periode bezig komt vrij snel Waarom straf bijles? voor Dick van Rijn is aan afbouw „Moment dat ik stop" I 4 't UR L ER I I r. IGER II f r j 1976 25 JANUARI ZATERDAG 24 MEN Ik zal het in het geval van die drie jongens proberen uit te leggen. Ten eerste heb je natuurlijk Willy en René van de Kerkhof. Die LV. feil I door Rob Hoogland Verkeerde namen In politiek Volbloed Derks 14 Want er is ook nog zoiets als klankalliteratie, iets dat een heleboel mensen vergeten. Het is aldoor Van der K wat je moet zeggen. Dan is het niet meer dan begrijpelijk dat je het wel eens over René van der Kuylen hebt.” „Ik namen verkeerd zeggen? Dat beweert men wel meer. Jongens, ik heb het zelf nooit zo ervaren. Ach, natuurlijk weet ik wel waar die mensen op doelen. Ik ben wel eens in de war geweest met Willy van de Kerkhof, René van de Kerkhof en Willy van der Kuylen. Je weet wel, die jongens van PSV. Maar het is toch logisch dat ik me daar wel eens in vergis? Degenen die daar kritiek op hebben weten niet wat het is om achter de microfoon te zitten. lijken niet alleen verschrikkelijk veel op elkaar, hun stijl van voetballen is ook al dezelfde. Samen met Willy van der Kuylen zijn ze bij PSV het meest aan de bal. En als ze dan elkaar het leer aldoor toeschuiven, wordt het steeds moeilijker - en dat kun je gerust van me aannemen, jong - om ze uit elkaar te houden. Deze bedachtzaam uitgesproken woorden zijn natuurlijk van Dick van Rijn, de meest bekritiseerde radiocommentator bij sportevenementen. Praten met Dick van Rijn is praten over een veertigjarige carrière. Over gymnastiek, radiowerk, sportjournalistiek en politieke bewustwording. En over het moment waarop hij, als laatste van het destijds welbekende driemanschap Spaak-Pagano-Van Rijn, zal zeggen: „Ik stap op.” Iets wat een aantal mensen zou toejuichen, maar wat anderen - te land, ter zee of waar ter wereld - zouden betreuren. F iJk O 1 I IK K Opdracht CRM De receptionist van hotel Bristol trés chique in Genève (we hebben het interview tijdens de Europese kampioenschappen kunstrijden) verwijst het bezoek naar de tweede verdieping. Gewaarschuwd door de huistelefoon staat Dick van Rijn bij de lift te wachten, als zijn visite de laatste treden van de met een dieprode, fluweelachtige loper gestoffeerde draaitrap onder de voeten wegduwt. „Kijk eens aan, een sportieve jongeling”, roept hij verrast, als hij zijn kleine vergissing bemerkt. „Kom binnen, kom binnen, geef me je jas en ga lekker zitten, jong. Ja ja, ik was al weer vroeg uit de veren, want doorzakken, zoals sommigen van mijn schrijvende collega’s wel eens doen, dat kan ik me niet permitteren. Ik hou van gezelligheid, maar ik kan het nooit laat maken, want in negen van de tien gevallen zit ik ’s morgens rechtstreeks in de uitzending. Een dan moet je natuurlijk fit zijn”. 1 1 r J* a- 24 we) men elfstai Noord r nogal u fairplay-cup niet zou uitreiken”. jm mi Kansen STOPPER st 'DDORP - - --i’. K w' rmoge» tappen ekende I <open ai elf- i. arlem lonten ienstte mze af emoet. :aravai ilering folder op een gegeven moment trouwt je doch ter en blijf je met je vrouw achter. De vrouw, waar je toch alweer 36 jaar mee bent getrouwd. Ja ja, jong, wij hebben het op de Gooise matras steeds met zijn tweetjes volgehouden”. Bijna sentimenteel: «Ja jong, dat is een mooie tijd geweest. Als ik terugblik zie ik één lange weg met heel veel lichtjes en heel weinig schaduwkanten. gestuurd, niet Natuurlijk maak je bij de radio wel eens een foutje. Maar dat is het risico van het vak. Als je schrijvend journalist bent, kun je het nog herstellen. Ik niet, want ik heb het al doorgegeven aan de luisteraars. Die schrijvende journalisten, juist die mensen die zoveel-kritiek heb ben, hebben het veel gemakkelijker. Ik maak het toch elke zondag op de tribu ne mee, dat zij niet eens opletten. Dat ze na een goal moeten vragen: wie scoorde er eigenlijk?” Dus die kritiek is onterecht? Overtuigd: „Ja. Ik dacht dat het nog goed ging, met mij. Lichamelijk man keer ik gelukkig nog niets. Ik zie nog goed, de reactie is nog steeds snel en de woordvorming mag er ook nog zijn”. ectriciéi jn, sollic 1 dager 7 of 1 uur tot! ir M ansen) t voor verricl i uit hi >ns geli n 'angt va v. Adri wel ver ing helt Ik zat in mijn schooljaren op een hbs-b, dus een wiskunde-hbs, maar ik had de handicap dat juist mijn wis kundeknobbel weinig ontwikkeld was. Ik kan me dan ook niet anders herinneren of ik had bijles voor vak ken als algebra, meetkunde, mechani ca en later ook scheikunde. Een lol letje was dat niet. Je moest op de fiets, in de avonduren of op een vrije middag, naar een meneer toe die aan de andere kant van de stad woonde en voor wie je een beetje bang was, terwijl het onderwerp waarover je een uur lang met hem moest onder handelen je een diepe afkeer inboe zemde. in in Eu it te brei Stel dat Dianne de Leeuw straks ook nog olympisch kampioene wordt, zou dat dan geen mooei gelegenheid zijn voor het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk om aan een van onze daartoe geëi gende componisten (ik denk bijvoor beeld aan Tonny Eyk, die zelf op een racefiets rondrijdt en in sport geïnte resseerd is, en die ook in staat is een goedklinkende melodie te schrijven) de opdracht te geven een werk van vier minuten te componeren dat zich lete nvoor de vrije kür van Dianne? Een snel stuk in het begin, een lang zaam stuk in het midden om weer wat op adem te komen na alle dub bele en driedubbele sprongen, en weer een wat sneller stuk naar het eind toe. Kort.om, een eigentijds mu- articuleert hij wél goed. Dat doet mij deugd, ja”. Sinds september 1974 zit u voor de VVD in de gemeenteraad van Hilversum. Dat gebeurt niet vaak, dat je op je 60e nog in de politiek gaat. Dianne de Leeuw: straks op muziek van Tonny Eijk. Daarna zat u tien jaar bij de Wereld omroep en in 1957 volgde u de overle den Schraurs op als sportredacteur bij de AVRO. Die functie heeft u tot nu toe behouden. Hoe kijkt u terug op die tijd? U bent nu 62 jaar en zit alweer meer dan dertig jaar bij de radio. Anderen hielden het zolang niet vol. Denkt u al aan stoppen? Zoals na iedere vraag denkt Van Rijn lang na. Zachtjes zegt hij tenslotte: „Je zou kunnen zeggen, dat ik aan een afbouwperiode bezig ben. Ik doe het langzamerhand wat rustiger aan”. En dan plotseling luid: „Je moet niet verge ten, jong, dat ik dit jaar alweer veertig jaar gymnastiekonderwijzer ben. Want dat is eigenlijk mijn vak. Dus zolang werk ik al. Daarom komt het moment dat ik stop vrij snel, verwacht ik. Toen ik zestig werd heb ik de verslaggeving van het langebaanschaatsen eraan gege ven. Ik zei: „wat dat betreft is het genoeg, jongens. Het scheelt een aan zienlijk stuk werk. Iedere winter was ik acht weken weg. Dat is nu te veel. Want ziekstuk dat speciaal voor dat doel geschreven is, want ik ken niets ar- moedigers dan die kunstrijders en kunstrijdsters die op een lappendeken van geleende fragmente n keizmunuh van geleende fragmenten muziek hun kür moeten rijden. Ik weet wel dat er menig ballet in kart wordt ge bracht op reeds bestaande muziek, maar voor zover mij bekend gebeurt het nooit dat daarvoor een minuutje van dit, twee minuutjes van dat en dan weer een minuutje van gene compositie wordt gebruikt. Bovendien is er veel muziek speciaal voor het ballet geschreven, en is er bij mijn weten nog nooit een speciale compo sitie voor de vrije kür geschreven. Muziek en sport vallen allebei onder het CRM, dus wat let mr. Van Doorn? We hebben weer een Europees kampioene kunstrijden op de schaats, Dianne de Leeuw, maar die was al wereldkampioene ook, dus zon ver rassing was het nu ook weer niet. Hebben we haar al in ons hart geslo ten? Mij dunkt van niet, al zou haar Den Uyl is een aardige man, vindt u ook niet? Zeker anderhalve minuut stilte. En dan serieus: „Ik geloof dat Den Uyl, getuige zijn woorden in dat radiopro gramma, eindelijk begint in te zien, dat het beslist noodzakelijk is om de conse quenties te overzien van de vooruitstre vende maatregelen die hij heeft geno men en wilde nemen. Want dit kan toch niet. Geen haalbare zaak. Utopie. Hij begint eindelijk te zien dat de kosten de pan uitrijzen. Het kan toch niet blijven doorgaan, dat een steeds kleiner percen tage Nederlanders geld moet opbrengen om de rest te betalen”. Het Algemeen Dagblad wordt erbij gehaald. Van Rijn: „Moet je lezen, jong. Er is vorig jaar 6,4 miljard aan sociale gelden meer uitgegeven dan in 1974.” Het gesprek is voorbij. Handen schud den. In de jas helpen. Meelopen tot de deur. Dick van Rijn blijft een heer. Tot slot nog een bemoedigend woord voor zijn „jongere collega”: „Doe je best, jong’. uitoefent op een andere kolomschrij- ver in dezelfde krant. De laatste keer dat ik dit meemaakte, wat in Het Parool, waarin de voormalige sport journalist Klaas Peereboom in zijn wekelijkse sportkolom tot twee keer toe scherp stelling nam tegen de mening van een collega-collumnist in dezelfde krant, en Frans Derks. Het onderwerp was de koopstoot-Quaars- Griek. Zijn er nog meer goede commentatoren? Bijna op dicteersnelheid: „Kees Jans- ma kan een goeie worden. Die heeft talent. Alleen praat hij te snel. Maar het gekke is: als ik naast hem zit, dan verkiezing tot sportvrouw van het jaar anders doen vermoeden. Ze spreekt Nederlands, dat is waar, dat kunnen we niet ontkennen, maar ze heeft wel een accent. Maar dat heeft Willy Brokamp ook, en die beschou wen we toch ook als een van de onzen. Ze woont niet in Nederland, dat is ook waar, maar Johan Cruijff woont eve.nmin in Nederland, en Ka rei Appel ook niet. Dianne de Leeuw woont zelfs korter in het buitenland dan Karei Appel (want Karei Appel ging al naar Parijs toen Dianne nog geboren moest worden), en toch is zij voor ons gevoel minder Nederlands en meer buitenlands dan Karei Ap pel. De Fransen denken dat Van Gogh, Kees van Dongen en Jongkind Franse schilders zijn omdat zij lang durig in Frankrijk woonden, maar- daar doen wij toch niet aan mee? Wij beschouwen Van Gogh toch als een volbloed Nederlander? Waarom Dianne de Leeuw dan niet? Tegen de tijd dat u dit leest, is de affaire-Derks-14 vermoedelijk al in der minne geschikt. Ik neem aan dat Derks zijn „huiswerk als „den kwerk, dat hem door de scheidsrech- Geen wonder dus dat Frans Derks met „denkwerk naar huis moest worden gestuurd, want enerzijds moest hij zich wel laten welgevallen dat hij in zijn eigen krant over zijn opvatting over de kopstoot-affaire werd aangevallen, maar anderzijds mocht hij niet in zijn eigen KNVB een ander (Ben van Gelder) over diens mening over dezelfde affaire zijn oordeel geven.... Hij is er eentje van een bijna niet meer voorkomend soort, Dick van Rijn, over wie ooit de grap werd gemaakt dat hij bij Lobith ons land moet zijn bin nengekomen. Beweegt zich vaak temid den van officiële sportkringen éii gaat daar ook prat op. Ook in Genève is hij wat dat betreft een vreemde eend in I de bijt. Met een gezicht van „nou, vraag maar” wendt hij zich eindelijk tot zijn bezoeker. Hoewel ik zelf in de jaren 30, toen gratis en uit liefhebberij van de toen malige Nederlandse kampioen schoonspringen, Wim Schatens, in het Sportfondsenbad-West in Amsterdam schoonspringlessen kreeg, die ik schielijk voor gezien liet zodra ik 12 jaar was geworden en mocht gaan voetballen, geloof ik niet dat in deze vercommercialiseerde tijd een man als Frans Coerver zijn privelessen Dus wat deed het bestuur van MVV, toen het van dit verrassende initiatief van zijn jeugdige keeper hoorde? Wie ziet niet graag dat de jeugd zich wat bijschoolt in deze kwakkelige labbekakkige tijd? Het MVV-bestuur zette Willy Ries dus onmiddellijk buiten spel, want con tractueel is vastgelegd, dat de spelers alleen trainingen mogen volgen van de eigen MVV-trainers. Secretaris Je an Pieters noemde het „een vreemde zaak dat een talentvolle speler, aan wie wij volledige aandacht schenken, prive-trainingen volgt. Vreemd? On gebruikelijk, dat wel. En hij nam die bijlessen toch niet in plaats van die van MVV, maar er bovenop? Een speciale keeperstraining kan veel vruchten afwerpen. Ik herinner me, dat Blauw-Wit zijn spelers een aparte keeperstraining liet geven door Wim Garritsen; daaruit zijn steeds uitste kende keepers als Heertje Ferberda, Herman van Raalte, Rob van Hees- wijk, Wil Conrad en Jan Eype voort gekomen. Een echte profclub zou ei genlijk altijd een gespecialiseerde keeperstrainer moeten hebben, een man die weet wat het is om onder de lat te staan. U stopt dus mettertijd? Van Rijn, knikkend: „Ja, ik wacht liever niet het moment af, dat ze tegen me zeggen: je tijd is geweest. Ik stap liever zelf op. Wanneer dat is, weet ik nog niet precies, want het blijkt dat ze me nog steeds nodig hebben. Ze hebben de oude rot toch maar weer naar de kunstrij -kampioenschappen Daarom zal dat afscheid straks prettig zijn. Dat is zeker”. Wat dat betreft heeft Willy Ries het dus beter getroffen, want ik neem aan dat hij geen hekel heeft aan het vak waarin hij bijlessen heeft genomen en dat hij evenmin een zekere vrees koestert voor zijn bijlesleraar. Willy Ries, dit ter ver duidelijking, is de keeper van het c- elftal van MVV. De derde man dus na Toine Matthijssen en Sies Wever. Hij is blijkbaar erg leergierig, want hij heeft buiten medeweten van het MVV-bestuur om (vermoedelijk om ze te verrassen) prive-lessen genomen van trainer Frans Coerver, die toe vallig, zoals ouderen onder u zich vermoedelijk nog herinneren, vele ja ren lang de legendarische doelman van datzelfde MVV was. Ik heb er vreselijk van genoten en dat doe ik nu nog. Ik beleef mijn vak nog altijd op en top. Dat moet ook wel, want anders word je een robot. Muntje erin, hup: reportage. Zo moet het niet. Ik ben er ook nog steeds trots op, dat geen mens in Nederland weet bij welke voet balclub ik graag! kom. Als ze dat wel zouden weten, zou het niet goed zijn. Nogmaals: ik geniet er nog steeds van. Zoals dat kunstrijden hier in Genève, dat paardansen. Een schitterend spel vind ik dat. Zo verrukkelijk: één bewe ging. Dat is zuivere kunst. Dianne de Leeuw ook. Zij is een van de weinigen die kunst brengt. Zij is ewig weiblich”. Het enthousiasme tempert snel, als de volgende vraag wordt gesteld. Van Rijn, bevestigend: „Ik ben pas laat ingehuurd. Ik heb pas laat ontdekt dat als je niet politiek denkt, dat je dan politiek wordt geleefd. Het kwam na tuurlijk ook door mijn werk bij de radio. Ik doe vooral sport en recreatie. Want sport is o zo belangrijk. Sport is een sociaal verschijnsel’van de eerste orde”. Bent u eigenlijk kwaad over die kri tiek? Glimlachend, als de man die het ei genlijk niet zoveel kan schelen, dus theatraal: „Ik vind dat je als journalist verantwoordelijk bent voor datgene wat je zegt of schrijft. Je werkt met mensen, je schrijft over mensen. Over hun hob by: de sport.” Plotseling fel: „Het is helemaal geen kunst om te knauwen. Om iemand te treffen. Juist in de jour nalistiek is fair play een eerste vereiste. En je mag er gerust bijzetten, dat er bepaalde journalisten zijn, aan wie ik de Men heeft bekritiseerd, i namen noemt. Van Rijn, na lang nadenken, nadruk kelijk: „Ik ben blijkbaar belangrijk ge noeg om steeds maar weer de aandacht op te vestigen. Laat ik er maar op zijn Amerikaans op reageren: zolang ze over je praten is het goed. Ben je nog be kend. Ze hebben veel kritiek, maar wat is het eigenlijk voor kritiek? Het is gewoon een reactie van ze, omdat wij bij de radio zo aan de weg timmeren. De radio is er nu eenmaal altijd eerder bij. gratis aan Willy Ries heeft gegeven, dus Ries zal er zijn bescheiden voet- balsalaris ten dele aan hebben opge offerd in de hoop „een hele grote te worden in het doel, een net zo grote althans als Frans Coerver, die wel zijn jongensdroom-doelman zal zijn geweest. de laatste tijd Omdat u vaak verkeerde terscommissie na 2,5 uur beraad werd meegegeven, met vrucht heeft afge wikkeld en dat Breda en Eindhoven elkaar weer hebben gevonden bij een pint bier, want zo gaat dat in het zwoele zuiden. Blijft inmiddels de vraag of een scheidsrechter in het betaalde voetbal het recht heeft stukjes te schrijven of zich op een andere manier uit te spreken over zulke uiteenlopende za ken als Spanje, de kopstoot-affaire en dergelijke. Anders gezegd: moet ie mand die bij een bepaalde sector in het openbare leven betrokken is (in dit geval het miljoenenbedrijf voet bal), over kwesties die in die sector spelen zijn mond houden om nog in die sector te kunnen functioneren, ja of nee? Ik ben van mening dat hij dit moet kunnen mogen, maar ik geef grif toe dat die mening in de sector waarin ik toevallig functioneer (de journalistiek) niet algemeen wordt aangehangen. Kritiek op stukken in de eigen krant, of stukken in geest verwante kranten of zelfs op stukken in vijandig gezinde kranten, wordt op zijn gunstigst met een pijnlijk verrast gezicht geaccepteerd. De meeste kranten zijn er bepaald niet dol op. Het is echt een uitzondering als in een krant een kolomschrijver kritiek r deze fw te zendel nhuis het eens over uw carrière u eigenlijk bij de Van Rijn, keurig in het grijze pak met de onafscheidelijke koninklijke onder- - scheiding in de revers, doet geen moeite om het gesprek zelf op een voor de hand liggend onderwerp te brengen. Op gewekt praat hij verder: „Een goed ho tel hoor, dit. Maar ik had liever in Intercontinental gezeten, waar al die juryleden en andere officials zich heb ben gevestigd. De NOS laat alles maar over aan zo’n reisbureau en dat heeft dit hotel voor me geboekt. Toch eens even kijken in welke straat dat Interconti nental staat. Ja jong, even de fok erbij opzetten, want ik word toch ook een stukje ouder. Lichamelijk ben ik er nog uitstekend aan toe hoor, maar zonder bril kan ik toch niet meer”. Laten we hebben. Hoe bent radio gekomen? Trots: „Ze wisten dat ik een goede radiostem had en daarom vroegen ze of ik interesse had om nieuwslezer te wor den. Dat had ik natuurlijk. Maar ik deed het niet goed. In die zin, dat ik er veel te emotioneel bij betrokken was. Je moet als nieuwslezer zonder emotie.. kunnen spreken. Dat kan ik mef 'tij dens de testen bleek dat duidelijk. Als ik iets over de hongersnood in India moest voorlezen, dan zag ik in mijn gedachten die mensen op straat liggen sterven. Dat kan natuurlijk niet. Toen ben ik tegen het einde van de oorlog de ochtendgymnastiek gaan doen, met pia nist Ger de Roos. Ik was de voorganger van Ab Goubitz. Ze wilden toen iemand hebben die niet bij de NSB zat en daarom vroegen ze mij. Van het een kwam het ander. Vlak na de oorlog moest ik van Tom Schreurs van de AVRO een handbalwedstrijd verslaan. Dat kon gemakkelijk, omdat ik oud- international ben. Daarna ben ik e en paar jaar voor de VARA gaan werken. Dat kon toen nog, als liberaal”. t ■l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 25