Weekeinde vol van muzikale belevenissen
Ronnie Lane’s
Bruce Springsteen
slaat hard toe
zand van Van Manen
Daniël Wayenberg stimulans
voor Haarlems Kamerkoor
Boekenbal wijkt
voor carnaval
plattelandskapel:
stemmige sfeer
Ballet als koel droog
BLUESY, VOL EN WARM
i
1
f
ONWEERSTAANBARE ROCK IN DE RAI
Eddie Burns op de Jazz Club
Door Rudolf Grasman goed geleid
3
Bouwens Autoverhuur
Kampervest 23 - Haarlem
Tel. 312638
Reprise van „Three Pieces” bij Danstheater
Eerste „Open bak
in De Engelenbak
o
'4
HAARLEM Het weekeinde bood de liefhebbers van lichte muziek
een breed scala van mogelijkheden. Tot de belangrijkste optredens be
hoorden onder meer dat van de Chris Hinze Combination in het Concert
gebouw en de gitarist Eddie Burns die voor de blues-maniakken in de
Haarlemse Jazz Club optrad. Verrassing was daar een onaangekondigde
bijdrage van pianist Rob Hoeke die samen met Burns voor uitstekend werk
zorgde. Wie het verder van huis zocht, kon in Amsterdam een optreden
van Ronnie Lane (ex-Faces) in Paradiso bijwonen of het eerste Neder
landse optreden van Bruce Springsteen beleven. En dan is er nog niets
gezegd van de talloze andere gelegenheden waar het goed te vertoeven is
met jazz- en folkmusici.
ft
f 20,— per dag incl. 100 km en
verzekering excl. btw en benzine
Langere huurtijd op aanvrage.
ft,
ok
EEN VW 1200 HUREN?
bouwjaar
1975
HAARLEM 1Niemand minder
dan Daniël Waayenberg verleende
zondagmiddag zijn medewerking
aan een concert dat door het Haar
lems Kamerkoor onder leiding van
Rudolf Grasman in de Tuinzaal van
het Concertgebouw werd gegeven.
Behalve de in dit programma ver
eiste begeleidingen van het koor,
speelde deze meesterpianist een
ballade van Chopin en twee compo
sities van Debussy; de prélude ,,La
fille aux chevaux de lin” en „Pois
sons d’or” uit Images.
'H
Hinzes Combination teleurstellend
CEES STRAUS
BRUCE SPRINGSTEEN
t,
CHRIS HINZF.
ii
(ADVERTENTIE)
L
iets
'0,
en Nils Christe deden er erg mooie dingen in.
CONRAD VAN DE WEETERING
ROB HOEKE
Is
0
5
t,
l,
t.
1
cin
ie.
>r
ie
:n
te
a
s.
5
1.
0
a
1)
gehele concert zo verliep. Het was dan
ook raadselachtig dat een aan Hinze
wezensvreemde gospelsong hier moest
opvolgen. Drummer en basgitarist wisten
zich echter vlak voor het einde te re
vancheren met een minutenlange solo
die terecht tot het verzoek om een
toegift dwong. Het kon dit teleurstellen
de concert echter nauwelijks meer red
den.
UTRECHT Zaterdag bracht het Nederlands Danstheater een programma met
twee werken van Hans van Manen en twee werken' van Jiri Kylian, waarbij de
laatste met „Stoolgame” en „Verkldrte Nacht” duidelijk hogere ogen gooide en meer
applaus kreeg dan de eerste.
Vooral „Stoolgame”, gedeeltelijk uitgevoerd zonder muziek bij de geluiden die de
dansers maakten met een aantal krukjes, wist een enorme spanning bij het meren
deels jonge publiek te op roepen, zit vol bewegingsvondsten die spelenderwijs lijken
te ontstaan en die steeds organisch in het geheel passen en gaf aan de zeven uitvoe
renden schitterende kansen. Met name de drie solisten Roslyn Anderson, Johan Meijer
Iedereen kan aan dit festival meedoen
met muziek, toneel, show, film, mime,
etc. De „Open bak” geeft ook gelegen
heid tot „pre-views”: een korte indruk
van voorstellingen die binnenkort in het
theater te zien zijn. In de eerste „Open
bak” zullen o.a. optreden de Amster
damse afdeling van de Friends, folksin
ger Martin Bonnes, en Guus Luyters, die
iets uit zijn nieuwe boek zal voordragen.
Het openingsballet van de avond,
„Three Pieces”, dat Hans van Manen al
in 1968 voor het Nederlands Dans Thea
ter maakte en dat nu opnieuw op het
repertoire werd genomen, stak wel erg
schamel tegen dit „Stoolgame” af. Het
leek wel of de bewegingen van de 15
dansers en danseressen, gekleed in
vreemd verknipte nauwsluitende witte
pakjes (van Jan van der Wal), maar niet
tot een eenheid wilden versmelten. Dit
ballet is het beste te omschrijven als
„koel droog zand met grapjes”. We wer
den uitentreuren vergast op de van Hans
van Manen zo bekende vis-school-bewe-
gingen (een groep mensen loopt ritmisch
in één richting, iedereen draait zich
tegelijkertijd om en de school gaat door
in een andere richting enzovoort. Dit
geheel gaat dan vaak gepaard met opzij
op en neer zwaaiende armbewegingen).
Dit is uiterst effectief en je kunt het
op haast iedere muziek uitvoeren, wat
Hans van Manen en veel van zijn navol
gers dan ook regelmatig doen. Ook het
uit de rol vallen en opeens een gewoon
nieuwsgierig mens op het toneel worden
mag Hans van Manen graag gebruiken
evenals het imitatie-effect (iemand doet
iets en op de achtergrond doet een ander
het na). In verschillende balletten heeft
Tweede man in de band is Roy Bittan
op acoustische piano. Hij werkt de lij
nen uit, zoals Springsteen die heeft uit
gezet. Hij is immer aanwezig, als het
bindmiddel in de muziek. Gitarist Steve
van Zandt sologitarist heeft daar
door niet de functie die een solo-gitarist
normaal heeft; hij functioneert, integen
deel, voornamelijk als slaggitarist, even
als Springsteen zelf. De bassist en de
drummer completeren de band op de
achtergrond en in het muzikale geheel
tevens op de voorgrond.
Van „Born to run” speelde Springsteen
het titelnummer, en verder het dende
rende „She’s the one”, „Backstreets” en
het dramatisthe „Jungleland”. Daarvóór
iets van „Greetings from Asbury Park”.
Opvallend was nog een zeer lang uitge
voerd „Kitty’s back in town”, de nieuwe,
langzame versie van „The E street shuf
fle” en op verzoek van enige krijsen
de tantes in de bovenste loge „Sandy”
(alle van „The Wild, the innocent and
the E street shuffle”).
Bruce Springsteen heeft toegeslagen.
Als een man die alles vergat, heeft hij
over het toneel geraasd, samen met die
saxofonist en met die pianist, enfin met
iedereen vap de E Street Band. Eén
grote orgie van opwindende muziek was
het. Of hij ook hier een levende legende
zal worden, is niet te zeggen. Maar één
ding is duidelijk, we kunnen niet meer
om hem heen. KEES TOPS
te werken voor deze combinatie van
koor en piano. Na de voordracht van de,
in de laatste tijd in het populaire genre
zo dikwijls misbruikte, „Pavane” van
Fauré, werd nog de min of meer onbe
nullige ..Aubade” van John Ireland uit
gevoerd. om dan te eindigen met „Visie”
van Nico van der Linden. Geen enkele
artistieke visie spreekt overigens uit deze
qua klank enigszins Frans getinte com
positie op religieuze tekst, die een zeld
zame burgerlijkheid uitstraalt.
In de door het Haarlems Kamerkoor a
capella gezongen werken leek de alert
heid van de koorleden ten opzichte van
de dirigent minder groot dan bij de
liederen waarbij Wayenberg betrokken
was. Een hier en daar optredend gebrek
aan egaliteit en synchroniciteit was hier
van het gevolg. Maar ook hier was te
horen dat het Haarlems Kamerkoor heel
wat pijlen op zijn boog heeft wat be
treft het nuanceren van de klank, de
onderlinge verhoudingen en wel speciaal
betreffende het geleidelijk diminueren
van lang aangehouden tonen. Het zal
zeker de moeite waard zijn om dit koor
in de toekomst eens in een wat minder
eenkleurig programma te horen.
JOHAN VAN KEMPEN
Bruce Springsteen staat bekend als
iemand die avond aan avond wil optre
den en tijdens die concerten alles uit
zich wil spelen. Datzelfde geldt voor de
E Street Band. Het heeft iets mania
kaals. maar dit binnenste buiten keren
van alle musici is vermoedelijk een van
de redenen dat men bij hun concert niet
stil kan blijven zitten. Rock and roll
spelen ze, op composities v an Spring
steen. Rechtstreeks, hard, sterk en vaak
dramatisch. Alsof de tijd een paar jaar
stil heeft gestaan.
De E Street Band heeft in de line-up
twee gitaren, piano, orgel, bas, drums en
saxofoon. De musici die de instrumenten
bespelen, voldoen allen aan de eisen van
Springsteens rock. Hard en sterk. Het
meest opvallendste lid van de band is
uiteraard saxofonist Clarence Clemons,
een reusachtige neger in een spierwit
pak, waarachter de wat kleine Spring
steen zich soms jongensachtig verbergt
en van wie- diezelfde Springsteen eens
heeft gezegd: hij is degene die de noten
speelt die je wilt horen. Dat klopt. Zijn
spel klinkt zoals het een rock-and-roll-
sax betaamt, scheurend en agressief.
Al kreeg Wayenberg’s Debussy-vertol-
king in de genoemde prélude en meer
noi
tisehe klank, ’t echt Debussiaanse idioom
werd door hem toch niet ten volle
bereikt In Chopins virtuoze Tweede
Ballade daarentegen, wist hij op een
indrukwekkende manier de nooit opge
blazen, maar vol-romantische en hart-
tochtelijke geest van de componist te
leggen.
Rudolf Grasman is in het verleden al
AMSTERDAM. Zaterdagavond.
Naar schatting zo’n zeshonderd Paradiso-
bezoekers gunnen Ronnie Lane, mede
oprichter /bassist/componist van achter
eenvolgens The SNnall Faces en The
Faces, het voordeel van de twijfel. Wat
eigenlijk veel te weinig is, want Ronnie’s
plattelandskapel, ten onrechte Slim
Chance (vrij vertaald: mager mazzeltje)
gedoopt, zorgt geenszins voor een
gevoel van landerigheid. Integendeel,
juist voor een moppige, stemmige sfeer.
Slim Chance tovert een uiterst merk
waardig mengsel van muzikale stijlen
over het voetlicht met een verblijdende
oprechtheid en een zodanig prettig volu
me, dat je je onmiddellijk koortsachtig
Zit af te vragen of er nog andere,
soortgelijke voorbeelden van verstandige
geluidsversterking bestaan binnen het
huidige popwereldje, waarin de „mega
watten” steeds meer onbeschaamde aan
vallen plegen op je gehoororganen.
AMSTERDAM. Bruce Springsteen.
Nog niet zo lang geleden was hij in
Nederland vrijwel onbekend. Zijn eerste
twee langspeelplaten kon men voor een
prik in de uitverkoop op de kop tikken.
Toen gebeurden er twee dingen. Zijn
derde elpee kwam uit en een optreden
in Nederland werd aangekondigd. De
plaat, „Born to run”, liep al gelijk goed,
de platenmaatschappij zette een publici
teitscampagne op poten, en de verhalen
over Springsteens optredens in Amerika
waar hij een soort levende legende is
bij de „kids” kwamen op grote schaal
in omloop. Het concert was binnen de
kortste keren uitverkocht. En dat con
cert, gisteravond in het RAI Congres
centrum, bewees dat alles terecht is.
Binnen een half uur speelde Springsteen
met zijn E Street Band het publiek
volkomen plat en nog twee uur lang
denderde hij er daarna met zijn onweer
staanbare rock-and-roll-trein overheen.
Inclusief drie toegiften. En dat zal het
publiek nog lang heugen.
Hans van Manen deze en andere ele
menten tot boeiende composities uitge
werkt en het is dan ook zeker terecht,
dat hij in januari de Jan Reinink
penning van de Stichting Holland Festi
val zal krijgen uitgereikt wegens zijn
verdiensten voor de dans in binnen- en
buitenland.
Maar in deze „Three Pieces” leek het
wel of de zaak maar niet op gang wilde
komen, of alles bedacht was. Ook kwam
even het idee bij me op, dat dit stuk
gebruikt was als vingeroefening voor
één van de meest perfecte werken die
deze choreograaf onder de titel „Ajaka-
boembie” voor het Scapino Ballet maak
te. In dat geval hebben deze „Three
Pieces” zeker aan hun doel beantwoord,
maar dat is dan nog geen reden om ze
opnieuw op het repertoire te nemen.
Geen andere choreograaf dan Hans
van Manen weet trouwens in' zijn wer
ken zo feilloos in te haken op de
nieuwste stromingen in de beeldende
kunst. Maar deze st omingen hebben de
neiging snel gedateerd te zijn. Misschien
is dat ook wel een reden voor de
teleurstellende werking van dit ballet,
dat uiteindelijk stamt ui 1968.
Op het gevaar af te worden verket
terd, c.q. in de ban te worden gedaan
door het merendeel van de Haarlemse
jazzrockfanaten die zaterdag naar Hinze
waren gekomen, kan ik niet anders zeg
gen dan dat zijn nieuwe Combination
voor een teleurstellend concert zorgde.
In het verleden heeft de Haagse flui
tist enkele bijzonder spannende optre
dens in het Concertgebouw verzorgd.
Er valt op muzikaal gebied altijd wat te
beleven met deze veelzijdige musicus die
je nooit platgetreden paden ziet begaan.
Veel hangt er vanaf welke mensen met
wat voor soort achtergrond hij in zijn
groep opneemt. In een van de vorige
bezettingen zorgde de „as” Henny Vonk-
Rein van den Broeck voor de nodige
(ritmische) opwinding. Beiden inaken in
middels geen deel meer uit van de groep
en daarmee is de sound ook ingrijpend
gewijzigd. Nu wordt de ritme-sectie ge
vormd door John Turner op basgitaar en
Hakim Thompson drums, terwijl John
Batton toetsenborden bedient en Stephen
Diez leadgitaar speelt.
De inbreng van de Amerikanen (Diez
is afkomstig uit Berlijn) die allen uit
Philadelphia komen, geeft de jazzrock
van Hinze vooral een funky aanzien.
Maar door het gebrek aan werkelijke
swing en „soul” klinkt het geheel be
hoorlijk lauw. Nu moet gezegd worden
dat de techniek, die Hinze ook in het
verleden steeds parten heeft gespeeld,
ook nu de grote spelbreker was. Een
duidelijke bromtoon en het optreden van
referentie maakten de muziek waar die
een subtiel karakter droeg, eenvoudig
kapot.
Bij Hinze zijn twee polen te onder
scheiden: die van een zachtaardige ro
mantiek en die van een nerveuze en
driftige geladenheid die zo goed past bij
de jaren ’70. Hij is in staat om tussen
die twee uitersten een geweldige span
ning op te bouwen dit in wezen de
meest ideale vorm van jazzrock bena
dert. Daarvan was deze zaterdagavond
alleen na de. pauze iets te bemerken.
Pas in het nummer Skyline was te
horen dat de ritmesectie op volle toeren
begon te werken en toen Hinze in het
volgende nummer op een houten dwars
fluit een prachtige intro weggaf, kon je
heimwee krijgen naar de tijd dat het
werden, deden daai’ geen afbraak aan.
Drums, gitaar, bas en piano zijn de
meest geschikte backing voor Eddie
Burns. Geen muzikale uitstapjes, geen
eindeloze soli, gewoon afgestemd op
Burns’ repertoire. Het talrijk opgekomen
publiek reageerde navenant. Na drie
kwartier puur blues een vijftal num
mers van Burns alleen, waarbij hij zich
zelf op gitaar begeleidde. Hij begon met
een gouwe ouwe, Treat me like I treat
you, in 1957 een hit in de USA. Als
gitarist-zanger valt er eigenlijk weinig
•over hem te vermelden, behalve dan dat
hij speelt en zingt op de hem zo identie
ke wijze. Opvallend was het authentieke
geluid dat hij uit zijn harmonica wist te
krijgen. Op onnavolgbare wijze plaatst
hij achteloos de meest onwaarschijnlijke
tonen in een totaal geheel, Bluesy, vol en
warm.
Tijdens een korte pauze praten we
wat met elkaar en begint hij hard te
lachen als ik hem vertel diep ónder de
indruk te zijn van zijn muzikale capaci
teiten. De manier waarop u zingt doet
me vermoeden dat u beïnvloed bent
door John Lee Hooker, Freddie King en
jezelf. Wie van de drie is het? vraag ik
hem. Burns: „Ik zing zoals ik ben. En
mijn bluesopvattingen vertonen inder
daad invloeden van Hooker waarmee
ik heb gewerkt en Freddie King. O-
verigens zing ik zoals ik ben, zing ik
Eddie Burns.
Door wie is zijn manier van harmoni-
ca-spelen beïnvloed? „Dat is er maar
een, Little Walter.” Ik moet dat beamen
en bedenk tegelijkertijd wal een won
derlijk instrument een eenvoudige har
monica met tien enkele ingangen wel
niet is. Ik probeer al 12 jaar bepaalde
tonen, maar dat typische geluid wat
alleen maar gemaakt wordt door jon
gens als Little .Walter en Hooker, Sonny
Boy Williamson, dat blijft er aan ont
breken. De enige blanke musici die naar
mijn idee dat specifieke bluesy geluid
weten te creëren zijn Paul Jones, ge
deeltelijk John Mayall, Animals en in
eigen land John Lagrand (ex-Livin Blu
es).
De zwarte en de blande blues, maken
die naar het inzien van Burns duidelijk
verschil? Burns: .In feite is de- blues de
meest simpele manier van musiceren,
behalve enkele veranderingen in het
schema is het gewoon 12 hiaten. Maar
blues moet van bannen uit komen en
niet geprogrammeerd worden.” Er zijn'
duizenden zangers en gitaristen die blues
spelen of denken te spelen, maar een
enkeling komt er boven uit omdat hij
duidelijk zijn eigen stempel op het een
voudige schemaatje legt. Blues is toch
niet die eenvoudige vorm van musiceren
die maar al te vaak door de meer
geschoolden als onbelangrijk wordt af
gedaan. Op mijn verschillende toernees
- ik werk altijd met andere mensen -
blijkt telkens weer dat het begeleiden
zowel van drums, gitaar als piano en bas
een uiterst moeilijke opgave is. Men is
namelijk niet gewend om het 12 maten
schema zo eenvoudig mogelijk te hou
den. Blues moet rechttoe-recht aan ge
speel i worden waarbij de accentuering
het allerbelangrijkste is.
We praten nog wat over bluesmuziek.
Eddie Burns gaat weer achter zijn mi
crofoon en geeft zich over aan zijn
blues. Hij vindt het fijn, het publiek
ook. Geheel onverwacht kondigt clüb-
baas Rob Heeck het optreden aan van
een plaatselijke boogie-pianist. Dat is
nog eens een verrassing denkt het pu
bliek. Daar gaat mijn gezellige avond zie
ik een bevriende recensent denken. Ge
lukkig voor hem blijft het bij een inci
dentele bijdrage.
HAARLEM. Afgelopen zaterdag
avond concerteerde Eddie „Guitar” Burns
voor de Stichting Cat Jazz (in casu
Haarlemse Jazz Club). Aanvankelijk zou
Homesick James deze bluesavond voor
zijn rekening hebben genoemen, ware
het niet dat hij wegens ziekte (heim
wee?) af moest laten weten. Helaas?
Nee, want hoewel Homesick James in
het internationale bluesgebeuren een
grotere reputatie geniet dan Eddie
Burns, bewees laatstgenoemde tijdens
zijn optreden minstens evenveel muzi
kaal talent in zijn bagage mee te voeren
als zijn vakbroeder Homesick Jafnes.
AMSTERDAM (ANP). Dinsdaga
vond 25 november begint in theater De
Engelenbak aan de Nes in Amsterdam
de eerste „Open bak”, een wekelijks
terugkerend minifestival.
in staat gebleken grote koren te leiden.
Maar ook de subtielere kamerkunst
krijgt bij hem de vereiste spanning.
Grasman heeft aan het Haarlems Ka
merkoor een uit een vijf-en-twintigtal
leden bestaand ensemble, dat beschikt
over een heel goed gemiddelde aan
stemmateriaal. Als koorzanger in het
Nederlands Vocaal Ensemble (het vroe
gere NCRV Vocaal Ensemble) heeft Ru
dolf Grasman een ruime ervaring opge
daan, die hij nu in de laatste jaren ook
van de kant van de lessenaar af is gaan
toepassen. Hij heeft het juiste gebaar en
weet met het Haarlems Kamerkoor dik
wijls de gewenste sfeer op te roepen.
Dat laatste was bijvoorbeeld het geval
bij het niet begeleide „Abschiedslied’
van Brahms, maar het was vooral te
merken bij de composities voor koor en
piano, waarbij van de medewerking van
Daniël Wayenberg blijkbaar een inspire
rende invloed uitging. „Gott im Unge-
witter’ van Schubert en ook Schu
mann’s „Zigeunerleben’ waren hierdoor
in het eerste programmagedeelte voor
beelden van suggestieve, koorzang, in
eenheid met de voornaam gerealiseerde
pianopartij.
Dat gold ook de na de pauze gebrach-
>g in „Poissons d’or” een impressionis-
iche klank, ’t echt Debussiaanse idioom
AMSTERDAM (ANP). De Boeken
week 1976 wijkt voor carnaval. Nadat de
Collectieve propaganda voor het Neder
lands boek de datum voor dit evenement
al had vastgested, namelijk van 27 fe
bruari tot en met 6 maart, kwam men
tot de ontdekking dat in deze periode
ook carnaval (1 en 2 maart) wordt
gevierd. Omdat de conmbinatie Boeken-
week-camaval bijzonder ongunstig zou
zijn voor de handelaren in het zuiden
van het land heeft mén thans besloten
de Boekenweek te verschuiven naar de
periode 25 maart tot en met 3 april.
droevigs, zeg nu zelf. Gezongen blues
muziek verhaalt ook bijna altijd over
trieste voorvallen en vertelt vaak inte
ressante gebeurtenissen over toestanden
die de zanger altijd weer maakt. Neem
bijvoorbeeld „Early in the morning” van
John Lee Hooker waarin hij vertelt elke
ochtend vroeg op te staan met tranen in
zijn ogen omdat zijn vrouw er met een
ander vandoor is. Volgens mij heeft die
man geen leven, als u begrijpt wat ik
bedoel en als ik tenminste begrijp wat
ik bedoel.
Eddie Burns, 47 jaar oud, zijn wieg
stond in Belzoni in de staat Missiisisppi
speelde in talloze groepen gitaar, zingt
en hanteert op fabelachtige wijze de
„smoelschuiver” oftewel de mondharmo
nica. Als spoorwegman leek hij onge
schikt Zijn song „Walking down the
railroad” getuigt daar van. Tenslotte kun
je niet langs de rails lopen met je kop
in de wolken omdat je vrouw toevallig
terug is. Zulke mensen veroorzaken toch
ongelukken? Maar de tekst op zich is
natuurlijk aardig.
Zijn Hollandse begeleidingsgroep, be
staande uit Jan Dijkstra, drums; Simon
Vlietstra, gitaar; David Gardeux, piano
en Albert Rames op bas, bleek een schot
in de roos. Zelden heb ik een begelei
dingsgroep gehoord die geluid in zo’n
uitstekende balans bracht met de zang.
In alle opzichten een perfect geheel en
de fouten die zo nu en dan gemaakt
Vraag de gemiddelde bluesliefhebber
of hij Homesick James kent; hij zal
bevestigend antwoorden. Vraag dan eens
naar Eddie Burns en tien tegen een is
het antwoord dan ontkennend. Het is
jammer maar wel waar. Als blueslief
hebber vraag je je da wel even af hoe
het mogelijk is dat Homesick James zo
ver voor ligt op Burns. In muzikaal
opzicht ontlopen ze elkaar nauwelijks,
hebben beiden uiteraard een moeilijke
jeugd achter de rug vertoonden ze op
zeer jeugdige leeftijd al aanpassings
moeilijkheden en tokkelden als kleuter
al op een gitaar. Kortom, liet bekende
standaardverhaal dat van iraere blues
liefhebber verwacht wordt. Zo wil de
traditie het nu eenmaal.
Bluesmuziek heeft doorgaans
Na een te lang voorprogramma van de
echt niet slechte City Boy, die ondanks
een capabele sologitarist (Mike Slam
mer) en veelbelovend vijfmanssterk
stemmenmateriaal dreigt onder te gaan
door een overdosis eenzijdigheid, kunnen
mr. Lane Company het podium be
klimmen. Geen spoor van plankenkoorts
hoewel dit pas het tweede concert na
ruim een half jaar zonder podiumactivi-
teiten is. Maar ja, deze jongens beschik
ken over wel wat ervaring. Lane was
zelfs gedurende de zomermaanden van
1974 het organisatorische middelpunt
van een eigen, rondtrekkend muziekcir-
cus voor jong en oud. „The Passing
Show” liep echter vast aan gebrek aan
mankracht en geld. En nu toert Lane
dan weer, iets wat hij door de gedwon
gen scheiding van vrouw en kinderen
stevig zat is, maar waartoe hij om
bestaansredenen verplicht is.
De ritmesectie van Slim Chance zit
heel merkwaardig in elkaar. Brian Bel-
shaw is de puike bassist, die zich met de
souplesse van een bezemsteel over de
planken beweegt en Colin Davy moet de
definitieve oplossing voor het percussie-
probleem zijn. Bij de muziek van Slim
Chance speelt niet de gitaar de eerste
viool, maar zijn het de multi-instrumen-
talisten Steve Simpson (mandoline, viool,
piano, gitaar; afkomstig uit Heads, Hands-
Feet) en Charlie Hart (piano, viool en
accordeon) die de aandacht trekken. La
ne zelf speelt slaggitaar, verzorgt de
vocalen en de geetsige aankondigingen.
Vanaf de eerste tonen van „Stone”,
afkomstig van de debuutelpee (daterend
van begin dit jaar) tot en met de laatste
noten van de wat plichtmatige toegift
staat er een oergezellige groep op het
podium, die al snel een ongedwongen
huiskameratmosfeer weet te creëren,
waaraan alleen de. koffie en de koek
ontbreken. Een déél van het Paradisopu-
bliek weet zich duidelijk geen raad met
deze ongewone mixture van folk-, good
time-, bop- en cajunklanken.
Ronnie Lane krijgt de overgrote
meerderheid echter wel mee, nu eens
met gevoelige stem (zoals in de ever
greens „Sweet Virginia”, „Walk On By”
en „Brother, Can You Spare Me A
Dime”), dan weer rauw zoals in de
gemene rocker „Chickenwired” of tref
zeker zoals in „How Come” (met een
prachtige solo van slungelachtige pianist
Charlie, die het ritme met zijn stampen
de rechtervoet weet te accentueren). Het
gaat allemaal niet foutloos: de lichtelijk
valse vocalen in „Debris” en het ontbre
ken van het orgel in „Anniversary” zijn
daar de bewijzen voor, maar dat Slim
Chance garant staat voor een heerlijk
avondje lijdt geen twijfel.
JOHN OOMKES
f
1