor Boekenbal wijkt voor carnaval plattelandskapel: stemmige sfeer Ballet als koel droog BLUESY, VOL EN WARM i 1 f ONWEERSTAANBARE ROCK IN DE RAI Eddie Burns op de Jazz Club Door Rudolf Grasman goed geleid 3 Bouwens Autoverhuur Kampervest 23 - Haarlem Tel. 312638 Reprise van „Three Pieces” bij Danstheater Eerste „Open bak in De Engelenbak o '4 HAARLEM Het weekeinde bood de liefhebbers van lichte muziek een breed scala van mogelijkheden. Tot de belangrijkste optredens be hoorden onder meer dat van de Chris Hinze Combination in het Concert gebouw en de gitarist Eddie Burns die voor de blues-maniakken in de Haarlemse Jazz Club optrad. Verrassing was daar een onaangekondigde bijdrage van pianist Rob Hoeke die samen met Burns voor uitstekend werk zorgde. Wie het verder van huis zocht, kon in Amsterdam een optreden van Ronnie Lane (ex-Faces) in Paradiso bijwonen of het eerste Neder landse optreden van Bruce Springsteen beleven. En dan is er nog niets gezegd van de talloze andere gelegenheden waar het goed te vertoeven is met jazz- en folkmusici. ft f 20,— per dag incl. 100 km en verzekering excl. btw en benzine Langere huurtijd op aanvrage. ft, ok EEN VW 1200 HUREN? bouwjaar 1975 HAARLEM 1Niemand minder dan Daniël Waayenberg verleende zondagmiddag zijn medewerking aan een concert dat door het Haar lems Kamerkoor onder leiding van Rudolf Grasman in de Tuinzaal van het Concertgebouw werd gegeven. Behalve de in dit programma ver eiste begeleidingen van het koor, speelde deze meesterpianist een ballade van Chopin en twee compo sities van Debussy; de prélude ,,La fille aux chevaux de lin” en „Pois sons d’or” uit Images. 'H Hinzes Combination teleurstellend CEES STRAUS BRUCE SPRINGSTEEN t, CHRIS HINZF. ii (ADVERTENTIE) L iets '0, en Nils Christe deden er erg mooie dingen in. CONRAD VAN DE WEETERING ROB HOEKE Is 0 5 t, l, t. 1 cin ie. >r ie :n te a s. 5 1. 0 a 1) gehele concert zo verliep. Het was dan ook raadselachtig dat een aan Hinze wezensvreemde gospelsong hier moest opvolgen. Drummer en basgitarist wisten zich echter vlak voor het einde te re vancheren met een minutenlange solo die terecht tot het verzoek om een toegift dwong. Het kon dit teleurstellen de concert echter nauwelijks meer red den. UTRECHT Zaterdag bracht het Nederlands Danstheater een programma met twee werken van Hans van Manen en twee werken' van Jiri Kylian, waarbij de laatste met „Stoolgame” en „Verkldrte Nacht” duidelijk hogere ogen gooide en meer applaus kreeg dan de eerste. Vooral „Stoolgame”, gedeeltelijk uitgevoerd zonder muziek bij de geluiden die de dansers maakten met een aantal krukjes, wist een enorme spanning bij het meren deels jonge publiek te op roepen, zit vol bewegingsvondsten die spelenderwijs lijken te ontstaan en die steeds organisch in het geheel passen en gaf aan de zeven uitvoe renden schitterende kansen. Met name de drie solisten Roslyn Anderson, Johan Meijer Iedereen kan aan dit festival meedoen met muziek, toneel, show, film, mime, etc. De „Open bak” geeft ook gelegen heid tot „pre-views”: een korte indruk van voorstellingen die binnenkort in het theater te zien zijn. In de eerste „Open bak” zullen o.a. optreden de Amster damse afdeling van de Friends, folksin ger Martin Bonnes, en Guus Luyters, die iets uit zijn nieuwe boek zal voordragen. Het openingsballet van de avond, „Three Pieces”, dat Hans van Manen al in 1968 voor het Nederlands Dans Thea ter maakte en dat nu opnieuw op het repertoire werd genomen, stak wel erg schamel tegen dit „Stoolgame” af. Het leek wel of de bewegingen van de 15 dansers en danseressen, gekleed in vreemd verknipte nauwsluitende witte pakjes (van Jan van der Wal), maar niet tot een eenheid wilden versmelten. Dit ballet is het beste te omschrijven als „koel droog zand met grapjes”. We wer den uitentreuren vergast op de van Hans van Manen zo bekende vis-school-bewe- gingen (een groep mensen loopt ritmisch in één richting, iedereen draait zich tegelijkertijd om en de school gaat door in een andere richting enzovoort. Dit geheel gaat dan vaak gepaard met opzij op en neer zwaaiende armbewegingen). Dit is uiterst effectief en je kunt het op haast iedere muziek uitvoeren, wat Hans van Manen en veel van zijn navol gers dan ook regelmatig doen. Ook het uit de rol vallen en opeens een gewoon nieuwsgierig mens op het toneel worden mag Hans van Manen graag gebruiken evenals het imitatie-effect (iemand doet iets en op de achtergrond doet een ander het na). In verschillende balletten heeft Tweede man in de band is Roy Bittan op acoustische piano. Hij werkt de lij nen uit, zoals Springsteen die heeft uit gezet. Hij is immer aanwezig, als het bindmiddel in de muziek. Gitarist Steve van Zandt sologitarist heeft daar door niet de functie die een solo-gitarist normaal heeft; hij functioneert, integen deel, voornamelijk als slaggitarist, even als Springsteen zelf. De bassist en de drummer completeren de band op de achtergrond en in het muzikale geheel tevens op de voorgrond. Van „Born to run” speelde Springsteen het titelnummer, en verder het dende rende „She’s the one”, „Backstreets” en het dramatisthe „Jungleland”. Daarvóór iets van „Greetings from Asbury Park”. Opvallend was nog een zeer lang uitge voerd „Kitty’s back in town”, de nieuwe, langzame versie van „The E street shuf fle” en op verzoek van enige krijsen de tantes in de bovenste loge „Sandy” (alle van „The Wild, the innocent and the E street shuffle”). Bruce Springsteen heeft toegeslagen. Als een man die alles vergat, heeft hij over het toneel geraasd, samen met die saxofonist en met die pianist, enfin met iedereen vap de E Street Band. Eén grote orgie van opwindende muziek was het. Of hij ook hier een levende legende zal worden, is niet te zeggen. Maar één ding is duidelijk, we kunnen niet meer om hem heen. KEES TOPS te werken voor deze combinatie van koor en piano. Na de voordracht van de, in de laatste tijd in het populaire genre zo dikwijls misbruikte, „Pavane” van Fauré, werd nog de min of meer onbe nullige ..Aubade” van John Ireland uit gevoerd. om dan te eindigen met „Visie” van Nico van der Linden. Geen enkele artistieke visie spreekt overigens uit deze qua klank enigszins Frans getinte com positie op religieuze tekst, die een zeld zame burgerlijkheid uitstraalt. In de door het Haarlems Kamerkoor a capella gezongen werken leek de alert heid van de koorleden ten opzichte van de dirigent minder groot dan bij de liederen waarbij Wayenberg betrokken was. Een hier en daar optredend gebrek aan egaliteit en synchroniciteit was hier van het gevolg. Maar ook hier was te horen dat het Haarlems Kamerkoor heel wat pijlen op zijn boog heeft wat be treft het nuanceren van de klank, de onderlinge verhoudingen en wel speciaal betreffende het geleidelijk diminueren van lang aangehouden tonen. Het zal zeker de moeite waard zijn om dit koor in de toekomst eens in een wat minder eenkleurig programma te horen. JOHAN VAN KEMPEN Bruce Springsteen staat bekend als iemand die avond aan avond wil optre den en tijdens die concerten alles uit zich wil spelen. Datzelfde geldt voor de E Street Band. Het heeft iets mania kaals. maar dit binnenste buiten keren van alle musici is vermoedelijk een van de redenen dat men bij hun concert niet stil kan blijven zitten. Rock and roll spelen ze, op composities v an Spring steen. Rechtstreeks, hard, sterk en vaak dramatisch. Alsof de tijd een paar jaar stil heeft gestaan. De E Street Band heeft in de line-up twee gitaren, piano, orgel, bas, drums en saxofoon. De musici die de instrumenten bespelen, voldoen allen aan de eisen van Springsteens rock. Hard en sterk. Het meest opvallendste lid van de band is uiteraard saxofonist Clarence Clemons, een reusachtige neger in een spierwit pak, waarachter de wat kleine Spring steen zich soms jongensachtig verbergt en van wie- diezelfde Springsteen eens heeft gezegd: hij is degene die de noten speelt die je wilt horen. Dat klopt. Zijn spel klinkt zoals het een rock-and-roll- sax betaamt, scheurend en agressief. Al kreeg Wayenberg’s Debussy-vertol- king in de genoemde prélude en meer noi tisehe klank, ’t echt Debussiaanse idioom werd door hem toch niet ten volle bereikt In Chopins virtuoze Tweede Ballade daarentegen, wist hij op een indrukwekkende manier de nooit opge blazen, maar vol-romantische en hart- tochtelijke geest van de componist te leggen. Rudolf Grasman is in het verleden al AMSTERDAM. Zaterdagavond. Naar schatting zo’n zeshonderd Paradiso- bezoekers gunnen Ronnie Lane, mede oprichter /bassist/componist van achter eenvolgens The SNnall Faces en The Faces, het voordeel van de twijfel. Wat eigenlijk veel te weinig is, want Ronnie’s plattelandskapel, ten onrechte Slim Chance (vrij vertaald: mager mazzeltje) gedoopt, zorgt geenszins voor een gevoel van landerigheid. Integendeel, juist voor een moppige, stemmige sfeer. Slim Chance tovert een uiterst merk waardig mengsel van muzikale stijlen over het voetlicht met een verblijdende oprechtheid en een zodanig prettig volu me, dat je je onmiddellijk koortsachtig Zit af te vragen of er nog andere, soortgelijke voorbeelden van verstandige geluidsversterking bestaan binnen het huidige popwereldje, waarin de „mega watten” steeds meer onbeschaamde aan vallen plegen op je gehoororganen. AMSTERDAM. Bruce Springsteen. Nog niet zo lang geleden was hij in Nederland vrijwel onbekend. Zijn eerste twee langspeelplaten kon men voor een prik in de uitverkoop op de kop tikken. Toen gebeurden er twee dingen. Zijn derde elpee kwam uit en een optreden in Nederland werd aangekondigd. De plaat, „Born to run”, liep al gelijk goed, de platenmaatschappij zette een publici teitscampagne op poten, en de verhalen over Springsteens optredens in Amerika waar hij een soort levende legende is bij de „kids” kwamen op grote schaal in omloop. Het concert was binnen de kortste keren uitverkocht. En dat con cert, gisteravond in het RAI Congres centrum, bewees dat alles terecht is. Binnen een half uur speelde Springsteen met zijn E Street Band het publiek volkomen plat en nog twee uur lang denderde hij er daarna met zijn onweer staanbare rock-and-roll-trein overheen. Inclusief drie toegiften. En dat zal het publiek nog lang heugen. Hans van Manen deze en andere ele menten tot boeiende composities uitge werkt en het is dan ook zeker terecht, dat hij in januari de Jan Reinink penning van de Stichting Holland Festi val zal krijgen uitgereikt wegens zijn verdiensten voor de dans in binnen- en buitenland. Maar in deze „Three Pieces” leek het wel of de zaak maar niet op gang wilde komen, of alles bedacht was. Ook kwam even het idee bij me op, dat dit stuk gebruikt was als vingeroefening voor één van de meest perfecte werken die deze choreograaf onder de titel „Ajaka- boembie” voor het Scapino Ballet maak te. In dat geval hebben deze „Three Pieces” zeker aan hun doel beantwoord, maar dat is dan nog geen reden om ze opnieuw op het repertoire te nemen. Geen andere choreograaf dan Hans van Manen weet trouwens in' zijn wer ken zo feilloos in te haken op de nieuwste stromingen in de beeldende kunst. Maar deze st omingen hebben de neiging snel gedateerd te zijn. Misschien is dat ook wel een reden voor de teleurstellende werking van dit ballet, dat uiteindelijk stamt ui 1968. Op het gevaar af te worden verket terd, c.q. in de ban te worden gedaan door het merendeel van de Haarlemse jazzrockfanaten die zaterdag naar Hinze waren gekomen, kan ik niet anders zeg gen dan dat zijn nieuwe Combination voor een teleurstellend concert zorgde. In het verleden heeft de Haagse flui tist enkele bijzonder spannende optre dens in het Concertgebouw verzorgd. Er valt op muzikaal gebied altijd wat te beleven met deze veelzijdige musicus die je nooit platgetreden paden ziet begaan. Veel hangt er vanaf welke mensen met wat voor soort achtergrond hij in zijn groep opneemt. In een van de vorige bezettingen zorgde de „as” Henny Vonk- Rein van den Broeck voor de nodige (ritmische) opwinding. Beiden inaken in middels geen deel meer uit van de groep en daarmee is de sound ook ingrijpend gewijzigd. Nu wordt de ritme-sectie ge vormd door John Turner op basgitaar en Hakim Thompson drums, terwijl John Batton toetsenborden bedient en Stephen Diez leadgitaar speelt. De inbreng van de Amerikanen (Diez is afkomstig uit Berlijn) die allen uit Philadelphia komen, geeft de jazzrock van Hinze vooral een funky aanzien. Maar door het gebrek aan werkelijke swing en „soul” klinkt het geheel be hoorlijk lauw. Nu moet gezegd worden dat de techniek, die Hinze ook in het verleden steeds parten heeft gespeeld, ook nu de grote spelbreker was. Een duidelijke bromtoon en het optreden van referentie maakten de muziek waar die een subtiel karakter droeg, eenvoudig kapot. Bij Hinze zijn twee polen te onder scheiden: die van een zachtaardige ro mantiek en die van een nerveuze en driftige geladenheid die zo goed past bij de jaren ’70. Hij is in staat om tussen die twee uitersten een geweldige span ning op te bouwen dit in wezen de meest ideale vorm van jazzrock bena dert. Daarvan was deze zaterdagavond alleen na de. pauze iets te bemerken. Pas in het nummer Skyline was te horen dat de ritmesectie op volle toeren begon te werken en toen Hinze in het volgende nummer op een houten dwars fluit een prachtige intro weggaf, kon je heimwee krijgen naar de tijd dat het werden, deden daai’ geen afbraak aan. Drums, gitaar, bas en piano zijn de meest geschikte backing voor Eddie Burns. Geen muzikale uitstapjes, geen eindeloze soli, gewoon afgestemd op Burns’ repertoire. Het talrijk opgekomen publiek reageerde navenant. Na drie kwartier puur blues een vijftal num mers van Burns alleen, waarbij hij zich zelf op gitaar begeleidde. Hij begon met een gouwe ouwe, Treat me like I treat you, in 1957 een hit in de USA. Als gitarist-zanger valt er eigenlijk weinig •over hem te vermelden, behalve dan dat hij speelt en zingt op de hem zo identie ke wijze. Opvallend was het authentieke geluid dat hij uit zijn harmonica wist te krijgen. Op onnavolgbare wijze plaatst hij achteloos de meest onwaarschijnlijke tonen in een totaal geheel, Bluesy, vol en warm. Tijdens een korte pauze praten we wat met elkaar en begint hij hard te lachen als ik hem vertel diep ónder de indruk te zijn van zijn muzikale capaci teiten. De manier waarop u zingt doet me vermoeden dat u beïnvloed bent door John Lee Hooker, Freddie King en jezelf. Wie van de drie is het? vraag ik hem. Burns: „Ik zing zoals ik ben. En mijn bluesopvattingen vertonen inder daad invloeden van Hooker waarmee ik heb gewerkt en Freddie King. O- verigens zing ik zoals ik ben, zing ik Eddie Burns. Door wie is zijn manier van harmoni- ca-spelen beïnvloed? „Dat is er maar een, Little Walter.” Ik moet dat beamen en bedenk tegelijkertijd wal een won derlijk instrument een eenvoudige har monica met tien enkele ingangen wel niet is. Ik probeer al 12 jaar bepaalde tonen, maar dat typische geluid wat alleen maar gemaakt wordt door jon gens als Little .Walter en Hooker, Sonny Boy Williamson, dat blijft er aan ont breken. De enige blanke musici die naar mijn idee dat specifieke bluesy geluid weten te creëren zijn Paul Jones, ge deeltelijk John Mayall, Animals en in eigen land John Lagrand (ex-Livin Blu es). De zwarte en de blande blues, maken die naar het inzien van Burns duidelijk verschil? Burns: .In feite is de- blues de meest simpele manier van musiceren, behalve enkele veranderingen in het schema is het gewoon 12 hiaten. Maar blues moet van bannen uit komen en niet geprogrammeerd worden.” Er zijn' duizenden zangers en gitaristen die blues spelen of denken te spelen, maar een enkeling komt er boven uit omdat hij duidelijk zijn eigen stempel op het een voudige schemaatje legt. Blues is toch niet die eenvoudige vorm van musiceren die maar al te vaak door de meer geschoolden als onbelangrijk wordt af gedaan. Op mijn verschillende toernees - ik werk altijd met andere mensen - blijkt telkens weer dat het begeleiden zowel van drums, gitaar als piano en bas een uiterst moeilijke opgave is. Men is namelijk niet gewend om het 12 maten schema zo eenvoudig mogelijk te hou den. Blues moet rechttoe-recht aan ge speel i worden waarbij de accentuering het allerbelangrijkste is. We praten nog wat over bluesmuziek. Eddie Burns gaat weer achter zijn mi crofoon en geeft zich over aan zijn blues. Hij vindt het fijn, het publiek ook. Geheel onverwacht kondigt clüb- baas Rob Heeck het optreden aan van een plaatselijke boogie-pianist. Dat is nog eens een verrassing denkt het pu bliek. Daar gaat mijn gezellige avond zie ik een bevriende recensent denken. Ge lukkig voor hem blijft het bij een inci dentele bijdrage. HAARLEM. Afgelopen zaterdag avond concerteerde Eddie „Guitar” Burns voor de Stichting Cat Jazz (in casu Haarlemse Jazz Club). Aanvankelijk zou Homesick James deze bluesavond voor zijn rekening hebben genoemen, ware het niet dat hij wegens ziekte (heim wee?) af moest laten weten. Helaas? Nee, want hoewel Homesick James in het internationale bluesgebeuren een grotere reputatie geniet dan Eddie Burns, bewees laatstgenoemde tijdens zijn optreden minstens evenveel muzi kaal talent in zijn bagage mee te voeren als zijn vakbroeder Homesick Jafnes. AMSTERDAM (ANP). Dinsdaga vond 25 november begint in theater De Engelenbak aan de Nes in Amsterdam de eerste „Open bak”, een wekelijks terugkerend minifestival. in staat gebleken grote koren te leiden. Maar ook de subtielere kamerkunst krijgt bij hem de vereiste spanning. Grasman heeft aan het Haarlems Ka merkoor een uit een vijf-en-twintigtal leden bestaand ensemble, dat beschikt over een heel goed gemiddelde aan stemmateriaal. Als koorzanger in het Nederlands Vocaal Ensemble (het vroe gere NCRV Vocaal Ensemble) heeft Ru dolf Grasman een ruime ervaring opge daan, die hij nu in de laatste jaren ook van de kant van de lessenaar af is gaan toepassen. Hij heeft het juiste gebaar en weet met het Haarlems Kamerkoor dik wijls de gewenste sfeer op te roepen. Dat laatste was bijvoorbeeld het geval bij het niet begeleide „Abschiedslied’ van Brahms, maar het was vooral te merken bij de composities voor koor en piano, waarbij van de medewerking van Daniël Wayenberg blijkbaar een inspire rende invloed uitging. „Gott im Unge- witter’ van Schubert en ook Schu mann’s „Zigeunerleben’ waren hierdoor in het eerste programmagedeelte voor beelden van suggestieve, koorzang, in eenheid met de voornaam gerealiseerde pianopartij. Dat gold ook de na de pauze gebrach- >g in „Poissons d’or” een impressionis- iche klank, ’t echt Debussiaanse idioom AMSTERDAM (ANP). De Boeken week 1976 wijkt voor carnaval. Nadat de Collectieve propaganda voor het Neder lands boek de datum voor dit evenement al had vastgested, namelijk van 27 fe bruari tot en met 6 maart, kwam men tot de ontdekking dat in deze periode ook carnaval (1 en 2 maart) wordt gevierd. Omdat de conmbinatie Boeken- week-camaval bijzonder ongunstig zou zijn voor de handelaren in het zuiden van het land heeft mén thans besloten de Boekenweek te verschuiven naar de periode 25 maart tot en met 3 april. droevigs, zeg nu zelf. Gezongen blues muziek verhaalt ook bijna altijd over trieste voorvallen en vertelt vaak inte ressante gebeurtenissen over toestanden die de zanger altijd weer maakt. Neem bijvoorbeeld „Early in the morning” van John Lee Hooker waarin hij vertelt elke ochtend vroeg op te staan met tranen in zijn ogen omdat zijn vrouw er met een ander vandoor is. Volgens mij heeft die man geen leven, als u begrijpt wat ik bedoel en als ik tenminste begrijp wat ik bedoel. Eddie Burns, 47 jaar oud, zijn wieg stond in Belzoni in de staat Missiisisppi speelde in talloze groepen gitaar, zingt en hanteert op fabelachtige wijze de „smoelschuiver” oftewel de mondharmo nica. Als spoorwegman leek hij onge schikt Zijn song „Walking down the railroad” getuigt daar van. Tenslotte kun je niet langs de rails lopen met je kop in de wolken omdat je vrouw toevallig terug is. Zulke mensen veroorzaken toch ongelukken? Maar de tekst op zich is natuurlijk aardig. Zijn Hollandse begeleidingsgroep, be staande uit Jan Dijkstra, drums; Simon Vlietstra, gitaar; David Gardeux, piano en Albert Rames op bas, bleek een schot in de roos. Zelden heb ik een begelei dingsgroep gehoord die geluid in zo’n uitstekende balans bracht met de zang. In alle opzichten een perfect geheel en de fouten die zo nu en dan gemaakt Vraag de gemiddelde bluesliefhebber of hij Homesick James kent; hij zal bevestigend antwoorden. Vraag dan eens naar Eddie Burns en tien tegen een is het antwoord dan ontkennend. Het is jammer maar wel waar. Als blueslief hebber vraag je je da wel even af hoe het mogelijk is dat Homesick James zo ver voor ligt op Burns. In muzikaal opzicht ontlopen ze elkaar nauwelijks, hebben beiden uiteraard een moeilijke jeugd achter de rug vertoonden ze op zeer jeugdige leeftijd al aanpassings moeilijkheden en tokkelden als kleuter al op een gitaar. Kortom, liet bekende standaardverhaal dat van iraere blues liefhebber verwacht wordt. Zo wil de traditie het nu eenmaal. Bluesmuziek heeft doorgaans Na een te lang voorprogramma van de echt niet slechte City Boy, die ondanks een capabele sologitarist (Mike Slam mer) en veelbelovend vijfmanssterk stemmenmateriaal dreigt onder te gaan door een overdosis eenzijdigheid, kunnen mr. Lane Company het podium be klimmen. Geen spoor van plankenkoorts hoewel dit pas het tweede concert na ruim een half jaar zonder podiumactivi- teiten is. Maar ja, deze jongens beschik ken over wel wat ervaring. Lane was zelfs gedurende de zomermaanden van 1974 het organisatorische middelpunt van een eigen, rondtrekkend muziekcir- cus voor jong en oud. „The Passing Show” liep echter vast aan gebrek aan mankracht en geld. En nu toert Lane dan weer, iets wat hij door de gedwon gen scheiding van vrouw en kinderen stevig zat is, maar waartoe hij om bestaansredenen verplicht is. De ritmesectie van Slim Chance zit heel merkwaardig in elkaar. Brian Bel- shaw is de puike bassist, die zich met de souplesse van een bezemsteel over de planken beweegt en Colin Davy moet de definitieve oplossing voor het percussie- probleem zijn. Bij de muziek van Slim Chance speelt niet de gitaar de eerste viool, maar zijn het de multi-instrumen- talisten Steve Simpson (mandoline, viool, piano, gitaar; afkomstig uit Heads, Hands- Feet) en Charlie Hart (piano, viool en accordeon) die de aandacht trekken. La ne zelf speelt slaggitaar, verzorgt de vocalen en de geetsige aankondigingen. Vanaf de eerste tonen van „Stone”, afkomstig van de debuutelpee (daterend van begin dit jaar) tot en met de laatste noten van de wat plichtmatige toegift staat er een oergezellige groep op het podium, die al snel een ongedwongen huiskameratmosfeer weet te creëren, waaraan alleen de. koffie en de koek ontbreken. Een déél van het Paradisopu- bliek weet zich duidelijk geen raad met deze ongewone mixture van folk-, good time-, bop- en cajunklanken. Ronnie Lane krijgt de overgrote meerderheid echter wel mee, nu eens met gevoelige stem (zoals in de ever greens „Sweet Virginia”, „Walk On By” en „Brother, Can You Spare Me A Dime”), dan weer rauw zoals in de gemene rocker „Chickenwired” of tref zeker zoals in „How Come” (met een prachtige solo van slungelachtige pianist Charlie, die het ritme met zijn stampen de rechtervoet weet te accentueren). Het gaat allemaal niet foutloos: de lichtelijk valse vocalen in „Debris” en het ontbre ken van het orgel in „Anniversary” zijn daar de bewijzen voor, maar dat Slim Chance garant staat voor een heerlijk avondje lijdt geen twijfel. JOHN OOMKES f 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 7