Pablo Casals
herdacht
Anton Rooskens overleden
Invaller-dirigent leidt orkest in Mozart
Fluitconcert
Bakels vindt eigen stijl
bracht hecht
Block treft Romantici
samenspel
met mokerend geweld
Filmfestijn wekt
ruime interesse
Ed. Spanjaard leidt RPhO met
exactheid naar verfijning
Juffrouw Margreet’
vervalst portret
Lucebert met speels accent
Aan vooravond van ere-expositie
De Reede in Kadens
Muzikale ideeën raakten verloren
Jubileumrol van Josephine van Gasteren
„Orbits” van Loevendie: muzikale verkenning
O
11
19 7 6
MAART
KUNST
1
MAANDAG
JOHAN VAN KEMPEN
ROTTERDAM. De jonge Haar
lemse musicus Ed. Spanjaard (27
jaar) dirigeerde zaterdagavond het
Rotterdams Philharmonisch Orkest.
Spanjaard, leerling van Anton
Kersjes, is in de Haarlemse muziek
wereld al lang geen onbekende
meer. En het zal diegenen die dit
buitengewone talent op een of an
dere wijze hebben meegemaakt,
niet verwinderen dat hij nu in gro
ter (dan lokaaljverband van zich
doet spreken.
Ed Spanjaard is het type van de
gedegen werker, die bij de ontwik
keling van zijn muzikale persoon
lijkheid niet over één nacht ijs gaat.
Zijn huidige werkzaamheid als re
petitor van de Royal Opera Covent
Garden (indirect gevolg van zijn
studies aan de Londense Guildhall
School of Music) en zijn functie van
tweede dirigent van het Nationaal
Ballet, zou je dan ook rustig kun
nen zien als een zekere voorberei
ding voor nog verantwoordelijker
werk. Dat hij zich intussen ook aan
gastdirecties waagt, zoals vorig jaar
bij het Nederlands Blazers Ensem
ble (met Stravinsky’s L’histoire du
Soldat) en nu op het abonnements
concert serie Z van het Rotterdams
Philharmonisch Orkest, zal ook nie
mand verbazen.
1
betrof
ANTON ROOSKENS
P. ZWAANSWIJK
TOON VRANJL
KEES BOONMAN
(Van onze correspondent)
mogen
betere
Dat Casals nu in Spanje officieel zal
worden herdacht is mogelijk geworden
na de dood van Franco en de intrede
van een nieuwe regering.
Toen hij pas 15 jaar was begon zijn
faam als cellist van grote allure reeds
rond te gaan in Europa.
HAARLEM. Het derde, laatste concert van de piano-serie van het Haarlemse
Concertgebouw werd op schrikkelzondagavond gegeven door de Franse pianist
Michel Block. Hij werd in 1937 te Antwerpen geboren en verliet heel jong nog met
zijn familie de Europese levenssfeer. Mexico City werd zijn nieuwe woonplaats en
daar kreeg hij zijn eerste muzikale en pianistische vorming, die hem in staat stelde
om, pas zestien jaar oud, met het Nationale Symfonie-orkest van Mexico op tee tre
den. Daarna heeft hij zijn opleiding doen voltooien aan de befaamde Juilliard School
in New-York
Vrij talrijke toehoorders hebben hun
waardering in langdurig applaus geuit.
Michel Block dankte hiervoor met twee
toegiften.
NEW YORK (AP). Dit jaar zal de
100ste geboortedag worden herdacht van
de Spaanse cellist Pablo Casals, de geni
ale musicus die als a nti-fascist sinds
1939 buiten het Spanje van Franco had
doorgebracht en die de laatste 20 jaar
van zijn leven heeft gewoond op Puerto
ico
Een relatief hoogtepunt bereikte de
solist met de Sonate opus 23 no. 3, in fis
kleine terts van Alexander Skrjabin, een
werk vol salon-romantiek en getuigend
van invloeden van Chopin en Liszt. Zijn
interpretatie werd voortreffelijk afge
stemd op de aard van de muziek met
gevoelige, tot emotioneel geladen klank
en doeltreffend rubato-spel-
en
land officieel verte-
het internationale
Angelos, dat van 21
wordt gehouden. De
Het is goed deze muzikaal-biografische
bijzonderheden te laten gelden bij een
beoordeling van Michel Blocks pianos
pel, dat in hoofdzaak bleek te berusten
op een harde aanpak van de muziek en
van de vleugel, die hij bespeelde. Dyna
mische schaalvergroting lijkt het domi
nerende principe te zijn, dat hem als
ideaal moet zijn aanbevolen en waarin
hij gehoord de vertolkingen van zonda
gavond rotsvast gelooft.
ROTTERDAM. Het zaterdagnacht
feestelijk afgesloten Film International
festival kan zonder meer een succes
worden genoemd, ook al hetft het orga
nisatorisch nogal eens gehaperd. Tijdens
de tien dagen van de manifestatie waar
in 239 filmvoorstellingen zijn gegeven,
werd een totale bezetting bereikt van
bijna 50.000 plaatsen.
De keuze van het programma doet,
voor wie hem kent, eveneens logisch
door de
Hopenlijk
twee werken van vaderlandse bodem.
Theo Loevendie was vertegenwoordigd
met de premièRE VAN ZN „Orbits” voor
hoornsolo, obligaat hoornkwartet en or
kest, waarin hij zoals gewoonlijk ook
weer veel met koebellen werkt. Hoewel
eigenlijk in dit werk de vraag rijst of
het traditionele orkest wel het aangewe
zen apparaat is om dit soort inventies
van de componist te kunnen verwezen
lijken (met name ten aanzien van de
hier en daar optredende groezelige onde-
finieerbaarheid in de strijkersklank),
worden er beslist ook leuke instrumen
tale combinaties gemaakt. Loevendie’s
„Orbits” doet meer verkennend dan for
mulerend aan, en heeft wat dat betreft
ook veel minder een eigen gezicht dan
diens „Incantations”, die we in het Hol
land Festival van hem hoorden.
Knap overigens van de hoornisten en
speciaal van de solist Pieter Gouderjaan,
aan wie het werk is opgedragen, en die
in een soort kadens ook nog jongleerde
met micro-intervallen. Akoestisch aardig
was ook het effect van de opstelling van
de obligaat-hoorns op vier punten in de
zaal, omdat je daardoor directer in het
klankveld betrokken wordt.
Ed Spanjaard en het RPhO, die vol
toewijding Loevendie’s jongstgeborene
energie aan Van Beurden’s Konsertante
Muziek voor altviool, blazers en slag
werk. Alle, in principe uiteraard prij-
zenswaardige aandacht die ook door so
list Gerrit Oldeman aan Van Beurden’s
altvioolconcert werd besteed, kon niet
verbloemen dat de componist met het
schrijven van deze partituur een mani
festatie van creatief onvermogen heeft
geleverd. Van Beurden is een heel waar
devol muzikaal-sociaal werker, dat is
bekend, maar zijn eigen muziek is, on
danks alle goede bedoelingen, op het
randje af kitsch in hedendaags idioom.
verviel en werd vervangen
Haffnersymfonie van Mozart,
komt Escher toch nog op een volgend
concert aanbod, want deze muiek, voort
gekomen uit de spanningen van deze
eeuw (Tweede Wereldoorlog) is een dus
danig artistiek-Nederlands herinnerings
monument, dat het blijvende aandacht
waard is.
De drie voordragers, acteurs, vertellers
of hoe moet je ze noemen, brengen de
gedichten bijna speels aan de man. Die
speelsheid ontstaat doordat enkele ge
dichten in eeeen soort cabaret-vorm zijn
gegoten. De bedoeling van de dichter
wint hierdoor aan kracht. Dat geldt
bijvoorbeeld voor het gedicht Het Ora
kel van Monte Carlo. Lucebert valt hier
de schrijver Willem Kloos aan, omdat
hij van mening is dat Jloos maar aan
één ding denkt: Kunst uitsluitend voor
de kunst en verder niets. Zo scherp als
en
zou
schetste haar loopbaan als actrice en
noemde haar „een grote diva, een lastige
tante en een toffe meid”. De Grieken-
land-kenner mr. Henrik Scholte gewaag
de van Josephine’s liefde voor Grieken
land, haar tweede vaderland- Vertaalster
Josephine Soer en Wim Bary, directeur
van het Cultureel Centrum die de huldi
ging had georganiseerd, boden haar een
cheque aan van vrienden ten behoeve
van een wereldreis, die de cosmopoliti-
sche actrice naar de Amazone en de
Galapagoseilanden zal voeren.
In haar dankwoord haalde de jubila-
resse haar souffleur Jo Kok (72 jaar), de
regisseur en de vertaalster naar voren
om in de huldiging te delen. Na afloop
was er een drukke receptie.
JAC HEIJER
156 WIM IJC HD KUNST BAKELS
AMSTERDAM. In grote lijnen
heeft Kees Bakels als vervangend diri
gent van de door griep geplaagde Anton
Kersjes het programma van het Amster
dams Philharmonisch Orkest zaterdaga
vond in het Concertgebouw te Amster
dam kunnen handhaven. Alleen Rudolf
Escher’s „Musique pour l’esprit en deuil”
DEN HAAG (ANP). De Nederland
se speelfilm „Keetje Tippel” van produ
cent Rob Houwer en regisseur Paul
Verhoeven zal ons
genwoordigen op
filmfestival te Los
maart t-m 4 april
film is op het ogenblik in Italië bron
van discussie tussen de Italiaanse film
keuring en de Romeinse officier van
justitie de Uitspraak van rechtbank
over toelating van „Keetje Tippel” in
Italië wordt binnenkort verwacht.
Een goed in vorm, kleurrijk en dyna
misch werkstuk presenteerde hij hierna
met de vertolking van de Vuurvogel van
Stravinsky. Het eerste grote werk van
Stravinsky, ontstaan uit zijn contacten
met dansers, choreografen (de Rus Serge
Diaghilev)é en librettisten. Een duidelijk
signaal reeds van jong meesterschap,
van kleur, stofbehandeling en orkestrale
tekening. Kees Bakels heeft de spanning,
de schitterign en schakering va dint
werk met boeiend resultaat tot uitdruk
king gebracht In zijn situat’e van inval
lend dirigent een loffelijke prestatie.
Casals is op 29 december 1876 te
Vendrell, in de buurt van Barcelona,
geboren. Hij leerde zichzelf cello te
spelen op een zelfgebouwd instrument
en wijdde zich later ook aan de piano,
het orgel en de viool.
AMSTERDAM. Anton Rooskens,
een der meest bekende vertegenwoordi
gers van de Cobra-kunst in ons land, is
in de vroege zatrdagmorgen plotseling
overleden. Een hartaanval, een herhaling
na een eerdere waarschuwing enige ja-
ren geleden, maakte een eeind aan een
zeer werkzaam leven. Op 16 maart aan
staande zou Anton Rooskens 70 jaar zijn
geworden. Enige dagen daarvoor wordt
op 13 maart in het Cultureel Centrum
in Venlo een overzichtsexpositie van zijn
werk geopend. Ter gelegenheid daarvan
verschijnt een geïllustreerd boek over
zijn leven en werk van de hand van &jn
Ineke Holzhaus, Marnix Kappers
Henk Batenburgh dit presenteren,
Lucebert er zelf nog van schrikken.
Het lied De Soldatenmoeder (eens ge
zongen door de Zangeres Zonder Naam
op het Holland Festival) op muziek van
Bruno Maderna zou als single best eens
een hit kunnen worden.
Als je het Lied van de tegennatuurlij
ke overeenkomst hoort, is het net of het
hier het werk van Brecht betreft, mede
door de Kurt Weil-achtige muziek van
Antoine Oomen. Nu moet ik er wel bij
zeggen, dat dit een werk is van Lucebert
toen hij nog een progressieve (toender-
tijd wellicht revolutionaire) en experi
mentele dichter was. Want ook bij deze
literator is de kleur vager geworden.
Anton Rooskens is in het Noord
limburgse Griendtsveen geboren. Dit was
een van de redenen dat men hm bij
zijn zeventigste verjaardag in Venlo met
bovengenoemde expositie wilde huldigen,
als zovele Limburgse kunstenaars kwam
hij reeds voor de oorlog in 1935
naar het westen. Hij vestigde zich in
Amsterdam, waar hij zich deed kennen
als een expressionist met verwijzingen
in zijn werk naar Permeke, Breitner en
andere figuren.
Onmiddellijk na de oorlog wijzigde hij
zijn stijl. Hij ging veel abstracter wer
ken en richtte met figuren als Appel,
Corneille en anderen de Experimentele
groep op, die weldra aansluiting vond
bij de bekende Cobra-groepering. Het
waren de schilders uit Denemarken, ons
land en België, die de schilderkunst een
ander gezicht gaven met opzienbarende
tentoonstellingen. Officieel bestond de
groep van 1948 tot 1951, maar velen
bleven later ook in die stijl werken.
Anton Rooskens was een der oudsten in
die groep en hij is van die stijl niet
meer afgeweken, zij het dat hij er zijn
persoonlijke vertaling van gaf. Hij schil
derde de laatste jaren in een verblijdend
helder palet en met een bijzonder spre
kend handschrift, gekenmerkt door een
persoonlijke lijnvoering.
Door zijn aard bleef hij langer op de
achtergrond dan bijvoorbeeld Karei Ap
pel en Corneille. Hij werd later interna
tionaal bekend, maar die bekendheid
zette de laatste jaren sterk door. De
aanstaande expositie in Venlo gaat dan
ook naar Denemarken, Duitsland, België
en tenslotte Schiedam.
In onze omgeving werd het werk van
Rooskens bekend door herhaalde exposi
ties in Galerie Eijlders in Zandvoort.
John Eijlders en Anton Rooskenswaren
sinds jaren bevriend eri daardoor was
het mogelijk dat de galerie in 1969 werd
geopend met een expositie van Rooskens.
Deze zomer zou Rooskens weer in Gale
rie Eijlders hebben egeëxposeerd.
Film International werd bezocht door
onder meer 35 filmregisseurs en 12 di
recteuren van andere filmfestivals. Voor
Cannes ScèNE IN Cannes zijn te Rotter
dam ten minste drie films geselecteerd.
De festivaldirecteuren zijn ook uitge
breid in staat gesteld om kennis te
nemen van de vorig jaar in Nederland
tot stand gekomen speelfilmprodukties
en zijn daar weinig enthousiast over
gebleken. Niet een film werd gecontrac
teerd, een reeds door British Film Insti
tute geplandt Nederlandse filmweek
schijnt nu op losse schroeven zijn ko
men te staan.
amstelveen. Josephine van
Gasteren is veertig jaar actric en dat is
zaterdagavond gevierd in het Cultureel
Centrum van haar woonplaats, Amstel
veen. Ze bracht er de eerste voorstelling
van „Juffrouw Margreet”, een avondvul
lende solo, waarna de gebruikelijke hul
diging op het toneel volgde.
Film International heeft zelf 24 films
voor distributie in Nederland aange
kocht, terwijl andere verhuurders over
aankoop van nog eens tien festivalfilms
in onderhandeling zijn.
aan. Want Spanjaard was nooit een
liefhebber van platgetreden paden, maar
een musicus die openstond voor vernieu
wing van het repertoire. Die originaliteit
en delicate smaak kwamen op het Rot
terdamse concert tot uitdrukking in on
bekend werk van Purcell en een zelden
uitgevoerde compositie van Debussy.
Ter opening van de avond liet de
dirigent blijken dat er tussen hem en
het RPhO een goed contact bestaat.
Want de weergave van de door Ed
Spanjaard samengestelde suite uit Pur
cell’s zogenoemde half-opera The Fairy
vueen, werd door exactheid en verfij
ning gekenmerkt.
Het tweede werk, waaruit evenzo
Spanjaards voorkeur voor onalledaagse
menu’s (ook al betreft het geen nieuwe
repertoire) viel af te leiden, was de
balletmuziek „Khamma” van Debussy.
Alhoewel deze partituur, die grotendeels
door Koechlin werd georkestreerd, mis
schien niet de allersterkste impulsen van
de componist in zich herbergt, blijft het
toch nog altijd kunst van gehalte.
En al leek de opzet van Kahmma in
de klank wat weinig Debussyaans uit te
1 pakken in de loop van het werk merk
je dat het hier nauwelijks of niet meer
om impressionistische klankschilderingen
gaat, maar dat zich nieuwe voor
Debussy onverwachte uitdrukkings-
manieren aandienen. Vanuit dat oogpunt
beschouwd plaatste Spanjaard met het
RPhO dit werk misschien wel precies in
het juiste licht.
Uit dezelfde ontstaansperiode dateert
Webern’s opus 10, „Fijnf Stijcke für
Orchester”, waarvan de geconcentreerde,
atonale lyriek bij Spanjaard alle kansen
kreeg. Ook hier weer verfijningenhel-
kreeg. Ook hier weer verfijning en hel
derheid in de uitvoering en een schitte
rend afwegen van de stemmen.
Het overige programmadeel
In een fleurige entourage werd me
vrouw Van Gasteren na afloop van de
voorstelling gehuldigd. Burgemeester
jhr.drs. P. A. C. Beelaerts van Blokland
sprak haar gevoelig toe, bood haar na
mens de gemeente een portret aan van
Toon de Haas en de ridderorde van
Oranje Nassau namens de koningin, die
ook een gelukstelegram had verzonden.
Jan Spierdijk, criticus van de Telegraaf,
HAARLEM. Poëzie is helaas voor
veel mensen nog steeds ontoegankelijk.
De werkgroep Poëzie Hardop probeert
dit te doorbreken door poëzie op leven
dige wijze in het theater te brengen. De
wijz waarop de werkgroep het program
ma Mooie Kleine Revolutie over de
Vijftiger Lucebert op de planken bracht
mag eerder een promotie-avond voor
Het Gedicht genoemd worden. De voor
stelling werd zaterdagavond in de To
neelschuur gegeven.
De groep Poëzie Hardop (Ineke Holz
haus, Marnix Kappers, Henk Batenburgh
en achter de piano Antoinee Oomen)
probeert met een avondvullend pro
gramma de dichter in een meer over
zichtelijk en begrijpelijk daglicht te zet
ten. Ik hoef er geen moment aan te
twijfelen dat dit met de dichter Luce
bert uitstekend is gelukt.
De gedichten van Lucebert behoren
tot de categorie moeilijke gedichten. Het
is daarom nog opmerkelijker dat de
groep zijn werk zo brengt, dat het gaat
leven. Zelfs wanneer je nog nooit een
gedichtenbundel in je handen hebt ge
had, kan deze poëzie-avond boeien. Het
heeft niets te maken met een literaire
instuif, zoals dat bijvoorbeeld vroeger in
de Waag was: op serene wijze, in een
rokerige donkere ruimte met liefhebbers
luisteren.
Van de hoofdfilms hebben de critici
„O Thiassos” (van Angelopoulos) tot bes
te uitgtreoepen, met lm lauf der Zeit
(Wenders) als tweede en Elektra (Janc-
so) als derde. Bij de passe-partout-hou-
ders scoorde lm lauf der Zeit het hoog
ste, gevolgd door Te gek om los te lopen
(Belocchio e.a.) en Biografia (Rentzis).
De publieksenquête wees Te gek om los
te lopen als metst gewaardeerde film
aan, gevolgd door Zout der Aarde (Bi-
berman) en Biografia. De pers beoor
deelde van de 68 hoofdfilms er 24 mid
delmatig of slecht, de passe-partout-
houders 15 en het gewone publiek 16.
Alle andere films werden gekwalificeerd
als goed, zeer goed of uitstekend.
spel van mevrouw Van Gasteren was
daar dan ook op gericht. Ze bereikte
daar een grote vrijheid in, maar toch
niet genoeg om op de opmerkingen die
zij aan de toeschouwers lokte, in te
spelen. Maar alia, het is al heel wat dat
een traditioneel actrice zo uit het lijstto
neel weet te breken.
HAARLEM. Louter 20e-eeuwse
fluitmuziek weerklonk zaterdagavond in
zaal KADENS, waar fluitist Rien de
Reede, begeleid door Theo Bles aan de
vleugel momenteel in een drietal reci
tals, waarvan dit het tweede was, hoog
tepunten uit de gehele fluitliteratuur
vertolkt.
Daar zal mevrouw Marta Casals, een
Daar zal mevrouw Marta Casals, een
vroegere leerling van de meester en
diens vierde vrouw, het festival organi
seren zoals zij heeft gedaan sinds haar
man drie jaar geleden is overleden. Er
zullen eigenlijk veel herdenkingen
plaatsvinden, en wel behalve op Puerto
Rico in Mexico-Stad, in Frankrijk, een
in Luzern in Zwitserland en een aantal
in de Spaanse stad Vendrell waar Casals
is geboren, vertelde zijn vrouw zondag
te New York.
Dat de sympathie van het publiek
toch ten gunste van Mozart uitviel,
kwam tot uiting in een spontaan applaus
op de mededeling van de programma-
wijziging. Niet verwonderlijk, want de
muziek van Mozart heeft nu eenmaal
een dusdanig kwaliteitsmerk dat we er
na twee eeuwen nog niet op uitgekeken
zijn. Zo ook met Beethoven. We worden
de laatste tijd doodgegooid met zijn
Vijfde Pianoconcert, maar telkens vindt
f de solist f dé dirigent er toch weer
iets nieuws in, dat de toehoorder weet te
boeien. Zeker was dit deze avond het
geval met de pianiste Hepzibah Menu
hin, zuster en begeleidster van de be
roemde violist Yehudi, die zich ontwik
kelde tot een pianiste waarvan de muzi
kaliteit met respect wordt genoemd. Zij
speelde Beethovens Vijfde vanuit een
diepe concentratie, bewust en rijp van
klank in een interpretatie frisch en le
venskrachtig genoeg om met gespanne
verwondering te luisteren en naar het
niauwe in het bekende te speuren. Kees
Bakels had het orkest meer dan vol
doende in handen, om tot een betekenis
vol spel van samen-musiceren en bege
leiden te komen. Het is duidelijk merk
baar hoe er in zijn directie ëen eigen
stijl tot rijping komt.
Werken, die door hun componisten
bestemd waren voor een ander klankmi-
lieu, met name de Impromptu in f opus
142 van Franz Schubert en ten dele de
Davidsbündlertan ze opus 6 van Robert
Schumann, ondergingen, niet zelden door
gemokerde klank, in muzikaal-expressie-
ve zin een ontoelaatbare karakterombui-
ging. Door kracht werd de muzikale
werking ontkracht.
Toch heeft Michel Block bewezen ook
de kunstzinnige betekenis en waarde van
de klankverfijning te beseffen, zoals bij
de voordracht van enkele lyrisch geaar
de „Tanze” van Schumann, die dan wel
als mededeling ervaren werden.
In virtuoos-technische zin leverde Mi
chel Block een verbluffende prestatie
met de vertolking van „Gaspard de la
nuit” van Maurice Ravel, althans voor
wat betrof de delen „Ondine” en „Scar-
bo”. Contact met de mysterieuze zin van
deze muziek en met die van het desolate
„Le gibet” sprak niet uit dit vaak over
donderende spel.
„Juffrouw Margreet” is een stuk van
de thans 26-jarige Braziliaan Roberto
Athayde die al een grote litteraire pro-
duktie op zijn naam heeft. „Juffrouw
Margreet” is een weinig bezonken stuk.
Aan de ene kant moet Margreet de
universele Irares zijn, de eeuwige op
voedster van de jeugd, en autoritair
sekreet maar met mooie idealen aan
gaande het leven in het algemeen en de
eenheid met de dieren in het bijzonder.
Aan de andere kant geft de schrijver
haar zulke banale trekjes mee, die het
stuk naar mijn smaak niet veel meer
maken dan een nogal puberale afreke
ning met zijn kennelijke slechte erva
ringen op school. Het eerste woord dat
ze op het bord schrijft (na haar naam)
is „kont”. Daar draait ze ook nog mee.
belooft haar bloesje open te knopen
omdat de viezerikken in de klas toch
alleen maar aan sex denken en onder
breekt haar tirandse voortdurend met
dergelijke uitbarstingen van sexuele
frustraties. Ze geeft een „leerling’ ’zelfs
een kniestoot in het kruis. Typisch het
beeld dat jongetjes hebben van vrouwen
die zij oude vrijsters noemen. Een ver
valst vrouwenportret, met een teveel
aan pretenties. De vergelijking met „De
opvoeder” van James Saunders, onlangs
weer uitgebracht door toneelgroep Cen
trum met Frans Vorstman, valt in hel
nadeel van de Braziliaan uit. Waar
Saunders sober en subtiel is, blijft
Athayde wijdlopig en grof.
Josephine van Gasteren die met hart
en ziel speelde, slaagde er niet in de
tekorten van het stuk te bedekken. Inte
gendeel. Het is zichtbaar dat ze goed
met regisseur Jo Dua heeft samenge
werkt, maar deze interpretatie was
vooral gericht op een psychologische
tekstbehandeling. Van enige stilering, die
het universele karakter dat de schrijver
in deze figuur heeft willen leggen zou
hebben kunnen benadrukken, was geen
sprake.
De leerlingen in de klas van juffrouw
Margreet zijn het publiek in de zaal- Het
Met deze onderneming verstrekt Rien
de Reede eigenlijk al bij voorbaat zijn
visitekaartje als veelzijdig musicus en
deze kwalificering heeft hij na twee
concerten dan ook wel waar gemaakt.
Zo bleek hij zaterdagavond affiniteit
voor zowel de Duitse als de Franse
moderne toonkunst te bezitten.
In Hindemith’s Sonate, waarin de
werkelijke expressiviteit in feite voort
durend moet wedijveren met een koel
berekende schrijfwijze, wist Rien de
Reede dit enigszins afstandelijke karak
ter door middel van een helder belijnde
en dynamisch ingetogen weergave prima
naar waarde te schatten. Zijn zeer be
trouwbare techniek stond hem uitste
kend terzijde in het laatste deel, waarin
het solistische notenbeeld door vele
sprongen een grillig aanzien heeft.
Theo Bles’ begeleiding was zeer alert,
maar deed veel te bescheiden aan, zoals
ook in de andere stukken geregeld het
geval was. Zijn toucher en muzikale
benadering was van dien aard, dat de
vleugelklep best geopend had
worden ten gunste van een
klankbalans.
De in 1941 geboren Konrad Boehmer
droeg zijn „Adem voor fluit-solo” uit
1975 op aan Rien de Reede, wiens ach
ternaam, in noten omgezet, uitgangspunt
werd voor de compositie, die een inte
ressante inhoud bevatte: lyrisch van op
zet en later zeer gepassioneerd; ook een
veelvoudig toegepast z.g. „Flatterzunge”-
effect (het laten „ratelen” van de tong,
waardoor de ademtoevoer stootsgewijze
tot stand komt). Rien de Reede’s pleitbe
zorging voor het werk, dat het instru
ment gelukkig volkomen in zijn waarde
laat, kwam op boeiende manier tot ui
ting.
Olivier Messiaen’s bezetenheid wat be
treft het registreren van talloze vogelge
luiden en het compositorisch toepassen
daarvan mag als bekend worden veron
dersteld. Een voorbeeld daarvan was za
terdagavond te beluisteren: „Le merle
noir”, waarin een geraffineerd ruimtelijk
effect werd bereikt door de fluitguirlan-
des te laten naklinken in de zangbodem
van de vleugel via het oplichten van de
dempers. Rien de Reede’s fascinerende
merelimitatie maakte op de aanwezigen
grote indruk, al kan men de artistieke
waarde van dergelijke muziek misschien
in twijfel trekken.
De periode rond de eerste decennia
van deze eeuw, toen de Franse fluitmu-
ziek door middel van virtuozen als Moy-
se en Taf fanel een ongekende bloeitijd
beleefde, was op dit recital vertegen
woordigd met 4 karakterstukken van
Albert Roussel, gebundeld onder de titel
„Joueurs de flüte”. De wisselende stem
mingen werden in het algemeen mooi
gerealiseerd; doorleefd klonk vooral
„Krishna”, waarin de lange frasen door
de Reede heel treffend de benodigde
spanning kregen.
Rien de Reede en Theo Bles onder
streepten hun hechte samenspel het
frappantst mét een stuwende vertolking
van de Sonate van Bohuslav Marinu,
gekenmerkt door onverwachte afwisse
lingen van motoriek en felle accenten
met lieflijke, soms wel erg conventioneel
klinkende passages. In deze Sonate trad
ook Theo Bles’ gave begeleiding wat
geprononceerder aan de dag, ofschoon
ook hier een geopende vleugel bepaald
noodzakelijk was geweest.
vriend Ed. Wingen. Het zal nu een
herdenkingstentoonstelling worden.
BW