FILMWERELD LEED TWEE GEVOELIGE VERLIEZEN
Johan Kaart: te weinig goed kansen
Hans Richter: vergeten theoreticus
Nederl. Blazers
Ensemble naar
Amerika
HUMS
w
Is
F F-O'
f
I
6?^
Amerikaanse historie
Reprises en prolongaties
Muziekschooldocenten
willen goede
arbeidsvoorwaarden
Filmmuseum
Politieke affaire
Jeugdvoorstellingen
Nachtvoorstel linden
N achtvoorstellingen
WW"?
i
SW
ai",!’1
V R IJ D A G
6
1976
FEBRUARI
Experimenteel filmer
K if'»®
j
Hans Richter met een der requisieten uit „Dreams that Money can buy”.
een
zijn assistent in
op
gen gedaan over eigenaardige gebruiken
en toestanden in donker Afrika op de
eenzijdige en sensationele wijze die af
gekeken lijke van de destijds fameuze
Jacopetti.
de Duitse versie wordt gespeeld door de
bekende Duitse acteur Otto Walburg.”
Aldus Kaart, veertig jaar geleden, een
beginnend komisch acteur in de fascine
rende, maar verwarrende filmwereld.
Pp. de. matinees in Studio de Dikke en
de Dunne in „Grof Geschut”; Rembrandt
blijft bij „Sneeuwwitje” van Walt Dis
ney en in Palace mysterie en seiense
fiction in „Het Raadsel van de Spook-
planeet”.
AMERIKA KOMT ER deze week niet
zo goed af in de Amsterdamse premiè
res. Politiek gezien dan, want het gaat
in „Master Gunfighter” (Tuschinski) en
in „Permission to Kill” (Cineac Damrak)
voornamelijk om de hebzucht en de
bemoeizucht van dit grote land dat zich
altijd zo’n beetje gevoeld heeft als de
beschermer van ons aller belangen en
dat zich in die rol graag een beetje mag
bemoeien met de interne aangelegenhe-
deen van andere landen.
Bogarde
aan de
In dit verband is het wel zinnig iets te
citeren uit een interview dat hij in
maart '35 ^met het Utrechts Nieuwsblad
had.
Frans Hals haalt de oude trouwe „Quo
Vadis” van de planken, het grote spekta
kelstuk uit 1951, gemaakt door Mervyn
Le Roy en met Robert Taylor en Debo
rah Kerr als die nieuw-gelovigen die
lijden onder de Nero van Peter Ustinov.
In een brief aan de Algemene Bond
van Onderwijzend Personeel, de Alge
rnon Nederlandse Organisatie van Uit
voerende kunstenaars en de Koninklijke
Nederlandse Toonkunstenaars Vereni
ging hebben de muziekscnooldocenten
opgemerkt, dat geschillen tussen vakor
ganisaties een remmende werking heb
ben op het tot stand komen van betere
arbeidsvoorwaarden. Komt de samen
werking niet tot stand, dan overweegt
het overleg de docenten te adviseren toe
te treden tot die organisatie, waarbij de
belangen van de docenten doorslagge
vend zijn.
film meer
toneel.”
filmgebied, hoe onbegrijpelijk ook, heb
ben. meer inzicht gegeven in .hét.wezen
van de film en hebben uiteindelijk hun
invloed gehad op de gewoonste speel
film.
Daarom heeft het zin een mens als
Richter, wiens naam het grote publiek
waarschijnlijk niets zegt, bij zijn dood te
herdenken.
Een derde verlies leed de filmwereld
dezer dagen dóór de dood van de neger-
zanger Paul Robeson die in '33 bekend
werd door zijn toneelcreatie van Empe
ror Jones in het gelijknamige stuk van
Amsterdamse filmagenda niets beters
aan premières te bieden heeft dan twee
middelmatige films en dat een bioscoop
als Tuschinski uit het wereldreservoir
aan films niets beters weet te kiezen
dan een opgeschroefde avonturenfilm als
„The Master-Gunfighter”.
Ook op het lijstje van nachtvoorstel-
lingen zijn weinig verrassende dingen
gebeurd. Alleen Cinema International
wil een reeks ..Hitchcock Classics” gaan
vertonen en begint met „North by
Northwest” („De man die verdwijnen
moest”) met Cary Grant en James Ma
son en natuurlijk veel sensationele ach
tervolgingen.
Dinsdag 10 oktober opent het Filmmu
seum een reeks Russische klassieken met
de vertoning van „From Cz,ar to Lenin”,
een in 1937 samengestelde compilatiefilm
van Herman Axelbank, waarin de voor
Rusland bepalende gebeurtenissen tussen
1900 en 1920 aan de hand van authentie
ke filmfragmenten worden weergegeven.
Op dezelfde avond „Arsenal” Dovjenko’s
befaamde visie op de ontwikkelipgen iq
de USSR in en na de eerste' wereldoor
log.
En op 11 februari wordt de serie
„Historie in Beeld en Verbeelding”
voortgezet met „De Val van de Roma-
nov-dynastie”, opnieuw samengesteld uit
journaal-materiaal, maar ditmaal door
Esther Chub, dé grondlégster van het
filmgenre dat aan oude en voor andere
doelen bestemde filmfragmenten nieuwe
betekenis gaf via de montage.
Op de 12de volgt dan Eisenstein’s
„Oktober” uit ’27, ook wel „Ten Days
that shook the World”, de derde film
van de Russische grootmeester na „Sta
king” en „Potemkin”.
In „Permission to Kill” gaat het on
recht iets openlijker toe. Het verhaal
speelt in deze tijd en zijn hoofdthema is
hoe duistere machten voorkomen dat
een links politiek leider terugkeert naar
die nu lijden onder een fascistisch re
giem. Namen worden nu helemaal niet
meer genoemd, nd*Ch de naam van het
land dat zijn vrijheidsheld verwacht,
noch de duistere machten die zijn te
rugkeer niet oppertuun vinden en deze
via intrige en moord trachten te belet
ten. Wie nu onmiddellijk aan de CIA
denkt, heeft het mis, want Dirk Bogarde
die als Alan Curtis de zaken regelt,
treedt op als Brits agent van de „Allies
Western Intelligence Liaison”, een on
duidelijk naam voor wat we hoogstens
als de westelijke vleugel van de CIA-
adelaar mogen beschouwen.
De intelligentie van Dirk
kunnen we intussen afmeten
ingewikkelde methode die hij uitgedacht
SCHIPHOL (ANP). Maandagmid
dag om vier uur vertrekt het Nederlands
Blazersensemble per Lufthansa-Iqntoe-
stel van Schiphol voor een non-stop
vlucht naar Los Angeles. Daar begint de
volgende dag de tweede tournee van dit
20 blazers tellende gezelschap door de
Verenigde Staten.
De voorbereiding van de reis heeft
heel wat hoofdbrekens gekost, omdat
tien van de twintig blazers in vaste
dienst zijn van het Concergebouworkest
en zich dus gelijktijdig voor de tournee
door Amerika, die drie weken zal duren,
moesten zien vrij te maken. Het is
uiteindelijk met passen en meten gelukt.
Het gezelschap treedt langs de west
kust op in Los Angeles en San Francis
co, waarna concerten volgen in Minne
apolis, Columbus e in de Carnegie Hall
van New York.
Op het programma staan werken van
Haydn. Mozart, F. Dvorak, Janacek,
Stravinsky en tenslotte van een der
eigen klarinettisten: Geert van Keulen,
die zijn „Chords” zelf zal dirigeren.
Het ensemble wordt op maandag 1
maart ’s ochtends om 7.15 uur per KLM-
toestel uit New York op Schiphol terug
verwacht.
„Het is voor het publiek en voor mij
zelf niet goed dat ik in zoveel Neder
landse films meespeel. Men moet een
acteur niet te vaak zien maar men
vraagt mij voor iedere film, omdat
men in ons land nog te weinig spe-
lersmateriaal heeft en voor mij zijn
de aanbiedingen zo verlokkend dat ik
die contracten niet mag afslaan In
de Nederlandse toneelwereld is het op
het ogenblik (1935!) droevig gesteld.
Het bezoek aan de schouwburgen
wordt steeds minderdaarom is het
zo verheugend dat het Nederlandse
publiek interesse heeft voor de eigen
filmspeler. Het publiek wil tegen
woordig actie zien. Op het toneel ziet
hij dat niet. De langdurige pauzen
tussen de bedrijven, het gevolg van
het changeren van de decors is voor
het publiek heel vervelend. Soms is de
toeschouwer al vergeten wal hij in
het vorige bedrijf gezien beeft. Op
tisch valt er voor het publiek bij
te genieten dan bij het
„Master Gunfighter” ziet die zaken in
historisch perspectief en brengt ons naar
de streek die nu California heet maar in
1836, het jaar waarin de film speelt,
grotendeels in Spaanse handen was. Om
de Amerikaanse indringers, die inmid
dels de westkust bereikt hebben, te
vriend te houden, moet de Spaanse adel
die hier zijn grote haciënda bezit, grote
sommen geld op tafel leggen. En om aan
dat geld te komen deinst Don Santiago
er niet voor terug hele dorpen Indiaanse
vissers uit te moorden om verborgen
goud te vinden.
Slechts één man kan voorkomen dat
deze meedogenloze moorden voortgang
kunnen vinden. Dat is de „master Gun
fighter”, de meester-schutter die ook
onverslaanbaar op het zwaar is en die
alleen als de bestrijder van het onrecht
zal optreden. Tom Laughlin die tegelijk
als regisseur van de film optreedt, speelt
in donkere cape en zwarte sombrero
deze Robin Hood.-achtige figuur, als eer
ste historische figuur die in opstand
komt tegen het Amerikaanse imperialis
me dat zowel de Spaanse als Indiaanse
bevolking van het land bedreigt. „Histo
rie is meestal een combinatie van feiten,
verbeelding en vooral van interpretatie,”
met deze woorden opent de film die
verder nog een slag om de arm houdt
door er aan toe te voegen „Hoe het was
en hoe het geweest zou kunnen zijn".
Maar wie bekommert zich om „Wahr-
heit und Dichtung” als er maar veel
hoefgetrappel is langs de mooie Mexi
caanse kust, veel zwaardgevecht en pis-
toolgeknal, veel geïntrigeer en veel lief
de. Het enige wat nu zeker is, dat het
land dat eens Spanjaarden en Indianen
toebehoorde op het ogenblik California
heet en een Amerikaanse Staat is.
Richter's vroegste, toen nog Duitse
filmexperimenten werden destijds met
veel succes in de Nederlandse Liga-
beweging vertoond en met zijn „Dreams
that Money can buy”, werd in 1950 het
twintigjarig bestaan van het Amster
damse theater De Uitkijk gevierd. Een
moedige daad omdat het hier een moei
lijke film betrof die uitleg nodig had om
volledig begrepen te worden. Vandaag
de dag behoeft men een dergelijke
„daad” niet meer te verwachten. Een
aan Richter gewijd programma ter gele
genheid van zijn overlijden is in de
huidige verhoudingen Ondenkbaar; zelfs
in een uit de Filmliga voortgekomen
avantgarde-theater als De Uitkijk.
Hans Richter was hier vaak te gast.
Hij heeft zijn Eindhovense tijd gehad,
een korte periode waarin hij speciaal
voor het tijdschrift Filmliga zijn film
credo „De Film, Gisteren, Vandaag en
Morgen” schreef, wat nu een antiqua-.
riseh nummer is. Maar daarvóór bege
leidde hij de Liga-vertoningen (destijds
in het Centraal Theater in de Amstel-
stra-at) van zijn vroegste experimenten.
En na de oorlog was hij meer dan eens
de gast van het Nederlandse Filmmu
seum en was hij aanwezig toen in 1961
in het' Stedelijk Museum een overzichts
tentoonstelling van zijn werk werd ge
houden. Goed, het valt niet te ontkenne
dat Hans Richter voor een beperkt pu
bliek werkte, maar alle experimenten op
Over Kaart is al vee] geschreven, de
films waarin hij optrad zijn genoemd,
maar toch mag een kleine aanvulling
gegeven worden op zijn betekenis voor
de Nederlandse speelfilm. Evenals op het
toneel is Johan Kaart in de film te
eenzijdig gebruikt als de lolbroek. Waar
schijnlijk door zijn eerste grote rol in
een Nederlandse speelfilm, als „de sche
le” in „De Jantjes” is hij jarenlang
„getypecast” als de leuke gangmaker die
alleen maar gekke of onnozele gezichten
hoefde te trekken om de lachers op zijn
hand te krijgen. Zoals in de laatste
jaren van zijn toneelcarrière bieek, toen
hij in de „vrije” sector kwam te werken,
kon Kaart oneindig veel meer. En ook
de na-oorlogse film heeft die andere
zijde van Kaart’s talent ontdekt en heeft
hem o.a. in „Sterren stralen overal” en
„Rififi in Amsterdam” een meer gewoon,
alledaags type laten spelen, waarmee de
toeschouwer hem heel anders, meer
menselijk leerde kennen.
Karate in Frans Hals met „De Bokser
van Shantung”. Van hetzelfde laken een
pak in Lido waar men de „Shanghai
Killers” bezig kan zien. In Palace „Mr.
Majestic”, Charles Bronson als meloe-
nénverbouwer ih zijn eenzame strijd te
gen gangsters die zich in hun bedrijf
bedreigd voeten: -Rbxy prolongeert -Po
lanski’s „Repulsion”, Met „The Verdict”
brengt Luxor <een spannend terreursdra-
ma in de New Yorkse Subway.
O’Heill. Als filmacteur debuteerde hij 'in
.'.Sanders of theRiver'.', in Engeland
gemaakt door Korda en daarna in de
musical „Showboat” (’36). Zijn laatste
rol was in ’42 in „Tales of Manhattan”,
waarna hij door zijn communistische
sympathieën niet meer aan de slag kon
komen. Hij stierf 77 jaar oud.
Van ieder der gestorvenen hoopt het
Ned. Filmmuseum binnen afzienbare tijd
een overzichtsprogramma te kunnen sa
menstellen en vertonen. Want in de
filmwereld is iemand ooit helemaal
dood.
ZWOLLE (ANP). Het Landelijk
Overlegorgaan Muziekschooldocenten
wil, dat er een harde lijn wordt gevolgd
om een einde te maken aan de wantoe
standen op het gebied van arbeidsvoor
waarden. Het verwacht, dat de vakorga
nisaties ophouden elkaar vliegen af te
vangen en dat zij gaan samenwerken om
een rechtspositieregeling te bereiken. Het
oordeelt, dat het onfatsoenlijk is een
muziekschool te „runnen” met als inzet
de rechtspositie van dé docent.
Dirk Bogarde en Nicole Lascade in „Permission to Kill”.
heeft om de politieke leider Alexander
Diakim te beletten zijn'tijdelijke schuil
plaats in het Oostenrijkse Gmunden te
verlaten. Op slinkse manieren, meestal
door chantage, omkoperij en politiedruk
weet hij een zestal personen uit alle
(leien van Amerika en Europa naar
Gmunden te krijgen, in verschillende
hotels onder te brengen en hun de rol te
leren die ze moeten speien om Diakim
te dwingen of te bewegen in Oostenrijk
te blijven.
Zelfs Diakim’s ex-vrouw (Ava Gard
ner) en hun kind waarvan hij het be
staan niet eens kent en een Franse
anarchiste die voortreffelijk kan schie
ten (Nicole Lascade die hier en daar met
haar naakt de sombere geschiedenis wat
mag opvrlijken). Als het „master mind”
achter een grote politieke affaire, zijn
hotelkamers vol elektronisch speelgoed
en telefoons die hem met ,de hele wereld
verbinden, loopt Dirk Bogard met on
bewogen gezicht door het lieflijke Oos
tenrijkse plaatsje van de ene omgekoch
te hulpkracht naar de andere. Maar het
loopt hem allemaal uit de hand, er
moeten enkele onwilligen geliquideerd
worden en als alles misloopt en Diakim,
toegejuicht door zijn medestander^ het
land tóch gaat verlaten per vliegtuig,
moet Bogarde heel ordinair een explosie
veroorzaken om een ongewenste politie
ke complicate te verhinderen.
Als die moord aan het begin van de
film had plaatsgevonden en op een
moordje meer of minder kijkt men in
deze kringen toch niet was ons een
langdradig en veel te ingewikkelde „Per
mission to Kill” van regisseur Cyril
Frankel bespaard gebleven, evenals het
larmoyante slotbeeld van de huilende
Amerikaanse journalist die de hele intri
ge van het begin af aan heeft meege
maakt en zich luide beklaagt over de
slechtheid van de mensen. Wat men
noemt een hypocriete en bovendien on
evenwichtig gemaakte film.
Het is een wat treurige zaak dat de
TWEE FILMMENSEN, zo uiteenlopend van aard dat ze elkaar nooit
ontmoet en waarschijnlijk hun namens wederzijds nooit gehoord hebben,
stierven zondag jongstleden. Een van hen was Johan Kaart die dinsdag
uitvoerig in deze krant wrerd herdacht en wiens rol in de film onderge
schikt was aan zijn betekenis voor het Nederlandse toneel; de ander was
Hans Richter, Duitser van geboorte, later Amerikaans staatsburger die
als filmtheoreticus en door zijn filmexperimenten in kleine kring geëerd
werd zonder dat veel van zijn werk tot het grote publiek doordrong.
Johan Kaart als commissaris van Houthem en Frans Kokshoorn als
„Rififi in Amsterdam".
Van totaal ander kaliber was Hans
Richter die ook op zondag in Lugano
overleed, 87 jaar oud. Richter werd in
1888 in Berlijn geboren. Zijn experimen
tele geest werd na de eerste wereldoor
log sterk beïnvloed door de stromingen
in de schulderkunst van die tijd, dada
ïsme, cubisme, surrealisme. Hij was een
Weinig veranderd fevrvent schilder die abstracte schilderij -
'en op’ langwerpig formaat maakte en
toen hij de film leerde kennen door zijn
vrienden Walter Ruttmann en de in
Duitsland verblijvende Zweed Viking
Eggejing, dit een prachtig medium vond
om er zijn schilderkundige avonturen in
voort te zetten. Zijn geschilderde
„scrolls” werden „verlengd” in abstracte
filmpjes die dezelfde motieven als lijnen,
streepjes en geometrische formen ge
bruikten. Later stapte Richter af van de
abstracte vormen en betrok reële 'opna
men in zijn bewegingsspel, wat leidde
tot filmische grappen als „Vormittag-
spuk” en „Rennsymphonie”, waarmee hij
terecht kwam in de publiciteitssector
van vooruitstrevende ondernemingen die
op deze oorspronkelijke manier propa
ganda wilden maken.
Toen hij in 1933 voor de nazi’s vluch
tend naar Nederland kwam heeft hij
o.m. voor Philips enige propagandafilms
gemaakt in dezelfde tijd dat ook George
Pal voqr„ dit-bedrijf, werk te.
Allé experimenten van de vooruitstre
vende filmers van de twintiger jaren
waren bedoeld de film een eigen vorm
en het nieuwe medium te
en
en
te geven en het
bevrijden van invloeden uit toneel
literatuur. Beweging in het beeld
tussen de beelden onderling was hun
hoofddoel. Dat hun idealen nooit in de
praktijk te verwezenlijken zouden zijn
was een bijkomstigheid waar men nau
welijks aan dacht. Richter heeft op tijd
ingezien dat zijn experimenten steriel
zouden worden als hij de menselijke
figuuj- niet in zijn filmvormen betrok.
Eenmaal in Amerika en lector aan
verschillende universiteiten in de staat
New York, waar men eerder dan. hier de
noodzaak inzag van kennis te doceren
over de vele mogelijkheden van het
fenomeen film, kwam Richter met enige
Europese schildervrienden, Fernand Lé
ger, Man Ray, Marcel Duchamp, Max
Ernst en Alexander Calder ertoe een
surrealistische film te maken. Het werd
„Dreams that Money can buy”, zeven
dromen, steeds door een andere kunste
naar bedacht die een goede doorsnee
wérd van de gemiddelde „American
Dream”.
En over de technische kant van de
Nederlandse film die dan pas twee jaar
oud is, zegt Johan Kaart dan: „Het
personeel in de studio’s in Nederland is
nog niet voor zijn taak berekend. Het
gevolg hiervan is dat de onkosten veel
groter worden en voornamelijk de studio-
huur. De kortste duur van een Neder-'
landse film bedroeg 21 dagen, in Wenen
werd „De vier Müllers” in iwee versies
in 18 dagen gefilmd! Dat is dus een zeer
belangrijke tijdsbesparing. Mijn rol in
Voorspelbare prolongaties in Lido, waar
nog altijd de geopende haaienbek duidt
op de blijvende 1 aanwezigheid van
„Jaws”; en jn Roxy waar de half afge
schilde vrouwefiguur de voorbijgan
ger attent maakt op een andere blijven
de aanwezigheid, -n.l. die van „Emmanu-
ele”, de vrouw die alles mee wil maken
wat het erotisch brein maar kan beden
ken.
Onder de langzaam afgezaagde titel
„Wet Dreams” zijn wat erotische dromen
en sexuele fantasieën bijeengebracht die
voor de liefhebbers van het genre in
Studio geen verrassingen zullen bevat
ten.
Onder de titel „Mono Cannibale”
WIE NOG NIET GENOEG heeft van
de spanningen, opgeroepen door bran
dende wolkenkrabbers, kan „The towe
ring Inferno" even vergeten en naar ziijn
pendant „The blazing Tower” (Vlammen
over New York”) in Luxor gaan kijken.
Eenzelfde intrige. Op de veertigste ver
dieping van een gigantisch flatgebouw is
een bedrijf gevestigd dat op kerstavond
een feestje geeft: Terwijl het genoeglijk
pefsónëélsfeeSt zijn hoogtepunt na
dert, breekt er op de twaalfde verdie
ping van de wolkenkrabber brand uit.
Een extra complicatie wordt gevormd
door het feit dat de toegeschoten brand
weer er niet van op de hoogte is dat
ergens nog mensen in de kantoorflat
aanwezig zijn, wat de spanning op aan
nemelijke wijze vergroot. Minder sensa
tioneel dan „Towering Inferno”, boven
dien bedoeld als TV-film, is „The bla
zing Tower” een boeiend menselijk dra
ma dat spannend blijft al is de goede
afloop bekend.
F-SS
-