Goedkoop leven in een
boerderijachtige woning
tussen stad en land
Verbeeld vertrouwen
kleurrijk kerkenboek
LIEVER KINDERDAGVERBLIJF IN
EIGEN WIJK DAN BIJ BEDRIJF
iï
willen kinderen
thuis houden
I
p
MMMl
Extra bijdrage
uit rijkspot
toegezegd
Meeste moeders
tot drie jaar
ti BRENOE NA«®R,
TOT MM, M V
„i
■HH
1976
ZATERDAG
24
JANUARI
19
Ontwerp architect Boelen bewijst dat het kan
door Hans Invernizzi
-
Bouwpakketten
Dorp
JEN
'UumumnuuMUfHuummuMUi
Buitenshuis werkende vrouwen:
wfuuMMummumfmmuffuun.
door Leens Macaré
rij:m
-i
w
i
i
3^.
«“Sta
„Sneeuwkristallen”
Buitenshuis werkende vrouwen
in Nederland hebben vaker voor
keur voor een kinderdagverblijf in
eigen woonwijk dan voor een dag
verblijf dat aan het bedrijf verbon
den is. Motieven voor deze voor
keur zijn vooral de handhaving
van het contact met eigen woon
omgeving, en het vermijden van
extra vervoersproblemen.
Kwaliteitsverbetering
«ACHT
IW H8T GRAF.
BAT OW ROOT
I
Kfew i i
A'.
b
9»
J
ot
ip
en
J- P. BOS
He
atie,
VUUUUfMMMUUUmMMMMUmUi.
de
trikt
igen
md
taan
eek
wi
X
dp
of
te
en
n
st-
Architect ir. J. F. M. Boelen, de
ontwerper van de experimentele
boerderijwoningen.
Het grote ideaal van menig stadsbewoner is een
boerderijtje te bezitten, ergens weggedoken in het
platte polderland te wonen, omringd door geurend hooi
en grazend vee. Helaas lukt het slechts de
bemiddelden onder ons de wensdroom tot werkelijk
heid te maken. Het gros van Nederland woont in
huizenhoge flats of eengezinswoningen in een
fantasieloos rijtje. De architecten hebben daar voor
een groot deel schuld aan. Natuurlijk worden er wel
Architect Boelen, 34 jaar oud en
zelfstandig werkzaam in Heemstede,
stelt zich het leven in en om de
boerderijwoningen voor met allerlei
categoriën mensen: van jong tot oud;
arm en rijk. Bij het ontwerp horen
alternatieve ontwerpen gemaakt, maar die zijn dikwijls
financieel niet haalbaar voor de kleine man. Ook
treffen we in de groene longen van ons land talrijke
fraaie villa’s maar ook die zijn slechts betaalbaar voor
de bevoorrechte klasse. Maar er is hoop voor de dag
dromers. De Heemsteedse architect ir. J. F. M. Boelen
heeft een woonvorm ontwikkeld, die het best als
„boerderijwoning” valt te typeren en realiseerbaar is in
de woningwetsector.
De schrijver merkt op dat bij de
verbeelding van het geloof, van het
godsvertrouwen, alles zich afspeelt
tussen twee hoofdthema’s: het kruis
van Christus en de sterfelijkheid van
de mens. Korter gezegd: tussen kruis
hout en doodskop.
Als men dit boek dat vooral een
kijkboek is doorbladert, dan blijkt
veel van wat in die traditionele ge
loofsbeleving waardevol was, in onze
moderne kerken niet of verschraald
aan de orde te komen. En het moet
waarschijnlijk niet alleen aan de hui
dige hang naar nostalgie worden toe
geschreven dat kerkgangers, en onder
hen veel jonge mensen, weer de oude
binnenstads- of dorpskerk opzoeken
en de moderne accommodatie in de
buitenwijk de rug toekeren.
Maar toch ligt bij het merendeel
van de kunstzinnige versiering, zoals
het beeldhouw- en snijwerk aan kan
sels en koorhekken, het accent op de
geloofsvoorstelling.
Het koor van de 13e eeuwse kerk, te Ulrum ademt een sfeer van rust en
ingetogenheid-
Dit is een van de conclusies uit een
bij de Staatsuitgeverij verschenen boekje
„Vrouwen met kinderen en werken bui
tenshuis”. Het is een samenvatting van
een veel omvangrijker rapport, vorig
jaar geresulteerd uit een (in opdracht
van sociale zaken en CRM verricht)
onderzoek naar opvattingen van Neder
landse vrouwen over problemen en ach
tergronden van buitenshuis werken, en
de bereidheid daartoe.
Hoe vrouwen (zowel buitenshuis wer
kende als thuisblijvende vrouwen) den
ken over het kinderdagverblijf als in
stelling in de samenleving, wordt duide
lijk uit het hoofdstuk „opvattingen over
opvoeden en verzorgen”. Vijfenzestig
procent van beide groepen vindt dat een
kind beslist niet voor zijn derde jaar
Het hele ontwerp benadrukt een
samenlevingsverband a la het dorp van
vroeger. Zonder direct een commune te
vormen kunnen de huurders of
eigenaren' (de boerderijwoningen zijn
ook realiseerbaar in de premie- of vrije
sector) toch een veel collectiever manier
van samenwoningen tot stand brengen.
De woningen lenen zich daarbij uitstek
voor: qua vormgeving en qua opstelling.
De huizen' zijn gedacht met schuine
daken onder een hoek van 45 graden. De
dakranden reiken soms tot maar 3,5
meter boven de grond. Voor- en
achterzijde van praktisch hetzelfde.
De woonkamers zijn steeds aan
zonkant gesitueerd.
Heel wezenlijk aan de
boerderijwoningen is, dat ze niet los van
elkaar worden gebouw maar in groepjes
volgens een mathematisch patroon.
Boelen spreekt van Escher-achtige
„sneeuwkristallen”. De blokjes
eengezinswoningen worden door middel
van hogere hoekwoningen in de vorm
van meergezinshuizen in drie bouwlagen
met zolder, respectievelijk vier
bouwlagen, geschakeld. In de lagere
boekblokken kunnen of grote woningen
of één- of tweekamerwoningen dan wel
maisonnettes worden ondergebracht. In
de hogere boekblokken is plaats voor
drie- en vierkamerflats, maar ook voor
één of tweekamerflats. Bijzonder is, dat
in de hoekpanden ruimten kunnen
worden benut voor collectief gebruik.
Boelen oppert gemeenschaps- en
praktijkruimten in te passen, crèches en
zelfs dierenverblijven.
ingetogenheid van een simpele hou
ten tafel met bijbel en kandelaar.
Maar nogmaals: de kracht van deze
uitgave is, met name door de talrijke
illustraties, waarvan ettelijke in goe
de kleur, de gevarieerde rijkdom aan
geloofsvoorstellingen die zeker ook de
verwereldlijkte gelovige van vandaag
nog veel heeft te zeggen.
De bewoner kan naar eigen inzicht met
bouwpakketten bepalen hoe hij zijn huis
van binnen wil afwerken. Ook kan uit
een hoeveelheid puien worden gekozen,
waardoor het uiterdijk van de diverse
huizen van elkaar afwijkend kan
worden gemaakt. Alle onderdelen zijn in
de fabriek te pre-fabriceren. Dat is van
invloed op de bouwsom en maakt het de
aannemer gemakkelijker.
De woonomgeving zal plezierig zijn. Aan
de ene kant van de woningen zal sprake
zijn van een landelijke tuinkant; aan de
andere zijde komt een stedelijke
straatkant met woonerven. Aan beide
zijden van de huizen komen
loggia’s. Iedereen
de huizen komen loggia’s. Iedereen
krijgt een tuin. Boelen stelt zich voor,
dat aan de straatkant auto’s worden
geparkeerd, maar dat ook voetgangers
gebied overblijft. Aan de tuinkant kan
men beschut zitten. Worden de
boerderijwoningen gebouwd in een
weidegebied, dan gaat de integratie van
natuur in de woonwijk nog verder.
Kinderen kunnen dan eindelijk weer
eens ontdekken hoe koeien en schapen
er van dichtbij uitzien.
is met deze maquête in beeld gebracht.
Opvallend zijn de grote schuine daken.
Op de achtergrond een maquête waarop
een heel complex van de geschakelde
huizen is uitgebeeld binnen een ruimere
woonomgeving met scholen, winkels en
dergelijke. Te zien is, dat architect
Boelen met wiskundige
„sneeuwkristalachtige” vormen werkt.
De witte delen zijn de huizen; de
„bolletjes” stellen bomen voor. Ook is
aangegeven, dat binnen de „slierten”
woningen beschutte woonerven komen
en erbuiten aansluiting wordt gevonden
met natuurlijk gebied.
moet opnemen met een kinderdagver
blijf nadat men zelf zoveel mogelijk
heeft gedaan om opvang voor het kind
te vinden in de eigen kring van familie
of bekenden, een opvatting waar iets
meer dan de helft van de werkende
vrouwen het mee eens is.
De inrichting van de woningen is
onderhevig aan inspraak. De woningen
kunnen casco worden opgeleverd. Dat
wil zeggen: klaar minus het interieur.
naar een kinderdagverblijf kan. De helft
van de werkende en een iets groter deel
van de niet-werkende vrouwen is van
mening dat een kinderdagverblijf uit
sluitend „een oplossing voor moeilijke
gevallen” is. Tweeëndertig procent van
beide groepen vindt de verzorging van
kinderen in een kinderdagverblijf „wel
ideaal”.
Wat missen kinderen in zo’n dagver
blijf? „Aandacht en warmte van de
ouders” meent zestig procent van de
werkenden en achtenzestig procent van
de niet-werkenden. Bijna acht van de
tien ondervraagden in beide groepen zijn
het er wel mee eens dat een kinderdag
verblijf een kind de mogelijkheid biedt
om gemakkelijk aansluiting met andere
kinderen te vinden. Meer dan de helft
van de ondervraagden uit beide groepen
vindt dat ex- veel meer kinderdagverblij
ven moeten komen. Hoort een moeder
van een kind dat nog niet naar school
kan gaan, thuis te zijn? Hiermee is
achtenzeventig procent van de werkende
en bijna negentig procent van de niet-
werkende vrouwen het eens. Wie „echt
kleine” kinderen heeft moet niet bui
tenshuis werken, vindt eenenzeventig
procent van de werkenden, drieëntachtig
procent van de niet-werkenden. Een
kind beneden de vier jaar kan overdag
niet aan vreemden worden overgelaten:
dit denkt vierenvijftig procent van de
eerste, achtenvijftig procent van de
tweede groep.
Bij de niet-werkende vrouwen vinden
drie van de vier dat men pas contact
EEN UITGEVERIJ DIE in een tijd
van secularisatie een boek over het
kerkgebouw op de markt brengt, kan
men een zekere moed niet ontzeggen.
Temeer, omdat het uitganspunt niet
is een inventarisatie van wat er op
kunsthistorisch gebied nog aan en in
de kerken is te vinden, maar van al
datgene dat herinnert aan de wijze
waarop door onze, vaak niet eens zo
verre, voorouders het christelijk ge
loof werd beleeft. Dat hierbij aan het
kunsthistorische aspect niet kan wor
den voorbij gegaan, ligt voor de hand.
Zonder dit aspect zou „Verbeeld ver
trouwen” van dr. Regn. Steensma
(uitgave van Bosch en Keuning,
Baarn) niet het monumentale boek
zijn geworden dat het nu is.
Vooral jonge vrouwen die positief
staan tegenover het kinderdagverblijf en
er gebruik van maken, vinden een kwa
liteitsverbetering wenselijk van de voor
zieningen voor kinderopvang. Meer dan
de helft zowel van de werkende als de
niet-werkende vrouwen zou willen dat
kosten voor kinderopvang aftrekbaar
worden van de belasting, dat er behalve
een kwaliteitsverbetering ook meer fi
nanciële steun komt voor voorzieningen
inzake kinderopvang en dat er meer van
zulke voorzieningen komen.
Ook vindt meer dan de helft van
beide groepen een uniforme regeling van
schoolvakanties en schooltijden (van ne
gen tot drie uur) wenselijk. Voorstand
sters van die uniforme sclxooltijden zijn
vooral de niet-buitenshuis werkende
vrouwen tussen vijfentwintig en vieren
veertig jaar, en vrouwen die het prettig
vinden om buitenshuis te werken. Ook
de mogelijkheid om de kinderen op
school te laten overblijven staat op deze
verlanglijst.
Gegevens uit „Vrouwen met kinderen
en werken buitenshuis”, uitgegeven door
Staatsuitgeverij
Onlangs heeft het ministerie van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening het ontwerp het predikaat
„experimenteel” gegeven. Dat betekent,
dat het in aanmerking komt voor een
extra financiële bijdrage uit de rijkspot
en dus gemakkelijker verwezenlijkt kan
worden. Architect Boelen is druk doende
met Eurowoningen bv in Rotterdam, een
proj ect-ontwikkelingsmaatschappijtot
resultaten te komen. Het mag dan ook
geen verbazing wekken wanneer
binnen afzienbare tijd mensen met een
bescheiden beurs ergens in den lande
wellicht zelfs in deze Omgeving een
boerderjwoning betrekken. Boelen denkt
aan gemeenten als Heemstede,
Bloemendaal, Egmond of Bergen. In
ieder geval plaatsen met een landelijk
karakter, grenzend aan bos, duin of
weiland. Volgens de Adviescommissie
Experimentele Woningbouw, die in
opdracht van het ministerie het ontwerp
bestudeerd heeft, passen de
boerderijwoningen ook in een meer
stedelijke omgeving.
enkele apart te bouwen
bejaardenwoningen. Voor het beheer van
de gezamenlijke ruimten zouden de
bewoners een „blokbestuur” kunnen
kiezen, meent hij. Vermijden wil Boelen,
dat iedereen altijd op eikaars lip zit.
Ondanks het feit dat de
boerderijwoningen beschutting en
intimiteit bieden, is ieders privacy in het
ontwerp gegarandeerd. Ook is er
ondanks de wiskundige opstelling van de
huizen geen sprake van saaie
eenvormigheid, verzekert de architect.
Boelen heeft ook een theoretisch
ontwerp gemaakt van de
boerderijwoningen in een fictieve
ruimere woonomgeving met scholen,
winkels en werkgelegenheid om aan te
geven hoe het ontwerp in de praktijk
zou kunnen worden geïntegreerd.
Hoewel de Adviescommissie vol lof is
over het ontwerp, stelt zij dat de
mogelijkheden van situering nog
onvoldoende benut zijn en dat het
patroon wat al te mathematisch aandoet.
In een concrete situatie zal volgens de
commissie naar een afwisselender,
ruimtelijke compositie moeten worden
gestreefd. Maar dat is van later zorg.
Zaak is, dat architect Boelen redeneert
vanuit de mens en poogt in plaats van
de monotone rijtjeswoningen een
alternatief te bieden waarin het niet
alleen goed wonen, maar ook goed leven
is. En dat is iets om in de oren te
knopen.
Mm
F
„Verbeeld vertrouwen” is ook een
boek van contrasten. De rijk georna
menteerde kathedraal staat tegenover
het eenvoudige plattelandskerkje, het
overdadig gedecoreerde liturgische
centrum van een grote stadskerk
steekt schril af tegen de rust en
S
A
.A “.’'W