Pablo Casals herdacht Anton Rooskens overleden Invaller-dirigent leidt orkest in Mozart Fluitconcert Bakels vindt eigen stijl bracht hecht Block treft Romantici samenspel met mokerend geweld Filmfestijn wekt ruime interesse Ed. Spanjaard leidt RPhO met exactheid naar verfijning Juffrouw Margreet’ vervalst portret Lucebert met speels accent Aan vooravond van ere-expositie De Reede in Kadens Muzikale ideeën raakten verloren Jubileumrol van Josephine van Gasteren „Orbits” van Loevendie: muzikale verkenning O 11 19 7 6 MAART KUNST 1 MAANDAG JOHAN VAN KEMPEN ROTTERDAM. De jonge Haar lemse musicus Ed. Spanjaard (27 jaar) dirigeerde zaterdagavond het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Spanjaard, leerling van Anton Kersjes, is in de Haarlemse muziek wereld al lang geen onbekende meer. En het zal diegenen die dit buitengewone talent op een of an dere wijze hebben meegemaakt, niet verwinderen dat hij nu in gro ter (dan lokaaljverband van zich doet spreken. Ed Spanjaard is het type van de gedegen werker, die bij de ontwik keling van zijn muzikale persoon lijkheid niet over één nacht ijs gaat. Zijn huidige werkzaamheid als re petitor van de Royal Opera Covent Garden (indirect gevolg van zijn studies aan de Londense Guildhall School of Music) en zijn functie van tweede dirigent van het Nationaal Ballet, zou je dan ook rustig kun nen zien als een zekere voorberei ding voor nog verantwoordelijker werk. Dat hij zich intussen ook aan gastdirecties waagt, zoals vorig jaar bij het Nederlands Blazers Ensem ble (met Stravinsky’s L’histoire du Soldat) en nu op het abonnements concert serie Z van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, zal ook nie mand verbazen. 1 betrof ANTON ROOSKENS P. ZWAANSWIJK TOON VRANJL KEES BOONMAN (Van onze correspondent) mogen betere Dat Casals nu in Spanje officieel zal worden herdacht is mogelijk geworden na de dood van Franco en de intrede van een nieuwe regering. Toen hij pas 15 jaar was begon zijn faam als cellist van grote allure reeds rond te gaan in Europa. HAARLEM. Het derde, laatste concert van de piano-serie van het Haarlemse Concertgebouw werd op schrikkelzondagavond gegeven door de Franse pianist Michel Block. Hij werd in 1937 te Antwerpen geboren en verliet heel jong nog met zijn familie de Europese levenssfeer. Mexico City werd zijn nieuwe woonplaats en daar kreeg hij zijn eerste muzikale en pianistische vorming, die hem in staat stelde om, pas zestien jaar oud, met het Nationale Symfonie-orkest van Mexico op tee tre den. Daarna heeft hij zijn opleiding doen voltooien aan de befaamde Juilliard School in New-York Vrij talrijke toehoorders hebben hun waardering in langdurig applaus geuit. Michel Block dankte hiervoor met twee toegiften. NEW YORK (AP). Dit jaar zal de 100ste geboortedag worden herdacht van de Spaanse cellist Pablo Casals, de geni ale musicus die als a nti-fascist sinds 1939 buiten het Spanje van Franco had doorgebracht en die de laatste 20 jaar van zijn leven heeft gewoond op Puerto ico Een relatief hoogtepunt bereikte de solist met de Sonate opus 23 no. 3, in fis kleine terts van Alexander Skrjabin, een werk vol salon-romantiek en getuigend van invloeden van Chopin en Liszt. Zijn interpretatie werd voortreffelijk afge stemd op de aard van de muziek met gevoelige, tot emotioneel geladen klank en doeltreffend rubato-spel- en land officieel verte- het internationale Angelos, dat van 21 wordt gehouden. De Het is goed deze muzikaal-biografische bijzonderheden te laten gelden bij een beoordeling van Michel Blocks pianos pel, dat in hoofdzaak bleek te berusten op een harde aanpak van de muziek en van de vleugel, die hij bespeelde. Dyna mische schaalvergroting lijkt het domi nerende principe te zijn, dat hem als ideaal moet zijn aanbevolen en waarin hij gehoord de vertolkingen van zonda gavond rotsvast gelooft. ROTTERDAM. Het zaterdagnacht feestelijk afgesloten Film International festival kan zonder meer een succes worden genoemd, ook al hetft het orga nisatorisch nogal eens gehaperd. Tijdens de tien dagen van de manifestatie waar in 239 filmvoorstellingen zijn gegeven, werd een totale bezetting bereikt van bijna 50.000 plaatsen. De keuze van het programma doet, voor wie hem kent, eveneens logisch door de Hopenlijk twee werken van vaderlandse bodem. Theo Loevendie was vertegenwoordigd met de premièRE VAN ZN „Orbits” voor hoornsolo, obligaat hoornkwartet en or kest, waarin hij zoals gewoonlijk ook weer veel met koebellen werkt. Hoewel eigenlijk in dit werk de vraag rijst of het traditionele orkest wel het aangewe zen apparaat is om dit soort inventies van de componist te kunnen verwezen lijken (met name ten aanzien van de hier en daar optredende groezelige onde- finieerbaarheid in de strijkersklank), worden er beslist ook leuke instrumen tale combinaties gemaakt. Loevendie’s „Orbits” doet meer verkennend dan for mulerend aan, en heeft wat dat betreft ook veel minder een eigen gezicht dan diens „Incantations”, die we in het Hol land Festival van hem hoorden. Knap overigens van de hoornisten en speciaal van de solist Pieter Gouderjaan, aan wie het werk is opgedragen, en die in een soort kadens ook nog jongleerde met micro-intervallen. Akoestisch aardig was ook het effect van de opstelling van de obligaat-hoorns op vier punten in de zaal, omdat je daardoor directer in het klankveld betrokken wordt. Ed Spanjaard en het RPhO, die vol toewijding Loevendie’s jongstgeborene energie aan Van Beurden’s Konsertante Muziek voor altviool, blazers en slag werk. Alle, in principe uiteraard prij- zenswaardige aandacht die ook door so list Gerrit Oldeman aan Van Beurden’s altvioolconcert werd besteed, kon niet verbloemen dat de componist met het schrijven van deze partituur een mani festatie van creatief onvermogen heeft geleverd. Van Beurden is een heel waar devol muzikaal-sociaal werker, dat is bekend, maar zijn eigen muziek is, on danks alle goede bedoelingen, op het randje af kitsch in hedendaags idioom. verviel en werd vervangen Haffnersymfonie van Mozart, komt Escher toch nog op een volgend concert aanbod, want deze muiek, voort gekomen uit de spanningen van deze eeuw (Tweede Wereldoorlog) is een dus danig artistiek-Nederlands herinnerings monument, dat het blijvende aandacht waard is. De drie voordragers, acteurs, vertellers of hoe moet je ze noemen, brengen de gedichten bijna speels aan de man. Die speelsheid ontstaat doordat enkele ge dichten in eeeen soort cabaret-vorm zijn gegoten. De bedoeling van de dichter wint hierdoor aan kracht. Dat geldt bijvoorbeeld voor het gedicht Het Ora kel van Monte Carlo. Lucebert valt hier de schrijver Willem Kloos aan, omdat hij van mening is dat Jloos maar aan één ding denkt: Kunst uitsluitend voor de kunst en verder niets. Zo scherp als en zou schetste haar loopbaan als actrice en noemde haar „een grote diva, een lastige tante en een toffe meid”. De Grieken- land-kenner mr. Henrik Scholte gewaag de van Josephine’s liefde voor Grieken land, haar tweede vaderland- Vertaalster Josephine Soer en Wim Bary, directeur van het Cultureel Centrum die de huldi ging had georganiseerd, boden haar een cheque aan van vrienden ten behoeve van een wereldreis, die de cosmopoliti- sche actrice naar de Amazone en de Galapagoseilanden zal voeren. In haar dankwoord haalde de jubila- resse haar souffleur Jo Kok (72 jaar), de regisseur en de vertaalster naar voren om in de huldiging te delen. Na afloop was er een drukke receptie. JAC HEIJER 156 WIM IJC HD KUNST BAKELS AMSTERDAM. In grote lijnen heeft Kees Bakels als vervangend diri gent van de door griep geplaagde Anton Kersjes het programma van het Amster dams Philharmonisch Orkest zaterdaga vond in het Concertgebouw te Amster dam kunnen handhaven. Alleen Rudolf Escher’s „Musique pour l’esprit en deuil” DEN HAAG (ANP). De Nederland se speelfilm „Keetje Tippel” van produ cent Rob Houwer en regisseur Paul Verhoeven zal ons genwoordigen op filmfestival te Los maart t-m 4 april film is op het ogenblik in Italië bron van discussie tussen de Italiaanse film keuring en de Romeinse officier van justitie de Uitspraak van rechtbank over toelating van „Keetje Tippel” in Italië wordt binnenkort verwacht. Een goed in vorm, kleurrijk en dyna misch werkstuk presenteerde hij hierna met de vertolking van de Vuurvogel van Stravinsky. Het eerste grote werk van Stravinsky, ontstaan uit zijn contacten met dansers, choreografen (de Rus Serge Diaghilev)é en librettisten. Een duidelijk signaal reeds van jong meesterschap, van kleur, stofbehandeling en orkestrale tekening. Kees Bakels heeft de spanning, de schitterign en schakering va dint werk met boeiend resultaat tot uitdruk king gebracht In zijn situat’e van inval lend dirigent een loffelijke prestatie. Casals is op 29 december 1876 te Vendrell, in de buurt van Barcelona, geboren. Hij leerde zichzelf cello te spelen op een zelfgebouwd instrument en wijdde zich later ook aan de piano, het orgel en de viool. AMSTERDAM. Anton Rooskens, een der meest bekende vertegenwoordi gers van de Cobra-kunst in ons land, is in de vroege zatrdagmorgen plotseling overleden. Een hartaanval, een herhaling na een eerdere waarschuwing enige ja- ren geleden, maakte een eeind aan een zeer werkzaam leven. Op 16 maart aan staande zou Anton Rooskens 70 jaar zijn geworden. Enige dagen daarvoor wordt op 13 maart in het Cultureel Centrum in Venlo een overzichtsexpositie van zijn werk geopend. Ter gelegenheid daarvan verschijnt een geïllustreerd boek over zijn leven en werk van de hand van &jn Ineke Holzhaus, Marnix Kappers Henk Batenburgh dit presenteren, Lucebert er zelf nog van schrikken. Het lied De Soldatenmoeder (eens ge zongen door de Zangeres Zonder Naam op het Holland Festival) op muziek van Bruno Maderna zou als single best eens een hit kunnen worden. Als je het Lied van de tegennatuurlij ke overeenkomst hoort, is het net of het hier het werk van Brecht betreft, mede door de Kurt Weil-achtige muziek van Antoine Oomen. Nu moet ik er wel bij zeggen, dat dit een werk is van Lucebert toen hij nog een progressieve (toender- tijd wellicht revolutionaire) en experi mentele dichter was. Want ook bij deze literator is de kleur vager geworden. Anton Rooskens is in het Noord limburgse Griendtsveen geboren. Dit was een van de redenen dat men hm bij zijn zeventigste verjaardag in Venlo met bovengenoemde expositie wilde huldigen, als zovele Limburgse kunstenaars kwam hij reeds voor de oorlog in 1935 naar het westen. Hij vestigde zich in Amsterdam, waar hij zich deed kennen als een expressionist met verwijzingen in zijn werk naar Permeke, Breitner en andere figuren. Onmiddellijk na de oorlog wijzigde hij zijn stijl. Hij ging veel abstracter wer ken en richtte met figuren als Appel, Corneille en anderen de Experimentele groep op, die weldra aansluiting vond bij de bekende Cobra-groepering. Het waren de schilders uit Denemarken, ons land en België, die de schilderkunst een ander gezicht gaven met opzienbarende tentoonstellingen. Officieel bestond de groep van 1948 tot 1951, maar velen bleven later ook in die stijl werken. Anton Rooskens was een der oudsten in die groep en hij is van die stijl niet meer afgeweken, zij het dat hij er zijn persoonlijke vertaling van gaf. Hij schil derde de laatste jaren in een verblijdend helder palet en met een bijzonder spre kend handschrift, gekenmerkt door een persoonlijke lijnvoering. Door zijn aard bleef hij langer op de achtergrond dan bijvoorbeeld Karei Ap pel en Corneille. Hij werd later interna tionaal bekend, maar die bekendheid zette de laatste jaren sterk door. De aanstaande expositie in Venlo gaat dan ook naar Denemarken, Duitsland, België en tenslotte Schiedam. In onze omgeving werd het werk van Rooskens bekend door herhaalde exposi ties in Galerie Eijlders in Zandvoort. John Eijlders en Anton Rooskenswaren sinds jaren bevriend eri daardoor was het mogelijk dat de galerie in 1969 werd geopend met een expositie van Rooskens. Deze zomer zou Rooskens weer in Gale rie Eijlders hebben egeëxposeerd. Film International werd bezocht door onder meer 35 filmregisseurs en 12 di recteuren van andere filmfestivals. Voor Cannes ScèNE IN Cannes zijn te Rotter dam ten minste drie films geselecteerd. De festivaldirecteuren zijn ook uitge breid in staat gesteld om kennis te nemen van de vorig jaar in Nederland tot stand gekomen speelfilmprodukties en zijn daar weinig enthousiast over gebleken. Niet een film werd gecontrac teerd, een reeds door British Film Insti tute geplandt Nederlandse filmweek schijnt nu op losse schroeven zijn ko men te staan. amstelveen. Josephine van Gasteren is veertig jaar actric en dat is zaterdagavond gevierd in het Cultureel Centrum van haar woonplaats, Amstel veen. Ze bracht er de eerste voorstelling van „Juffrouw Margreet”, een avondvul lende solo, waarna de gebruikelijke hul diging op het toneel volgde. Film International heeft zelf 24 films voor distributie in Nederland aange kocht, terwijl andere verhuurders over aankoop van nog eens tien festivalfilms in onderhandeling zijn. aan. Want Spanjaard was nooit een liefhebber van platgetreden paden, maar een musicus die openstond voor vernieu wing van het repertoire. Die originaliteit en delicate smaak kwamen op het Rot terdamse concert tot uitdrukking in on bekend werk van Purcell en een zelden uitgevoerde compositie van Debussy. Ter opening van de avond liet de dirigent blijken dat er tussen hem en het RPhO een goed contact bestaat. Want de weergave van de door Ed Spanjaard samengestelde suite uit Pur cell’s zogenoemde half-opera The Fairy vueen, werd door exactheid en verfij ning gekenmerkt. Het tweede werk, waaruit evenzo Spanjaards voorkeur voor onalledaagse menu’s (ook al betreft het geen nieuwe repertoire) viel af te leiden, was de balletmuziek „Khamma” van Debussy. Alhoewel deze partituur, die grotendeels door Koechlin werd georkestreerd, mis schien niet de allersterkste impulsen van de componist in zich herbergt, blijft het toch nog altijd kunst van gehalte. En al leek de opzet van Kahmma in de klank wat weinig Debussyaans uit te 1 pakken in de loop van het werk merk je dat het hier nauwelijks of niet meer om impressionistische klankschilderingen gaat, maar dat zich nieuwe voor Debussy onverwachte uitdrukkings- manieren aandienen. Vanuit dat oogpunt beschouwd plaatste Spanjaard met het RPhO dit werk misschien wel precies in het juiste licht. Uit dezelfde ontstaansperiode dateert Webern’s opus 10, „Fijnf Stijcke für Orchester”, waarvan de geconcentreerde, atonale lyriek bij Spanjaard alle kansen kreeg. Ook hier weer verfijningenhel- kreeg. Ook hier weer verfijning en hel derheid in de uitvoering en een schitte rend afwegen van de stemmen. Het overige programmadeel In een fleurige entourage werd me vrouw Van Gasteren na afloop van de voorstelling gehuldigd. Burgemeester jhr.drs. P. A. C. Beelaerts van Blokland sprak haar gevoelig toe, bood haar na mens de gemeente een portret aan van Toon de Haas en de ridderorde van Oranje Nassau namens de koningin, die ook een gelukstelegram had verzonden. Jan Spierdijk, criticus van de Telegraaf, HAARLEM. Poëzie is helaas voor veel mensen nog steeds ontoegankelijk. De werkgroep Poëzie Hardop probeert dit te doorbreken door poëzie op leven dige wijze in het theater te brengen. De wijz waarop de werkgroep het program ma Mooie Kleine Revolutie over de Vijftiger Lucebert op de planken bracht mag eerder een promotie-avond voor Het Gedicht genoemd worden. De voor stelling werd zaterdagavond in de To neelschuur gegeven. De groep Poëzie Hardop (Ineke Holz haus, Marnix Kappers, Henk Batenburgh en achter de piano Antoinee Oomen) probeert met een avondvullend pro gramma de dichter in een meer over zichtelijk en begrijpelijk daglicht te zet ten. Ik hoef er geen moment aan te twijfelen dat dit met de dichter Luce bert uitstekend is gelukt. De gedichten van Lucebert behoren tot de categorie moeilijke gedichten. Het is daarom nog opmerkelijker dat de groep zijn werk zo brengt, dat het gaat leven. Zelfs wanneer je nog nooit een gedichtenbundel in je handen hebt ge had, kan deze poëzie-avond boeien. Het heeft niets te maken met een literaire instuif, zoals dat bijvoorbeeld vroeger in de Waag was: op serene wijze, in een rokerige donkere ruimte met liefhebbers luisteren. Van de hoofdfilms hebben de critici „O Thiassos” (van Angelopoulos) tot bes te uitgtreoepen, met lm lauf der Zeit (Wenders) als tweede en Elektra (Janc- so) als derde. Bij de passe-partout-hou- ders scoorde lm lauf der Zeit het hoog ste, gevolgd door Te gek om los te lopen (Belocchio e.a.) en Biografia (Rentzis). De publieksenquête wees Te gek om los te lopen als metst gewaardeerde film aan, gevolgd door Zout der Aarde (Bi- berman) en Biografia. De pers beoor deelde van de 68 hoofdfilms er 24 mid delmatig of slecht, de passe-partout- houders 15 en het gewone publiek 16. Alle andere films werden gekwalificeerd als goed, zeer goed of uitstekend. spel van mevrouw Van Gasteren was daar dan ook op gericht. Ze bereikte daar een grote vrijheid in, maar toch niet genoeg om op de opmerkingen die zij aan de toeschouwers lokte, in te spelen. Maar alia, het is al heel wat dat een traditioneel actrice zo uit het lijstto neel weet te breken. HAARLEM. Louter 20e-eeuwse fluitmuziek weerklonk zaterdagavond in zaal KADENS, waar fluitist Rien de Reede, begeleid door Theo Bles aan de vleugel momenteel in een drietal reci tals, waarvan dit het tweede was, hoog tepunten uit de gehele fluitliteratuur vertolkt. Daar zal mevrouw Marta Casals, een Daar zal mevrouw Marta Casals, een vroegere leerling van de meester en diens vierde vrouw, het festival organi seren zoals zij heeft gedaan sinds haar man drie jaar geleden is overleden. Er zullen eigenlijk veel herdenkingen plaatsvinden, en wel behalve op Puerto Rico in Mexico-Stad, in Frankrijk, een in Luzern in Zwitserland en een aantal in de Spaanse stad Vendrell waar Casals is geboren, vertelde zijn vrouw zondag te New York. Dat de sympathie van het publiek toch ten gunste van Mozart uitviel, kwam tot uiting in een spontaan applaus op de mededeling van de programma- wijziging. Niet verwonderlijk, want de muziek van Mozart heeft nu eenmaal een dusdanig kwaliteitsmerk dat we er na twee eeuwen nog niet op uitgekeken zijn. Zo ook met Beethoven. We worden de laatste tijd doodgegooid met zijn Vijfde Pianoconcert, maar telkens vindt f de solist f dé dirigent er toch weer iets nieuws in, dat de toehoorder weet te boeien. Zeker was dit deze avond het geval met de pianiste Hepzibah Menu hin, zuster en begeleidster van de be roemde violist Yehudi, die zich ontwik kelde tot een pianiste waarvan de muzi kaliteit met respect wordt genoemd. Zij speelde Beethovens Vijfde vanuit een diepe concentratie, bewust en rijp van klank in een interpretatie frisch en le venskrachtig genoeg om met gespanne verwondering te luisteren en naar het niauwe in het bekende te speuren. Kees Bakels had het orkest meer dan vol doende in handen, om tot een betekenis vol spel van samen-musiceren en bege leiden te komen. Het is duidelijk merk baar hoe er in zijn directie ëen eigen stijl tot rijping komt. Werken, die door hun componisten bestemd waren voor een ander klankmi- lieu, met name de Impromptu in f opus 142 van Franz Schubert en ten dele de Davidsbündlertan ze opus 6 van Robert Schumann, ondergingen, niet zelden door gemokerde klank, in muzikaal-expressie- ve zin een ontoelaatbare karakterombui- ging. Door kracht werd de muzikale werking ontkracht. Toch heeft Michel Block bewezen ook de kunstzinnige betekenis en waarde van de klankverfijning te beseffen, zoals bij de voordracht van enkele lyrisch geaar de „Tanze” van Schumann, die dan wel als mededeling ervaren werden. In virtuoos-technische zin leverde Mi chel Block een verbluffende prestatie met de vertolking van „Gaspard de la nuit” van Maurice Ravel, althans voor wat betrof de delen „Ondine” en „Scar- bo”. Contact met de mysterieuze zin van deze muziek en met die van het desolate „Le gibet” sprak niet uit dit vaak over donderende spel. „Juffrouw Margreet” is een stuk van de thans 26-jarige Braziliaan Roberto Athayde die al een grote litteraire pro- duktie op zijn naam heeft. „Juffrouw Margreet” is een weinig bezonken stuk. Aan de ene kant moet Margreet de universele Irares zijn, de eeuwige op voedster van de jeugd, en autoritair sekreet maar met mooie idealen aan gaande het leven in het algemeen en de eenheid met de dieren in het bijzonder. Aan de andere kant geft de schrijver haar zulke banale trekjes mee, die het stuk naar mijn smaak niet veel meer maken dan een nogal puberale afreke ning met zijn kennelijke slechte erva ringen op school. Het eerste woord dat ze op het bord schrijft (na haar naam) is „kont”. Daar draait ze ook nog mee. belooft haar bloesje open te knopen omdat de viezerikken in de klas toch alleen maar aan sex denken en onder breekt haar tirandse voortdurend met dergelijke uitbarstingen van sexuele frustraties. Ze geeft een „leerling’ ’zelfs een kniestoot in het kruis. Typisch het beeld dat jongetjes hebben van vrouwen die zij oude vrijsters noemen. Een ver valst vrouwenportret, met een teveel aan pretenties. De vergelijking met „De opvoeder” van James Saunders, onlangs weer uitgebracht door toneelgroep Cen trum met Frans Vorstman, valt in hel nadeel van de Braziliaan uit. Waar Saunders sober en subtiel is, blijft Athayde wijdlopig en grof. Josephine van Gasteren die met hart en ziel speelde, slaagde er niet in de tekorten van het stuk te bedekken. Inte gendeel. Het is zichtbaar dat ze goed met regisseur Jo Dua heeft samenge werkt, maar deze interpretatie was vooral gericht op een psychologische tekstbehandeling. Van enige stilering, die het universele karakter dat de schrijver in deze figuur heeft willen leggen zou hebben kunnen benadrukken, was geen sprake. De leerlingen in de klas van juffrouw Margreet zijn het publiek in de zaal- Het Met deze onderneming verstrekt Rien de Reede eigenlijk al bij voorbaat zijn visitekaartje als veelzijdig musicus en deze kwalificering heeft hij na twee concerten dan ook wel waar gemaakt. Zo bleek hij zaterdagavond affiniteit voor zowel de Duitse als de Franse moderne toonkunst te bezitten. In Hindemith’s Sonate, waarin de werkelijke expressiviteit in feite voort durend moet wedijveren met een koel berekende schrijfwijze, wist Rien de Reede dit enigszins afstandelijke karak ter door middel van een helder belijnde en dynamisch ingetogen weergave prima naar waarde te schatten. Zijn zeer be trouwbare techniek stond hem uitste kend terzijde in het laatste deel, waarin het solistische notenbeeld door vele sprongen een grillig aanzien heeft. Theo Bles’ begeleiding was zeer alert, maar deed veel te bescheiden aan, zoals ook in de andere stukken geregeld het geval was. Zijn toucher en muzikale benadering was van dien aard, dat de vleugelklep best geopend had worden ten gunste van een klankbalans. De in 1941 geboren Konrad Boehmer droeg zijn „Adem voor fluit-solo” uit 1975 op aan Rien de Reede, wiens ach ternaam, in noten omgezet, uitgangspunt werd voor de compositie, die een inte ressante inhoud bevatte: lyrisch van op zet en later zeer gepassioneerd; ook een veelvoudig toegepast z.g. „Flatterzunge”- effect (het laten „ratelen” van de tong, waardoor de ademtoevoer stootsgewijze tot stand komt). Rien de Reede’s pleitbe zorging voor het werk, dat het instru ment gelukkig volkomen in zijn waarde laat, kwam op boeiende manier tot ui ting. Olivier Messiaen’s bezetenheid wat be treft het registreren van talloze vogelge luiden en het compositorisch toepassen daarvan mag als bekend worden veron dersteld. Een voorbeeld daarvan was za terdagavond te beluisteren: „Le merle noir”, waarin een geraffineerd ruimtelijk effect werd bereikt door de fluitguirlan- des te laten naklinken in de zangbodem van de vleugel via het oplichten van de dempers. Rien de Reede’s fascinerende merelimitatie maakte op de aanwezigen grote indruk, al kan men de artistieke waarde van dergelijke muziek misschien in twijfel trekken. De periode rond de eerste decennia van deze eeuw, toen de Franse fluitmu- ziek door middel van virtuozen als Moy- se en Taf fanel een ongekende bloeitijd beleefde, was op dit recital vertegen woordigd met 4 karakterstukken van Albert Roussel, gebundeld onder de titel „Joueurs de flüte”. De wisselende stem mingen werden in het algemeen mooi gerealiseerd; doorleefd klonk vooral „Krishna”, waarin de lange frasen door de Reede heel treffend de benodigde spanning kregen. Rien de Reede en Theo Bles onder streepten hun hechte samenspel het frappantst mét een stuwende vertolking van de Sonate van Bohuslav Marinu, gekenmerkt door onverwachte afwisse lingen van motoriek en felle accenten met lieflijke, soms wel erg conventioneel klinkende passages. In deze Sonate trad ook Theo Bles’ gave begeleiding wat geprononceerder aan de dag, ofschoon ook hier een geopende vleugel bepaald noodzakelijk was geweest. vriend Ed. Wingen. Het zal nu een herdenkingstentoonstelling worden. BW

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 11