Tentoonstelling van oude affiches tot en met 13 februari aan de Herengracht Een stad in wint er tooi OUD-JOURNALIST HEEFT HUIS VOL MINERALEN i ft Gaasperdam cj K fl BEtHTEBAAl fAB'AH Petalo ■I r lilOUAlB, Dapperbuurt fl 99 99 9: J T ■bl.'. I 1 I 9 19 7 6 JANUARI DONDERDAG 2 9 I I I I I I I SFEERBEELD I I I I I I I I I I I I I I DOORLOPERS i TWEE LI NSWEfiLH-.y WEEMOED Vmottws WtWlRST HET DOEL IS een reclamemuseum. De initiatiefnemer is Sikkens’ vroêgere adjunctdirecteur en reclamechef Leen van der Plas. En de eerste stap in de richting van zo’n museum is de tentoonstelling van oud reclamemateriaal die tot en met 13 februari tijdens kantooruren gratis is te bezichtigen bij reclamebureau Van Alfen, Herengracht 615 in Amster dam. ■L 1 FP N T 1 ET r" CIMT MB PER HAI ON Ji ^5 HALF Ql||| kw F W:j ONDER REDACTIE VAN KEES TOPS «Lr® n Nostalgie in reclamewezen Stenen verzamel je niet om het geld zoals ’t aan gay a#É*0K - .««aai»® i-xü -• meer- de argeloos op af te geven”. „Dees dag is lijk een moede man, Die langs een strate, grijs en stil. Zijn droefenis niet kroppen kan Maar toch niet schreien wil”. VOOR HET VERWEZENLIJKEN van het reclamemuseum werken de Stichting Het Nederlands Reclamemuseum en het Genootschap voor Reclame samen. De organisatoren zitten te springen om ma teriaal, dat volgens hen nog in menig archief aanwezig moet zijn. Over pnkele maanden komt er een grotere tentoon stelling. Men hoopt op die manier nog meer materiaal los te krijgen. Een aardige bijzonderheid is, dat het begin van alles een blik van Flick was. Flick was de chocoladefabriek, waar de naaim „flikjes” van afstamt. Dat blik van Flick vond Van der Plas zomaar op straat. En „dit is zonde” was de eerste gedachte in de richting van het reclame- museum. Het is voorlopig de vraag of het er ooit komt. GEDULD. Het gaat voornamelijk om geduld, bij deze liefhebberij. Het zagen van een steen bijvoorbeeld. Maurits Kleerekoper doet er soms een uur over en dat is dan niets bijzonders. En daarna het slijpen, steeds met een fijner slijp- poeder, tot het polijsten erop volgt. DE TEKST is een bonte verzameling herinneringen, hetzij van de schrijver persoonlijk, hetzij door de schrijver uit de literatuur opgediept. Allereerst na tuurlijk de ijspret. Friese doorlopers, de baanveger, verliefde paartjes en breke benen achter stoelen dat is het beeld dat wordt opgeroepen, het geheel in een wat ouderwetse, maar daarom niet min der poëtische schrijftaal. DE TENTOONSTELLING van voorna melijk affiches is begin deze week geo pend. In een openingsspeech werd spijtig melding gemaakt van de intrede van het rationele begrip „marketing” in de recla me. Want, zo vindt menige reclameman, je moet, zoals vroeger, kunnen overdrij ven. DE MEESTE EXEMPLAREN uit zijn indrukwekkende verzameling koopt de heer Kleerekoper op beurzen, die ieder half jaar door zijn vereniging, „Ama- thysta”, worden gehouden. Op 13 maart is er bijvoorbeeld zo’n beurs in Zaandam (in de Teun Sabelschool aan de Stations straat 108). Daar staan ook stenenhande laren (duur of niet duur), die via hun contacten in bijvoorbeeld Zuid-Amerika aan mooi materiaal kunnen komen. Zelf hoedt de heer Kleerekoper zich ervoor te gaan handelen. „Het is misschien erg idealistisch van me, maar dat zou ik niet kunnen”.We zeiden het al: een echte verzamelaar. nog wel iets van en zo pik je de rest wel op.” Er waren, zo herinnert u zich nog wel. edelstenen en halfedelstenen. Dat onder scheid wordt tegenwoordig door de ware stenenliefhebber niet meer gemaakt. ..Het zijn allemaal kristallen, mineralen. •Te kan hoogstens sierstenen eruit lich ten. De scheiding van edel- en halfedel stenen (naar de hardheid, volgens de schaal van Mohs) leidde bij de mensen tot het misverstand, dat het een onder scheid was naar waarde. Maar „edel” is we. De 1 gauw DE STICHTING Samenlevingsop bouw Bijlmermeer houdt zaterdag een openbaar congres over Gaasperdam, de nieuwste Amsterdamse stadsuit breiding, ten zuiden van de Bijlmer. Aan het congres, dat wordt gehouden in het Bijlmerhuis, wordt ook deelge nomen door een vertegenwoordiging van de gemeente. De stichting Sa menlevingsopbouw is eigenlijk boos, omdat bewoners en belanghebbenden niet eerder de kans kregen zich uit te spreken over Gaasperdam, dat straks aan 30.000 mensen woonruimte moet gaan bieden. Volgens de stichting zijn er van verschillende kanten bezwaren gere zen tegen de opzet vah de nieuw bouwwijk en de gevolgde -inspraak procedure. De stichting ziet in haar congres „een uiterste poging, om als nog de discussie en meningsvorming over Gaasperdam in brede kring op gang te brengen”. VEEL AFFICHES hangen er nu bij Van Alfen. Van de RAI, van Van Nelle en Bols met als merken „The Rising Hope”, „Echte Baai Tabak” en als exclu sief artikel de gebroken thee- Behalve die affiches zijn er wat verpakkingen, zoals het bekende Droste-cacao-blik, en enkele geïllustreerde boekwerken over reclame. Het is, goed beschouwd, wéér een exponent van de al enige jaren heersen de nostalgie. Die behalve stoofjes, oude jurken en eikehouten spiegellijsten ook het bekende Calvé-affiche in menig huis heeft teruggebracht. Maar het is een boeiende exponent, de moeite waard om te gaan kijken. Na het geslijp en gepolijst op de steen, wordt er in de werkkamer „ge trommeld”. Stenen verdwijnen voor vier weken in een, om de horizontale as draaiende trommel, die door die bewe ging het natuurlijke slijpproces nabootst. Ook dat trommelen is een nauwkeurig werkje, want wanneer zich, in het mengsel van polijstpoeder en water praar één korreltje slijppoeder bevindt, komen er krassen op de steen. Het is, kortom, een heel karwei. Hoe komt iemand ertoe? De heer Kleereko per: „Ik had vroeger een andere hobby, fotograferen. Dat ik daar mee ophield had twee redenen: ten eerste maak je die enorme hoeveelheid dozen vol foto’s nóót meer open en ten tweede kwam het tijdperk van de kleurenfotografie. Ik deed daar eerst aan mee maar ik houd eigenlijk helemaal niet van kleurenfo to’s. Bovendien ging iedereen fotografe ren, waardoor ik het niet zo leuk meer vond. Het verzamelen van die stenen begon, daarna, met een kiezelsteen”. gewoon een scheikundige term, edelgassen en edelmetalen.” STENEN HOEF JE, volgens de heer Kleerekoper, overigens niet te gaan ver zamelen om het geld. „Stenen hebben geen waarde. Wat je voor een steen krijgt, is wat de gek ervoor geeft. Ja, als er van een bepaalde steen erg weinig zijn, dan krijgt hij een zekere zeldzaam- heidswaarde. Maar ook dat is betrekke lijk. Malachiet is bijvoorbeeld duur, om dat het niet mag worden uitgevoerd uit Rusland (De steen wordt gevonden in de Oeral). Maar zodra ze geld nodig hebben, komt het bij tonnen op de markt. Dan daalt automatisch de waarde”. Vitrine na vitrine bekijken y heer Kleerekoper raakt er niet over uitgepraat. Toont kwarts, pyriet, amethyst, jade, noem maar op, en vertelt tussen de bedrijven door, dat ook in de «tenenwereld addertjes onder het gras zitten. Toegestane zwendel bestaat ook daar. De naam goud-topaas, bijvoor beeld. De steen die er mee wordt aange- duis is geen topaas, maar een kwarts. Behalve al die vitrines heeft Maurtis Kleerekoper nog een kastje, belicht door ultra-violef licht, dat kleuren onthult die men normaal niet ziet. Een wonder lijke kijkdoos, waarin grauwe stenen er bijna sprookjesachtig uitzien. Elke gracht haar koek-en-zoopie, on der de leus: Ben je koud of heb je pijn, Bij Ome Japie is ie fijn, ’n Zure bom of kouwe koek, Warme melk of hete soep” Onder het hoofdje „Hoe een duim breed ijzer iemand veranderen kan” be schrijft Koot de verbroedering op het ijs en citeert: IN HET BOEK wordt geen weersvoor spelling gegeven. Eerder een terugblik op winters echte winters vanaf de zeventiende eeuw. Een sfeerbeeld van ijspret en witomlijnde geveltjes. Amster dam in wintertooi in tweeënveertig afbeeldingen (schilderijen, aquarellen, tekeningen, foto’s) en een ongeveer even- groot aantal bladzijden tekst. De afbeeldingen spreken voor zich. Er zijn werken van Arent Arentsz, Hen drick Avercamp, Abraham Beerstraten, Johan van Kessel, Pieter van den Berge, P. G. Westenberg, R. Craeyvanger, G- Lamberts en van Breitner en Jacob Cats, al is de laatste niet de zeventiende- eeuwse zedendichter, maar diens acht- tiende-eeuwse naamgenoot. De meeste zijn vrij onbekende namen. En, zo schrijft Hon Koot in zijn inleiding „De portretten der stad, en dat is in wezen de binnenstad, zoals die voor de lezers liggen, zijn wellicht niet de schoonste, merkwaardigste of geestigste, ofschoon zij wel eens een of meer van deze eigenschappen kunnen bezitten. Veeleer zijn het topografisch belangwek kende, in witte tooi, zoals zij door kun stenaars in een tijdsbestek van ruim drie en een halve eeuw werden vastge legd”. MAAR OOK HET grauwe Amsterdam wordt niet vergeten, in het laatste, en wat mij betreft mooiste hoofdstuk, „Mist in Amsterdam”. Koot omschrijft dat mistige als „een onwezenlijk bekoorlijke schakel in de keten van altijd-durende wisseling der jaargetijden”, als „de wee moed der natuur”, waarvan de Amster dammer, die er hartgrondig op kankert, weet dat het „een onverbrekelijk deel van zijn eigen wezen, van zijn eigen aard is". Koot: „Het is de beklemming van het korte zicht, het onmachtige inlopen te gen de mysterieuze overmacht der na tuur, wat hem als vrije Amsterdammer tot in zijn nerven dwars zit. Het is de neergang uit de loop der dingen, die Godlof onafwendbaar zal worden ge volgd door een opgang, vraag de Am sterdammer niet daar de bekoring van te schetsen, maar waag het evenmin er - tentoonstelling over de vernieuwing van de Zuidelijke Dapperbuurt ge houden. Beeld en tekst moeten daar de vernieuwingswijze van de Dapper buurt verduidelijken. Daarnaast zal er meer algemene informatie over de buurt worden gegeven, onder door regelmatige vertoning van film „De Dapperbuurt, om iedere centimeter wordt- gevochten” van het Amsterdams Stadsjournaal. De ten toonstelling is georganiseerd door de gemeentelijke projectgroep en de in- spraakgroep Dapperbuurt-Zuid. DE BEIDE PSP-raadsleden Agtste- ribbe en Meijer dringen er in een voorstel bij B. en W. van Amsterdam op aan, een definitieve oplossing van het vestigingsprobleem van de zigeu- nergroep Petalo, waarover op deze pagina al verscheidene malen is ge schreven, te bevorderen. Beide raads leden nodigen het college uit, vóór 22 februari met een voorstel te komen tot vaststelling van een definitieve standplaats, die tevens de nodige voorzieningen omvat. De heer Petalo heeft enige weken geleden voor de microfoon van STAD Radio Amster dam nogmaals gepleit voor een vesti gingsplaats voor zijn groep- gaat en die van de niet-verzekerde, die reddeloos verloren is en zich moei zaam een pad moet banen langs de afgrond. Niet iedere reclamemaker maakte het destijds zo bont, maar het tentoongestel de staat in een scherp contrast met wat in de jaren zeventig op dat gebied wordt gepresteerd. Men kan over reclame den ken wat men wil, maar als er dan wordt geadverteerd, dan kijk ik liever naar die knusse huiskamertjes waar het drinken van Ven Nelle een feest lijkt te zijn, dan naar de koele strakheid die de reclame van nu kenmerkt. (Ton Koot „Amsterdam in wintertooi” uitg. Het Wereldvenster, Baarn, Ge bonden, 27,50) Van die overdrijving zijn genoeg voor beelden voorhanden, in het expositie- zaaltje. Het duidelijkste voorbeeld daar van is de affiche van de Onderlinge Levensverzekeringsmaatschappij ,,’s Gra- venhage”. Twee levenswegen worden daarop uitgebeeld; die van de verzeker de. die een stralende toekomst tegemoet s EEN HOBBY WORDT leuker naarma te je er meer van afweet. Maurits Kleerekoper heeft dan ook een beschei den verzameling boeken over zijn onder werp. „Het is voornamelijk scheikunde, waar je mee te maken hebt, en dat is nou uitgerekend een vak waarin ik me niet zo heb bekwaamd. Maar je weet er EEN KIEZELSTEEN, die hij ergens vond en waaruit, na het slijpen, een schitterend mineraal tevoorschijn kwam. Via een kennis met dezelfde hobby rolde hij erin, bekwaamde hij zich in de moeilijke kunst van het slijpen en werd zo een echte verzamelaar dus iemand die voor geen goud een stuk uit zijn collectie zou verkopen. Waarom dat verzamelen? Maurits Kleerekoper: „Verzamelen doe je om iets om handen te hebben en omdat het interessant kan zijn. Wat mij in een steen boeit, is de vorm, de kleur, de oudheid. Sténen zijn zo ontzettend oud. En de vorming van stenen heeft nog steeds plaats, diep in de aardkorst. En als je na verloop van tijd verder, kijkt, dan blijkt dat er een enorme wetmatig heid is. Een bergkristal heeft bijvoor beeld altijd dezelfde vorm, altijd die zes vlakken. Het heeft geen zin om je af te vragen, waarom dat zo is, want daar „Hier vraagt men naar geen stand, hier is men vranck en vry, Hier heeft een boerenmaegd een edel man op zy, Dar zit me’en boeren-zeun hoofd der joffrenryen, Ginds ziet m’een hoofsche kwant een borgeres geleyen”. Veel citaten vindt men in „Amsterdam in wintertooi”. En veel liefdesverklarin gen aan Amsterdam. Veel ijspret en heel wat geschiedenis, zij het geen zware kost. OP HET MOMENT dat ik met een geurige kop koffie goed en wel achter mijn bureau zat, terwijl buiten de pekel van mijn auto lekte, dacht ik: „De eerste sneeuw is gevallen’’. De dag was dinsdag en de gedachte weinig schok kend. Maar meteen besefte ik, met de aanblik van het witte Amsterdam nog vers in het geheugen, dat het lang geleden is dat we een goed pak sneeuw hebben gezien. En dat er kinderen moe ten zijn, die nog nooit eerder sneeuw hadden aanschouwd. Geheel in overeenstemming met deze gedachte, wachtten mij op het bureau twee toepasselijke zaken: het boek „Am sterdam in wintertooi" van Ton Koot en een mij door een collega toegespeelde brief van een lezer. Allereerst de brief. De schrijver ervan voorspelt, dat er vooralsnog geen winter van enige bete kenis te verwachten is. Hij verklaart dit aan de hand van het gedrag van de mollen op het land. DE MOL zo legt hij uit, gaat bij de nadering van een strenge winter zijn voedselvooraad duchtig vergroten, in zijn molshoop slaat hij wormen op, die hij nog steeds volgens de briefschrij ver op zodanige1 wijze een beet achter de kop geeft, dat ze niet doodgaan maar zich toch koest houden. Op deze wijze zou een „wormenklont” worden gevormd van soms roei tweehonderd wormen, die de mol bij een kras wintertje op zijn gemak kan oppeuzelen. Wel, onze lezer is deze week op pad getogen, maar heeft geen voorraadvor- ming geconstateerd, zodat hij moet mel den dat het voorlopig, traditiegetrouw, blijft sukkelen met die winter. „Het ziet er nog niet naar uit dat de schaatslief hebbers op de gladde ijzers komen te staan, wat ook een strop is voor de schaats fabrikant", zo voegt hij er nog aan toe. HET ZIJN allemaal zaken op de laatste soort, de miniflesjes whisky na waarmee de liefhebber weinig meer kan doen dan ze bewaren. Er zijn ook mensen, die dingen verzamelen, waar mee ze wél iets knnen doen. Maurits Kleerekoper is zo iemand. Hij is enkele jaren geleden gepensioneerd na veertig jaar trouwe dienst als journalist bij Het Vrije Volk en woont nu met zijn vrouw in een rustige straat in Amsterdam- Noord. In een huis vol stenen. „Een rare hobby”, zo meldt hij laco niek. Dat hij meer met zijn stenen doet dan ze in de talloze glazen vitrines in het huis te kijk leggen, bewijst de bo venverdieping. Een van de kamers daar is ingericht als werkplaats. Daar zaagt, slijpt en polijst hij zijn materiaal. Het klinkt simpel. Maar, zo waarschuwt hij, er zijn veel adspirant-verzamelaars, die na een frisse start de aanschaf van zaagblad, slijpsteen en -poeder, plus na tuurlijk de stenen - het bijltje erbij neergooien. Want het bewerken van ste nen is een heidense klus. VERZAMELEN IS een bezigheid waaraan vele mensen zich overge ven. De een verzamelt suikerzak jes, de ander sigarenbandjes of lu ciferdoosjes. Voorts zijn er waarde vaste postzegels en munten, en meer aan modische stromingen on derworpen verzamelobjecten als speldjes, sleutelhangers en de laatste trend monsterf lesjes sterke drank. b aMW W VAN VRIJDAG tot en met maan dag wordt in de keet van de peuter speelzaal Whamm (hoek Dapper- straat-Pieter Nieuwlandstraat) een kom je toch nooit achter. In een bepaal de landstreek is één vlak het meest uitgekristalliseerd. Kenners kunnen je zó zeggen waar zo’n steen vandaan komt”. :u i ";i t’i feit' 3 Mak J hjfejs

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 9