in onze
Wat zeggen we
slaap?
GEZINpORMATIE
Smakelijk en gezond" eerst bekijken
HULPKLEM BIJ
VERSTEKBAK
AN
IR
PLEISTEREN
tips voor vrije tijd
Drs HEYNICK ONDERZOEKT
NACHTELIJK TAALGEBRUIK
BEUGEL VOOR
TV-MAST
Deskundige over cactussen
Creatief
woordgebruik
in bed
Klinknagels
van kunststof
door Harm van den Berg
Gereedschapbord
Autocrick
ran
f f
w
J
ng
)n
VERSCHIL
VERGELIJKEN
i
Praten tijdens de slaap is een normaal verschijnsel. Vooral bij
kinderen en jonge volwassenen komt het vaak voor. Maar de vraag wat
er nu precies wordt gezegd, hoe de eigen of een vreemde taal wordt
gebruikt, is nog niet beantwoord.
Ook al staat nu min of meer vast dat een vijfde van alles wat ’s nachts
gezegd wordt, rechtstreeks samenhangt met een droom, de verschillen
tussen slapend praten en dromend praten zijn evenmin onderzocht.
i
9
Up?*
life
126
n.
GASTON GOURMET
l. - *1
Een verstekbak is natuurlijk niets bijzonders. Nootgedagt lEegracht 12, Ijlst)
heeft echter bij een nieuwe uitvoering van een verstekbak een verstelbare
bovenklem uitgedacht. Het is een stalen beugel, waarmee het te zagen hout op
ieder punt (tot een dikte van 35 mm) vastgezet kan worden in de bak. Het hout
verschuift nu niet meer. Men heeft een hand meer vrij gekregen. Dat is vooral
voor nog niet zo ver gevorderde doe-het-zelvers wel gemakkelijk. Er zijn drie
modellen van de verstekbak in de handel gekomen.
De sinds 1972 in ons land wonende Ame
rikaanse taalonderzoeker drs. Frank Hey
nick (29 jaar) wil daar dolgraag aan be
ginnen. Op publikatieborden in instituten
en afdelingen van de Rijksuniversiteit in
Groningen prikte hij een mededeling
waarin proefpersonen voor een eerste on
derzoek werden gevraagd. Dat verzoek
kwam eigenlijk bij toeval in de Nederland
se dagbladen. En nu kan Heynick terug
vallen op 155 mensen die zeggen dat ze in
hun slaap praten, zingen of fluiten. Al
thans dat is hen verteld door de echtge-
no(o)t(e), familie of ouders. Er is een echt
paar dat tijdens de slaap gesprekken met
elkaar voert. Waar ze hét met elkaar over
hebben, weten ze echter niet.
grootscheeps kan worden opgezet, is nog
de vraag. Besprekingen over subsidies zijn
aan de gang. Hoe gunstiger het vooronder
zoek verloopt, des te groter de kans pp
financiële steun. De eerste kosten neemt
hij dan maar voor zijn eigen rekening. De.
naar zijn mening, meest interssante aan
meldingen zullen gedurende een bepaalde
tijd een recorder met automatische gevoe
lige microfoon ter beschikking krijgen om
dat interessante nachtelijk gebabbel vast
te leggen.
Voor bevestiging van de TV-mast aan
de schoorsteen worden normaliter ijze
ren banden gebruikt. Rawlplug (Oude
Delft 117, Delft) heeft een Engels pro
duct op de markt gebracht om de zaak
te vereenvoudigen: de Rawlplug SSB 1
(zg. zelf klemmende hoekhaak). Vol
gens de fabrikant is de TV-beugel in
minder dan twee minuten aan te bren
gen. Men hakt enkele steenvoegen wat
uit en doet daar de uiteiideklemmen in.
Dan draait men de klemmen aan, zodat
de beugel zichzelf vastzet. Voordelen:
snel aanbrengen van de mast, minder
ontsiering aan de schoorsteen en alles
is zo klaar om te monteren. Men moet
natuurlijk wel opletten, dat de schoor
steen van goede kwaliteit is, anders
wrikt de beugel de stenen los.
Er is een nieuwe tang om kunststof
blindklinknagels in materiaal te slaan,
zoals metaal, hout, fiber, plexiglas en
kunststoffen. De Gesipa-tang (uitge
bracht door handelsonderneming An-
kor BV, Piet Heinstraat 72, Den Haag)
kan gebruikt>worden voor een klink-
dikte van 0.5 tot 9 mm - er zijn verschil
lende typen. De boormaat is 4.1 en 5.1
mm met een zg. afschuifsterkte van 18
en 30 kg. De voordelen van een verbin
ding met kunststof klinknagels zijn o.a.
dat men geen last heeft van roestvor-
ming; dat de verbinding waterdicht is.
Te gebruiken voor bijv, reparatie van
speelgoed, kantoormachines, verpak
kingsmiddelen enz.
Daarin dan vindt men alles wat maar
interessant is rond de cactus-cultuur, of
dat nu gaat om zeldzame soorten dan
wel om de huis-tuin-en keuken-plant.
Cullmann zegt dat hij geen enkel kwe-
kershandigheidje of kwekersgeheim
kamergeleerde is, maar over deze uitge
breide .plantensoort met zijn, vele varië
teiten „gewoon” kan praten en schrij
ven. Van zijn hand is een boek versche
nen met de simpele naam „Cactussen”.
■”vo5r zich heeft gehouden. Het staat
helemaal in het teken van de liefhebbe-
Voor wie er belangstelling voor heeft:
er is een verrijdbare crick van de Ja
panse fabriek Yasui Sangyo verkrijg
baar (ook weer bij Harrems), die een
capaciteit heeft van 1.25 ton. De stang is
tweedelig en het gewicht 16,5 kg. De
crick is bedoeld voor de doe-het-zelver
op auto-gebied.
..Smakelijk en Gezond” {Handboek
voor de moderne vrouw) heet het bij de
uitgeverij Helmond verschenen werk,
dat er met 927 bladzijden op ouderwets
degelijk papier, best mag zijn. Het is
een vertaald boek Uit hef Duitii, waar
aan drie Nederlandse kook-en voedsel
deskundigen hard hebben gewerkt bij
vertaling en bewerking.
Bij elk gerecht bijvöbfbeeld staat
precies vermeld hoeveel calorieën men
per persoon binnenkrijgt, jndien men
de receptuur precies volgt.
Er zijn heel wat soorten borden om
gereedschap overzichtelijk te rang
schikken. En men weet het: veel erger
nis voorkomt men door het gereed
schap steeds op dezelfde plaats te kun
nen vinden. Bovendien heeft men con
trole op zijn verzameling materiaal: als
men een „open plek” op het bord ziet is
er iets mis (vooral zoons en dochters
hebben nogal eens de neiging een tang
of sleutel te pakken en die niet weer
terug te brengen). Een handig ophang-
bord brengt W.F. Harrems (Weesper-
straat 86, Diemen), het zg. MK-Treston
hobby wandbord, metaal, voorzien van
gaten waarin de ophanghaken beves
tigd kunnen worden. Aan de onderzijde
.is een legplank aangebracht.
„Als we echter in het vooronderzoek
honderd zinnen krijgen en daaruit kunnen
afleiden dat het taalgebruik tijdens de
slaap niet afwijkt van het dagelijks ge
bruik. kunnen we stoppen”. Hij gaat er
echter, mede op basis van de schaarse
literatuur die hierover bestaat, vanuit dat
het taalgebruik wèl verschilt.
Uit de psychiatrie is hier het een en
ander over vastgelegd. De Engelse psychi
ater Oswald beschrijft in zijn boek
..Sleep.’” de periode waarin iemand in
slaap valt. Hij stelt vast dat in die minuten
vaak zinnen worden gevormd, woorden
gebruikt, die in de wakkere uren iemand
vreemd in de oren klinken.
Vaak komt het overeen met woordspel
letjes. Frank Heynick heeft het zelf ook
gecontroleerd en kwam tot dezelfde waar
neming.
Wat betekent dit nu? Valt in die „waak-
droom-toestand” de zelfcensuur weg, wor
den grammaticale regels plotseling be
langrijk? Of gaat de mens over op een veel
creatiever gebruik van de taal? Die woord
spelletjes kunnen we zelf, als we er attent
op zijn, nog wel registreren. Maar als we
die eerste minuten in diepe slaap vallen,
weten we niet meer wat we zeggen. Vast
staat al dat ongeveer 80 percent van alle
..nachtelijke” zinnen, gesprekken, niet di
rect met dromen te maken hebben. Ze
worden waargenomen in de perioden tus
sen de dromen.
..De woorden en zinnen die dan gespro
ken worden zijn te beschouwen als mede
delingen die met de directe omgeving te
maken hebben. Bijvoorbeeld: „Het is koud
hier. Maar tijdens de droomperiode ko
men emoties aan bod. Het taalgebruik lijkt
meer afkomstig uit de fantasiewereld”
Mensen die in zo’n periode worden ge
wekt, wisten meestal duidelijk te vertellen
wat ze gezien hadden. In die tussen liggen
de perioden antwoordden ze vaak: Ik
dacht aan Maar ook komt voor dat ze
zich niet bewust zijn iets te hebben
gedacht.
Drs. Heynick, die dit onderzoek graag
zou gebruiken als basis voor een proef
schrift, verwacht niet al te forse grammati
cale fouten. Bijvoorbeeld zinnen als: ..De
stoel ik zit in". Wel komt vaak voor dat
iemand zegt. „Hij loop”. In de vooronder-
Als nu uit 2000 zinnen blijkt dat zijn
veronderstelling juist is. Wat dan nog?
In de eerste plaats is er natuurlijk de
zuiver wetenschappelijke belangstelling
voor dit onderwerp. Het is nog nooit on
derzocht. Maar als dat de uitkomst is,
kunnen we slapend praten en dromend
praten met elkaar vergelijken. We kunnen
vastleggen wanneer iemand op dialect
overgaat, een vreemde taal gebruikt, maar
ook het taalgebruik van andere volkeren
hiermee vergelijken". Dit onderzoek zou
dus exploratie! kunnen worden genoemd.
Als Amerikaan, die na drie jaar redelijk,
doch niet perfect onze taal spreekt, is
Frank Heynick wel van plan om een Ne»
derlandse wetenschapper in dit onderzoek
te betrekken.
Op het gebied van pleister^ is er re
gelmatige aanvoer van nieuwe produc
ten. Zo heeft Vervetal (of Histor, dat is
één pot Verfnat) een rol- of reliëfplesi-
ter op de markt gebracht. Als men per
vierkante meter 3’/z kg gebruikt (het
kan ook met minder, naargelang men
wil hebben aan dikte van de smeerlaag)
kan de pleister met een gewone struc-
tuurroller worden aangebracht. Het is
stevig materiaal, dat niet van dé muur
afdruipt als men er mee bezig is. Het is
ook vrij snel hard en droog. Een voor
deel van zo’n reliëfpleister is natuurlijk,
dat men er barsten, voegen en niet al te
grote gaten mee kan dichten en onzicht-
baar maken. Wat grotere gaten moeten
eerst gedicht worden met vulmiddel.
Aan de ondergrond moet, zoals steeds,
alle aandacht worden besteeed. Deze
reliëfpleister kan in principe aange
bracht worden op pleisterwerk, schuur-
werk, beton, gipsplaten, hout, spaan
plaat, watervast hardboard enz. Lak
verf. js niet geschikt gis ondergrond.
Behang en resten behanglijm moeten
worden verwijderd. De sierpleister
wordt geleverd in verpakkingen van 8
of 15 kg.
En toch schieten dergelijke boeken
vol recepten, gepresenteerd onder de
afdeling ..moderne voeding” snel hun
doel voorbij. Ik zie mij nog niet zo
gauw een „boerenontbijt" op tafel zet
ten (voor 4 personen)bestaande uit: 750
gr aardappelen. 1 ui, 1 teentje knof
look, 200 gr gekookte ham. 1 eetl. boter.
3 eieren, 2 theel melk. zout, peper 1
Bij dezelfde fa. Har
rems heeft men een nieu
we „lijn” schroevedraai-
ers van het merk Hazet.
De heften zijn afgerond
driehoekig van zwart.
transpiratie-
absorberende kunststof.
De stiften zijn van een
verbeterde staallegering,
die een langere levens-
:duur veroorzaken. De
punten van de stiften zijn
extra gehard. De vorm
geving is in Duitsland in
de prijzen („Gute Form
1975) gevallen.
Frank Heynick is wetenschappe
lijk medewerker aan de Rijksuni
versiteit in Groningen. Hij studeer
de aan de Columbia University (VS)
af in de toegepaste taalkunde. In
1972 kwam hij naar Nederland. Na
een jaar les geven aan een middel
bare school in Almelo, vertrok hij
naar Nijmegen. Hield zich daar be
zig met „Automaten-” of „compu
tertaal" om zo de menselijke ver
mogens op het gebied van de taal
beter te leren kennen. Tussendoor
studeerde hij daar nog voor het
kandidaatsexamen Engels. Maar
dat kostte hem niet zoveel moeite.
Sinds januari werkt hij in Gro
ningen. Het onderzoek naar slapend
en dromend praten werd in 1966
door de Amerikaanse psychiater
Arkin reeds aanbevolen. Op eigen
initiatief heeft Heynick er nu een
begin mee gemaakt. Wie zich er
alsnog voor wil opgeven kan zich
schriftelijk aanmelden bij de Fa
culteit der Letteren, Gr. Kruis
straat 2 in Groningen (t.a.v. drs. F.
Heynick). Ook eigen ervaringen bij
het in slaap vallen (bijvoorbeeld de
genoemde „woordspelletjes”) zijn
daar welkom.
Frank Heynick is bijzonder nieuwsgie
rig of deze mededeling op waarheid be
rust. „Als het klopt, krijgen deze mensen
direct een bandrecorder om die gesprek
ken op te nemen”, zegt hij. Het onderzoek
zal worden gedaan met een cassetterecor
der waarvan de microfoon inschakelt als
er gepraat wordt. Een microfoon die te
vens snurkgeluiden onderdrukt en het
praten duidelijk registreert.
Van de groep die zich nu heeft aange
meld komt het grootste deel uit de provin
cie Zuid-Holland, Noord-Holland. Brabant
en Groningen. Uit de provincie Drenthe
kwam geen reactie en uit Friesland welge
teld één, uit Vlieland. Ook uit België kwam
een reactie. Opvallend is nog dat meer
vrouwen dan mannen zich aanmeldden (50
percent méér) en slechts drie mensen op
gaven tijdens hun slaap een dialect te
spreken. Tijdens het onderzoek zullen dat
er meer blijken te zijn.
Behalve mensen die in hun slaap fluiten,
zingen of lachen, waren er enkelen die heel
snel praten, studeerden of rijtjes op-
zegden. Zes mensen deelden mee dat ze
gesprekken voerden, vragen beantwoord
den. Frank Heynick wil het dolgraag alle
maal op de band hebben. Of het onderzoek
Het geeft verder veel nuttige informa
tie in allerlei soorten tabellen en ten
slotte heeft men een speciale caloriëen-
schijf laten ontwerpen (zit ook in het
boek), die bij gebruik in de keuken van
veel nut kan zijn. Het idee was niet
nieuw, maar de duidelijke uitvoering,
de schijf is aan twee zijden afleesbaar,
verdient een bijzonder compliment.
Voor wat mij betreft had uitgeverij
Helmond de schijven (zonder het boek)
in de handel kunnen brengen. Dat zou
het geheel ook aanzienlijk goedkoper
hebben gemaakt.
Voor wie nog geen kookboek op de
keukenplank heeft staan, of voor wie
zijn verzameling eens wil aanvullen en
niet op een paar gulaens behoeft te
kijken kan het best een interessant
boek zijn. Bladert u het eens rustig
door bij de boekhandel en neem dan
een besluit
stelling gaat hij et' echter van uit dat de
grote verschillen tussen wakend en sla
pend praten vooral liggen op het vlak van
de semantiek, de betekenis der woorden.
Bekend is dat de grote Engelse schrijver
Charles Dickens ’s morgens zijn kop vol
droomzinnen had, die vervolgens werden
gebruikt voor zijn verhalen. Een Ameri
kaan kwam in zijn slaap tot boeiende
literaire passages. Ze werden door vrien
den vastgelegd en uitgewerkt tot een boek.
Overdag zou hij het niet hebben kunnen
schrijven. Het heet: „The Dreamworld of
Dion McGregor”.
Technisch klopt een zin als: „De stok
schreeuwde”. Maar uitgaande van de re
gels semantieke taalkunde wordt het
woord stok (of het woord schreeuwde) hier
verkeerd gebruikt. Dit beeld komt echter
veel voor, (al zal niet iedereen over een
schreeuwende stok dromen). „Zoiets is na
tuurlijk cultuurgebonden. Bij ons leeft een
stok niet. Er zijn echter volken die geloven,
dat bomen en stenen kunnen spreken.
Daar zal epn dergelijk taalgebruik geen
opzien baren", zegt Frank Heynick.
Zelf gebrpikt hij het voorbeeld van het
Engelse woord „weapons trade” (wapen
handel). In een droomtoestand vervormt
hij dit zelfstandig naamwoord tot een
werkwoord, waardoor je het kunt gebrui
ken in een zin als „hij besloot te wapenhan-
delen met de F-16”. Zo worden vaker con
crete zaken waar een omschrijving voor
zou moeten worden gebruikt, met één
woord benoemd. In feite veel gemakkelij
ker, misschien ook duidelijker.
Is dat een vorm van luiheid, hebben we
hier te maken met het meergenoemde weg
vallen van de zelfcensuur of veroorlooft de
mens zich in de slaap dichterlijke vrij
heden?
Een vorm van poëzie, hoger creatief taal
gebruik? De dichter immers kan de wind
óók laten schreien. Wij, gewone stervelin
gen, beperken ons tot het „huilen door de
bomen”.
Opleiding, milieu, woordenschat, het
zijn volgens Heynick voor zijn onderzoek
tamelijk onbelangrijke factoren. In zijn
theorie komt ieder slapend mens in aan
merking voor poëtisch taalgebruik.
En zoals de zaken nu staan, beschouwt
hij dit praten eerder als een toenemen van
creatief vermogen dan als een verlaging.
Dr. Willy Cullmann is een erkend
deskundige op het gebied van cactus-
sen. Het prettige bij hem is dat hij geen rij’voor de cactua-kweek. Men begrijpt,
dat men volop adviezen krijgt over de
soort van aarde, welke het best geschikt
is, het soort potten, dat men moet ge
bruiken, de bemesting, het verpotten,
vermeerdering, ziekten en noem maar
op. Een deel van het boek is gewijd aan
de alfabetische indexering van cactus
sen. Van allerlei variëteiten worden uit
gebreide gegevens verstrekt. Het boek
staat vol met kleuren- danwel zwartwit-
illustraties. Uitgeverij Thieme-
Zutphen. De prijs 45,-.
theel. peterselie, 1 theel. bloem en-bies
look.
De dag tevoren in de schil gekookte
aardappelen worden 's morgens gepeld
en in schijfjes gesneden. De fijngehak
te ui en het uitgeperste teentje knof
look worden in de boter gefruit en
daaraan worden, de in blokjes gesneden
ham, de kruiden en de aardappelschijf-
jes toegevoegd. Eieren worden met
melk én bloem losgeroerd, over de aard-
appelmassa gegoten. Na het stollen
wordt het geheel met peterselie en bies
look bestrooid en meteen opgediend.
Hierbij kropsla of andijviesla geven,
raden de schrijfsters aan.
Het zal wel maar ondanks de
„slechts” 390 calorieën per persoon,
lijkt het me voor een Hollands ontbijt
(moderne voeding, weet-u-wel) een té
machtige hap.
Er staan veel diëten in het boek,
gemakkelijk bij allerlei soorten aan
doeningen ook om te vermageren