Men is moe van die spandoeken Het grote probleem is die midddenstandsmentaliteit rij Éi Jlll ri ïl IS W i Toekomst door Rolf Stallinga Socialisme Vriendjes Somber Inpakken 111 Z A DECEMBER 1975 ZATERDAG 2 7 door Rolf Stallinga I af i I ia 3 a. I bffl -1 -j. J...; w3g|i „Zo’n gijzeling is doodeng natuurlijk, maar ook zeer nutteloos en vruchteloos. Punt is dat het nog altijd minder vaak gebeurt dan andere geweldsvormen: er gaan nog steeds meer mensen dood doordat ze te dicht op elkaar rijden. Maar Jezus, als gewone burgerlijke Nederlander zeg ik dat ik het afwijs. Je komt wel op grensgevallen terecht als er gigantische belangen spelen zoals bij ons het verzet in de oorlog. Toch blijft dat altijd het alibi dat geweldplegers gebruiken. Wat is oorlog? Fanaten als de IRA en de Palestijnen maken het zich makkelijk door zich dat aan te praten. We hebben net dertig jaar oorlog in Vietnam achter de rug die nooit verklaard is. Het griezelige is alleen dat het steeds meer op pure misdaad gaat lijken naarmate het belang, dat op het spel staat, kleiner wordt. Dat fanatisme, langs rationele weg kan ik het misschien wel volgen maar, gevoelsmatig heb ik er geen enkel begrip voor want ik ben geen fanaat. Ik kan me dat gevoel ook niet voorstellen - behalve tijdens de bezetting dan - maar dat soort grote politiek, daar sta ik vreemd tegenover. Tk mis misschien een nationaal gevoel”. f te r:. M A HBBB Mi I - JAN BLOKKER BEKIJKT li® -fW toto’s Arthur Bastiaanse POLITICI MET ARGWAAN bbtSi t Jan Blokker staat met een koffiekop in zijn hand enigszins beduusd in zijn royale werkkamer in Amsterdam-Zuid. Omringd door tientallen meters boeken en buitenlandse bladen die hij met de eetlust van een olifant nuttigt. Journalisten maken er doorgaans een troep van, zo niet Blokker. De ruimte ademt orde en netheid. Toch zegt hij „Ik ben altijd waanzinnig verstrooid geweest, maar ik kan ontzettend slecht tegen niets doen. Dan komt de verveling. Relaxen. niets voor mij. Ik zou voor geen goud een tijd lang in een zonnig land op mijn rug willen liggen. Als ik een weekeind naar Friesland (daar heeft J.B. een tweede huisje en daar woont ook zijn met een Friese paardenfokker getrouwde dochter) ga, neem ik acht boeken mee. Ja toch een neurotische aanleg. Bij mij mag geen seconde passeren of ik moet iets bij de hand hebben’’. De levensloop. Jan Blokker, 48 nu, komt uit een liberaal nest waar in de crisis tijd redelijke armoe heerste. Vader werkte op een effectenkantoor maar zijn inkomsten waren al even onvoorspelbaar als de koersen vandaag de dag. Hoe het was gegaan, bleek op oudejaarsavond als er toast met paling op tafel kwam. Tegen de oorlog werd het maaltje paling steeds doorzichtiger. Toch een .beschutte en gezellige’ jeugd waarvan hij in zijn latere huwelijk de traditie van een hecht gezinsleven („Sinterklaas is nog altijd heilig bij ons”) inbouwde. Maakte zijn studie geschiedenis niet af, schreef een met de Reina Prinsen Geerlingsprijs bekroonde novelle en kwam bij Het Parool terecht. Later, als film-criticus van het Algemeen Handelsblad en als medewerker van „Zo is Het” kwam de doorbraak. Hoewel zijn baan als televisieprogrammaleider van de VPRO hem opslokt, is hij het journalistieke handwerk middels spottende stukjes in De Volkskrant trouw gebleven. en politiek is toch macht. Dat betekent tegelijkertijd geschipper en gescharrel. Ik ben geneigd politici daarom zo erg te wantrouwen omdat ze spelen met macht. Dat is altijd gemengd met persoonlijk fanatisme in het ergste en zelfbevredigingsbehoefte in een minder erg geval. Die mensen zijn nodig maar het zal me niet weerhouden hun bedoelingen met argwaan tegemoet te treden. En die argwaan wordt groter naarmate ik het einddoel niet meer zie of vrijblijvend vind. Een partij als de PPR heeft op papier prima doelstellingen maar tegelijk raakt men er op een rare manier mee op drift. Op die halfzachte, typisch Hollandse zachteiïge manier. Ik heb meer bewondering voor een Den Uyl of Van Riel dan voor dit soort afgevallen priesters”. Geeft dat frustratie? „Tuurlijk, maar als je vraagt of ik er onder lijd dan zeg ik nee. Als je erop uit bent om heel Nederland in tien jaar om te turnen dan weet ik zeker dat je daarin niet slaagt. Maar dat wil ik ook niet. Aan de andere kant zijn er toch wel dingen die een kleine verandering in mentaliteit hebben gegeven. Neem Van Oekel: eerst kijken ze als kippen naar het onweer, vervolgens wil men de VPRO opblazen en tenslotte krijg je de situatie dat de mensen schreeuwen: Waar blijft Van Oekel? Daarmee moet je oppassen want je weet niet precies wat voor mensen dat zijn. Vermoedelijk zijn het dezelfde die ons drie jaar terug verrot scholden. Het aantal reacties dat ons persoonlijk bereikte, viel nogal tegen. Het waren er dertig of veertig, geloof ik. Je krijgt brieven als „We willen Van Oekel terug want jullie brengen al genoeg cultuur. Bij zoiets word ik wantrouwig, denk ik: dat is relax-publiek. Voyeurs, die Van Oekel leuk vinden omdat er wel eens een blote meid in zijn show voorkomt”. „Van Oekel vind ik persoonlijk prima. ■.ardige man, maar mijn voorkeur gaat toch uit naar de eerste shows van Haché en Servet. Dat is de absolute doorbraak geweest in de opvatting over amusement. Het rare is dat het Van Oekel-jargon nu gemeengoed is geworden, terwijl zo’n programma eens in de zes weken op het scherm komt. Die hele sub-cultuur is toch wel het genie van Wim Schippers”. „Het rare van televisie is dat er maar zelden over wordt nagedacht. Ik heb overigens weinig contact met de omroepwereld. Koos Postema' zei eens tegen me over een bepaald programma: Dat kun je niet maken want het gaat om een massa-medium. Dan vraag ik me af: Wat is massa en wat is. massa medium?” „Het enige wat ik kan verzinnen is dat, als ik centen had, ik weer graag de studie zou opnemen die ik destijds in een onbezonnen moment heb afgekapt. Geschiedenis interesseert me. Ik zou de rest van mijn leven best achter een schrijfmachine willen zitten, maar aan de andere kant kan ik me ontzettend slecht voorstellen dat ik dat ook doe. Het is misschien Freudiaans ik wil toch altijd naar een resultaat toewerken’. (De verwarring aan het begin van het gesprek is terug als Blokker beslist dat er een drankje op tafel moet komen. Op zo’n moment beweegt hij zich als een kamergeleerde die op zoek is naar zijn bril. De tongen worden gesmeerd met Berenburg.) thuis kwam. Dat was het enge in mij, ik had een fobie van: ze lopen weg. Sloop ’s nachts de trappen af dat is me later bij losse vriendinnen van pas gekomen om te luisteren of mijn ouders er nog wel waren. Ik was een nakomertje”. „Ik vind het ook erg maar ik geloof niet dat je het kunt tegen gaan. We zitten nu in de nadagen van Van Duyn en de na-kabouters. Er kan straks een nieuwe generatie komen, die zegt: Wat moeten we met al die auto’s en die andere troep. Terwijl oude mafketel van een vader naar mgr. Beckers zat te kijken, zaten de Beatles al op het andere net. Veronica: je kunt zeggen dat de jeugd in een stuk illegaliteit is opgegroeid. De jonge generatie wil gewoon af van dat Duys-gelul. Brandpunt? „Gezeur”. en bli va ne dij on cn de sic de ba ve st: loi le ge w> he na er je va ■i' I hi; scl zij iec taj pa ge ga so; na tv- wc scl is vc go ui' ba ee pa JE sp „H ell ee en de ha 1 vij po: gei die sta sta he' br; Sli ho tw vo kij ov jai ge of je hi gr ri; st gr ge Pi w w re Bi ke vc m is Maar er is in vijftien jaar wel een samenlevingspatroon ontstaan dat niet meer vergelijkbaar is met toen. Het enige is dat ik zo weinig nieuw talent zie komen. Ik laat me meestal nogal laatdunkend uit over de journalistiek. Neem nou de school voor journalistiek: ik ben bang, dat de mensen die in die jaren toen iedere vorm van discipline taboe was er af kwamen, niet zo 18 karaats waren als de school er eerder was geweest. Er is natuurlijk een samenhang met al die emancipatieprocessen. Ze zijn nodig, want de wereld moet vooruit, maar in de eerste plaats zit er een portie flauwekul bij. Je hebt altijd boerenlullen die geen cent waard zijn en in de tweede plaats gooien zulke bewegingen de fundamenten van de maatschappij weg. Terecht, maar het is wel lullig want je bent al je houvast kwijt. Wat we nu doen, is gewoon een paar oude rekeningen afbetalen”. Ook verwachtingen. Dat elastiek is gerekt en gerekt vanaf het moment dat we allemaal op de Dam stonden om Claus uit te jouwen tot aan de bezetting van het Maagdenhuis. Toen was het ineens op. Na die lange periode van opengooierij moest er een reactie komen. ri En nu? „Ja, wat is bang? Mijn kinderen soms, ja. Voor de dood ben ik niet zo bang. Ik ben nu 48 jaar en het is natuurlijk wel zonde dat er nog zo weinig over blijft. He is het gevoel dat je op vakantie hebt als je de laatste week in gaat. Nee, met de toekomst ben ik niet erg bezig. Tenminste niet in relatie tot mezelf. Mijn toekomst is de dood en tussen dit en dat moet je doorgaan. Ik heb eigenlijk in geen enkele fase van mijn leven duidelijke doelen gehad”. Wat zou hij erg graag nog willen? het Handelsblad is de meest makkelijke vorm van journalistiek. Dat is niets. Toen ik naar de VPRO ging gaf dat bepaalde verplichtingen. Als ik dat van te voren had geweten, had ik vermoedelijk gedacht: dat kan ik niet en dat wil ik ook niet. Maar je kunt meer dan je denkt”. Hij lacht. Schuchter. Hij noemt zichzelf kwetsbaar en zeer gevoelig voor kritiek, maar gebruikt datzelfde wapen met de nodige fantasie in zijn Volkskrantcolumn. „Dat kost me wel eens moeite, maar er zijn echt mensen waar ik de pest aan heb. Representanten van bepaalde bewegingen, huichelachtige christenen, modieuze mensen, fanaten. Kijk, we blijven een volk van theologen en er zit nog erg veel van die religieuze boodschap in bij clubhuisbesturen die met spandoeken de straat opgaan. Het De mensen zijn somber geworden. „Zeer, ja. Waarom weet ik niet maar de meest voor de handliggende verklaring is dat er aan het eind van de zestiger jaren ontzettend veel dingen zijn losgekomen. - Blokker schildert zichzelf ais een brave huisvader die niet zo nodig moet. „Ik heb geen rijk maatschappelijk leven. Dat speelt zich af in mijn gezin en Hilversum. Vroeger was dat zo: ik z was geen jongen met twintig vriendjes. Soms had ik er wel behoefte aan maar ik deed er geen moeite voor cm ze te houden. Het was meer een status. En nu? Ik heb ze niet maar dat komt misschien omdat ik erg resultaatgericht ben. Ik lijd er niet onder omdat ik toch wel makkelijk contacten leg. Vroeger was ik tamelijk verlegen, ja, en soms is die drempelvrees er nog. Ik heb nooit veel verantwoordelijkheid gehad. Veertien jaar filmstukjes schrijven in - - - Zat als „rooie rakker” onlangs in het programma ZI tegenover de liberale uitbuiker Van Riel. Hoe was dat? „Men dacht: dat zal wel ruzie worden, maar daar ben ik geen moment bang voor geweest. Ik vind die man prima. Van Riel is een van die weinige schilderachtige figuren die er in de Nederlandse politiek bestaan. Enorm wat er onder die dikke buik aan liberalisme overeind is gebleven. Waar ik vooral tegen op kijk is die man zijn politiek- zijn. Hoe dat kan is me een raadsel. Ik zou geen politicus kunnen zijn omdat voor mij eerder primair emotionele dingen spelen dan belangen. Na afloop complimenteerde Van Riel me met die Volkskrant-stukjes. Maar waarom, zei hij, schrijft u ze niet in De Telegraaf meneer Blokker. Dan heeft u toch een veel groter bereik”. „Wat hij kan is de dingen scheiden. Als hij zegt dat de Tros gelijk heeft, dan meent hij dat. Niet omdat hij normale verontwaardiging in zijn middenrif voelt opkomen maar omdat het politiek gunstig is. Vernieuwing is niet goed; je moet de mensen inpakken. Dat fenomeen zal ook wel bij de linkse en christelijke politici spelen”. Heeft hij er een afkeer van? „Dat is een te zwaar woord, maar macht veroveren is iets dat me vreemd is. Een ambitie die ik absoluut niet in huis heb Blokker verfoeit de middenstands- mentaliteit waarmee het vaderlandse gebeuren doordrengt is. Hoe ziet hij het socialisme? „De tragische paradox van het socialistische denken van deze eeuw is dat ze zo ontzettend niet geslaagd zijn in hun intenties. Na het bijtrekken van de onrechtvaardigheden van de formele democratie, moest dan ook komen wat Den Uyl in zijn jonge jaren de kwaliteit van het bestaan noemde. Dat is mislukt. De socialistische cultuur, die nergens bestaat en zeker niet in een welvaartsstaat als Nederland, is een illusie gebleken. Het oude ideaal van de Vara was: je moet het volk verheffen. Geef ze goede muziek en verheffende toespraken. Maar mensen vinden dat niet leuk. Bij de Avro vonden ze het veel leuker. De grootste krant is nu niet Het Vrije Volk maar de Telegraaf en de grootste omroep is niet de Vara maar de Tros. Hoe dat doorbroken moet worden, weet ik niet. Het is een proces dat verband houdt met de welvaartsontwikkeling. Je vindt geen arbeiders meer die geen brood hebben om op te vreten. Je hebt nu rijke en minder rijke middenstanders. De tegenstelling tussen links en rechts is ook tamelijk fictief. Den Uyl heeft de pech dat ie met zijn Keerpunt net in een crisis terecht kwam maar er is natuurlijk geen wezenlijk ander beleid dan vroegere kabinetten hebben gevoerd. Van der Stoel is een droogstoppelige heer, iets aardiger dan Luns of Schmelzer, maar het is meer een kwestie van mentaliteit dan van overtuiging”. Zijn gefoeter over politieke manipulaties wordt onderbroken als zijn twaalfjarige zoon Huib zich aan de telefoon meldt. Een vertederde vader zegt: „Hallo, dag kereltje.Zegt dat zijn kinderen erg belangrijk voor hem zijn en dat zijn bezorgdheid om hun lot zo ver ging dat hij bijna de politie belde als ze ook maar een half uur te laat waren. We begeven ons tussen de coulissen van de VPRO. „Ik denk dat je niet zoveel kunt doen als televisie. Ik geloof totaal niet in de mogelijkheden van mijn eigen tv dat die invloed op de ontwikkelingen in de samenleving heeft. In de zestiger jaren heeft het zeker openb-rekend gewerkt, maar dat is voorbij en de tv is gewoon een verbruiksding. Het staat ergens in de hoek en je kijkt er naar, maar het rendement is twiifelachtig” gaat nog zo vaak op een zendelingen manier, mensen die maar aanlullen en nooit verstandelijke correcties toepassen op hun emotionele behoeften. Iemand kwetsen is een groot probleem. Ook bij de televisie. Hoe komt ists over? Je werkt vanuit een veronderstelling dat degene die je boodschap ontvangt toch-meer van je weet dan hij kaal in huis krijgt. De VPRO heeft de naam een linkse, dwarse of elitaire omroep te zijn. Zo’n programma dat we uitzonden over de joodse lobby in Amerika, sommigen zagen daarin anti-semitische tendensen terwijl de integriteit van de bedoelingen aan geen enkele twijfel onderhevig was. Bij zoiets ben ik dagenlang van de kaart. Als de EO dat had uitgezonden, was er geen vuiltje aan de lucht geweest. Ik bedoel maar”. Gebrek aan nieuw talent.' we praten over het nieuwe literaire blad „Hollands Diep”. Carmiggelt keuvelt met Reve, Mulisch en Donner zorgen voor het andere koppeltje en zo zitten we meteen midden in de „nieuwe Hollandse incrowd”. Blokker: „Precies, het is klein. Maar wat wil je? We zijn een ondramatisch land met geen enkele tegenstelling. De kwaliteit is in de totaliteit dus ook veel minder aanwezig dan in Amerika. Het kan dus niet en daarom wordt zo’n blad wel naar de middelmaat toegezogen. Wil je zoiets in Nederland maken, moet je het eens per halfjaar doen. Eigenlijk zou je in Nederland ook niet elke dag maar eens in de week televisie moeten uitzenden. Maar ja, jezus Terug naar Blokkers beschermde jeugd, de angst die hij als kind had voor duisternis. „Tot m’n twaalfde was ik er doodsbang voor. Ik sliep met mijn broer, die veel ouder was, op zolder. Ik geloof niet dat ik ooit geslapen heb voor hij Zou hij de baas willen zijn in Hilversum? „Nee. Dat soort macht ambieer ik niet en bovendien ben ik een tamelijk principieel voorstander van ons bestel”. Hij ziet de opmars van Veronica („Ze zijn in het geheim bezig straks de B-status te bereiken”) en een verdere afbrokkeling van de zuilen. „Natuurlijk gaat dat kapot”. En de VPRO? „De kans dat wij over de kop gaan, acht ik nul. Ik denk dat deze omroep iets vertegenwoordigt waarvoor altijd wel honderdduizend mensen zijn te vinden tot en met Van Riel toe. Dat hebben we gemerkt. Toen, na die uitzending met die namaak-koningin liepen er binnen drie weken 20.000 leden weg. Maar als je goed aan de bel trekt, heb je er zo weer 30.000 bij. Ik vergelijk zoiets altijd met het doortrekken van de wc. De stortbak vult zich weer. Het huidige bestel is prima. Een staatsomroep? Dan ga je er echt onderdoor. Als de VPRO verdwijnt is de Vara allang van A- naar B-omroep getuimeld en de andere zuilen ook. Het is niet toevallig dat de Tros het met een verbeeldingloze, soort superboerenlul als Landré van niks brengt tot gigantische hoogten. Het is de maatschappelijke tegenstroom. De mensen zijn moe van al die spandoeken en willen uitblazen bij de Tros. Zo is het. Met Veronica gebeurt hetzelfde. Straks heb je het grote midden: Tros, Avro, Veronica”. t.ift AM ft e l I 'S j F ,i:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 18