e
l
i
o
a
s;
s
w
„Na de piep anderhalve
seconde om te beslissen
-4
p"
/NÏA 0
lp1-
oaau
4
Proefpersonen voor de
universiteit in Groningen
- 0
1
wi
J™
IP
hits
no
door Harm v.d. Berg
uonnn’
'ooooo joooóonÓO’O I I
jloOOQ!
I5
J
T
FUk' - 1
ff
on
HvdB
II'
lll'l
,s
lil
lil
ill
AV
(IV
fl
informatie.. En dus ook op het gedrag.
si
I
en uiteindelijk verwerkt in een com
puter.
Behalve die computer is alle hulp-
apparatuur ontwikkeld op de Afde
ling Experimentele Psychologie,
waarbij de gedragswetenschappers
vanzelfsprekend hulp kregen van
specialisten op het gebied van de
elektronica. Voorlopig wordt het
vooronderzoek verricht met mede
werking van achttien proefpersonen.
Daarna zal worden bekeken op wel
ke manier het vervolgonderzoek
moet worden opgezet.
Tijdens de periode van wachten
en onmiddellijk na het experiment
dat een half uur duurt, wordt het
speeksel gecontroleerd. Dat gebeurt
om de dertig minuten. De patiënt
kauwt op een „film”, produceert
speeksel, dat direct wordt ingevro
ren. In een later stadium kan dan
precies worden vastgesteld op welk
moment een bepaalde hoeveelheid
van het ingenomen middel in het
lichaam actief was. D<e gegevens
kunnen weer worden vergeleken
met wat de proefpersoon in de ge
luiddichte cabine presteerde.
Na een half uur zijn de meeste
deelnemers erg moe. Zo lang attent
zijn, snel moeten handelen, is dat
niet wat veel gevraagd? „Mensen
zitten regelmatig zo'n tijd in een file.
Dan moeten ze precies hetzelfde
kunnen," zegt drs. Ed Volkerts. En
daarmee zijn we weer bij de zin van
dit onderzoek beland.
00000 |oo
I
1
«jOOODDO OODOOD
“loOOODfll
"•ft!!!!!
De proefpersoon zit rustig in de
wachtkamer. Gezellig is het er niet.
Hij leest een stripverhaal over de
Belgische beroemdheden Suske en
Wiske. Het onderzoek naar werking
en effect van slaap- en pepmiddelen
is in volle gang. Twee uur geleden
heeft deze proefpersoon een pep- of
slaapmiddel geslikt. Welk middel
precies wordt hem niet gezegd. Het
zou hem tijdens het experiment kun
nen beïnvloeden („Kreeg ik ’n slaap
middel, dan moet ik dus slaperig
worden”). Eerder heeft men hem
medisch onderzocht. En een team
van deskundigen heeft zorgvuldig
de samenstelling van de middelen
gecontroleerd. Daar kunnen geen
ongelukken mee gebeuren.
De farmacoloog dr. Breimer toon
de geruime tijd geleden reeds aan
wanneer pep- en slaapmiddelen een
bepaald werkingsniveau bereikt
hebben, dat gedurende enige tijd
stabiel blijft. Van die gegevens
maakt men nu op de afdeling Expe
rimentele Psychologie in Groningen
weer gebruik.
En prof. Breimer heeft ook zitting
genomen in de begeleidingsgroep.
Het stabiel blijven van de werking is
belangrijk omdat zo vaststaat dat de
handelingen van de proefpersoon
niet beïnvloed kunnen zijn door
meer of minder actief zijn van het
toegediende middel.
Als de twee uur voorbij zijn, wordt
de man (of vrouw) naar de laborato-
rium-opstelling gebracht. In een ge-
luiddichte cabine (om invloeden van
buiten te weren) staat een soort
paneel met zes knoppen. Drie blau
we boven drie witte. Ongeveer een
meter voor de tafel een zwart bord,
waarop in de vorm van een driehoek
lichtjes aanfloepen. Je zou kunnen
zeggen dat die lichtjes machines
voorstellen die gecontroleerd moe
ten worden. Er zijn drie, op de pun
ten van de driehoek één. De lichtjes
floepen steeds aan in de combinatie
groen-rood of rood-groen.
Via een koptelefoon hoort de
proefpersoon om de anderhalve se
conde een piep. Onmiddellijk daarna
moet hij met de witte knop controle
ren of zijn „machines” goed zijn.
Dan ziet hij dus de combinatie
groen-rood.
Is er één kapot dan floept de
combinatie rood-groen aan. De con
clusie „kapot” of „goed” moet snel
getrokken worden, want de lampjes
branden slechts 50 milli-seconden.
Binnen de anderhalve seconde
tussen twee piepen moet bij de com
binatie rood-groen („kapot”) de
blauwe knop worden ingedrukt om
de zaak te herstellen. Dergelijke si
tuaties komen volgens drs. Volkerts
in het dagelijkse leven (verkeer, fa
brieken) ook voor.
Alles wat de proefpersoon doet,
de tijd die verloopt tussen het in
drukken van de knoppen, het aantal
fouten, wordt allemaal geregistreerd
Op de afdeling Experimentele Psychologie van de Rijksuniversiteit In
Groningen zeggen ze: „De mens is een informatie-verwerkend systeem. Er
komen gegevens binnen, die worden verwerkt en de uitkomst is een bepaald
gedrag of een handeling.” De vergelijking met een computer ligt voor de
hand. Met dit verschil dat een mens zichzelf kan programmeren. De
informatie selecteert Waar het om gaat Is dat de gegevens die een mens
opneemt worden verwerkt afhankelijk van zijn mentale toestand. De situatie
waarin Iemand leeft werkt rijdt oefent Invloed uit op de verwerking van de
lil' II'
llllll i
k'”’
'OQOCftO j
n e QpOOO
J
ÜB? j
K Wis
I.
I
Plaats
Tijden
Opgave
Opgejaagd door nieuwe werksituaties
o
c
OO OOOO
ODOODD
O
ODDQOO
o
o
o o oOOOO
r
<7P
R
lil)
'II
II'
filia-
1
i een
tapijt
I
tl»
‘IV'1
ll
.ii»
w*(
W1
van
appij
r ge-
uids-
Een
Een
Dick
uit de informatie die iemand ter beschik
king krijgt, wordt een keuze gemaakt, die
leidt uiteindelijk tot een beslissing, soms is
dat een kwestie van minuten, dagen, maar
vaak ook mag het niet minder dan frakties
van seconden duren, welke invloed oefent
de mentale toestand hierop uit. een vraag
waarbij weer belangrijk is door welke
factoren nu juist die mentale toestand,
eenvoudig gezegd hoe iemand zich licha
melijk en geestelijk voelt, wordt beïn
vloed.
Zulke factoren zijn: de werksituatie, op
gejaagd kunnen worden aan een lopende
band of tegengesteld de grote verveling.
Spanningen thuis, ruzies, gebruik van ge
neesmiddelen, zijn andere mogelijkheden
Een groep geneesmiddelen die in veel
mindere mate wordt gebruikt (hoewel er
ook reeds ongeveer dertig soorten van
zijn) wordt „amfetaminen” genoemd. Een
pepmiddel dat activerend werkt en de at
tentie (arousel)op hoger niveau moet bren
gen. Een aantal proefpersonen zal aan het
experiment deelnemen onder invloed van
deze middelen. Bekend is namelijk dat in
tegenstelling tot de werking van barbitura
ten de aandacht wel verscherpt, maar te
gelijkertijd wordt die ook selektiever. De
gebruiker bepaalt zelf prioriteiten. Ook
hier weer de vraag of dat zgn. „tunnelef-
fekt” verantwoord is in situaties waarin
een grote hoeveelheid van informatie tege
lijk moet worden overzien.
Drs. Volkerts voegt er desgevraagd aan
toe dat de amfetaminen niet in zijn onder
zoek zijn opgenomen omdat ze wellicht
een welkome aanvulling zouden kunnen
zijn op de slaap- of kalmeringsmiddelen
„Die middelen heffen elkaar niet op. Ze
werken op heel andere delen van de her
senen.”
op de bestudering van de mogelijkheden
en beperkingen van wat men het normaal
menselijk handelen zou kunnen noemen
en is daardoor zeer direkt in contakt met
maatschappelijke funkties in arbeid, on
derwijs, verkeer en dergelijke.” Dergelijk
onderzoek zou dus eerder kunnen leiden
tot aanpassing van de technologie dan
andersom. Professor Michon gaat er van
uit dat onze samenleving niet zonder een
stuk gecompliceerde techniek („en zeer
ontwikkelde technische onderbouw”) kan
functioneren. Er zijn mensen die daar an
ders over denken.
Terug naar het informatie-verwerkend
mechanisme, zoals een mens wel wordt
genoemd. Hij heeft bepaalde doelstellin
gen. Maar hoe die worden gerealiseerd,
welke mechanismen en strategieën daar
bij worden gebruikt, is nauwelijks bekend.
raar;
een
lens;
54.
eng-
Iduur
ilaat-
(vlak;
idige
/else
ister;
e 59
esbij;
al-
win-
Am-
ch begeleid. Daarvoor staat een team van
specialisten van de RU garant. Het xperi-
ment zelf wordt gedaan onder auspiciën
van de stichting Fundamenteel Genees
kundig onderzoek, die ook tekende voor de
verstrekking van de geneesmiddelen. Van
de pillen zijn de (actieve) bestanddelen
precies bekend.
i re
dden
Am-
blik-
van
ijs:
0,—
ialen
lazij-
ter
3.V..
te
van
ijnen
ZZ.
öooooo
ooooo
Psychofarmaca zijn zelfs nog te vergelij
ken met omstandigheden die zich in het
dagelijks leven voordoen: een lange saaie
weg brengt ongeveer het effekt van een
slaapmiddel teweeg, een stresssituatie (in
werk, in verkeer in het nauwgedreven
worden, een pistool op de borst) werkt als
een pepmiddel. Volkerts' onderzoek is on-
I:
tas.
nenk
van
ster-
Een ander voorbeeld: hoe slaagt iemand
er in een mammoettanker te besturen
waarbij zijn beslissing veel later wordt
gevolgd door „gedrag” van het enorme
schip? Of neem een operateur in een grote
centrale. Is het mogelijk om met behulp
van een ingewikkeld schakelpaneel pre
cies te overzien wat er op belangrijke
plaatsen in de centrale gebeurt? Of kan je
je daarvan geen enkele voorstelling ma
ken? Is zo iemand bij calamiteiten dan in
staat de juiste beslissingen te nemen? Ver
der kan deze wetenschap bij revalidatie
het ontwikkelen van hulpmiddelen voor
gehandicapten, het onderwijs (hoe moet
informatie worden overgebracht) een gro
te rol spelen. „De psychonoom moet in
staat geacht worden, daar waar taken ei
sen stellen, waaraan het menselijk orga
nisme hetzij mechanisch, hetzij als infor
matie-verwerkend systeem niet kan vol
doen, een analyse te doen en suggesties tot
verbetering aan te geven. Het lijkt van
eminent belang vooral hierop de aandacht
te richten omdat hierin de mogelijkheid
ligt besloten tot humanisering (vermense
lijking) van de technologie.
Zo beschreef professor Michon dat in
een onlangs verschenen handboek, waar
aan door een groot aantal deskundigen
werd meegewerkt Tot slot wordt daarin
een krachtig pleidooi gehouden voor het
stimuleren van een opleiding tot psycho
noom. Dat zou dan moeten door een nieu
we basisopleiding in de menswetenschap
pen in te voeren
Van daaraf kunnen mensen zich dan
specialiseren in psychonomie, humane bi
ologie, fysiologie of humane biofysica (me
dische fysica). Onderzoekers die zich later
specialiseren, zouden op deze wijze aan de
basis reeds met elkaar in contact komen,
waaruit later dan weer de zo noodzakelij
ke multi-disciplinaire aanpak voort kan
komen
Een doelstelling kan bijvoorbeeld zijn:
het typen van een brief, het spelen op een
piano. Hoe wordt de tekst naast de schrijf
machine, de noten op de partituur ver
werkt in de hersenen en waarom leidt dat
tot de juiste aanslag op toetsenbord of
klavier. We hebben immers geen letters of
noten in ons hoofd?
r IfW
derdeel van een groter geheel. Dat zou je
kunnen benoemen met de term: psychono
mie. Waarvan prof dr J. A. Michon in
Groningen een van de gangmakers is.
Mensen die zich met psychonomie bezig
houden wordt nogal eens verweten dat ze
zich onderwerpen aan de technologie,
Zo beschreef professor Michon dat in
een onlangs verschenen handboek, waar
aan door een groot aantal deskundigen
werd meegewerkt. Tot slot wordt klakke
loos accepteren wat daaruit voortkomt
Een soort psychotechnologie dus die de
mens ondergeschikt zou maken aan inge
wikkelde machines en electronische appa
ratuur Volgens professor Michon gaat dit
beeld niet op; De psychonomie richt zich
De deelnemers krijgen een slaap- of kal-
meringspil en moeten dan opdrachten uit
voeren die te vergelijken zijn met hande
lingen die mensen ook in gewone omstan
digheden moeten verrichten.
De proefpersonen kunnen dit doen in
het laboratorium waar van hen bijvoor
beeld wordt gevraagd een knop in te druk
ken bij het zien van een cirkel, een andere
als er een vierkantje verschijnt. Dat is een
betrekkelijk eenvoudig uitgangspunt,
maar de proef kan door allerlei toevoegin
gen (onderbroken en niet-onderbroken
balken, keuzes tussen groot en klein) en
variaties ingewikkelder worden gemaakt.
Voor deze proef is een iets andere vorm
gekozen. Hoeveel tijd verloopt er tussen
het aandienen van de informatie en de
beslissing? Het is misschien duidelijk dat
door de personen onder een bepaalde
tijdsdruk te zetten de mentale toestand,
naast het feit dat genoemde geneesmidde
len zijn gebruikt, nog eens extra wordt
gemanipuleerd. Die mentale toestand
(bloeddruk, hartslag) wordt tevens geregi
streerd.
Hoewel over verloop en resultaten van
dit onderzoek nog niets te zeggen is, acht
drs. Volkerts het niet uitgesloten dat kal
meringsmiddelen en slaappillen veel
zwaarder ingrijpen op het denken en doen
dan we nu veronderstellen. „Misschien
moeten we na afloop zeggen dat het beslist
niet verantwoord is om iemand nog in een
auto te zetten als hij enkele dagen of
weken achter elkaar deze middelen heeft
gebruikt. Maar de beslissing hierover ligt
niet bij ons. Dat is een zaak van de over
heid.
Het gaat nu steeds over verkeersge-
bruik. Een ander punt is nog de meerge
noemde werksituatie. Gebruik van slaap
middelen hoeft op zich niet te leiden tot
werkverzuim. Maar als ze cumulatief (er
blijft steeds meer achter in het bloed)
werken, kan iemand op de lange duur
bepaalde werkzaamheden blijven verrich
ten’ Of maakt die steeds groter wordende
stress (het werk lijkt onder die nog niet
uitgewerkte middelen steeds moeilijker te
worden) hem uiteindelijk ziek? Wordt in
die situatie niet naar de verkeerde oorza
ken gezocht? Vragen die bij de verwerking
van de gegevens aan de orde kunnen ko
men. Over het effect van die opeenhoping
is nog heel weinig bekend
X at
'iil
Vjooooo OOOO
oooaooa i OODODOOfl
Van die geneesmiddelen worden psycho
farmaca (kalmerende middelen, slaappil
len, pepmiddelen) steeds meer gebruikt.
Hoe grijpen zij in in het menselijke keu
ze- en beslissingssysteem? Dat er invloed
is, wordt reeds erkend. Nier voor niets
staat op elk doosje met deze pilletjes: „Dit
middel kan de rijvaardigheid beïnvloe
den.” Maar nog steeds is niet bekend, in
welke mate en eigenlijk zou je kunnen
zeggen dat daarmee ook nog niet vaststaat
of er bij gebruik van psychofarmaca enige
rijvaardigheid overblijft.
Mensen die slaapmiddelen gebruiken ni
velleren hun aandacht Ze moeten zichzelf
steeds oppeppen om de voor het besturen
van een auto belangrijke informatie niet
over het hoofd te zien.
Bekend is echter (het werd door dr.
Breimer in Nijmegen onderzocht) dat som
mige kalmerings- en slaapmiddelen (bar
bituraten) na 24 uur nog niet zijn uitge
werkt. Er blijft een restje in het bloed
achter en de volgende avond komt daar
weer iets bij. De stof die de aandacht
verslapt hoopt zich dus op. De volgende
morgen moet de gebruiker weer gewoon
deelnemen aan het verkeer, van hem
wordt ook verwacht, dat de dagelijkse
werkzaamheden gewoon doorgaan. Deel
nemen aan het verkeer betekent so wie so
al dat je je begeeft in een zeer complexe
situatie. Kan dat eigenlijk wel? Die vraag
geldt ook voor het dagelijks werk.
Op de afdeling Experimentele Psycholo
gie gaat medewerker drs. E. R. Volkerts nu
eens precies uitzoeken waartoe mensen na
gebruik van psychofarmaca nog in staat
zijn. Enige tijd geleden riep hij in een
advertentie mensen op aan dit onderzoek
deel te nemen. Ze worden uitgebreid ge
keurd en tijdens de proefnemingen medis-
[•■••I!'!!!!!!!!!!!!!!!!!
.’■'l
OOOOOO OO I
00 000 Q
i> c- ooooo
II" 11 'I
Proefpersonen gevraagd voor sen
PSYCHO-FARMACOLOGISCH
ONDERZOEK
Onderwerp invloed van barbituraten en amphi-
tamine op keuze- en beslissings
processen
Biologisch centrum-Haren, Kerk-
laan 30, Vleugel D, Instituut voor
Experimentele Psychologie (func
tieleer)
December 1975, januari en februari
1976; datum en tijd worden in over
leg vastgesteld.
VergoedingDit hangt af van het aantal uren dat
je deelneemt, ongeveer 35,-. Reis
kosten worden ook vergoed (heen
reis per bus, terugreis per taxi).
Telefonisch: maandag, donderdag
en vrijdagmiddag van 13.00 uur-
17.00 uur (11) 4964 of mondeling
bij Ed. Volkers (1 e verdieping, laat
ste kamer rechts)
De advertentie...
o O O O O OOPoo I OOOOP
I
■1