H(
Wat de Kerken zeggen over JEZUS
Li
De benauwende heiligheid
van Theresia van Lisieux
m
DIT WAS DE SPIEGEL
I
Hl
I
K
past niet in onze werkelijkheid
I
Vriéndelijk debat tussen KUITERT
SCHILLEBEECKX
en
BE
''1
Ril
HOMERUS
IN PROZA
Lieve hemel
Gewaardeerde
herdrukken
K
door Th. Koeckhoven
Opstanding als keerpunt
Bijbel op de band
De weg der verwachting
Al
V
ft
!.'l
R-W
g. tOSiQ
ft
1
j
J
ZATERDAG
6
DECEMBER
19 7 5
18
ont
str
vo<
11
ZAT
--
op
bei
all.
mu
uiti
dat
»ege
per
r
vn
juis
11
Wf: p
PP
W-
-«E
WW
van mensen
debat is het niet geworden. Daarvoor staan Kuitert en Schillebeeckx te
Prof. dr. E. Schillebeeckx
Prof. dr. H. M. Kuitert
N
J
s
H. R.
Th.Kc.
I
I
Kuitert bespeurt momenteel een stag
natie in de christelijke traditie over het
geloof in Jezus. Wat de kerken zeggen
over het heil dat Jezus is, past eigenlijk
niet op de werkelijkheid zoals wij die
ervaren. Aan de andere kant zouden we
Een blad als De Spiegel is ontstaan uit de behoefte om een
eigen geïllustreerde spreekbuis te hebben. Bladen als Pano
rama en Het Leven vonden de orthodox-protestanten uiter
aard niets voor hun gezinnen. Aardig in dit verband is de
uitspraak in De Spiegel van 1922, waarover Ben van Kaam
in zijn voorwoord van dit boek ook spreekt: „noch in mijn
ouderlijk huis, noch in mijn eigen huis is ooit een ander
geïllustreerd blad op tafel geweest. Ook niet „De Prins”, die
weliswaar niet is als „Het Leven”, maar die toch contrabande
moet zijn, daar geregeld photografische propaganda voor het
toneel wordt gemaakt”.
w*1
Za:
sec
Anr
Nei
A
uitr
dek
dec
uitr
zusl
die
B
ziel
ma<
hur
een
Eur
dez
hur
doo
zor
ricl
voc
bec
I
Ca:
„C<
a:
Guus van Hemert staat met zijn boek
LIEVE HEMEL in twee werelden. Zijn
eerste wereld is die van het rijke room
se leven. We zouden Van Hemert echter
te kort doen als we zouden zeggen .dat
zijn boek zich beperkte tot een zeker
heimwee naar de mooie dagen van wel
eer. De zoete plaatjes op de omslag zjjn
gelukkig een beetje misleidend.
Kortom, Theresia is opgegroeid in een
omgeving die alleen haat en afgunst en
bijna geen liefde kende. Ze leefde volko
men vereenzaamd tussen zusters die ook
Het uitgangspunt van De Spiegel was natuurlijk heel anders
dan dat van bladen als Panorama en Het Leven. De Spiegel
wenste weer te geven, wat zich aan belangrijks voordeed in
het leven, opdat men in alles de hand Gods zou mogen op
merken. Het was als ontspannigsblad bedoeld, maar ook en
vooral een middel om Gods rijk te verkondigen. De Spiegel
wemelde natuurlijk van foto’s van predikanten, kerkeraads-
leden, kosters (in leven dan wel zojuist ontslapen), van
christelijke staatslieden. Uiteraard stond het koningshuis ook
als gegeven van de eerste orde genoteerd.
Kuitert wijst in het bijzonder op Je
zus’ betekenis voor het heden. Christe
nen van nu zien het heil niet meer
uitsluitend in het hiernamaals. Vandaag
ligt het zwaartepunt meer op de vraag
wat de persoon van Jezus zelf als heil in
zich sluit voor het leven van vandaag,
„voor een wereld die voor ons besef in
een uiterst precaire situatie verkeert.”
Volgens Kuitert is Jezus de weg naar
een „nieuwe, bevrijde, ontkluisterde en
ontknevelde manier van mens-zijn.”
Kuitert ziet al signalen: mensen vin-
Boeken als deze zijn zo interessant omdat ze een weer
spiegeling geven van de groep, waarvoor het betreffende
blad bestemd was. Uit deze Spiegel haal je een dwarsdoor-
snee van het orthodox-protestantse deel van de bevolking,
een soort bevroren geschiedschrijving. Je ziet ook hoe alles
zich ontwikkelt en ook zo’n volksdeel mee gaat of moet. Piet
Terlouw is zelf Spiegel-redacteur geweest (van 1946 tot 1969).
Hij weet alles van het blad af. Hij heeft dan ook een boeiende
keus gemaakt uit de vele honderden nummers. Van beide
oorlogen treft men foto’s aan (De Spiegel stopte in 1941).
Kuitert en Schillebeeckx hadden bei
den twee stellingen meegenomen. Eerst
die van Kuitert: als de mens verandert,
verandert ook wat hij als heil ervaart
en daardoor ook de betekenis van het
heil in Jezus. Verder zegt hij dat God
en zijn heil bij ons komen, doordat
Jezus „voor alle mensen een bevrijde
manier van mens-zijn die menselijkheid
voor alle mensen ontsluit. Zonder deze
praxis vervalt de universele betekenis
van Jezus.”
In zijn eerste stelling zegt Schille
beeckx, dat we een Jezus-beeld nodig
hebben dat bestand is tegen de histori
sche kritiek. Ook Jezus kan slechts wor
den herkend in een persoonlijke erva-
i ring, waarbij de kerk een wezenlijke rol
vervult. In zijn tweede stelling zegt
Schillebeeckx, dat het christelijk ant
woord op Jezus slechts kan worden
ontdekt in een kritische dialoog met de
eigen cultuur. „De eigen christelijke bij
drage aan die dialoog komt voort uit de
geloofsovertuiging dat de persoon zelf
van Jezus onmisbaar is voor de bepaling
van wat heil is in welke culturele
situatie ook.” Zijn opstanding uit de
doden heeft het on-heil van zijn dood
een nieuwe betekenis gegeven. Dat
speelt een wezenlijke rol bij het bepalen
wat heil is.
Hoeveel soorten vertalingen zouden er
in de loop der eeuwen gemaakt zijn van
Homerus? Elke leraar Grieks had en
heeft zo zjjn eigen opvattingen en stok
paardjes als het er om gaat de Ilias en
Odyssee in Nederlands om te werken. De
barokke taal van Homerus geeft daartoe
alle gelegenheid.
nooit iets van Jezus weten, als er geen
kerk(en) waren geweest.
De opstanding van Jezus was vanzelf
sprekend een kernpunt van het gesprek.
Schillebeeckx zegt terecht dat er toen
niet alleen iets is gebeurd met Jezus,
maar ook met de leerlingen. Alleen op
grond van hun eigen ervaringen komen
de leerlingen aan de weet wat er met
Jezus zelf is gebeurd en dat Jezus in
hun midden is.
Er zijn al heel wat facsimile-uitgaven verschenen de
laatste tijd. Panorama, De Lach, Libelle om er een paar te
noemen zjjn gecomprimeerd in boeken met de merkwaar
digste, lachwekkendste, curieuze verhalen en foto’s. Het zou
er natuurlek van komen, dat er ook zo’n facsimile-uitgave
van De Spiegel zou verschijnen. Dat is dan nu gebeurd. En
welke uitgeverij kon dat beter doen dan Zomer en Keuning,
die tenslotte het in 1969 verdwenen christelijke weekblad
onder zijn hoede had in de laatste periode? Het boek heet
„Dit was De Spiegel, een boeiend beeld uit ruim zestig jaren
christelijk-nationaal weekbladnieuws (1906-1969)”. Samen
steller is Piet Terlouw. De uitvoering is in dezelfde stijl als
de bij andere uitgevers verschenen soortgelijke boeken, dus
complete pagina’s met tekst of advertenties, overgenomen
van het origineel.
De Naam is openbaar in het punt,
waar God zich blijkt te vereenzelvigen
met het mensenleven van ons allen. Hij
doet dat in de jood Jezus. „In dit
lichtend midden wordt God openbaar als
de God, die vóór de mens is.” Zo formu
leert Ter Schegget het. Jezus is de Naam
van God bij uitstek en in dezen Naam
ligt de eenheid van het oude en nieuwe
testament. En wat betekent deze Naam-
theologie? Dat God in de persoon van
Jezus concreet bij de mensen is en dat
mensen op grond hiervan verplicht zijn
mens te zijn voor hun medemens in ver
wachting van het komende Godsrijk
waarin deze situatie een blijvend karak
ter krijgt.
5Ï
in
gel(
gek
net
bet
De Katholieke Bijbelstichting (KBS)
en het Nederlands Bijbelgenootschap
(NBG) hebben een nieuw project opge
zet: bijbeltekst op geluidsband met het
doel cassettes te maken voor de verkoop.
KBS en NBG gaan uit van de stelling
dat „geloven dus een gevolg is van het
horen van de boodschap” (Romeinen 10,1
7). De bijbelgenootschappen mikken in
het algemeen op groepen die niet in de
gelegenheid zijn een boek te hanteren.
De prijs zal vijftien gulden per cassette
bedragen. De speelduur varieert van zes
tig tot negentig minuten. Als eerste
cassette is verschenen een opname van
psalmteksten uit de nieuwe vertaling van
dr. Ida Gerhardt en dr. Marie van der
Zeyde.
In zijn voorwoord maakt de schrijver
zijn bedoelingen al duidelijk. Dit boek is
er niet op uit de beelden van vroeger
intact te houden. Van Hemert wil duide
lijk maken welke waarden erin schuilen
die dieper en algemener zijn dan die
vormgeving zelf en die de moeite waard
zijn om mee te nemen- Daarmee staat
de schrijver in de wereld van vandaag
en meteen een stukje in de wereld van
morgen. Zoals zovele christelijke auteurs
is Van Hemert optimistisch. Tegen de
geloofscrisis kijkt hij meer aan als tegen
een buitenkant. De christenen, katholiek
of protestant, beseffen dat zij cultureel
armer zijn geworden, maar dé meesten
van hen voelen of beter' geloven dat de
toekomst van het christendom niet, af
hangt van een schone buitenkant.
In zeventien essays wordt deze visie
beeldend en woordrijk tot uitdrukking
gebracht. Naast de roomse gebouwen
worden onder meer hemel, hel en vage
vuur ter sprake gebracht.
Het boek is wellicht meer medidatie-
stof dan ontspanningslectuur. Dat geeft
niet, want als goed boek geeft het te
denken. Als voorbeeld noem ik de slot
regel uit de hoofdstuk over God. Het
oude Godsbeeld ligt in scherven. „En
dan bevat het puin van een stukgevallen
beeld vaak meer schittering van eeuwig
heid dan de zuinig bewaarde voorstelling
uit de kindertijd”. Deze zin is kenmer
kend voor het boek.
Lieve hemel is een uitgave van Ambo-
boeken te Bilthoven. De ondertitel luidt
veelzeggend: denken over het komende
bij beelden die verdwijnen. Het boek is
beeldend geïllustreerd.
Bij gelegenheid van de tachtigste ver
jaardag van prof. dr. K. H. Miskotte is
ML M
In een notedop geeft dit boek het hele
kerkelijke spel om natuur en genade,
zonde en genade, waarbinnen Miskotte
de theologie van de Naam, ontleend aan
de Tenach, heeft geworpen. En daar
kunnen de theologen niet meer omheen.
God is wat zijn naam aanduidt: de
redder van de mensheid, die in verwach
ting uitziet naar de „komende gekome-
nen”. Voor Miskotte is afgoderij alles
wat het zijnde, het bestaande aanbidt.
God is geschiedenis, dynamiek, gebeuren.
Het heilswerk is nog niet af en wij
mensen spelen mee.
THERESIA VAN LISIEUX, le
vende van 1873 tot 1897, is een van
Frankrijks beroemdste heiligen ge
weest. Na haar dood is er, omdat er
vermeende wonderen op haar voor
spraak zouden zijn gebeurd, zelden
een „moderne” heilige zo vereerd.
In een sterk nationalistisch, conser
vatief en antisemititisch Frankrijk
van omstreeks de eeuwwisseling
werd als het ware gezocht naar een
heilige om het afbrokkelend katho
licisme een ruggesteun te geven.
Theresia Martin, zoals ze heette,
nam bijna de plaats in van die an
dere heilige, Jeanne d’Arc.
dicht bij elkaar. Maar boeiend was het wel.
Een samenvattin»; werd gegeven in ’n televisie-uitzending van 't IKOR
„Een laat uur theologie”. Omdat de meeste mensen toen al sliepen, is het
Verleden jaar is een dik boek van Schillebeeckx verschenen: Jezus. Het
verhaal van een Levende. Het was binnen de kortste keren uitverkocht
en er werd veel over gepraat en geschreven, ook in deze krant. Op 7 maart
van dit jaar was in de aula van de Vrije Universiteit in Amsterdam een
groepje belangstellenden bijeen voor een debat tussen de hoogleraren
dr. H. M. Kuitert en dr. E. Schillebeeckx onder leiding van hun collega
dr. J. Veenhof. Aanleiding was het boek van Schillebeeckx. Een vurig
Je ziet foto’s van Kamerleden uit 1906, die later een grote rol
zouden spelen in de landspolitiek, je ziet strandfoto’s (je
krijgt het er warm van als je dat onder ogen hebt); je leest
hoe werklozen zich dienden te gedragen tijdens de crisistijd;
hoe men in zijn maag zat met een race als die per vliegtuig
van Londen naar Melbourne (de Uiver)hoe men te keer ging
tegen het topvoetbal enz. De slotpagina is gewijd aan reacties
van lezers op het verdwijnen van De Spiegel. Er klinkt spijt
over dat verdwijnen in door.
den het niet gewoon meer dat andere
mensen worden onderdrukt en uitgebuit.
Deze instelling vraagt om nandelen. An
ders wordt de boodschap van Jezus on
geloofwaardig. „Hoe nu, als er helemaal
geen beweging ontstaat, als er geen op
menselijkheid bedachte praxis van de
grond komt in en door de christenheid?”
Christenen, aldus Kuitert, krijgen hun
gelijk niet door hun theorie over Jezus,
maar door hun op menselijkheid be
dachte praxis „die als kenmerken heeft
een principieel verzet tegen elke mani
pulatie, elke knevelarij, die een mens
verhinderen te zijn wie hij van Godswe
ge mag wezen; en een even principiële
als daadwerkelijke bijval met alle bewe
gingen die een mens een kans geven
vandaag meer mans te zijn dan gisteren.”
De moeder haakte naar de dood, zelfs
van haar kinderen „omdat ze dan en
geltjes in de hemel werden”. De moeder
stierf jong, het gezin verhuisde uit het
ene benauwende provinciestadje Alencon
naar het andere in Normandië, Lisieux,
waar een oom als voogd de vader in de
opvoeding „bijstond”. Die bijstand was
een verschrikking, want de invloedrijke
oom was een aartsconservatieve felle
katholieke jodenhater, die in de plaatse
lijke krant antisemitische artikelen
schreef en die geborneerd anti-sociaal
was.
I
Denk maar aan de vele lyrische om
schrijvingen van personen en situaties;
aan de bijvoeglijke naamwoorden zoals
de snelvoetige stralende (Achilles). Daar
kun je veel kanten mee op. Maar o wee,
als je vroeger op school een andere kant
dan die van de leraar opging. Gruwelijk
leed, een sombere onvoldoende van de
bliksemende heer achter de katheder was
je deel. Homerus in proza vertalen was
zoiets als een doodzonde. Maar zie: dr.
Jan van Gelder werpt de lezers een Ilias
ih proza toe, nadat hij dat al eerder met
de Odyssee had gedaan. Natuurlijk blijf
je de versvoeten voelen: het is een proza,
aangepast aan de inhoud van het ver
haal, lichtvoetig als het kan, grommend
als het moet. Het is natuurlijk heel wat
anders of je Kuipers vertaling voor ogen
hebt (of wellicht je eigen gestumper van
de schoolbanken) dan die van Van Gel
der. Zaak is wel, dat Van Gelders Home
rus wat gemakkelijker leesbaar is, wat
meer bereikbaar voor iedereen. Waarom
het boek de titel meekreeg „De wil van
Zeus” (met tussen haakjes Ilias) is ons
een raadsel. De Ilias is een begrip. Een
andere naam lijkt ons overbodig. Het
boek werd uitgegeven door Bert Bakker.
H.R.
onder de titel De weg der verwachting
een bundel verschenen bij Ten Have
9,75) met bijdragen van F. Breukel-
man, K. Deurloo, G. ter Schegget en R.
Zuurmond. Het boek opent met Miskot-
tes laatste preek op 20 december 1970 in
de Willem de Zwijgerkerk te Amster
dam. De titel van deze preek is gelijk de
titel van het boek. Het is een onvervals
te prachtige adventspreek die de sfeer
ademt van de verwachting van de Heer.
Daarin worden de gelovigen opgewekt
hun vertrouwen te stellen op God als de
komende en zich niet te vast te klampen
aan het bestaande. De bijdragen van de
vier theologen zijn de bewerkte teksten
van studies die de auteurs aan de orde
hebben gesteld op het symposium te
Amsterdam ter gelegenheid van de tach
tigste verjaardag van hun leermeester.
I
Theresia is eigenlijk kloosterlinge ge
worden om te ontkomen aan grote van
buitenaf opgedrongen schuldgevoelens
en in het klooster goddelijke liefde te
zoeken. Het merkwaardige is één van
haar drijfveren geweest, die ze zelf heeft
onthuld. Ze indientificeerde zich zo sterk
met een drievoudige vrouwenmoorde
naar Henri Franzi, die geheel Frankrijk
in opschudding bracht, dat één van haar
beweegredenen tot de intrede in het
klooster werd om voor het zieleheil van
die man te bidden. Het door haar moe
der ingeprente doodsverlangen en opge
drongen schuldgevoel zocht deze psycho
logisch verklaarbare uitweg.
Juist de psychologische kant van „het
geval Theresia” wordt door de schrijver
uitstekend en vol medegevoel verklaard.
Het is enerzijds een benauwend boek,
omdat je het niet zonder veel mededo
gen voor Theresia kunt lezen, het is ook
een geschrift dat in staat is bewondering
op te brengen voor een meisje dat wel
troost zocht in een klooster maar beslist
geen heiligheid en dat van zichzelf kort
voor haar dood zei dat ze eigenlijk een
„aartsmaterialiste” was, die nooit aan zo
geheten „verstervingen” heeft gedaan.
HEIN STEEHOUWER
Het gezin was aartsconservatief. Vader
en moeder waren voor hun huwelijk
liever beiden monnik en non geworden.
Ze moesten door hun biechtvader wor
den bewogen om niet „als broer en zus”
te leven, maar om tot gods eer kinderen
te krijgen. Dat werden er negen in
dertien jaar, waarvan er vier vroeg
stierven. De overblijvenden zijn alle non
geworden.
eenzamen waren en naar buiten nooit
van genegenheden blijk mochten geven.
Als gebruikelijk bij later heilig-ver-
klaarden kreeg Theresia soms visioenen.
Eenzaamheids-neurose leidt daar nu
eenmaal toe.
gesprek bewerkt tot een boekje dat onder de titel Jezus van Nazareth en
het heil van de wereld bij Ten Have in Baarn is verschenen 7,50). Dat
is een goede gedachte geweest, want het gesprek in de aula van de VU
was beslist de moeite waard, vooral ook door de deelname
uit de zaal.
Het is in het algemeen niet onze ge
woonte om op herdrukken in te gaan.
Soms echter Kap een vroeger aangesne-
den vraagstuk of standpunt op een later
moment opnieuw of eindelijk actu
eel worden. Zoiets is er eigenlijk aan de
hand met „De toekomst der religie”
van Simon Vestdijk, in vijfde druk op
nieuw van Meulenhoff in Amsterdam.
Toen dit uitstekende boek in 1947 ver
scheen, waren velen er niet aan toe.
Vestdijk wist dat hij zijn tijd vooruit was
met een aantal van de belangrijkste con
clusies, vooral in zijn laatste hoofdstuk
over een nieuw type kloosterwezen in de
toekomst. Dat zou een synthese moeten
brengen tussen christendom en boeddhis
me, maar beide mystiek geïnterpreteerd
omdat Vestdijk de mysticus ziet als de
meest geestelijk volwassen mens.
Het boek werd natuurlijk opgemerkt
omdat het van Vestdijk was. Hij is erom
gelaakt en geprezen, maar de kans is
groot dat velen het wezenlijke belang
niet beseften. We zijn nu jaren verder en
een groot aantal van Vestdijks gedachten
is nu ook door anderen zij het niet
precies eender uitgesproken. Het boek
zal nu voor velen toegankelijker zijn ge
worden. Daarom wordt hier op deze zeer
waardeerbare herdruk gewezen. H.S.
i
Over Theresia bestaat een enorme
hoeveelheid verheerlijkende literatuur,
waarin ze wordt geschetst als een „klei
ne heilige” vanaf haar geboorte. Die
literatuur kon ontstaan omdat dit meis
je, dat op haar vijftiende jaar in een
Karmelitessenklooster intrad, zelf veel
heeft geschreven en omdat ook haar
familie zeer schrijflustig was, met name
haar moeder. Uit tal van brieven
is voornamelijk door priesters haar le
ven gereconstrueerd. Het zijn bijna alle,
hoe goed bedoeld ook, vervalsingen.
Jean-Francois Six heeft het vraagstuk
omtrent deze vroege roeping en heilig
heid anders en oprechter aangepakt in
„Je moest eens weten”, met als onderti
tel „De werkelijkheid van Theresia van
Lisieux: neurose en heiligheid”. Het is al
enige tijd geleden bij de uitgeverij Gooi
en Sticht in Hilversum uitgekomen.
Voorop gesteld zij, dat het boek, ver
taald door drs. W. Frijhoff, niet als
Ontluistering is bedoeld. Integendeel, het
toont Theresia in een waarachtige ge
daante als een zeer intelligent meisje
met een echte roeping en een tragisch
„afsterven” in een klooster op jeugdige
leeftijd en vervuld van grote twijfel.
Over die laatste jaren volgt echter een
tweede boek. In dit wordt voornamelijk
de jeugd van het meisje verteld.
En die jeugd was een zodanige ver
schrikking, dat inderdaad de conclusie
voor de hand ligt d'at we mogen spreken
van een zware neurose die het kind het
klooster indreef. De schrijver schetst
zeer uitvoerig en uitstekend, via brieven
uit de familie Martin gedocumenteerd,
in wat voor omstandigheden Theresia
opgroeide.
ygffiip;
dW O'
■te
i. p
s