Picasso’s grafiek als bij hem thuis wel erg academisch maar Sarcastische kijk op de mens Allerlei aardig nieuws op muziekbeurs in Utrecht Armzalige Notenkraker 3 GIRO 51360 Alberni Quartet uitmuntend GEEF MEM EEN KANS en gireer dit jaar een extra gift 3 I Zoekt u Ideur? s ralstoneverf 1 misten a Tg Kamermuziek in Tuinzaal Satie voor elektronisch orgel Ballet uit Parijs Breytenbach’s appèl verworpen IT 9 S g® u 11 Uw hulp brengt medische hulp! PIP SIMMONS THEATRE GROUP HEROPENT MICKERY 19 76 komt hij althans werken te voor de indruk die in tentoonstelling in Beeld schrift door Hein Steehouwer Memisa, (nüri) Rotterdam, Eendrachtsweg 49, tel. 010-144888. A DONDERDAG 29 JANUARI saffraangeel indiaanrood pauwblauw pikzwart lentegroen berebruin koninklijkoranje olifantsgrijs citroengeel staalblauw kastanjebruin hagelwit gifgroen koraalrood etc. etc. ‘'ji PICASSO IS EEN geniale fi guur geweest, een groot vernieu wer. Wie zou het niet weten. Vaak was hij ook heroïsch, zoals in zijn wereldbekende „Guerni ca”, zijn „reportage” van het eerste grete luchtbombardement op de bevolking van een stad. Het gebeurde tijdens de burger oorlog in Spanje. Heroïsch was Picasso ook in zijn vele schilde rijen naar aanleiding van stieren gevechten en in zijn Minotauros- grafiekserie. Het grootse trok hem aan. Zo vaak uit zijn schijn. Het is 1967 de grote Amsterdams Stedelijk Museum wekte. Het is ook de indruk uit de vele boeken met reproducties en uit de geïllustreerde biogra fieën. Zelden is er over een schilder meer geschreven dan over hem, maar hij zwoegde als een trekpaard dan ook bijkans een eeuw voor alle anderen uit, steeds weer nieuwe stijlen vin dend, nieuwe expressievormen blootleggend. Goede en minder goede perioden wisselden elkaar af, maar vitaal was het werk altijd. Wf I fll té (ADVERTENTIE) O E! VA (ADVERTENTIE) Roderic Leigh als Dostojef ski’s zelfmoordenaar in zijn doodkist; naast hem Sheila JAC HEIJER I (Van onze correspondent) UTRECHT. Zes pianowerken van Erik Satie, te weten „Gymnopedies en Het is dus een ware ontdekking om ook eens een andere Picasso te vin den in minder heroïscch werk, name lijk in tekeningen en andere grafiek, ..bedoeld voor huiselijk gebruik”. Dat Picasso’s dochtertje Maïa, een pen tekening uit 1940. Hij zal nu een nieuw beroep bij een andere rechter indienen. Een van Brey- tenbachs advocaten, Henning, zal trach ten het vonnis tot vijf jt.ren terugge bracht te krijgen, de minimumstraf on der de wet op het terrorisme. Breytenbach had tien jaren in Frank rijk in ballingschap geleefd voordat hij clandestien naar Zuid-Afrika terugkeer de. Na arrestatie bekende hij een afde ling van de verboden organisatie Afri kaanse Nationale Raad te hebben ge sticht. De collectie is in Brussel te zien geweest bij Galerie Claude Jongen, die met Walter Kamp samenwerkt. Deze zomer gaat ze naar New York. De hoofdpersoon in dit verhaal is een belachelijke schlemiel, die droomt dat hij zelfmoord pleegt en aldus het para dijs leert kennen. Dit paradijs krijgt bij Simmons de vorm van een Hawaïiaans kitschgeluk. dat in een afschuwelijke nachtmerrie verkeert De belachelijke - z Voor: 5,- helpt u een framboesia-patiêntje van zijn verschrikkelijke zweren af 25,- wordt bij een melaatse de ziekte tot staan gebracht 200.- helpt u polio-patiëntjes aan meer moderne behandelingsmethoden 750,- schenkt u een invalidewagen Satie voor het elektronisch orgel. Het is een van de nieuwtjes die te vinden zijn in de Margriethal van de jaarbeurs te Utrecht, waar tot en met zondag Muziek ’76, „een manifestatie voor pro fessionele en amateuristische muziekbe oefening” wordt gehouden. „Gnossiennes zijn in opdracht van Jo han de Heer, een nazaat van de beroem de evangelist, bewerkt voor het elektro nisch orgel. Satie zou ongetwijfeld veel plezier aan deze arrangementen gehad hebben, maar dat zal muziekhandel De Heer een zorg zijn: de beurs Muziek ’76 was woensdag nog geen half uur open of Johan de Heer kon, knus gezeten tussen de zangbundels van zijn vader, forse bestellingen boeken. Het is een instrument waaruit je mu ziek kunt halen, maar dat toch eigenlijk geen echt muziekinstrument is. Het ap paraat biedt een keuze uit 17 ritmen en biedt een goed doordacht akkoordenpak ket voor de linkerhand plus een hele hoop imitaties van muziekinstrumenten waarmee de rechterhand zich kan laten gelden. Je moet inderdaad wel een heel grote domoor zijn wil je daarmee na drie weken oefenen geen resultaat berei ken. PRETORIA (AFP). Een beroep te gen het vonnis van negen jaar gevange nisstraf dat vorig jaar november tegen de Zuid-Afrikaanse dichter Breyten Breytenbach was opgelegd is verworpen, zo is woensdag in Pretoria vernomen. veel bewaren. Als hij dat al niet deed, dan deed zijn omgeving het wel, want ook een slappe Picasso vergt harde valuta’s. Er hangt hier voor circa acht miljoen gulden. Burnett, als een van de wevers van zijn droom. besteedde er grote aandacht aan en veegde de vloer aan met de Maoïsten. Het gevolg was elke avond een uitver kocht huis. „The dream of HAARLEM. Het gisteravond in de Tuinzaal gegeven tweede concert in de kwartetserie van het Haarlemse Con certgebouw, hield een optreden in van het Alberni String Quartet, dat bestaat uit de violisten Howard Davis en Peter Pople, Berian Evans, altviool en Gregory Baron, cello. Een qua temperament ty pisch Engels ensemble, dat van zijn technisch kunnen en muzikaal begrip een zeer positieve indruk op het publiek zal hebben nagelaten. SCHEVENINGEN. „De Notenkra ker” is een avondvullend sprookjesballet na areen verhaaly van E. T. A. Hoff mann. Een suite uit de muizek daar voor van P. I. Tsjaikofski werd erg bekend en het slotduet, de pas de deux van de prins met de suikerfee vormt nog steeds een hoogtepunt van het klas sieke dansrepertoire. Iedere danseres wil die pas de deux graag uitvoeren, maar alleen de besten uit een groep krijgen daartoe de kans. Te gek al die leuke kleuren van Ralston om de dingen in uw huis ’s met verf een opfrissertje te geven. II kunt b.v. kiezen uit: Ga maar eens kijken bij uw Ralston dealer. Hij laat u kiezen uit vele kleuren. 1 Een bezoek aan Muziek ’76 geeft al gauw de indruk dat de muziekbeoefe ning, vooral die van amateurs, zo lang zamerhand in handen valt van de tech nocratie: alles moet de speler zo gemak kelijk mogelijk gemaakt worden. Dat streven resulteert bijvoorbeeld in een tamelijk klein apparaat, in verhouding tot de vergelijkbare elektronische orgels bijzonder goedkoop, dat de naam Bald win funmachine draagt. Er is niet zoveel, maar wel aardig nieuws. Zo is er bijvoorbeeld de zalmer twin basdrumpedaal. Hiermee kan één musicus met twee pedalen op een bas drum spelen waardoor een tweede over bodig wordt. Simmons’ groep heeft het vorig sei zoen in Rotterdam gewerkt. De groep noemde zich The children of the night en bracht twee produkties uit: „Dracu la”, een onderhoudend griezelspektakel, en „An die Musik”. Dit laatste ging over een joods kamporkest in een concentra tiekamp; het was een metafoor over vernedering en ondergang, een lijfelijk aangrijpende voorstelling, de belangrijk ste van het Nederlandse toneelsèizoen. De groep speelde het de afgélopen maanden in Engeland, waar de vooruit strevendste critici het de best geregis seerde voorstelling van het jaar vonden. In de afgelopen weken heeft men het in Parijs opgevoerd waar de critici al even enthousiast waren. „An die Musik” werd aanleiding tot een echte Parijse theaterrel. Een der eerste voorstellingen werd onderbroken door een handvol Maoïsten, die vonden dat „An die Musik” onrecht deed aan de historische filosofie van Mao. De spelers stopten de voorstelling en beloofden een gesprek, waarna de Maoïsten en het andere publiek in een heftige discussie gingen die zelfs op handgemeen uitliep. Toen Simmons, de spelers en de Maoïs ten enkele dagen later hun gesprek be gonnen, werd de discussie onderbroken door een groep Marxisten, die lucht van de samenspraak hadderi gekregen. Nau welijks had Simmons een begin gemaakt ïnet zijn uiteenzetting of de Marxisten en Maoïsten verloren „An die Musik” uit het oog om fel te discussiëren over de dialectiek van het gesprek zelf. Een en ander trok de aandacht van de kranten. Het communistische blad L’Humanité man wordt in die nachtmerrie veracht en verworpen als Jezus aan het kruis. De droom krijgt bij Pip Simmons en de zijnen de vorm van een musical met allerlei elementen uit de showbusiness. Roderic Leigh is een tot tranen toe ontroerende belachelijke man omgeven door de andere spelers die dansen, zin gen en acteren als in een ouderwetse music hall. Hét stuk is niet alleen een commentaar op de mens, maar ook op religie en theater. Het stuk zit zo vol dubbele bodems dat mijn ruimte tekort is als ik het hier allemaal precies zou willen analyseren, zo ik dat al zou kunnen. De muziek van Pip Simmons’ trouwe musicus. Chris Jordan, is een mengsel van citaten uit Paul Anka-achtige rock muziek en de Anglicaanse kerk. Ze wordt voortreffelijk, misschien nog wat te versterkt, uitgevoerd door de spelers zelf. De hele voorstelling is even rijk als compact en vindt een indrukwekkend evenwicht tussen ironie en ernst. Pip Simmons en zijn groep maken een hart verscheurend soortt heater, dat werke lijk nieuw en ongezien is. Dat valt temeer op nu het theater na de roerige jaren rond 1970 weer teruggaat naar bekende tradities en conventies en op z’n hoogst oude stukken nieuwe vormen geeft. In kerken wordt ook muziek gemaakt en de interkerkelijke stichting voor het kerklied meende dan ook terecht op deze beurs een stand te moeten hebben. Daarin wordt vooral de nadruk gelegd op het Liedboek voor de Kerken, ook bekend als het Nieuwe Liedboek. Hier van zijn thans meer dan 1,2 miljoen exemplaren verkocht. is nu tot en met 18 maart mogelijk in de nieuwe galerie van Walter Kamp, Rokin 154 in Amsterdam, zes zaaltjes vol. Meer dan tweehonderd werken zijn er, merendeels kleine. Ze zijn afkomstig uit het bezit van een van zijn vrouwen, Marie-Therèse Wal ther, die hij in 1927 de eerste maal ontmoette, nog tijdens zijn huwelijk met Olga Kochlova. Marie-Therèse schonk Picasso in 1937 een dochter, Maïa. En om dat meisje gaat het nu voor een deel op deze tentoonstelling. Pi casso was dol op haar en speelde met Maïa als het ware tekenend en schil derend. Als ze hem als kleuter vroeg haar slapend te tekenen met haar duim in de mond, dan deed haar vader dat. En het kind had gelukkig nog veel meer van die wensen en zo is er een hele serie tekeningen ont staan. Ze zijn natuurlijk realistisch, want Maïa moest ze zelf kunnen beoordelen. Ze zijn van een verruk kelijke vlotheid en toch tevens door leefd. Dan zijn er de uitgeknipte papieren poppetjes, die Picasso voor Maïa maakte, een mombakkes, circusvoor- stellinkjes en allerlei tekeningen in en kinderlijke stijl, zoals Maïa het zelf ook zou hebben willen doen. Dat hele zaaltje is kostelijk. Van een andere aard hangt er ook tekenwerk uit de huiselijke sfeer, net als alle andere werk hoofdzakelijk gemaakt in de periode Ï937-1946, die vruchtbaar was. Ogenschijnlijk lijken veel tekeningen van Picasso zo maar even gedaan. Hier blijkt dan weer, dat hij vellen voltekende met stieren, figuurstudies en wat niet al, het tel kens even anders proberend totdat hij tenslotte het resultaat van zijn experimenten als het ware kon „schrijven”. Achter het spontane school veel studie. Je staat als het ware over zijn schouder in het atelier méé te kijken hoe de bekende defor maties bij Picasso in die jaren zijn ontstaan. Hij heeft eens een bekende litho gemaakt, twee naakte vrouwen, de een zittend, de andere liggend. Bij Kamp hangt nu een hele série staten van diezelfde litho, telkens iets ge wijzigd, de ene sterkrealistisch, een andere typisch „Picassiaans” qua de- formatie-schema’s. Uit de hele serie blijkt de diepgaande aandacht die hij kon schenken aan een ogenschijnlijk eenvoudig thema. Voor hem was li thograferen in de eerste plaats onder zoeken welke beeldende mogelijkhe den hem ten dienste stonden met zwart-wit in het platte vlak. Er hangt zo ook een wat kleinere stie- ren-serie die zo mogelijk nog sterker werkt. Natuurlijk zijn er veel tekeningen die Marie-Therèse zelf tot onderwerp hebben, soms realistisch, soms meer experimenteel. Ze werd door Picasso als het ware meer beroepsmatig ge zien als model dan hij dat Maïa deed en daarom is ze ook het onderwerp geworden van veel „groter” werk, de schilderijen die men uit die tijd uit de catalogi en van de exposities kent. Onder de naam „Ballet Classique de Paris” brachten dinsdagavond in het Circustheater een aantal dansers en dansleerlingen een voorstelling die heel in de verte op „De Notenkraker” leek. De dame die er de ster in spelde had niets van een ster en zal best in al die beroemde ensembles opgetreden hebben, die trots in het (in het Duits gestelde) programma vermeld staan, maar dan vermoedelijk op een lagere plaats. Tijdens deze voorstelling kreeg ik het vermoeden dat ze altijd al die pas de deux uit dit ballet had willen dansen en daarvoor nu maar met haar man samen een eigen ensemble heeft samengsteld waarin zij de beste is. Hier is natuurlijk niets tegen, maar het is wel nuttig als het publiek gewaarschuwd is en weet wat het kan verwachten. Inmiddels was er in deze uitvoering wel erg veel fout. Onder klassieke tech niek verstond men uitsluitend het, hoe dan ook (meestal dus lelijk en kramp achtig) draaien van pirouetten en het maken van stijve pasjes. De costuums waren afgrijselijk gemaakt en het ge heel maakte een armzalige indruk on danks de vele tot glimlach vertrokken gezichtjes. tempo hier ten koste zou gaan van de verder zo fantastisch zuivere intonatie; het pittige presto werd nochtans een besluit van dit Haydn-kwartet, waarin het feilloze samenspel grote bewonde ring afdwong. Dat respect voor de eenheid en welo verwogen nuancering was overigens op zijn plaats voor het gehele programma. Zo ook voor het aansluitend gespeelde eerste strijkkwartet van Benjamin Britten. In de langzamere gedeelten za nikt Britten weleens wat doelloos in de rondte, maar die zwakke plekken daar gelaten, is zijn kwartet opus 25 toch zeker de moeite waard. En in deze uit voering vol subtiele klankcontrasten, kregen de verschillende delen in goed gekozen tempi hun éigen, grillige karak tertekening. Beehoven’s kwartet opus 59 nr. 2 in e, volgde na de pauze en werd mooi van spanning en opbouw gerealiseerd. Weer ademde de vertolking van zoals ge zegd hoog instrumentaal niveau een wat academische geest en misté het Alberni-kwartet in het laatste deel de door de compositie geboden kans om uitbundig te zijn. Na dit ietwat stijfjes klinkende slot deel, was het aanhoren van de door het enthousiaste publiek veroorzaakte toegift des te verrassender. In een finale van een ander Beethoven-kwartet (opus 80 nr. 2) gaf het Alberni String Quartet zich namelijk plotseling over aan een veel bruisender humeur, alsof het be vrijd was van een zware last. Wég was de overmatige voorzichtigheid die je in het spel tot dan toe meende te voelen. Ze werd verruild voor onbezorgde musi- ceervreugde, die blij maakte en alle perfectie (die er i nderdaad een ietsje onder leed) meteen relativeerde. JOHAN VAN KEMPEN AMSTERDAM. Het Mickerytheater heeft zijn deuren weer geopend. Men is min of meer zeker van voldoende rijks- en gemeentesubsidie om dit jaar door te gaan. Directeur Ritsaert ten Cate is als een haas de halve wereld afgereisd om contracten af te sluiten. Gisteren ging na anderhalve maand stilte, de eerste voorstelling: „The dream of a ridiculous man’’ door de fameuze groep van Pip Simmons uit Londen. Een klapstuk. „Tête aux lunettes”, een olieverf uit 1939. Aan dat werk is de benedenzaal van deze galerie gewijd. Het komt niet alleen uit de collectie Walther, maar ook uit die van de Zwitserse Galerie Krugier. Enkele particuliere Britse verzamelaars hebben ook bij dragen geleverd. Onder die schilderij en rijn er enkele zeker treffend, zoals bijvoorbeeld het hier gereproduceerde „Tête aux lunettes” uit 1939, de tijd van de „zachte” deelprojecties die binnen één gericht als het ware schijnen ineen, te schuiven. Later maakte hij andere, veel 'meer hoekig, vaak dramatisch eh heel heftig van kleur, zoals er hier „Couple sur un banc” is, een heel boeiende gouache. Zo is er ook een stilleven m de van hem bekende hoekige stijl met aan gezette licht- en schaduwwerking. Dit en ander werk kan echterniet de indruk wegnemen dat de aantrekke lijkheid van deze zeer grote en uit zonderlijke expositie (die je maar eens in je leven te zien krijgt) toch voor alles te danken is aan de teke ningetjes rond Maïa. Zekér wordt die indruk niet weggenomen door vlakke sculpturen van metaal, die eruit zien of papieren knipsels ervoor model hebben gestaan. Picasso kon ook wel. eens slap mislukken of misschien té- L7E Al in het „Vogelkwartet” (opus 33 nr. 3 in C) van Haydn, waarmee de avond begonnen werd, was in het eerste deel een perfectie waar te nemen die wees op een instrumentale allure van het hoogste niveau. Het bijzonder mooie, warmglan- zende spel van fijn afgewogen totaal- klank, maakte dat je op het puntje van je stoel ging zitten om vooral niets te missen van de muzikale boodschap die daaruit zou kunnen spreken. En dat raakt nu juist aan wat ik bedoel met dat typisch Engelse (manke ment) eraan; het was uiterst gedistin geerd, maar nergens indringend. Zo van: het klopt allemaal, maar wat doet het me eigenlijk. Laat ik meteen daarna maar zeggen dat ik toch genoten heb van dit recital door het Alberni-kwartet, anders komt die kritische noot misschien buiten verhouding hard aan. Want de kwaliteit van dit viertal strijkers is dus danig dat er genoeg overblijft om ge boeid te luisteren. Haydn’s Vogelkwartet was dus gelijk het visitekaartje van deze begaafde En gelse musici. Na de wat neutrale, ge stroomlijnde inleiding, kwam er in de volgende delen wat meer innigheid, ter wijl in het Scherzo die heerlijk lichte toets bewaard bleef. En al vreesde je even dat in de finale het gewaagde K» Wat blijft er nog over nadat je alles gezegd hebt over de vernedering en moord die de ene mens de ander aan doet? Op zijn minst een pessimistische twijfel of het ooit nog wel goed komt met de mens. Simmons geeft die twijfel een ironische, wat mij betreft zelfs sar castische; vorm naar aanleiding van een kort verhaal van Dostojefski dat hier te lande bekend staat als „De zelfmoorde naar”. „The dream of a ridiculous man’ is iets heel anders dan „An die Musik”, hoewel in zekere zin een vervolg. The children of the night heten nu Children of the sün, wat een veel luchtiger toon suggereert. Dat is maar ten dele waar, „The dream” is het antwoord van een man, die met „An die Musik” feitelijk zijn uiteindelijke opvatting heeft gege ven over „het menselijk tekort”. - 3® -'rxS-:’ - -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 11