het dolfinarium Wetenschappelijk onderzoek achter de schermen van Ook in hun vrije tijd zijn dolfijnen met show bezig ■I - life 19 7 6 ZATERDAG JANUARI door Harm van den Berg Water Huid en snelheid Communicatie Eigen taal Ontspanning W iifï R ff .jt IBM I M ft Blf i A I n a 5 e cl d •s Deskundigen hebben zich verbaasd over deze in een Zwitserse dierentuin geboren en in leven gebleven babydolfijn. I l „Dat het ontspanning voor ze is blijkt wel uit het feit dat we ’s avonds meermalen geboeid staan toe te kijken hoe de dieren hun eigen spel spelen. Alle elementen van de show zitten er dan in. Toch hebben ze die dag dan tien keer een voorstelling gegeven”. Tijdens ons gesprek zorgen de dofijnen voor enige afwisseling. De kamer van dr. Dudock van Heel ligt onder het grote bassin. Ramen maken het mogelijk te zien wat de dieren onder water doen. Het werkt ongetwijfeld inspirerend. Er zijn in Europa tientallen dolfijnen shows. Alleen Nederland heeft er al vier. „Maar wij zijn het enige commercieel geleide bedrijf dat zuiver wetenschappelijk onderzoek doet. De gegevens die hieruit worden verkregen houden we echter niet geheim. Iedereen kan er door wetenschappelijke geschriften kennis van nemen”. Volgens dr. Dudock van Heel is het juist de show die wetenschappelijk onderzoek mogelijk maakt. Twee dingen kunnen dan worden onderscheiden. Er wordt onderzoek gedaan dat gericht is op praktische toepassingen, zoals medische begeleiding, aafipassing, verbetering van de verblij fSaccommodatie, watersamenstei - ling en zuiver wetenschappelijk onderzoek dat antwoord moet geven op vragen als: beschikken dolfijnen over een taal, kunnen ze zien, hoe werkt hun sonarsysteem waarbij ze geluiden uitstoten die dan weer worden opgevangen om bijvoorbeeld de plaats te bepalen, voorwerpen en vormen onderscheiden? Het zal duidelijk zijn dat informatie uit beide onderzoeksgebieden soms gebruikt worden voor de show. Voor de goede orde: dolfijnen horen tot de familie der walvisachtigen. Er zijn witte dolfijnen, griends zwaardwalvissen. maar de meest bekende leden van deze familie zijn de tuimelaars. Ze worden in Dolfinariums gebruikt voor de show. Ze zijn ook familie van de in onze streken veel voorkomende bruinvis. Die is ongeveer half zo groot. De bestudering van zeezoogdieren is in de steeds meer bekritiseerde walvisvangst, begonnen. Petrus Camper voorzover bekend in Nederland, dat reeds lang een bekende en beruchte naam had onderzocht in 1765 al hoe het nu precies zat met het gehoor van de potvis. Hii is daar toen aardig uitgekomen. In Amerika zijn dolfijnen ook reeds jarenlang onderwerp van studie. Vooral NASA en de Amerikaanse marine zijn bijzonder gespitst geweest op de resultaten. Van het omvangrijke onderzoek in Harderwijk vallen een aantal onderdelen op. De voortbeweging werd nauwkeurig bestudeerd. Hoe komt het dat dit 150 kilo zware dier zo snel, kan zwemmen terwijl het sniervermogen toch niet overdadig groot is? Het onderzoek geschiedde in samenwerking met de bioloog Purves in Londen. De staart is eigenlijk het belangrijkste hulpmiddel bij die zwembeweging. De meeste kracht zit in de opslag, waarbij de staart vlak blijft. Dr. Dudok van Heel, daarbij gebruik makend van de resultaten die in Cambridge werden bereikt, heeft het vermoeden dat nader onderzoek van de huid het antwoord zal geven. In tegenstelling tot de huid van landdieren hebben dolfijnen levende cellen aan de oppervlakte. In de tussen deze cellen liggende holtes komt een vloeistof voor die uit lange De neerslag gebeurt met een zwakkere spier waarbij het staartvlak kleiner is. Dan volgt weer een krachtige opslag Hierdoor wordt de weerstand kleiner Bij de voortbeweging speelt ook de vorm van het lichaam een rol. De stroomlijn van de spoel vormige romp is buitengewoon goed, maar niet apart hoewel weerstands vermindering ook hierdoor optreedt. Maar dit alles gaf nog geen antwoord op de vraag waarom een dolfijn zo snel door het water schiet. Het berekend vermogen lag namelijk altijd nog hoger dan de bereikte snelheid. moleculen bestaat. Hetzelfde komt voor bij zeewier om de plant te beschermen tegen de ruwe branding. De vloeistof lijkt een glij-effect te bewerkstelligen dat ook weer een duidelijke weerstandsvermindering tot gevolg heeft. Eerder was elders al gebleken dat deze stof ook torpedo’s nog sneller op de plaats van bestemming brengt. ij D Met een soepele sprong komen twee dieren ongeveer een meter naast elkaar uit het water. Een fraaie boog, een plons, weg zijn ze weer. Om een paar meter verder op dezelfde manier acte de presence te geven Applaus klinkt op, het publiek gaat er eens goed voor zitten De show begint. Twee-en-een-halve meter lange zeezoogdieren springen metershoog door hoepels, geven verbluffende staaltjes van timing trekken bootjes en schudden vriendelijk de hand van hun trainer. Dit alles afgewisseld met soepele en snelle flitsen door het chloor-groene water en vreugdevolle klik- en fluittonen Het is allemaal nog leuker dan een chimpansee zijn bordje te zien leeg eten. Het publiek staat na ruim een half uur tevreden op. Dolfijnen maken er tenminste nog iets van Hier krijg je waar voor je geld. Een ander onderdeel van het onderzoeksprogramma betrof het gezichtsvermogen van de dolfijn. De bolronde lens in het oog was uitvoerig bestudeerd en aangenomen werd dat het dier onder water veel beter zag dan erboven. In Harderwijk is echter aangetoond dat dit niet klopt. „Tal van precisiesprongen, het boven water komen om „te zien” wat er aan de hand is, wijzen op het tegendeel”, zegt dr. Dudok van Heel. De ogen staan zodanig dat over een bepaald gebied recht vooruit (binnen dit gebied hebben de ogen ook boven water een scherp beeld) de gezichtsvelden elkaar overlappen, waardoor binoculair zien mogelijk wordt. Dit woord geeft aan dat twee ogen samenwerken, een voorwerp, een bepaalde ruimte kan worden waargenomen, dieptewerking treedt op. Mensen zien ook binoculair. Hoe groot de gezichtsscherpte precies is, werd onderzocht door medewerkers van het Laboratorium voor Vergelijkende Fysiologie van de RU in Utrecht. Zij lieten de dolfijnen een grijze plaat met heel fijne rasters onderscheiden van andere waar grovere korrels op voorkwamen. Ook op een afstand van vier meter lukte dat goed, ook al zijn de ogen niet zo ontwikkeld als bij de mens. Het gehoor is wel het belangrijkste zintuig van de dolfijn. Zijn gehoorcentrum is bijzonder groot, de vraag i's echter wat horen dolfijnen? Bekend is het sonarsysteem waarbij geluiden worden uitgestoten die dan door voorwerpen in het snel geleidende water worden teruggekaatst, opgevangen in het gehoorcentrum en vervolgens in de hersenen omgezet worden tot zinvolle informatie. Medewerkers van het laboratorium voor Informatietheorie van de TH Delft deden in het Dolfinarium met subsidie van de stichting voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek een proef met massieve en holle bollen. Eerst werd de dolfijn geleerd dat er onderscheid is tussen de voorwerpen. Daarom werd de massieve bol in zilverpapier gewikkeld. Hoe langer de proef duurde, hoe kleiner het zilverpapier werd en op den duur was het er helemaal af. De bollen waren ogenschijnlijk precies gelijk. De dolfijn bleek echter met behulp van kliktonen die door de bollen werden teruggekaatst heel goed het verschil te herkennen. Dat komt doordat bij een massieve bol de tweede, zwakkere terugkaatsing van de echo iets later komt dan bij een holle bol. Maar zo’n show toont maar een deel van wat dolfijnen kunnen. Dat het intelligente dieren zijn, is aan de vele niet altijd eenvoudige nummers wel te zien. Hoe intelligent precies, dat wordt achter de schermen uitgezocht. In het Dolfinarium Harderwijk, in de afgelopen jaren door miljoenen mensen bezocht, wordt reeds geruime tijd weten schappelijk onderzoek gedaan. Sinds een paar jaar echter bestaat er een team waarin behalve het Dolfinarium ook de TH in Delft (Laboratorium voor Informatietheorie) en de Rijksuniversiteit in Utrecht (Laboratorium voor Vergelijkende Fysiologie) vertegenwoordigd zijn. Het onderzoek wordt vooral gestimuleerd en geïnspireerd door de bioloog dr- W. H. Dudok van Heel (48 jaar), die sinds de opening in 1965 volledig in dienst Ms van het Dolfinarium. Meer op het dagelijks verblijf, de conditie gericht was het onderzoek naar de samenstelling van het water in het bassin. Eerst werd gewoon keukenzout met water vermengd. De dolfijnen kregen op de lange duur veranderingen in de huid, o.m. donkere vlekken. Ook de bloedsamenstelling veranderde. Zeewater werd toen opnieuw nauwkeurig op z’n samenstelling bekeken en vervolgens werden in het bassin van het Dolfinarium ook andere zouten aan het water toegevoegd. In enkele maanden keerde de conditie terug op het goede peil. Medisch onderzoek is ook op praktijk gericht. Sommige dolfijnen zijn zelfs al slachtoffer van milieuvervuiling. Vergiftigd door kwik, PCB’s en DDT. Hoe red je zo’n dier van de dood? Wat is er aan de hand als een dolfijn hangerig en verkouden is? Heeft ze een gevaarlijke luchtweg-infectie? Bloedonderzoek, analyses van urine en faeces worden in Harderwijk regelmatig gedaan. De vele hieruit verkregen gegevens worden ook beschikbaar gesteld aan andere collega’s. De milieuvervuiling brengt ons op de educatieve waarde van een dolfijnenshow. „Behalve dat je. mensen iets duidelijk kunt maken over bepaalde facetten van het leven, is ook gemakkelijk de waarschuwing in te bouwen dat alles met elkaar, samenhangt. Het is leerzaam en boeiend om te lezen hoe dolfijnen terugkeerden van land naar water en zich aanpasten, maar we zullen ook moeten gaan beseffen dat als zij nu reeds slachtoffer zijn van de milieuvervuiling en met uitroeiing worden bedreigd, ook de mens ernstig gevaar loopt.” Dr. Dudok van Heel gebruikt elementen als show en een fraai ingerichte tentoonstelling om zijn vak biologie te verkopen. „Als de ingenieurs uit Delft meer wisten en begrepen van levend organisme zouden er minder vernielingen worden aangericht.” Tot slot de vraag waarom mensen zich zo aangetrokken voelen door dolfijnen. De wetenschappelijk leider van het Dolfinarium veert op: „Het is hun gezicht. De bolvormige kop, de bek die altijd lijkt te glimlachen. Het geeft de dieren iets vriendelijks en ondeugends. Dat spreekt ons enorm aan.” Engelse woorden kunnen leren, zoals ook een papegaai na veel oefening iets na kan zeggen. De dieren bleken echter niet in staat de woorden tot bruikbare zinnen te vormen. Met het normale gesproken woord kunnen deze dieren elkaar dus ook niets duidelijk maken. De onderzoekers kwamen er echter na enige tijd achter dat ze met de gebarentaal voor doofstommen veel betere resultaten behaalden. De hersenen van een dolfijn zijn veel groter en ingewikkelder dan die van mensapen. „Het zal dus niemand verwonderen dat we nu willen weten hoe deze zeezoogdieren gedachten uitwisselen. We staan hier nog maar aan het begin”. De hierboven genoemde voorbeelden van wetenschappelijk onderzoek zijn niet direct op de praktijk gericht. Hoewel in de toekomst misschien onderdelen van proeven in de show zijn terug te vinden, is het in de eerste plaats toch bedoeld om meer inzicht te krijgen in het bestaan van deze volkomen aan water aangepaste dieren die echter in een ver verleden op land leefden. Dat inzicht zal misschien ook weer enkele vragen beantwoorden over het ontstaan van de mens. „Ik had een studie gemaakt van de bruinvis en na de promotie in 1962 wilde ik verder gaan met het onderzoek van zeezoogdieren. De heer E. F. den Herder, toentertijd directeur van de Verenigde Toeristen Bedrijven in Harderwijk, die van de dolfijnenshows in Amerika had gehoord, wilde iets dergelijks in Nederland beginnen. Hij had reeds een steunende rol in mijn bruinvis- onderzoek gespeeld en benaderde mij voor de functie van biologisch-technisch leider. Dat is gebeurd en zo gebleven”. Resultaat van een andere proef wijst op een vorm van communicatie. Zonder te willen beweren dat dolfijnen met elkaar praten, over een taal beschikken, staat voor dr. Dudok van Heel wel vast dat ze elkaar signalen kunnen geven die een bepaalde betekenis hebben. Skinny en Birdy, twee van de oudste dolfijnen in het Dolfinarium, zijn daarvan het levende bewijs. Een proef met lichtsignalen werd net zo lang gedaan tot Birdy als het lampje aanging haar geblinddoekte vriendin Skinny door kliktonen te kennen gaf dat bepaalde knoppen moesten worden ingedrukt. Vorig jaar is het onderzoek naar de mogelijke communicatie tussen dolfijnen voortgezet. „We weten nog niet hoe de communicatie verloopt,” zegt dr. Dudok van Heel. Hij wijst dan op het onderzoek dat gedaan is bij chimpansees. Sommige van deze dieren heeft men Volgens de heer Dudok van Heel was vanaf het eerste begin de opzet dat de dolfijnen een drieledige taak kregen: ze moesten het publiek met hun show vermaken, een educatieve taak vervullen door ons te leren welke lange weg er moest worden afgelegd voor ze als zoogdieren ademend door longen in de oceaan konden leven, dat hun bedreigd bestaan ook ons op den duur bedreigt en ten slotte moesten ze zich onderwerpen aan wetenschappelijk onderzoek. Dat laatste lijkt overigens dramatischer dan het in werkelijkheid is. Volgens de wetenschappelijke leider van het Dolfinarium beleven Skinny, Birdy, Doris en hun vrienden veel plezier aan zowel de proeven als de voorstellingen. En verloopt het onderzoek eens traag, wordt het erg vervelend, dan is er steeds de show waarin ze zich kunnen uitleven. H ’4. r>i35i n t» ,1 llil||Hil|||hiÜI|!l|l|l|llllll|l|iW**W j MBiiBliii jii ifiiiiitiMi^ - - tP tigr Isff-1 V' "!i “■tri

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 15