Held van de Avenida Casper Libero wil Sylvesterloop nog een keer winnen HERMENS: HET IS EEN HAPPENING z In het voordeel Held Mg door Pieter Mui Uitdaging Goeie vorm i s I f s iF h Sao Paulo 1966 I i®. Gaston Roelants achter de schildersezel met zijn'dochtertje. Roelants zegt ze niets, maar Gaston uit Belgica kennen ze allemaal massa’s in vards zijn natuurlijk schatten. In de jaren bijvoorbeeld na de wereld oorlog waren op de luchtmachtbasis in de buurt van het ouderlijk huis nogal wat Amerikanen gevestigd en van hen kreeg de jonge Gaston scheepsladingen chocola en chocolademelk. Roelants was er gek op en thuis had men pas in de gaten waarom zoon nummer drie altijd met veel chocola kwam aandragen toen vader Roelants opeens opmerkte dat de kippen al tijden van de leg af leken Gaston dreef met de Amerikanen een levendige ruilhandel. Omdat zoonlief een hekel had aan veel boerenwerk dwongen zijn ouders hem veel aan zijn school- 1 l 1 l Traditioneel proberen de militairen en politiemannen bij de start de Zuidameri- kanen voor te laten gaan, de Europea nen worden gehinderd. En vooral Roe lants, de favoriet, proberen ze tegen te houden. Vorig jaar stond ik er met Zjos en die zag zeer ongelovig toe bij wat ik deed. Je moet dat namelijk een beetje filosofisch aanpakken. Dus zeg ik tegen die soldaten amigo, come estas” en ik lach wat en sla ze op de schouders. Dan krijg je geen moeilijkheden, hé.” „Ik was uitgenodigd om niet te lopen,” herinnert Roelants zich. „Ik moest me alleen maar laten huldigen, interviewen enzovoorts. Maar daar had ik geen zin in. Ik wilde meedoen maar een half uur voor de start stond ik nog bij de autori teiten. Ach, voor die mensen gaat het om de feesten en de ceremonieën. Een kwartier voor tijd kon ik me pas omkle den, dat is natuurlijk geen goede voor bereiding maar toch werd ik nog acht ste”. Maar in Jos Hermens bezit ons land sinds een paar seizoenen weer een loper van wereldklasse en vriend Roelants (door de Nederlander ont troond als houder van het werelduur record) bezorgde Hermens verleden jaar een invitatie. Dc Nijmegenaar was na een voetoperatie (verwijde ring slijmbeurs) pas drie weken in training maar eindigde niettemin op een verdienstelijke zestiende plaats. „Sao Paulo is al een geweldige bele venis. Als je ziet in wat voor omstan digheden de mensen daar leven Die loop zelf, dat is een happening. Ongelooflijk veel mensen, confetti uit de ramen, een orgie van lawaai en vuurwerk. Zelf had ik nogal wat moeite met de vochtigheid. En dat eerste stuk omlaag gaat in een enorm tempo, je moet gewoon afremmen. Ik herinner me dat een Braziliaan een tjjdje voorop liep, nou dan worden ze helemaal dol. Andere lopers wor den dan gehinderd door motoren. Vooral als je op kop gaat moet je volgens mij worden vergeven van de uitlaatgassen. Dit jaar kan ik er niet heen want eind december ben ik al in Nieuw Zeeland maar volgend jaar ga ik er weer graag naar toe.” den in een carnavalsstemming, 's Mid dags beginnen die mensen op Oudjaar al te drinken en dat gaat zo’n dag of drie door.” Haico Scharn was tot vorig jaar de enige Nederlandse atleet die aan de Sylvesterloop had deelgenomen. Dat gebeurde in 1966 en Scharn bracht het er niet best af. Ondanks het feit namelijk dat hij nauwelijks hersteld was van een blessure achtte de Arn hemse atleet zich fit genoeg aan de start te verschijnen in Sao Paulo. Het werd een fiasco Scharn eindigde als 92ste en Nederland ontving nooit meer een uitnodiging. Roelants, nog altijd goed genoeg om in de Belgische landenploeg uit te komen op de vijf of tien kilometer, is Tweede Kerstdag vertrokken voor zijn zoveelste Corrida. „Ik ben in hele goeie vorm. Omdat de Landencross dit keer al eind februari is, een maand eerder dan nor maal, ben ik vroeger aan het crosssei- zoen gaan deelnemen. Te oud om te winnen ben ik zeker niet. Leeftijd heeft er niets mee te maken. Je moet je alleen beter verzorgen en de training aanpas- sen, maar dat is normaal. Alleen krijg ik steeds meer verplichtingen. Ik ben voorzitter van het atletencomité en lid van de Olympische comiteit. Gelukkig deel ik mijn werk zelf in, ik kan trainen gelijk ik wil”. De grootsten onder de winnaars van deze zware loop zijn de Argentijn Sua rez (nummer één in 1958, ’59 en ’60) en Gaston Roelants, de Belgische veteraan die recordhouder is met vier overwin ningen. „Held van de Avenida Casper Libero” is een van de juichende kreten die de fameuze atleet uit Leuven ten deel viel en bij de lustrumviering vorig jaar was de nu 38-jarige nestor van de Belgische atleten het middelpunt van festiviteiten. Met veel pracht en praal benevens omhaal van woorden moest Roelants zich de Oscar laten overhandi gen voor de meest succesvolle atleet uit de Sylvester-historie. Nu heeft Roelants wel reden met zichzelf ingenomen te zijn. De boeren zoon uit Opveld (tussen Leuven en Tie nen) veroverde zijn eerste Belgische ti tels in 1959 toen hij 22 jaar oud was. Kampioenschappen die werden behaald in Roelants specialiteiten: de veldloop en de 3000 meter steeple chase oftewel hindernisloop. Op dat laatste nummer beleefde hij in 1960 zijn eerste Olympi sche Spelen. Hij eindigde in Rome als vierde in de finale van de Steeple, het nummer waarop hij in 1962 in Belgrado Europees kampioen werd. In dat jaar won hij ook de landencross in Sheffield. In Sao Paulo, Brazilië’s grootste stad met 6.2 miljoen inwoners, concentreert het feestende geweld zich rond een par koers van bijna negen kilometer waar ieder Oudjaar opnieuw tien minuten voor middernacht het startschot klinkt voor de Corrida de San Silvestre. Ofwel, de Sylvesterloop waar topatleten uit tientallen landen een stratenparkoers gedurende een kleine 25 minuten af- en oprennen. Een evenement dat door hon derdduizenden toeschouwers wordt bege leid met fantastische vuurwerken, orka nen van lawaai uit sirenes, toeters, van allerlei bands van motorgebrul en ga nog maar even door. Een volstrekt unieke manier van Nieuwjaar vieren, niet in het minst voor de deelnemende atleten uit alle hoeken van de wereld. Het gros van die Europese deelnemers moet de overtocht zelf betalen. Spiridon, een Zwitserse club van langeafstandslo- pers organiseertde laatste jaren een charter naar Brazilië. Jongere en oudere, goeie en minder goeie lopers mogen inschrijven. Het verblijf in Sao Paulo komt voor rekening van de huidige or ganisatrice, de Gazette Esportiva, die er verleden jaar 150.000 dollar tegenaan gooide. Roelants en andere vedetten (of hun vrienden) worden uitgenodigd en hun kost het dus geen stuiver. „Na die loop doe je met de feesten, dan heb je een paar dagen voor je zelf. Ja, die armoede daar is natuur lijk verschrikkelijk maar dat heb je overal. Dit jaar heb ik bij de voorronde voor de Europa Cup (heren-atletiek) in Lissabon ook veel van die krotwoningen gezien. In Sao Paulo leerde ik een Bra ziliaan kennen die nu een vriend is geworden. Die man nam me mee naar zijn hacienda in de Maito Grosso, dat ligt tegen Colombia aan. Ik zat daar en ik kon het einde van zijn land niet zien. Dat bleek groter te zijn dan België er loopt door zijn gebied een weg van 800 kilometer. Maar dat wist ik eerst alle maal niet. Kijk, hè, ik kijk er de men sen niet op aan of zij 5 frank hebben of één miljoen het gaat om de ziel.” Roelants: „De Zuidamerikanen zijn al tijd in het voordeel. Ten eerste omdat de Corrida midden in hun zomerseizoen valt maar daarnaast omdat de meesten van hen op grote hoogte lopen en zo doende meer lucht hebben. Van de vochtigheid heb ik persoonlijk niet zo veel last maar veel Europeanen kunnen het niet goed verwerken. En dan na tuurlijk het parkoers zelf. Dit is al het derde traject dat ik ken tien jaar terug was het nog 7400 meter, nu is het bijna negen kilometer. De eerste paar honderd meter zijn vlak, daarna gaat het ruim twee kilometer omlaag, vervol gens is het ongeveer een kilometer gol- vend. dén gaat het bijna vier kilometer tegen de berg op en de laatste duizend meter zijn weer vlak. Vooral op de eerste kilometers naar beneden gaat het verschrikkelijk hard, de meesten gaan daar kapot. Het stuk berg-op sloeg ik altijd mijn slag. Vergis je niet in die koers, hé, Puttemans heeft zich er ook steendood gelopen. werk te doen. Ontspanning was er nau welijks bij en als Gaston wilde hardlo pen moest een oudere broer zijn sport- spullen uit huis smokkelen. „Ach ja, vergeet niet dat er in die jaren geen televisie was. Die mensen wisten niet van welk hout pijlen te snijden. Sport was nauwelijks bekend.” En dat betekende dat in Roelants een wielrenner verloren ging. De dagelijkse ritten naar de middelbare school in Tienen werden tezamen met vier leef tijdgenoten altijd in koerstempo afgelegd maar een racefiets kon nu eenmaal minder makkelijk voor de ouders ver borgen worden dan een paar atletiek- spullen. Van Daring Club Leuven mocht Roelants pas na veel smeken lid worden. De ouderlijke toestemming kwam af na dat was gebleken dat de overgang van Tienen naar de ambachtschool in Leu ven de leerijver van Gaston aanzienlijk ten goede was gekomen. Roelants was nu als „erkend” atleet niet meer afhan kelijk van slimme praatjes met zijn vader die hem vroeger wel liet lopen als Gaston belangstellend had geïnformeerd naar de duiven, vaders grootste hobby. Onder leiding van de Leuvense leraai’ Edmond Vanden Eynde ontwikkelde Roelants zich formidabel, een proces dat uitmondde in een Olympische titel. De Sylvesterloop, een atletiekevene- ment dat verleden jaar voor de vijftigste keer plaatsvond en dat door het Guin ness Book of Records wordt bestempeld tot de sportgebeurtenis met het grootste aantal kijkers. Het Britse recordboek spreekt losjes van 500.000 tot 1 miljoen mensen en wie zal het beter weten, althans beter schatten. Want de mensen- de straten en op de boule- in miljoenenstad Sao Paulo alleen maar grofweg te Tijd om terug te keren naar de Syl- vester-loop, de koers waaraan de naam van de Belg als die van geen ander is verbonden. Roelants was in ’59 al eens in Sao Paulo geweest zonder opvallende prestaties te leveren. „Vijf jaar later schreven de Belgische kranten dat ik alles had gewonnen behalve de Corrida van Silvester en ge begrijpt dat was een uitdaging, hè. In het begin van de zesti ger jaren was ik de beste veldloper ter wereld maar aan de reis naar Brazilië was ik niet toegekomen”. Twee maanden na het veroveren van het Olympisch Een redelijke verrichting in een veld van ruim tweehonderd man maar na tuurlijk niets in vergelijking met de reeks die de kleine Belg (1 m. 69 in topconditie 57 kilo wegend) in de zesti ger jaren scoorde. Roelants zegevierde in ’64, ’65, werd tweede in ’66, won weer in ’67 en ’68. „Spijtig dat het niet vijf keer op een rij gelukte maar een mens moet wat te wensen houden”, pruilt Roelants, die er geen twijfel over laat bestaan in Sao Paulo een grote man te zijn. „Verle den jaar waren er vijf Europeanen die ik had toegezegd dat ik voor een uitnodi ging zou zorgen, Zjos (Jos Hermens) was er een van. Hij wou het niet geloven want zo’n reis naar een andere wereld maak je niet zo snel. Nederland krijgt nooit een uitnodiging zei Zjos toen. Ik zal u er een bezorgen, heb ik toen geantwoord, want Zjos is een goeie vriend. En het is voor elkaar gekomen, hè. Ja, de naam Roelants kennen ze in Sao Paulo niet maar iedereen kent Gas ton uit Belgica”. Een zelfbewuste en voldane grijns volgt. Een jaar daarna vestigde hij een nieuw wereldrecord op zijn favoriete onderdeel met een tijd van 8.29.6. In 1964 behaalde hij bij de Olympische Spelen van Tokio een grootse triomf via een gouden me daille op de hindernisloop. Andere Belgi sche medaille-winnaars waren daar Pa trick Sercu (goud) en Walter Godefroot (brons). Na die gouden plak was Roe lants een nationale held, die van het boerenbedrijf van zijn ouders nooit veel heeft willen weten maar wel van jongs- af aan begiftigd bleek met de gaven van een gewiekst zakenman. „Het spektakel rond die loop is gewel dig alhoewel het tien jaar terug veel erger was dan nu. Het is de laatste tijd veel gereglementeerder geworden en wat er nu aan confetti naar beneden komt is maar een schijntje. De eerste keren dat ik er won liep je door lagen van dertig, veertig centimeter papiersnippers. Dan gingen er brandweerauto’s voorop die een weg moesten banen. Het ging zo langzaam dat ik op die wagens moest kloppen een beetje voort te maken. Van alle kanten wilden toeschouwers je aan raken om natuurlijk later te kunnen zeggen: ik heb de grote kampioen ge raakt. Ze plukten ook het haar van mijn hoofd. Of al die honderdduizenden nu echt voor de sport komen weet ik niet, dat laat me ook koud. Ik kom om een prestatie te* leveren al gebeurt dat mid- De Sylvesterloop is het middelpunt van een volksfeest en zo moet het de initiatiefnemer ook voor ogen hebben gestaan. Die initiatiefnemer was Casper Libero, eigenaar van de Gazetta de Sao Paulo. Bij de Olympische Spelen van Parijs in 1924 raakte deze Braziliaan zo geïmponeerd door het marathongebeuren dat hij in zijn vaderland ook zoiets op poten wilde zetten. Op de laatste dag van 1925 ging de Sylvesterloop voor het eerst van start. De Corrida dankt zijn naam aan het feit dat op 31 december de heilige Sylvester, die paus van Rome is geweest in de vierde eeuw na Christus wordt herdacht. Gelijk al de eerste keer deden duizenden Brazilianen mee en elf jaar later was het aantal lopers uitge groeid tot meer dan 4600. Van toen af aan zijn er beperkende bepalingen inge voerd het aantal Brazilianen bedroeg het vorig jaar honderdvijftig. Buitenlan ders waren in 1945 voor het eerst op de deelnemerslijst te vinden. De Fin Heino won in ’49. de Belg Thijs het jaar daarna, de beroemde Emil Zatopek ging in ’53 als eerste over de streep en de Belg Rik Clerckx in 1963. Zo tegen de tijd dat heel Nieuwjaar-vierend Nederland de porties olie bollen, appelflappen, drank en klapzoenen heeft geïncasseerd en dien tengevolge vermoeid tussen de lakens is gekropen barst in het verre Brazilië het grote spektakel pas los. Het tijdsverschil wil dat tegen vier uur onze tijd de Zuidamerikanen in de voormalige Portugese kolonie zich opmaken de overgang van Oud- naar Nieuwjaar te beleven. Anders dan bij ons gebeurt dat in de wereldsteden aan de Braziliaanse oostkust voor miljoenen mensen niet bij de warme kachel maar op straat. En dan met een vreugde en uitbundigheid die wij ons alleen permitteren bij het veroveren van een Europa Cup. Vlammende vuurwerken waarbij het totaal van onze rotjes, gillende keukenmeiden, zevensterren etcetera verbleekt tot een sputterend waxinelichtje. Talloze orkestjes begeleiden de hossende mas sa’s die in de zoele zomernacht het nieuwe jaar willen vieren. goud op de steeple was Roelants een geziene gast bij de Sylvesterloop die hij als glorieus winnaar beëindigde, een prestatie die hij drie keer herhaalde. Roelants is al twaalf jaar als public relations-man in dienst van Gancia, een groothandel in aperitieven. Directeur Fourcroy haalde hem binnen omdat Roelants’ prestaties de atleet week in- week-uit op de televisie brachten. „Ik ben een grote publiciteitstrekker”. Gan cia haalde Roelants weg bij de Brusselse politie waar de atleet gerechtsdienaar was. Een baantje dat een commissaris hem bezorgde toen deze Roelants aan het werk zag bij de installatie van liften in het Justitie-paleis. „Dat is geen werk voor een atleet”, sprak de commissaris in 1960 tot electrotechnicus Roelants. Naast zijn baan als pr-man is Roe lants nog Puma-vertegenwoordiger, drijft zijn vrouw Monique (het paar heeft een dochtertje van vier) in Leuven hun sportzaak en vult hij de spaarzame vrije uurtjes met het maken van schil derijen. „Dat werkt fantastisch ontspan nend. Toen ik in ’68 geblesseerd raakte aan een knie was ik voor herstel in Zwitserland. Ik kon alleen maar strom pelen met een wandelstok en daar zag ik een kunstschilder bezig. Andere atle ten lachten me uit toen ik zei dat ik dat ook wilde leren. Ik zei: binnen drie maanden zal het lachen jullie zijn vér gaan.” En zo geschiedde. De wilskrachti ge Roelants maakte zich de techniek eigen en heeft inmiddels al tien exposi ties achter de rug. Het Brusselse restau rant Le Rivoli in de schaduw van het indrukwekkende stadhuis op de Grote Markt, hangt vol met zijn werken. Het is jammer dat ik nog maar zo weinig tijd heb maar ik prepareer me ondermeer op de marathon van Montre al. En zo’n Silvesterloop wil je ook niet missen hè. Als ik alleen al denk aan de koffie die je daar drinkt, daar word ik gejaagd van. Die is zo goed, ik weet pas wat koffie is sinds ik die in Brazilië heb gedronken.” •3 •j.h

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1975 | | pagina 26