Winterspelen toch
we! gezellig
h
CLUBEIGENAAR THEO KINSBERGEN:
r
n
■n
Hi ja
LI:
m
j
Kinzo
ier
BL.S-
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1976
door Pieter Mul
basketbait
met zes spelers
uit de VS.
Bobslee
Krienbüh!
Bob Geuens is een door de wol geverfde Belgische sport
journalist die voor Het Laatste Nieuws al tijden de Europe
se basketbalwereld in de gaten houdt. Het Brusselse dag
blad is bepaald niet vies van spektakel in haar kolommen
en publiceert bijgevolg nogal eens wat teksten die eerder
aantrekkelijk dan waarheidsgetrouw zijn. Laatst liet Geu
ens een artikeltje van zijn machine komen waarin hij wees
op de opgang van het basketbal in Nederland en in de ogen
van de Belg waren daarvoor vijf „prominenten” verant
woordelijk. Na de namen van Jan Janbroers (nu coach van
Remington), toparbiter Piet Leegwater en Kees Akerboom
wordt als eervolle vierde die van Theo Kinsbergen ver
meld. Een knappe prestatie, zo lijkt het, voor een man die
het Amstelveense Kinzo.
Belgische Bob gaat echter zwaar in de fout zodra hij
motiveert waarom Kinsbergen dan wel zo prominent is.
„Kinsbergen is de ontdekker van de Hollandse Amerika
nen. „Een opmerking die kant noch wal raakt al moet wel
meteen worden opgemerkt dat de lijstaanvoerder van de
eredivisie basketbal de eerste ploeg is die maar liefst vier
Amerikanen met een Nederlands paspoort telt. Geuens zal
wel in de war zijn geraakt op de internationale toernooien
die hij bezoekt en waar ook Kinsbergen wel verschijnt.
Prominent mag Kinsbergen misschien als zakenman wezen
we hebben het er nog over in de basketballerij denkt
men bij zijn naam eerder aan termen als „geld” en „gerucht
makend”.
Super
Voetbal
IBI
Meeste geld
Beroemdheden
-1
25
I
|F j|
I
Nederlanders moeten
de doorslag geven
beschermd
gen,
ërte
a!
J5
STOPPER
JE
!n
„We hebben nooit gemeten hoe
bekend Kinzo nu is bij de mensen
maar ik zie hoe vaak die naam in de
kranten en op radio en tv komt. Dat
is voor mij voldoende. Kinzo is spon
sor vanwege de publiciteit die het
oplevert en niet voor de sport. Daar
om vind ik Nationale Nederlanden
Het grote ideaal van een zwakke
schaatser moet natuurlijk zijn om in de
En wat het later kunnen aanmel
den van nieuwe spelers betreft, dat
is alleen al nodig om je tegen de
macht van de spelers te bescher
men. Er zijn superprofessionele jon
gens bij die het er bij laten zitten
zodra ze weten dat voor hen geen
ander meer kan komen. Of ze gaan
hun eisen opschroeven. Daar moet
de club tegen beschermd zijn. Een
andere reden kan ik duidelijk ma
ken aan de hand van een voorbeeld.
Gesteld dat Donar in degradatiepro-
op die smallere, snelle ijzers te laten
rijden mislukten omdat zij gingen
slingeren”. En dat hij niet slingerde,
omdat zijn techniek dusdanig was, dat
hij onhoorbaar schaatste, ook bij zijn
afzet.
Ik heb alleen maar een vage herinne
ring aan Friese doorlopers, dus ik zal
het wel niet technisch perfect weerge
ven wat Pesman vertelde, waar het om
gaat is dat zulke inside-verhalen alleen
bij de bron zelf zijn te halen. Daarom
was het van Studio Sport een heel
juiste beslissing om Ard Schenk en
Joan Haanappel als verslaggevers naar
Innsbruck te sturen, en die andere cory
feeën als stand-by naar de studio te
halen.
Bij dat streven is voor geklaag
over de positie van zijn spelers geen
plaats. In zijn ogen zijn zij een soort
gereedschap, net als het produkt
waarin hij handelt. Voldoet het niet
langer, dan neem je ander mate
riaal. Een opvatting die leiders in
het betaalde voetbal nooit zo naar
buiten zullen (durven) brengen.
Waar het betaalde voetbal er na ja-
ren nog altijd niet in is geslaagd het
begrip koehandel uit te bannen, kun
je nauwelijks verwachten dat een
basketbalbond de problemen van de
geldinjecties bij de clubs van de
laatste vijf jaar wel allemaal in goe
de banen kan leiden. Voor Kinsber
gen trouwens liggen er nauwelijks
problemen op dat terrein. „Het bas
ketbal aan de top is profsport ge
worden. de bond is nog amateuris
tisch ingesteld. D’r komt geklets van
omdat we elkaar voor de gek zitten
te houden. Die spelers zijn gewoon
profs. De bond is er ook niet om die
profs te beschermen. Ben je gek, die
jongens drijven handel met hun bas-
ketbalcapaciteiten en het zijn de
clubs die tegen overmacht van die
jongens beschermd moeten
worden”.
melijk in de zakenwereld. Ik zit er
nu lang genoeg in om dat te weten.
En bescherming via de VSN heb ik
niet nodig, dat kan ik zelf wel dacht
ik.”
Kinsbergen (37 jaar) lijkt nog wei
nig te hebben van de onderwijzer
die hij ruim vijftien jaar geleden
was. „Ach, er is niet zoveel verschil
dacht ik. Het leven is toch hetzelfde,
als het maar prettig is. Maar ik ver
diende geen moer als onderwijzer.
Om financiële reden ben ik eruit
gestapt, alhoewel ook het gebrek
aan vrijheid meespeelde. Ik ben
eerst vertegenwoordiger geworden
en daarna startten we met Kinzo”.
1 U
IS
en.
- i
Di
ver
se!
ned
11
le
7
Kinsbergen, nu met broer Martin
eigenaar-directeur van het bedrijf,
windt er geen doekjes om. Hij was
bij lange na niet de eerste sponsor in
de basketballerij (zes jaar terug gaf
Levi’s het voorbeeld via een over
eenkomst met het Haarlemse Fla
mingo’s) maar hij is wel het meest
consequent in zijn handelen, gooit er
vermoedelijk ook het meeste geld
tegenaan. „Dat eerste jaar was het
helemaal niet zoveel. We zaten toen
in de eerste divisie en in dat seizoen
heb ik twee redelijke buitenlanders
hierheen gehaald. Alles bij elkaar
was ik maar 50.000 kwijt”. Over de
uitgaven in de daarop volgende ja-
ren wil Kinsbergen geen cijfers ver
strekken maar zonder al teveel re
kenwerk kom je al gauw op een
bedrag van enkele honderdduizen
den guldens (niet meegeteld: de af
trekposten voor de belastingen).
Daar tegenover staat de naamrecla-
me voor zijn bedrijf.
Geruchtmakend was in elk geval
al de manier waarop „Kinzo B.V.”
tweeënhalfjaar geleden zijn entree
in de basketbalwereld maakte. Voor
een tijd van drie seizoenen sloot de
importeur van gereedschappen een
sponsorcontract met de Basketbal
Vereniging Amstelveen, voordien
Amstelveen-Zapad geheten. Daar
was een duidelijke reden voor. Theo
Kinsbergen: „We waren al een paar
jaar bezig met de vraag hoe we
reclame konden maken voor de
naam Kinzo. Zo’n veertien jaar te
rug zijn mijn vader, mijn broer Mar
tin en ik (Kinsbergen en zonen, van-
daar Kinzo-red.) begonnen met het
importeren van gereedschappen.
Tegenwoordig komt dat materiaal
uit de Oostblok-landen, China, Ja
pan ga zo maar door Wat wij doen is
de boel verpakken en aan handela
ren leveren. Zij voerden bij de ver
koop echter niet de naam Kinzo en
dat is voor ons bedrijf natuurlijk
een linke zaak want zo'n verkoper
kan er genoeg van krijgen en naar
een ander stappen. Zijn klanten wis
ten toch niet van wie hun gereed
schappen kwamen. Wij wilden dus
vraag kweken en daarvoor is het
nodig dat je naam bekend is.
Wij zijn uit op publiciteit en van
daar het sponsorcontract. De bv
Amstelveen is in haar geheel Kinzo
gaan heten maar alleen het eerste
herenteam is een bedrijfsploeg ge
worden. of laat ik zeggen een
ploeg die gemanaged wordt door
Kinzo. We geven een donatie voor de
jeugd en de dames krijgen wat
steun. Dat eerste herenteam is een
aparte organisatie met daarin zes
profs die bij Kinzo op de loonlijst
staan. Het is helemaal het Ameri
kaanse „franchise”-idee dat wil zeg
gen een circusachtig geheel dat voor
een zakenman de show moet gaan
stelen”.
Kinsbergen balde zelf in AMVJ
(van ’53 tot ’58) werd landskampioen
maar was zo’n beetje als enige in de
ploeg geen international. „Ik speel
de met beroemdheden als Jan Hille
en Henk van de Broek, maar ik was
jonger en brak pas door toen de
ouderen vertrokken. Toen ging ook
AMVJ achteruit. Later ben ik nog
sportwagenkampioen van Neder
land geweest (Kinzo bv omvat ook
een garage en het dealerschap van
Alfa Romeo en Porsche).”
Als zakenman en eigenaar/trai-
ner/coach van Kinzo maakt Kins
bergen het wel. Hij en zijn assistent
Roel Tuinstra trainen de ploeg (met
dit jaar acht nieuwe mensen) vier
keer per week. Zonder officieel pa
pier coacht Kinsbergen zelf. „Het
spaart zo’n 70.000 gulden uit en bo
vendien moeten de spelers het doen.
Zij moeten de bal door de ring gooi
en. Ik moet de goeie bailers bij el
kaar halen en bij elkaar houden. Dat
is belangrijken dan je technische
taak.
Het is jammer dat we voor de
beker door Sperry Remington zijn
uitgeschakeld. Dat is gebrek aan
concentratie geweest. Ik kan het ze
niet kwalijk nemen. Ze hadden voor
hun gevoel net de competitie beslist
en je op meer dingen concentreren
is moeilijk. Ik weet dat uit de tijd dat
ik zelf speelde en racede”.
En met die opmerking zijn we
aangeland bij een brief die de club-
eigenaar juist heeft verstuurd aan
de bond en aan andere eredivisie
clubs. Kinsbergen pleit voor het la
ten vervallen van de regel dat een
club per team maar drie Amerika
nen mag opgeven. Daarnaast stelt
hij voor de uiterste datum van op
gaven van spelers aan de bond te
verschuiven van 1 januari naar 1
maart. „In het begin van het seizoen
had ik al twee jongens gehad die we
bij Kinzo niet konden gebruiken,
later heb ik* Owen Wells zelf uit
Amerika gehaald. Kijk, iedereen
mag zoveel Nederlanders naar zijn
ploeg halen als hij zelf wil maar als
je verdomme al drie Amerikanen
hebt gehad ben je de pisang.
Ik heb vier jongens uit de Verenig
de Staten met een Hollands pas
poort, daar wordt ook veel over ge
zeurd. Toen ik bezig was met jon
gens als Kip, Ombre en Harrewijn
was het ook niet goed. Wat willen ze
nou? En de Amerikaanse markt is
echt nog niet afgeroomd. Herman
Pluym (speler van Kinzo) heeft vijf
broers, Jimmy Woudstra (uitko
mend voor Pioneer Punch) heeft er
drie. .Er zijn toch honderdduizenden
Nederlanders naar de VS geëmi
greerd.
Maar ik vind ook dat de Neder
landse speler binnen een team de
doorslag zouden moeten geven. Alle
Amerikanen in de eredivisieploegen
zouden elkaar moeten nivelleren zo
dat de club met de beste Nederlan
ders wint.
In zijn brief voert Kinsbergen nóg
een reden aan om het mogelijk te
maken Amerikanen makkelijker te
vervangen. Het niet zo „cleane”
Amerikaanse agentendom (de han
delaars in basketballers) haalt nog
al eens wat trucs uit met niet fitte
spelers en onjuiste gegevens. En on
der de basketballers van overzee
zouden zich nogal wat druggebrui
kers hebben bevonden. „Daar zijn
wel degelijk namen van te geven.
Kijk, zo’n jongen die in of bij Am
sterdam gaat wonen kan makkelijk
tot vreemde gewoontes komen, om
het zacht uit te drukken. Die spelers
moet je eruit kunnen trappen, die
moeten naar huis. Vergeet niet dat
het om topsporters gaat. Iemand die
door drugs of alcohol of wat dan ook
geen prestaties meer levert houdt
zich niet aan zijn contract”.
Praten over dit soort zaken binnen
de VSN, de Vereniging van Sport-
sponsors in Nederland, doet Kins
bergen niet. „In het begin ben ik wel
wezen luisteren maar ik ben er geen
lid van. Veel gewauwel. Ik weet wel
wat ze willen. Ondermeer samen
dan zo en zoveel te betalen. Nou, laat
ze dat maar doen dan bied ik dui
zend gulden meer. Zo gaat het na-
Joe Wallace voor Kinzo op weg naar de basket, daarbij ondersteund door Buff Kirkland
van Punch.
blemen zou komen (een theoretisch
geval) en Wendell Madkins wordt
met afspraken maken om niet meer
uitgeschakeld dan komt die ploeg in
vreselijke problemen. Immers, na 1
januari mag je geen nieuwe speler
meer halen”.
i
dat hij tegen de Oostduitser Winter de
5000 m. reed. Winter had weliswaar in
Alma Ata al eens 7.13,4 op de 5000 m
gereden, maar Alma Ata is Innsbruck
niet, zodat Krienbühl er waarachtig in
slaagde zijn 26 jaar jongere tegenstan
der in de tijd van 7.53,11 te kloppen'.
Dolle vreugde in alle bejaardentehui
zen! Uiteindelijk reikte de Zwitser
daarmee niet verder dan de 17e plaats,
hij moest daardoor toch nog net iets
meer rijders voor laten gaan (16 stuks)
dan erna hem kwamen (14 stuks), maar
het bleef natuurlijk een knappe presta
tie. Bovendien verbeterde Franz Krien
bühl, als ik het goed begrepen heb, voor
de zoveelste 1000e keer zijn eigen re
cord, want omdat hij de enige Zwitser
se schaatser is, is hij ook steeds zijn
enige Zwitserse tegenstander. Over
igens liet hij voornamelijk nationali
teiten van „Zwitsprs” allooi achter
zich: een paar Italianen, een Belg, een
paar Finnen, een paar korte-afstands-
Japanners, een Brit, maar toch ook een
Zweed en een echte Canadees. De
vraag is nu alleen nog, hoe Franz
Krienbühl verder gaat. Hij kon zijn
eigen records dit seizoen verbeteren
dank zij die nieuwe naadloze nylon-
pakken met glijmiddel, maar wat moet
hij nu verder? Naakt maar beschilderd,
op een verwarmde piste? Met het risico
dat iedereen Dirty old man” gaat zin
gen zodra hij de baan opkomt? Ik
wacht in spanning af
U moet het maar zeggen als ik het
mis heb, maar mijn indruk is dat de
winterspelen bij gebrek aan voldoende
sporten wat al te gretig een sport als
rodelen aan hun assortiment hebben
toegevoegd. Om de waarheid te zeggen
geloof ik ook al niet erg in het bob
sleeën, ook wel bobben genoemd, want
dat is volgens mij meer een kermisver
maak dan een sport. Je schijnt onder
weg wel een beetje te kunnen sturen, en
de eerste tientallen meters als die jon
gens hun ontwielde karretje zijn aan-
vangssnelheid moeten geven, kun je
waarlijk als een sportieve krachtme
ting beschouwen, omdat elke tiende
seconde die daarmee op de concurrent
gewonnen wordt beslissend is voor de
einduitslag, maar daarna is er toch
sprake van een opgevoerde combinatie
van het spookhuis, de rupsbaan en de
achtbaan van de kermis. Er zijn natuur
lijk wel meer sporten waarbij je in een
karretje zittend moet zorgen niet uit de
baan te vliegen, bijvoorbeeld de autora-
cesport, maar dan is er nog altijd spra
ke van bochtenwerk, gas geven en gas
minderen, de motor niet te zwaar be
lasten, en al dat soort dingen.
is, dat Studio Sport er tot nu toe in
geslaagd is er nog iets eigens aan mee
te geven, dankzij de aanwezigheid in
de studio in Hilversum van vergane
glorie: de ene keer gaf Stien Baas-
Kaiser commentaar op de prestaties
van de dames, de andere keer zat Eddy
Verheijen klaar, of kregen we een ge
filmd interview met Jan Pesman. Onze
enige ski-ster van enige betekenis, Lin
da Esser, zat ter plaatse bij Herman
Kuiphof in het commentatorhokje, en
in al die gevallen viel het op dat deze
verslaggevers honoris causa nog zinni
ge toevoegingen konden geven op het
gewone commentaar van de jongens
met de Noorse truien.
Zij, die ex-sportsterren, hebben in de
loop der jaren zoveel extra gewicht aan
inside information en ervaringen mee
gekregen dat ook de best ingevoerde
verslaggever daar moeilijk tegenop
kan. Alleen Stien Baas-Kaiser kan ons
vertellen dat zij, op weg naar goud. in
de laatste ronde bezorgd aan haar fami
lie thuis dacht, omdat iedereen daar in
opperste spanning zat te kijken terwijl
zij op dat moment al zeker wist dat ze
geen inzinking meer zou krijgen, niet
zou vallen, en het goud al in handen
had! En alleen Jan Pesman kan ons
uitleggen dat hij op uitzonderlijk smal
le, scherpe ijzers reed en ook kón rij
den, omdat hij alleen de achterkant
van die ijzers gebruikte om er op te
glijden. Dat pogingen om ook andere
(dat het Groningse Donar steunt)
een domme sponsor, of ik moet ei
genlijk zeggen, een sponsor met een
ander doel. Zij zeggen altijd dat ze
de sport willen steunen. Nou, als
Kinzo een ploeg in de middenmoot
of in de staart zou zijn is het afgelo
pen met het sponsorschap want dan
krijg ik geen publiciteit meer.”
Voorlopig krijgt Kinsbergen ech
ter zijn deel. Een paar maanden
terug was hij in het nieuws omdat
hij weigerde zijn Amerikaanse spe
lers met een Nederlands paspoort af
te staan voor het nationale team.
Een zaak die inmiddels de wereld uit
is. Een meer dan incidentele bron
van publiciteit evenwel is de eerste
plaats op de ranglijst van de eredivi
sie. Een positie die Kinzo nu al
maandenlang inneemt terwijl num
mer twee, Buitoni, op vier punten
achterstand staat en een duel meer
heeft gespeeld. Voor velen is Kinzo,
met nog tien wedstrijden te gaan, de
nieuwe landskampioen. Kinsber
gen: „Wacht even, we weten he
lemaal nog niet of we kampioen
worden. Ik vind zelf ook wel dat het
te gek zou zijn als we die titel niet
haalden maar sport blijft sport. We
hebben nog zware uitwedstrijden
voor de boeg, ondermeer tegen Bui
toni dat ons twee van de vier neder
lagen (in 25 duels) heeft toegebracht.
Worden we kampioen dan spelen we
volgend jaar Europa Cup en heb ik
m’n doel bereikt, gewoon omdat dat
nog meer publiciteit oplevert”. Kins
bergen zou met het halen van de
landstitel al binnen drie jaar hebben
verwezenlijkt wat hij bij het begin
van het sponsorschap hoopte. Al
leen dacht hij destijds vijf jaar no
dig te hebben.
eerste rit te starten tegen een nog
zwakkere schaatser Hij wint dan de
ri t, en over de hele wereld wordt vervol
gens rondgeseind dat hij tevens het
klassement aanvoert. Als het een
beetje meezit (en meestal zit het mee,
want de tussentijd van vier jaar tussen
twee winterspelen is zeker voor een
nog onontwikkelde sport als schaatsen
kolossaal) heeft hij dan ook nog als
eerste het Olympisch record verbeterd:
weliswaar verbeteren na hem alle ande
ren dat Olympisch record ook, maar
dat neem t niet weg dat hij later zonder
te liegen tegen zijn kleinzoontje kan
zeggen dat hij in 1976 nog het olym
pisch record op de 5000 meter heeft
verbeterd!
Franz Krienbühl, van wie iedereen
zonder meer aanneemt dat hij inder
daad 47 jaar is, een goedgelovigheid
die men in andere omkopingszaken
niet ten toon spreidt, startte weliswaar
niet in de eerste rit. maar had het geluk
Ik zou liegen als ik zei dat ik een
wintersportmaniak ben (tenzij u zo
vriendelijk bent ook het voetbal tot de
wintersporten te rekenen, maar de ech
te wintersporten zijn natuurlijk de
sneeuw- en ijssporten), maar ik moet
toch toegeven dat al die reportages
overdag vanuit Innsbruck me wel een
feestelijk gevoel geven. Ik ben nog
maar nauwelijks op, of ik herinner me
opeens dat het de hoogste tijd is mijn
gids te raadplegen, want de ene keer
beginnen de reportages weliswaar pas
om 10.30 uur zonder datje er 12 bij moet
optellen om de juiste aanvangstijd te
weten te komen (22.30 uur), maar de
andere keer word je al om half tien
opgetrommeld. En dan boffen we nog
dat we geen Duitsers zijn (ook om an
dere redenen trouwens), want die be
gonnen vaak al om half negen, omdat
ze ook belangen hebben in sporten als
rodelen en bobsleeën.
Toch een feestelijk gevoel, als de
televisie zich zo’n twee weken lang
gedraagt als een radio, vooral voor
thuiswerkers zoals ik. Wie gewoon naar
zijn werk moet zal zich op zijn gun
stigst toch weer met de radioreportages
tevreden moeten stellen, zodat het er
toch op neerkomt dat al die recht
streekse reportages vanuit Innsbruck
een vorm van huisvrouwentelevisie
zijn, en maar ten dele bij de werkelijk
geïnteresseerden terechtkomen. Toch
is het goed dat ze er zijn, en nog beter
tflw-
g -
7 -
■fi