ilms die een begrip zijn gebleven 7 FILMS 1 j *1 Het menselijke leven van twee kubussen Parijs: wieg van de film 7 9? iO 11 ■m ik Boeiend werkje van Gerrit van Dijk 11111 8 Melodrama 1 N achtvoorstellingen Tachtig jaar geleden I Royal Flash I Amsterdam ji Ontluistering Sü Afscheid van Hollywood The Fortune M 111 I iwüiiiwi Chaplin (rechts) en Buster Keaton delen de kleedkamer in „Limelight’’. zijn grote drijfveren bij het Eer ervan is „Limelight” van Charlie Ihaplin, een van de minst bekende films an de grote komiek, een film waarover eel te doen is geweest en die in ieder eval een keerpunt betekent in een suc- film „Sherlock Jones” met Piet Bamber- gen in Palace, Disney’s „Sneeuwwitje” in Rembrandt met als tegenstelling „L’His- toire d’O”i n Luxor, en een James Bond in Frans Hals. VEEL PROLONGATIES uiteraard de- ze week: „Jaws” in Lido, de Nederlandse •S»' Maar er zijn ook enige amusante pre mières te signaleren. In Roxy gaat „Royal Flash”, een satirische kostuum film, waarmee destijds de Film week Arnhem opende. Hoofdpersoon is de on betrouwbare avonturier Harry Flashman die een los leventje leidt en door zijn brutaliteit in aanraking komt met be- roemheden uit zijn tijd als de operazan geres Lola Montez en Bismarck (Alan Bates). Richard Lester heeft er een kleurige en afwisselende avonturenfilm van gemaakt. En in Studio kan men genieten van een verrukkelijke parodie die Mel Brooks („Blazing Saddles”) ge maakt heeft op het klassieke Franken- stein-verhaal. Gene Wilder speelt de kleinzoon van de beruchte graaf en als hij naar het land van zijn voorvaderen terugkeert, ontkomt hij niet aan de doem ook een monster te moeten creëren, geheel in de f I w Veerig jaar laten, bij de viering van het 80-jarig bestaan in 1975, is alles wat rustiger toegegaan. Van bio- scoopzijde kwamen geen feestelijke initiatieven en alleen het Filmmu seum heeft met vertoningen van oude films en met tentoonstellingen van affiches, programma’s en documenten uit de eerste jaren nadrukkelijk aan dacht geschonken aan het heugelijke feit. Maar met het naderen van de his torische datum waarop de eerste openbare voorstelling, louter gewijd aan bewegende beelden 80 jaar gele den plaats vond in Parijs, ontkomt men toch niet aan de verplichting die gebeurtenis met verstrekkende gevol gen, even in de herinnering op te roepen. lin een preview gehouden van „Lime light in het New Yorkse Bijou Theatre en de aanwezigen bekende journalis ten, filmprominenten en radiogrootheden hadden zolang geapplaudiseerd dat de ontroerde filmer nauwelijks een kans had gekregen tot een dankwoord. De perscommentaren daarentegen waren lauw en kort, zodat de Amerikaanse correspondent van „Le MONDE” veron derstelde dat het de maker van „Lime light” kwalijk werd genomen dat hij zijn nieuwste werk niet in New York maar in Londen ten doop ging houden. Later bleek dat de verregaande terug houdendheid van de Amerikaanse pers geweten moest worden aan haar kennis van de maatregelen die tegen de filmko- miek genomen zouden worden. Twee mannen, Warren Beatty en Jack Nicholson proberen, eerst door een hu welijk, later door moord het geld van een rijke erfdochter te bemachtigen. Ze doen dit echter zo onhandig dat al hun pogingen mislukken. Beatty noch Ni cholson zijn komische acteurs en het geheel wordt daardoor een geforceerde klucht die bijna nergens echt leuk gaat worden. Een onbegrijpelijke mislukking van de regisseur die „The Graduate” en „MASH” op zijn naam heeft staan. testament van de grote komiek moet worden gezien, als een natuurlijke af ronding van zijn werk, ook al haalt deze afronding bijna nergens het niveau van dat werk. vormen werk. Twee jaar geleden maakte Gerrit van Dijk, schilder van huis uit, een aquarel die hij als achtergrond gebruikte voor wat animatie. De combinatie van het stabiele, in fletse tinten uitgevoerde de cor met het bewegingsspel van eenvou dige vormen daarvoor, voldeed goed. Het team van „Butterfly”, Peter Brouwer voor de organisatie en de regie, Nico Crama voor de produktie werd bijeenge roepen, er kwamen meer achtergronden (15 in totaal, uitgevoerd in pastelachtige tinten) en daarvoor speelde zich het „verhaal” af van twee kubussen met uitklapbare wanden die zich vrijelijk in de ruimte bewegen, elkaar aantrekken en afstoten, liefde bedrijven en geluk en verdriet kennen. Net als echte mensen. Om een indruk te geven van ’t werk dat de snel op elkaar volgende vervormin gen van achtergronden en veranderingen in sfeer vereisten, is het nuttig om te vermelden dat aan dit tien minuten durende filmpje ongeveer twee jaar ge werkt is. En dat alles zonder CRM- subsidie! rollende golven, waarvan je weg zou willen vluchten, een tuinman die nat gespoten wordt, begon er de loop in te komen en er waren dagopbreng sten van 2000 a 2500 francs, wat voor Borgo een dagelijks inkomen van 200 en meer francs had kunnen beteke nen als hij wat meer vertrouwen in de uitvinding der Lumières had ge had. Opvallend was dat de beide journa- Het thema van „afrekenen met het verleden” is realistischer, maar toch ook met de nodige pathetiek aanwezig in Sunset Boulevard, gemaakt in 1950 door Billy Wilder. Van Wilder zijn veel films uit zijn „grappige” periode opnieuw in vertoning gebracht: „The Seven Year Itch”, „Some like it Hot”, „The Appart- ment”, „Irma la Douce”, maar zijn beginperiode in Hollywood met „The Major and the Minor” (’42), „Five Gra ves to. Cairo (’43), „Double Indemnity” (”44), „The lost Weekend” (’45) is, met uitzondering van de laatste, nauwelijks bekend en „Sunset Boulevard” is zelfs totaal vergeten. Vandaar het belang van deze reprise die een Wilder op het hoogtepunt van zijn kracht laat zien. Billy Wilder, geboren in 1906 in het ZE vond'plaats in het Grand Café aan de boulevard des Capucines, een café met twee ingangen, met boven een ervan de inviterende naam „Sa lon Indien”. Liep men het trapje af dan vond men in het souterrain een zaaltje van ongeveer honderd vier kante meter met muren die vage oosterse motieven vertoonde. Gérant Borgo wist niet goed raad met de weinig gebruikte ruimte en hij ging gretig in op het voorstel van Clément Maurice, vriend van de Lumières en tegelijk operateur de sensationele uit vinding van de gebroeders in de „Sa lon Indien” bij een betalend publiek te introduceren. Borgo kon 20 pct. van de recettes krijgen, maar de argwanende eige naar wilde liever een vast huurbe drag van 30 francs per dag. Het leek een verstandige keus. Want op die eerste namiddag van de 28ste decem ber 1895 (er waren wat uitnodigingen rondgestuurd aan vrienden, naaste medewerkers, enige v denschapsmen- sen en enkele journalisten van wie er maar twee waren komen opdagen) zaten er 33 bezoekers in de Salon Indien. Opbrengst 33 francs, juist vol doende om de zaalhuur te betalen. Maar toen er rondverteld werd wat men allemaal in de „Salon” voor wonderlijke dingen te zien kreeg: een trein die op je af komt stuiven, TOEN DE CINEMATOGRAFIE 40 jaar bestond, dat was dus in 1935, kon men in ons land toch wel iets merken van een min of meer officië le feestviering. Louis Lumière,71 jaar oud, werd uitgenodigd voor een be zoek en feestelijk ontvangen en toe gesproken, De Groene Amsterdammer had éèn heel nummer gewijd aan diverse aspecten van de jubilares, er kwam een speciale Lumière-week en met speciale voorstellingen van gere nommeerde films werd extra luister bijgezet aan het kroonjaar. De gebroeders Lumière, Auguste en Louis, poseren hier in 1895 alsof ze naar het debuut van hun eerste film kijken. listen bij hun eerste kennismaking met de film tot eenzelfde conclusie kwamen: er was een onschatbare mogelijkheid geschapen straks zijn overleden dierbaren in levende lijve terug te zien. „De Dood heeft opge houden absoluut te zijn” was de con clusie van een van hen en aan die mogelijkheid zullen zelfs de gebroe ders Lumière tijdens hun uitvinding niet gedacht hebben. GEKOPPELD AAN de Nederlandse speelfilm „Elckerlijc”, dus op het ogen blik meedraaiend in het voorprogramma van 33 bioscopen, heeft „cubeMencube” van Gerrit van Dijk een mooie kans om in korte tijd door een groot publiek gezien te worden. En dat publiek zal zich ongetwijfeld best amuseren met deze verrassende tekenfilm die onlangs door een jury werd uitgekozen om mee te dingen naar de jaarlijkse Franse en Italiaanse filmprijzen van 1976. Gerrit van Dijk is geen onbekende in onze kleine tekenfilmwereld. „Vlag” (rechtstreeks getekend op de filmband en „Butterfly 1975,, waren opvallende voorbeelden van origineelen spontaan tekenwerk dat een gelukkige breuk met onze traditie in dit segment van de Nederlandse filmerij vertoonde Ook „cubeMencube” laat zich niet in een vakje dwingen. Wie bijvoorbeeld een in getekende beelden verfilmd verhaaltje verwacht, komt bedrogen uit. Voor Van Dijk is een vertelbare intrige als uitgangspunt iets van bijkomstige aard en zelfs belemmerend werkend. Bewe ging en speelse, associatieve fantasie cescarrière zoals alleen Hollywood in zijn goede tijd mogelijk wist te maken. Het is nodig daarvoor even terug te gaan in de historie. Om te beginnen was „Limelight” de laatste film die Chaplin in Amerika maakte, voor hij zich in een min of meer gedwongen ballingschap in Europa begaf. Op weg naar Europa, zowel voor vakantie als om de première van „Limelight” in Londen en andere Europese hoofdsteden bij te wonen, ver nam de met zijn familie op de Queen Elizabeth varende Chaplin dat de procu- reur-generaal James P. McGranery op een persconferentie in Washington had meegedeeld dat Charles Spencer Chaplin bij zijn terugkeer uit Europa opnieuw toestemming zou moeten krijgen om het land binnen te komen. De lang smeulen de aversie van de Amerikaanse instan ties tegen de ans communist gedoodverf de Chaplin die bovendien zijn Engelse nationaliteit had aangehouden en nooit Amerikaans burger had willen worden, kreeg eindelijk vaste vormen. Het was 1952, het jaar waarin de Koreaanse oorlog zijn hoogtepunt had bereikt evenals de heksenjacht van com munistenvreter Joe MacCarthy. De pro- cureur-generaal maakte van Chaplin’s afwezigheid gebruik om toe te slaan. Voorafgaand aan zijn vertrek had Chap- voorstellen, bewijzen de jeugdportretten van Charlie die in de huurkamer van Calvero aan de muur hangen. „Limelight” werd een familie-aangele- genheid. Behalve zijn zoon Sydney (uit zijn huwelijk met Lita Grey in ’25), speelden nog drie kinderen uit zijn hu welijk met Oona in het begin van de film kleine figurantenrolletjes. En als om de nostalgie van zijn levensherinne ringen te volmaken, haalde Chaplin de toen verlopen komiek van de zwijgende film, Buster Keaton, er nog bij om samen met hem een komisch muzikaal nummer op de planken te zetten. „Lime light” laat een Chaplin op zijn retour zien, maar blijft om diverse redenen een film die men moet gezien hebben, omdat èn film (èn het door Chaplin gecompo neerde „theme song”) begrippen zijn ge worden. griezelige omgeveing met de angstaanja gende geluidseffecten van vroegere Frankensteinfilms. Als gebochelde knecht is Marty Feldman de meest ko mische horror-figuur die men zich kan denken. Hoe dan ook, Chaplin, zijn vrouw Oona O’Neill (dochter van de beroemde schrijver) en hun vier kinderen werden geestdriftig in Engeland ontvangen en algemeen werd de hoop uitgesproken dat de nog atlijd alleen maar officieus ver bannen landgenoot zich in eigen land zou vestigen. Chaplin zelf deed optimis tisch over de mogelijkheden om naar de VS terug te keren, maar dat kan list van zijn kant zijn geweest, want twee maanden na aankomst in Engeland, ver trok Oona in alle stilte naar Hollywood, stelde orde op zaken en kwam met vijf miljoen dollar in contanten terug naar Europa. De Chaplins kochtten een villa in Corsier-sur-Verviers aan het meer van Genève en in het begin van ’53 maakte Charlie de breuk definitief door zijn inreisvisum in te leveren op de Ameri kaanse Ambassade en een afscheidsbrief te schrijven aan het Amerikaanse volk. Daarin stelde hij vast sinds het einde van de laatste wereldoorlog het doelwit te zijn geweest van leugens en propa ganda, afkomstig uit de reactionaire hoek en overgenomen in de rechtse boulevardpers. „Onder deze omstandig heden acht ik het niet langer mogelijk mijn filmwerk voort te zetten en om die reden heb ik mijn verblijf in de VS opgegeven”. Bezien in het licht van deze ontwikke lingen betekent „Limelight” in dubbel opzicht een afscheid. Als laatste film die hij in Amerika maakte, wordt met „Li melight” Chaplin’s Hollywood-carrière afgesloten, maar tegelijk neemt de ko miek die in kleine kring al verklaard had na „Limelight” geen behoefte meer te hebben door te gaan met filmen, afscheid van zijn publiek. Dat hij tóch het filmen niet kon laten en in Enge land „A King in New York” (’57) en „A Countess from Hong Kong” (’66) maakte, doet niets af aan het feit, dat, naar inhoud beoordeeld, „Limelight” als het Oostenrijk-Hongaarse keizerrijk, kwam in Berlijn in contact met de film en maakte naam als scenarioschrijver van het door Robert Siodmak geregisseerde experiment „Menschen am Sonntag” (1930). Vluchtend voor Hitler kwam hij via Frankrijk in Hollywood terecht, waar hij talrijke scenario’s schreef, o.a. voor Garbo’s „Ninotchka”. „Sunset Boulevard” is een eerste po ging om Hollywood als broedplaats van kunstmatige dromen, valse verwachtin gen en harde zakelijkheid te ontmaske ren. De ster-op-retour is ditmaal de eens aanbeden actrice Gloria Swanson (door haarzelf op 52-jarige leeftijd gespeeld) die droomt van een come-back en daar voor een jonge, werkeloze scenario schrijver (William Holden) in haar ba rokke villa aan de Hollywoodse Sunset Boulevard binnenhaalt en hem tot haar scenarist en minnaar maakt. Samen met haar huisknecht die eens haar regisseur was (Erich von Stroheim) en met haar nieuwbakken amour bekijkt zij ’s avonds in haar privé-showroom haar vroegere succesfilms en in de grote stijl van die oude melodrama’s doodt ze haar min naar als ze ontdekt dat hij haar on trouw is. Het ontluisteren van de droomstad Hollywood door een onbescheiden blik te werpen achter de facades van Sunset Boulevard, d.e boulevard waar eens de sterren in pracht en praal en onbezorgd leefden, is Wilder niet in dank afgeno men. Niettemin bracht zijn sardonische visie in dramatische vorm op het toen al wankele Hollywood een reeks film» van soortgelijke kritische instelling op gang als Aldrich. „The big Knife” of Mankiewicz „The barefot Contessa”. Maar Billy Wilder heeft de eerste steen in de stille vijver durven werpen en door die unieke daad is zijn film, hoewel nooit populair, een begrip geworden, een van die overgeleverde hoogtepunten in de filmerij, waaromheen men niet kan als men iets van de geschiedenis van de nu 80-jarige film wil begrijpen. Dat door de film toenmalige actuele grootheden als Cecil B. de Mille, top- roddelaarster Hedda Hopper, Buster Ke aton, een van de directeuren van War ner Bros,- H. B. Warner en nog wat minder bekende grootheden lopen, ver hoogt de authenticiteit van het scenario dat van de hand is van de vindingrijke Charles Brackett, jarenlange medewer ker van Billy Wilder uit de tijd toen deze nog schreef in plaats van regisseer de. TOT DE Amsterdamse premières van deze week behoren de reprises van twee nostalgische hoogtepunten uit het verle den die op deze pagina uitvoerig onder de loep genomen worden: „Limelight” van Charles Chaplin die in De Uitkijk terecht is gekomen en „Sunset Boule vard”, Billy Wilder’s ontluistering van Hollywood met Gloria Swanson, William Holden, Erich von Stroheim en vele mderen die in Calypso te zien is. Voor een derde, maar nu „echte” pre mière moeten we naar het Leidseplein Theater waar „The Fortune”, een slap- stick-comedie, spelend in de jaren dertig, van Mike Nichols te zien is. William Holden vertrekt uit het huis van de vertwijfelde Gloria Swanson in „Sunset Boulevard”. schokten Hollywoods droomwereld 0P DE BIOSCOOPAGENDA komt nrkelijk een aantal bekende stokpaard- ts voor, oude films die op een of ander mier tot de verbeelding van het pu- liek zijn blijven spreken, en met de i igelmaat van een klok in reprise ge- richt worden. „Ben Hur”, „Sound of 3 lusic", „My fair Lady”, „The Fall of the man Empire”, in het algemeen dus ijbelse spektakelstukken of musicals ie goed in het gehoor zijn blijven ggen. Er schijnt nu een nieuw criteri- n in omloop te geraken waarop het rtugbrengen van bepaalde films wordt i trechtvaardigd: de magische klank van i titel van een film die zo vaak terug- eert in beschouwingen en in populaire teken over filmhistorie dat de nieuws- ierigheid naar de film achter de titel rote vormen is gaan aannemèn. Ueen op die manier valt te verklaren it tegen het einde van dit jaar of I uromtrent twee films terugkeren die i hun tijd geen grote publieke succes- m waren maar nu op hun vage titelre- utatie mogelijk klantjes trekken. In „Limelight” brengt Chaplin ons naar het Londen van voor de eerste wereldoorlog dat hijzelf maar al te goed heeft gekend als aankomend komiek bij de variétégroep van Fred Karno. Zelf speelt hij nu de eens beroemde vaude- ville-artiest Calvero die een armelijk bestaan leidt en op zijn vroegere roem nauwelijks meer een optreden van enig belang weet te krijgen. Er komt een jonge vrouw in zijn leven, de balletdanseres Terry (Claire Bloom), als deze op haar kamer in het pension waar ook Calvero onderdak heeft gevonden, een poging tot zelf moord onderneemt en tijdig van gasver- stikking wordt gered door het energiek ingrijpen van de grijzende variété-ko- miek. Als ze op zijn kamer herstelt van de gevolgen van haar wanhoopsdaad, doet hij alle pogingen haar de schoon heid van het leven aan te praten met als gevolg dat ze geneest van een tijdelijke (hysterische) verlamming in de benen, maar bovendien verliefd op hem wordt. Al dan niet terecht ziet Calvero deze gevoelens aan voor gesublimeerde dank baarheid en verdwijnt uit haar leven en wordt straatmuzikant. Hoe handig Chap- toen was, zich bok verstopt achter de wat zonder het befaamde snorretje en met de grijze kop van de 63-jarige die hij toen was, zich ook verstopt achter de at larmoyante figuur van Calvero, het is duidelijk dat hij de filmvermomming gebruikt om wat eigen levensfilosofie en theorieën over het vak van komiek te kunnen spuien. Door bij een benefietvoorstelling een dodelijke val in de orkestbak te maken, lost hij de gecompliceerde gevoelens die het danseresje Terry voor hem koestert, op en maakt de weg vrij voor haar sluimerende gevoelens voor de knappe pianist van het ballet (waar zij intussen tot ster gerezen is), een rol die Chaplin voor zijn zoon Sydney Chaplin heeft gereserveerd. Stervend in de coulissen, maakt hij nog juist de triomf van Terry als prima ballerina mee. Niemand zou het in 1952 gedurfd heb ben met een dergelijk sentimenteel ver haal in de bioscoop te komen, niemand behalve Chaplin die van het huilerige gegeven „een monsterlijk mooi melodra ma” maakte, zoals een Frans criticus schreef. Anderen waren minder tevre den, maar men was het erover eens dat de filmer een gevoelige balans had wil len opmaken van de vreugden en teleur stellingen van de „Tramp Comedian”, zoals Calvero-Chaplin zich noemt. Dat zij in de film een en dezelfde figuur I „Limelight” en „Sunset Boulevard 1' - Blokken worden mensen in „cubeMencube” van Gerrit van Dijk. „BOMALARM op de Titanic” sugge reert al de rampfilm die Frans Hals ’s nachts vertoont, terwijl als passende nachtfilms in Lido („Jaws”) „Prime Cut” gaat, een gangsterfilm met Lee Marvin die zich grotendeels in een vleesfabriek afspeelt en in Luxor (met zijn „L’Histoi- re d’O”) ’s nachts „De getemde Feeks” met het duo Taylor-Burton ook wel op zijn plaats is. Roxy komt met „The Graduate”, het geestige debuut uit ’67 van Mike Nichols en van de acteur Dustin Hoffman en in Palace is er Belmondo als „Le Magnifique” een schrijver van sensatieromans die zijn bedenksels in werkelijkheid beleeft. En voor de kinderen „Pim Pandoef” in Studio en het Pink Panter festival in Palace. ri'P’ Sft*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 9