BEDRIJFSWAGENS IN DE RAI: autobranche VOOR BEROEP CHAUFFEUR GROOT VOOR HET EERST MET SCHIJFREM Combinatiewagen krijgt steeds meer luxe vorm Half miljoen mensen in I- I INTERESSE Zware truck uit Amerika O. WOENSDAG (Van onze medewerker vor verkeer en vervoer) 1 I Individualisten Pioniers tus 293- Van donderdag 5 t.e.m. zaterdag 14 februari wordt in het Rai- gebouw te Amsterdam de tweejaarlijkse tentoonstelling van be drijfsauto’s gehouden. Zo’n 223 exposanten en dat is meer dan ooit tevoren tonen hun bestel- en vrachtauto’s, hun autobussen en ziekenauto’s, hun opleggers, aanhangwagens en allerlei toebe horen. Een grootscheeps overzicht van wat de vervoersmarkt op dit moment heeft te bieden. Er zijn zelfs produkten bij uit Rusland, Amerika, Zuid-Afrika en Zuid-Korea. BEDRIJFSAUTO - RAI - i 14 Overheid wil meer greep op transport I. uitgerust met een 65 din-pk dieselmotor. schoner Autobussen stiller en 2 Uit Amerika, van de Chrysler Corporation in Detroit, komt deze Dodge Aspen stationwagen. Een ruime en luxueuze combi, naar keuze uitgevoerd met een zes of acht cilinder motor. Op de modellen die naar Nederland komen is een automatische bak gemonteerd. De stationwagen heeft vier deuren, drie zitplaat sen voorin en drie plaatsen achterin. Als de achterbank is weggeklapt komt er een laadruimte met een lengte van ruim twee meter vrij. Dit is de „milieuvriendelijke" stadsbus van Mercedes-Benz. De motorruimte van deze bus werd niet alleen volledig geïsoleerd, met uitzondering van de openingen voor aan- en afvoer van koellucht, maar ook met een speciale plaat afgesloten. Het geluid van de diesel werd daardoor met 12 decibel verminderd. In de praktijk bleek aldus de fabriek dat van deze bus tijdens de rit nog slechts het bandengeruis is te horen. We hebben al gesproken over de pio niersgeest van Nederlandse vervoerders. De vrachtauto nam in 1964 12,4 miljoen ton van het grensoverschrijdend goede- En hier naderen we de kern van de zaak. De Nederlandse vervoerders zijn individualisten. Zij wensen vrij te kun nen opereren en komen op voor het par ticuliere initiatief. Zij hebben het daar mee een flink eind gered, ongetwijfeld mede dankzij de snel groeiende economie in het verleden. Nu het echter slechter gaat en de overheid toch zoveel mogelijk de belangrijke transportmarkt in stand wil houden (eigenlijk moet houden) vin den zij al snel, dat de overheid zich te omstandig bezighoudt met hun markt, en daarmee hun bedrijf. De toekomst zal leren in hoeverre tussen overheidsin grijpen en particulier initiatief het juis te midden wordt gevonden. van de bedrijfsauto de schijfrem na twee jaar erperimenteren wordt gebruikt op een zwaar trans portmiddel. Nieuwe materialen voor de remblokken hebben dit tevens mo gelijk gemaakt. Geheel nieuw voor ons land is deze Vauxhall Viva Estate van General Motors. De Estate is leverbaa- met 1800 of 2300 cc vier cylinder motor, die respectievelijk 88 en 108 pk levert. Als de achterbank is weggeklapt, komt eew laadvloer met een lengte van 1.66 meter beschikbaar. Door de aandacht die de overheid aan het openbaar vervoer schenkt kwam ie autobus meer en meer in de publiciteit. Op de Rai-tentoonstel- ling is traditiegetrouw veel ruimte gereserveerd voor dit vervoermiddel. Zo op het oog verandert er weinig aan het uiterlijk van autobussen. De instap mag eens wat lager zijn en de ramen wat hoger: een bus blijft een bus. Een ruime combinatiewagen van Peugeot, ot, de 504 Break, geschikt voor zeven personen en dan nog voldoende bagage- In 1973 werden op de Nederlandse markt totaal 42.902 nieuwe bedrijfs auto’s verkocht. Over de jaren ’74 en ’75 zijn geen cijfers bekend. In de autobranche in ons land zijn direct en indirect ruim een half miljoen mensen werkzaam. Ruim 60-000 wer ken in het autobedrijf, 40.000 bij de benzinemaatschappijen, 20.000 in de onderdelenindustrie en -handel, 11.500 in het carrosseriebedrijf,. ruim 10.000 bij autofabrikanten, importeurs en bij rijscholen. Ruim 3000 mensen werken bij de bandenindustrie en -handel. Indirect zijn 172.500 mensen werk zaam in het eigen vervoer en meer dan 100.000 in het beroepsvervoer. Als buschauffeur werken 12.000 men sen en ruim 9000 in het taxi- en huurautobedrij f De constructieve oplossingen die hiervoor worden gevonden zijn echter zelden aan de buitenkant te zien. Zo staan er dit jaar enkele bussen op de RAI waarbij in de carrosserie rolbeu- gels zijn opgenomen. Deze beugels moeten bij een eventueel ongeluk het dak van de bus voor indeuken behoe den. Een ander punt op het gebied van de veiligheid is de toepassing van de schijfrem op nieuwe autobussen. Dit is voor het eerst dat in de wereld De combinatiewagen stamt uit Ameri ka. Ford produceerde in 1929 de eerste echte: een A Ford met een voortzetting van het koetswerk in hout. Voorruit en ruimte. De wagen kan eventueel worden de raampjes in de voorportieren waren van glas. De achterportieren en zijkan ten kregen mica-raampjes, gevat in tentdoek. De naam voor deze nieuwe auto werd Station Wagon, zeker omdat de huisvrouwen met deze auto eerst hun mannen naar trein- of busstation brach ten en er daarna mee op visite gingen of boodschappen gingen doen. mende overcapaciteit. Kort gezegd: de ondernemingen bieden minder produkten aan die vervoerd moeten worden, en de transportbedrijven moeten maar zien hoe zij het dure materieel aan het rijden houden. Vooral de kleinere transportbe drijven- toegerust met één tot drie vrachtwagens worden hier het slachtof fer van. In vijf jaar tijd zijn ongeveer 1600 van dergelijke bedrijven van de markt verdwenen. Daarbij komt dat de snelle technische ontwikkelingen op deze Bedrijfswagen-Rai zijn daar vele voorbeelden van tet zien de transport bedrijven noodzaken tot versnelde af schrijving van hun materieel en tevens tot het aantrekken van vreemd kapitaal voor nieuwe investeringen. Een van de gevolgen van die gewijzigde vervoers situatie is, dat de bedrijven in het weg vervoer groter zijn geworden; een schaal vergroting die mede nodig was om aan de eisen van het verladende bedrijfsleven tegemoet te komen. Toch zijn daarmee de zorgen de we reld niet uit. En de overheid, die terecht streeft naar een gezonde vervoersmarkt, heeft zich via een beleidsnota van staatssecretaris Van Hulten (Verkeer en Waterstaat) gemengd in de problematiek van het transportwezen. Dat is niet overal binnen de verladers- en vervoers wereld in dank afgenomen. Het weg transport kan de gedachte niet van zich af zetten, dat de overheid in navolging van de Duitse- regering-streeft naar een bevoordeling van het goederenvervoer per spoor. Het punt waar men over struikelt is de uitspraak in de nota, dat de spoorwegen tot taak hebben toe te werken naar een dekking van de trans portkosten in 1980. Dit zou volgens de wegvervoerders alleen maar kun nen als het spoor meer goederenvervoer afsnoept van de wegvervoerders. Daarbij komt, dat de staatssecretaris het idee heeft gelanceerd. In het algemeen vindt men binnen deze vervoerswereld, dat zo’n tonnagestop ook al erkent men dat de economische r— teruggang een ernstige marktsverstoring in het vervoer oplevert te ver gaat. De heer P. Groenendijk, secretaris-generaal van de International Road Transport Union, sprak op dit punt over een „star dirigis me”. Hoe groter de motor, hoe beperkter het toerntal. Tenzij men meer cilinders ontwikkeld. Vele yrachtwagenmotoren zitten met 2100 t.p.m. aan han top. Dit betekent, dat er bakken met een zeer uitgebreid aantal versnellingen moeten komen. De zes-bak is al niet meer voldoende. Zo komen er dan de 8-bak, de 10-bak en zelfs de 12-bak: de laatste heeft 2x6 versnellingen. Het rijden op drukke wegen wordt hierdoor niet een voudiger. Het ziet er echter naai uit,dat de automatische transmissie die nu al tot de autobussen is doorgedrongen, over enige tijd ook beschikbaar komt voor zware vrachtwagens. Bij de Saviem-die- sel is het al zover. Ondanks het feit, dat er jaarlijks maar vijfhonderd nieuwe bussen in ons land worden geproduceerd, is het ontwikkelingswerk dat met deze pro- duktie gepaard gaat, leer intensief. Want ook de autobus moet zich hou den aan de toenemende eisen op het gebied van het milieu en de verkeers veiligheid. Het mag nu wel interessant lijken om zware vrachtauto’s naar verre einders te sturen, maar het is geen werk dat je „zo maar even doet”. Als al het andere werk, moet ook dit geleerd worden. En dat leren houdt niet op met leren auto rijden. Het behalen van een rijbewijs maakt van een chauffeur nog geen vak man. De ongeveer 175.000 chauffeurs van vrachtauto’s en bussen weten hiero ver meer te praten. Natuurlijk begint ook een beroep schauffeur met het behalen van de no dige rijbewijzen: eerst zoals iedereen het rijbewijs B-E voor personenwagens, daarna het rijbewijs C-E voor vrach- taut’s of D-E voor autobussen. Dan is het even wachten tot je 21 jaar bent en dan pas mag je zwaardere vrachtauto’s en combinaties bovende 7,5 ton totaal gewicht besturen. Wil een achttienjarige jongen, na het behalen van de nodige rijbewijzen zo’n zwaar voertuig gaan besturen, dan zal hij eerst het diploma van de Contact commissie chauffeurs vakbekwamheid (CCV) moeten behalen. In ons land heb ben in 26 jaar 35.000 beroepschauffeurs aan dit examen deelgenomen: een unie ke situatie. Daarna start de chauffeur als bijrijder op een zware vrachtwagen of combinatie. In de tussentijd kan hij deelnemen aan cursussen voor beroep schauffeurs, die sinds meer dan een kwart eeuw in ons land worden gege ven. Een combinatie van schriftelijke, mondelinge en praktische opleiding voor beroepschauffeurs. De opleiding duurt vier weken. Daarnaast komt in dit schooljaar 1976-1977 voor nog gedeelte lijk leerplichtige jongeren, die beroeps chauffeur willen worden, een opleiding op gang via de Stichting leerlingenstelsel wegvervoer. De overheid geeft hiervoor subsidie. Dit is mede gebeurd omdat met ingang van 1 januari 1980 elke beroep schauffeur onder de 26 jaar een vakdi- ploma moet bezitten. Ten slotte is het dan nog mogelijk verschillende gespecialiseerde vakcurs- sussen te volgen. Bijvoorbeeld een cur sus die opleidt tot chauffeur van ge vaarlijke stoffen. Maar ook ver van huis zijn „economi sche” kapers op de kust: er wordt steeds meer concurrentie ondervonden van vooral Oosteuropese transportonderne mingen. En de concurrentie in het totale vervoer van die kant zal naar men vreest sterk stijgen als over enkele jaren het verbindingskanaal tussen Main en Donau gereedkomt. Oosteuropese bin nenvaart, die in de winter goeddeels gedwongen door de vorst stilligt, zal dan wellicht massaal naar het westen ko men. Ook het wegvervoer zal hier de weerslag van kunnen ondervinden. Maar de Nederlandse trasnportbedrij- ven kijken alweer verder. Achter Perzië ligt Afghanistan, daarachter Pakistan en India, dan het voormalige Indo-China en tenslotte China. Het lijkt al te stoutmoe dig, maar als China zijn binnenlandse markt, al is het maar voor een deel opengooit voor transport uit West-Euro- pa, dan zullen ongetwijfeld Nederlandse chauffeurs tot de eersten behoren die China binnenrijden. Hier en daar liggen de routebeschrijvingen al klaar. Bestrijding van het lawaai krijgt eveneens aandacht bij de ontwikke ling van nieuwe bussen. Het is nu mogelijk een autobus bijna net zo veel (of zo weinig) geluid te laten maken als een personenwagen. Er zijn nog meer verbeteringen op dit gebied mogelijk, onder meer door toepassing van andere bouwstoffen. Natuurlijk moest ook bij bussen de samenstelling van het uitlaatgas wor den gewijzigd, om zo min mogelijk schadelijke stoffen vrij te laten ko men. Bijna iedere fabriek van diesel motoren werkt thans aan zogenoemde „milieuvriendelijke” diesels voor au tobussen. Deze motoren van de nieu we generatie zullen zelfs kunnen vol doen aan' de strenge Californische eisen dievolgend jaar van kracht worden. Alles bij elkaar zullen de nieuwe autobussen veel stiller en schoner zijn, wat vooral in het stede lijk bus verkeer grote voordelen geeft. Niet alleen aan de passagiers, maar ook aan de woonomgeving waarin de bussen rijden. Thans zijn er vele namen voor de combinatiewagen: Break of Familiale in Frankrijk, Stationcar of (bij een hele dure) Shooting Break in Engeland, de Duitsers noemen hem Kombi en de Ita lianen houden het op Familiare of Giar- dinetta (tuinwagentje). Hoe de naam ook moge luiden, de combinatiewagen is niet meer weg te denken uit ons straatbeeld. Toch duurde het nog tot 1962, toen Renault de R 4 lanceerde, voordat de combinatiewagen aan zijn opmars begon. Daarvoor zag het publiek dit soort wa gens meer als een afgeleide bestelwagen. Renault slaagde er echter als eerste in om de combinatiewagen een vorm te geven, die het publiek acceptabel vond. Vooral de deur aan de achterzijde bleek opeens erg handig. Het ging na 1962 vrij snel. Allerlei fabriéken kwa men uit met wagens, die een derde of vijfde deur bezaten en de kopers ont dekten, dat de extra ruimte achterin goed kon worden gebruikt voor veel vakantiebagage, of voor het transport van groter huishoudelijk materiaal. Nog gezwegen van de hondenbezitters die alleen vanwege hun viervoeter voortaan een combinatiewagen aanschaften. Het is daarbij merkwaardig, dat de echte combinatiewagen zijn marktpositie ook verbeterde. Er zijn nu twee soorten combinatiewagens te onderscheiden: de ene soort lijkt meer op een sedan- personenwagen en wordt hoofdzakelijk als grote reiswagen gebruikt, de andere soort is de echte combi en wordt veel gebruikt voor licht bestelwerk. Het is overigens moeilijk te bepalen waar de grens tussen beide soorten ligt. Intussen krijgt de combinatiewagen een betere vormgeving. Hij dringt thans ook door in de hogere prijsklasse, wat bijvoorbeeld de Renault TS 30 laat zien. Hoewel we zo’n wagen nauwelijks meer als een combinatiewagen ervaren, wat renvérvoer voor zijn rekening. In 1974 was dit gestegen tot 34,8 miljoen ton. In het internationale vrachtvervoer ver voerden Nederlandse vrachtwagens in 1974 26,2 ton. Nedeland staat daarmee als transportland ver bovenaan. Het in ternationale vervoer door Nederlandse bedrijven beperkt zich niet langer tot de Benelux of zelfs maar tot Europa. Er gaan pijpen naar Turkije en er wordt fruit gehaald in Casablanca. Kortom: wat vele jaren voornamelijk gold als wervingsslogan voor de marine, gaat nu ook op voor de vrachtwagenchauffeurs: je ziet nog eens wat van de wereld. Al is dit niet altijd een pretje. De zo langzamerhand frequent bereden route naar Teheran, voert onder meer door het binnenland van Turkije, waar ver ongelukte vrachtwagencombinaties weg roesten in de ravijnen. Maar niet alleen slechte en gevaarlijke wegen bemoeilij ken het transport. Overvallen en hinder lagen, beroving en pogingen tot omkope rij verhogen de spanning voor de Neder landse chauffeurs. Voeg daarbij het ge brek aan reparatiemogelijkheden en sterk wisselende klimaatsomstandighe- den en het is duidelijk dat een rit naar Klein-Azië geen onverdeeld genoegen is. Op de RAI-tentoonstelling kan de be zoeker zien, hoe de constructeur op deze nieuwe omstandigheden van het verre transport heeft ingespeeld. Air-conditio- ning, gaas voor de ramen, verwarmde spiegels, speciale zetels, een zonneklep boven de voorruit moeten d^ chauffeur helpen om zijn rit veilig te volbrengen. Daf heeft een zware truck ontwikkeld, speciaal bestemd voor het lange-af- standsvervoer. In de cabine van deze F2800 „Supercontinental” bevinden zich onder andere kooktoestellen, een koel kast, afwasbak en speciale verwar mingsapparatuur. De echte combinatiewagens nemen veertig percent van de markt voor hun rekening, dat komt neer op 40.000 een heden in 1975. Maar als we alles bij elkaar nemen wat de naam combinatie wagen ook maar enigszins verdient, ziet het er anders uit. Dan blijkt, dat de auto’s met functionele achterkant aardig in de buurt van 25 percent van de markt komen. Ofwel 100.000 eenheden voor 1975. hij in wezen wel is. Enkele fabrieken maken nu hele luxueuse coupé’s met doorgetrokken achterkant. Een goed voorbeeld daarvan is de Citroën CX Break. In zo’n nieuwe versie wordt dan eenvoudig een extra achterbank geplaatst, waardoor de grote bagageruimte weer teniet wordt gedaan. Èen uitzondering hierop is de Peugeot 504 Familiale, die achter de tweede ach terbank toch nog beschikt over een fikse bagageruimte. Ongetwijfeld heeft de gemiddelde Ne derlander meer belangstelling voor per sonenauto’s dan voor vrachtwagens. Toch zijn de 95.000 vrachtwagens en de ruim 240.000 bestelauto’s, die per 1 janu ari 1975 deel uitmaakten van ons be drijfswagenpark, van belang voor ons allen. Voor een groot deel beheersen zij de vervoersmarkt en transporteren zijn de "produkten die wij dagelijks nodig hebben. Zonder vervoer over de weg zou ons levenheel wat moeilijker zijn, en zou de staat van welvaart waarin we nu ondanks de economische teruggang nog steeds leven, niet haalbaar zijn. De vervoerders beseffen hun sleutelpositie zeer goed. Dat bleek onder meer toen zij met hun vrachtwagens belangrijke kruis punten en grensovergangen blokkeer den in hun protest tegen invoering van de tachograaf. Met dit instrument kan men nauwkeurig nagaan welke -afstan den de chauffeur aflegt en of al dan niet de rusttijden worden aangehouden Op die manier wordt een afdoende con trole op het zogenaamde Rijtijdenbesluit mogelijk, en voorkomt men dat de chauffeurs achter elkaar te lange ritten maken. Aan de andere kant zijn lange en snelle ritten vaak noodzakelijk om bijvoorbeeld goederen, die aan bederf onderhevig zijn, tijdig te kunnen bezor gen. Die kwestie van de tachograaf is over igens slechts een van de problemen die de transportwereld thans kenmerken. Van oudsher hebben Nederlandse onder nemingen, zowel over het water als over het land, het vervoer verzorgd. Niet alleen in Nederland zelf natuurlijk, maar in toenemende mate ook door Europa, terwijl thans de Nederlandse vervoerders hun vrachtwagens steeds vaker in de richting van het' Midden Oosten en Azië zenden. Dit moge blijk geven van veel pio niersgeest, maar achter deze pogingen om verre vervoersmarkten te gaan ex ploiteren, steekt de zorg voor een toene- Renault toont op de Bedrijfswagen-RAI deze R 4 Rodeo, een handige auto voor het terrein. Daarnaast komt Renault met een R 12 bestel, die een laadvermogen heeft van 500 kg. De R 12 bestel is afgeleid van de R 12 stationcar en werd uitgerust met een 1289 cc motor met een vermogen van 54 din-pk bij 5250 t.p.m. L* 0» 1 Uit Amerika komt deze White-trekker, geïmporteerd door Geveke, die reeds jaren ook Caterpillar motoren uit Amerika importeert. De White trekker kan uitgerust worden met motoren van 250 tot 540 din-pk van verschillende mer ken. De transmissie is naar keuze handgeschakeld of automatisch. Caterpillar heeft voor deze trekker een nieuwe automatische bak in ontwikkeling. Deze trekker is voor het eerst in Nederland te zien. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 15