VISCONTI: ARISTOCRATISCH COMMUiNiSl
i
FILMS
K
ift
He
■I
F
kWI
TRUFFAUT VERFILMDE LIEFDESVERHAAL MET HEFTIG SENTIMENT
Oude films
Voetstappen in de nacht
Russian Roulette
Tekenfilm
1
Films voor de jeugd
N achtvoorstellingen
Prolongaties
''0:' M
N achtvoorstellingen
Monty Python
en de H. Graal
Franse films
Lucky Lady
■fc" z/
r-
■I
4
„L’HISTOIRE D’ADÈLE H.” is een film voor fijn
proevers. Dat klinkt wat élitair, maar het is zonder
neer duidelijk dat een groot publiek, opgevoed met
jemakkelijk liggend en licht verteerbaar bioscoop-
imusement ontoegankelijk is voor dit romantische lief
desdrama over een dochter van de grote Franse roman
schrijver Victor Hugo die aan haar liefde ten gronde
gaat.
in Amsterdam
■J
19
w
w
9:
Een heks wordt naar de brandstapel gebracht in Monty Python en de Heilige Graal.
DE
CHARLES BOOST
Victor Hugo’s dochter maakte
het romantisch ideaal waar
Het Is een speling van het lot geweest dat deze Adèle in de
meest letterlijke zin de romantische idealen van haar tijd,
door haar vader al in een manifest uit 1823 vastgelegd, op-
volgde in haar privéleven en door een onbeantwoorde liefde
ii de volstrekte waanzin gedreven werd, zodoende dit leven
lot de meest romantische roman van die jaren makend.
DOOR HET UITVALLEN van Studio
Isabelle Adjani
als Adèle H.
Als Adèle geen antwoord krijgt op
laar gepassioneerde brieven die zij naar
laar geliefde stuurt, besluit zij het ou-
Een „amour fou”, zoals alleen de ro
mantici van de 19de eeuw konden be
schrijven, maar die Adèle H. zelf door
maakte. Als kind van haar tijd of als
slachtoffer van een dominerende vader
en een lichtzinnige Engelse luitenant?
derlijk huis te ontvluchten en naar Ha
lifax te gaan in de vaste overtuiging dat
haar brieven hem niet bereikt hebben of
dat misschien de zijne verloren zijn
gegaan op de grote afstand tussen Cana
da en Guernsey.
Adèle is voor haar leeftijd een onder
nemende jonge vrouw. Ze reist naar
Halifax, weet zonder papieren door de
strenge douanecontrole te sluipen. Zij
vindt onderdak bij een mrs. Saunders
die niets begrijpt van dat eenzame meis
je zo ver van haar ouderlijk huis. Ze
weet dat zij voor hem verleden tijd is
en andere plannen heeft. Adèle accep
teert zijn duidelijk afwijzende houding
niet en probeert van alles om de enige
man van wie zij houdt terug te winnen.
DE FILM EINDIGT met enkele oude
prenten en foto’s die de geschiedenis
afronden. De dood van Victor Hugo in
1885, en zijn vorstelijke begrafenis
waaraan 2 miljoen Parijzenaars deelna
men, het kerkhof waar de Hugo’s, einde
lijk weer verenigd bij elkaar liggen. Een
flashback meldt een vroegere trotse uit
lating van Adèle, dat zij de enige is
geweest wier liefde voor een man zo
groot was dat zij er oceanen voor over
stak om in zijn nabijheid te kunnen
zijn.
IN FRANS HALS „De Duivel kent
geen genade” met het komische western
duo Terence Hill en Bud Spencer, Lido
komt in de nachtvoorstellingen van vrij
dag en zaterdag met „Het Mysterie van
de 7 Gouden Vampiers” en Luxor houdt
„Straw Dogs” aan van Sam Peckinpah
en met Dustin Hoffman in de hoofdrol.
Ook Roxy prolongeert zijn nachtelijk
programma met „Le Souffle au Coeur”,
terwijl Palace komt met de spaghetti
western „Hallelua”. Wegens verbouwing
is Studio gesloten en geeft deze week
dus noch dag- noch nachtvoorstellingen.
zijn er ook geen kindervoorstellingen en
met de jeugd zich tevreden stellen met
de matinees in Rembrandt, waar op
zaterdag, woensdag en zondag Laurel en
Hardy voor veel plezier zorgen in
„Brokken Piloten". Palace toont „Toni
en de groene draak”.
Drie jaar eerder, in '66 werd „The Cha
se” gemaakt die naast Marlon Brando de
jonge Robert Redford introduceerde. Hij
draait nu met groot succes in Desmet. In
Kriterion is „Le Bonheur” van Agnes
Varda terug, een verdiende reprise van
de inmiddels ook weer tien jaar oude
film. Ook Kubricks’ „Clockwork Oran
ge” is terug, in Nöggerath, de minst
oude in deze reprisemarathon, nl. van
'73. Zodat Victoria bijna de kroon spant
met Cecil B. de Mille’s „De Tien Gebo
den” uit ’56.
overgeplaat'st wordt,nu naar Barbados in
de Caraïbische zee, volgt ze hem als een
trieste bedelares, zonder geld, in lompen
gekleed en in een depressieve toestand
die de waanzin nabij komt. Tenslotte
wordt ze door een mulattin, madame
Baa naar Frankrijk teruggebracht, waar
haar vader inmiddels weer in ere her
steld is en haar onderbrengt in een
kliniek. Daar brengt zij rustig, maar
ontoegankelijk nog veertig jaar door
met tuinieren, pianospelen en het bij-
houden van haar dagboek, dat zij altijd
in losse bladen met zich heeft meege
sleept.
OVERGEBLEVEN UIT de bioscoop-
igenda van de vorige week is natuurlijk
Emmanuelle 2” die voor de derde week
|n de gedaante van Sylvia Kristel blijft
penken dat u haar maar half kent. En
perder heeft ook „Mensen blijven Bees
ten” in Lido de slechte kritieken over
leefd, waarin de film onsmakelijkheid
en een ongemotiveerd vertoon van
wreedheid verweten werd. Tevergeefs,
:oals blijkt.
De nodige bloeddorstigheid maar min-
ler suggestief gebracht, vindt men ook
1 „De duivelse Karate-Bende” die Rem-
irandt Theater op het programma heeft
lenomen.
In Roxy handhaaft zich „Once upon a
time in the West”, de nu wel bijna
tlassieke western met de sterbezetting
lenry Fonda, Charles Bronson, Jason
iobards en Claudia Cardinale. En in
Palace is de zes jaar oude film Over de
leldendaden van de meest omstreden
[eneraal uit de Tweede Wereldoorlog,
Patton” nog steeds te zien. Er zitten
inkele goede rollen in, o.a. van George
C. Scott als generaal Patton en van Karl
Om dit fictieve doel te bereiken is
haar geen vernedering te groot, geen
middel te min. Ze achtervolgt hem,
schrijft aan haar ouders, dat ze getrouwd
is met luitenant Pinson, zodat deze
een huwelijksadvertentie plaatsen in de
plaatselijke gazette. Ze biedt hem geld
aan omdat hij altijd in schulden zit. Ze
tracht hem, als hij zich verlooft, zwart
te maken bij zijn a.s. schoonfamilie en
stuurt tenslotte een hoertje op hem af
om hem moreel ten val te brengen.
Adèle vervreemdt zich van haar wel
willende omgeving en schrijft in een
zelf verkozen isolement als een waan
zinnige een dagboek dat onleesbaar is
doordat zij in een eigen bedachte code
schrijft. Als luitenant Pinson opnieuw
Burt Lancaster (l.) en Alain Delon in „De tijgerkat”, een van de best herinnerde
films van Visconti.
costuumfilm, spelend op Sicilië op het
ogenblik dat Garibaldi met zijn rood-
hemden in naam van koning Victor
Emanuel het eiland in bezit neemt, maar
met voldoende besef van de geprivile-
geerde positie van de adel, in de persoon
van Don Fabrizio, gespeeld door Burt
Lancaster die Visconti ook voor zijn
laatste film zou vragen.
DE AMSTERDAMSE bioscoopagenda
vertoont deze week ongeveer 10 aankon
digingen van oude tot zeer oude films,
als was er niets nieuws meer onder de
schijnwerpers van Europa, Amerika, Ja
pan of de derde wereld tot stand geko
men.
Met zijn „Duitse trilogie”, „The Dam
ned” (ondergang van een familie-dynastie
Krupp?), „Ludwig II” en „Dood in
Venetië” (naar Thomas Mann, die ver
dekt de laatste levensmaanden van
Mahler vertelt) toont Visconti ons nieu
we kanten aan zijn rijk talent dat
vooral schittert in „Dood in Venetië”
TRUFFAUT HEEFT DIT bijna on
waarschijnlijke proces met overtuiging
en heftig sentiment (zonder in sentimen
taliteit te vervallen) in beeld gebracht.
het Russische staatshoofd Kosygin te
vermoorden tijdens een bezoek aan Van
couver. Een interessant gegeven dat door
Lombardo nogal conventioneel maar
toch spannend in beeld is gebracht.
George Segal speelt de gehuurde moor
denaar die, zoals ieder nu wel weet, niet
in zijn opdracht slaagt.
„THE GREAT WALDO PEPPER” met
Robert Redford als stuntvlieger in de
beginjaren van de luchtvaart, een film
die het niet gedaan heeft in de biosco
pen en beter verdiend had, is nu
’s nachts in Calypso te zien.
Ken Russel’s „Women in Love” met
Glenda Jackson en Alan Bates beleeft
zijn 18de week in Alhambra 2, Fellini’s
„Amarcord” zijn derde week in het
Leidseplein Theater.
Andere opvallende films uit het dag
programma als Varda’s „Le Bonheur”
(Kriterion), „The fantastic Planet” (Ci
ty 2 en Resnais’ „Stavsiky ’’(The Movies)
zijn ook in de nachtvoorstellingen van
de betrokken theaters te vinden. Specia
le aandacht voor „Der schwarze Engel”
van Werner Schröter die maar een
week, dus vrijdag, zaterdag en zondag
nacht in de Mini-Movies draait.
Tegen goede reprises valt niets in te
brengen. Maar als er teveel in eenzelfde
week vallen, vraagt men zich wel af
waar dan al die nieuwe films blijven
waarover we horen praten zonder ze
ooit te zien te krijgen. Ditmaal dus maar
5 premières.
FRANCOIS TRUFFAUT, de meest eru
diete en fijngevoelige regisseur van de
.Nouvelle Vague”-beweging, is die lief
desgeschiedenis nagegaan. Met behulp
tan een nagelaten dagboek van Adèle
heeft hij een scenario geschreven, waar
van hij een onberispelijke en aangrij-
pende film heeft gemaakt die tot het
mooiste behoort wat we de laatste tijd
ip het doek hebben gezien.
Van 1852 tot 1870 heeft Victor Hugo
ie een vurig propagandist was van de
links-extremistische politieke beweging
en daarvoor door Napoleon III uit het
tod gezet werd, in ballingschap geleefd
net zijn familie, achtereenvolgens in
irussel en de Kanaal-eilanden Jersey en
jtiemsey. Op dit laatste eiland hield hij
rijn beroemde literaire „scéances” en
onder zijn gehoor bevond zich dan vaak
le jonge knappe Engelse luitenant Al
lert Pinson. Adèle, de jongste dochter
ran Victor Hugo wordt verliefd op Al-
lert die aanvankelijk ingaat op haar
ivances, maar haar vergeet als zijn
egiment om politieke redenen (de Bur-
leroorlog is inmiddels uitgebroken in de
IS.) naar Halifax in Canada wordt
rergeplaatst.
DE „MONTY PYTHON Show” ken
nen we van de televisie. Een serie ab
surde grappen, opgeluisterd met bewe
ging in foto’s en getekende intermezzi
die doen denken aan wat de graficus
Drupsteen wel eens in dwaze VPRO-
programma’s uithaalt.
Het is een soort moedwillig breken
met de tv-conventies en als zodanig
werkt het verfrissend. Overgebracht op
een film van anderhalf en meer uur, ligt
het effect anders. Men kan dat constate
ren in Roxy waar .Monty Python en de
heilige Graal” draait, een wat lang ge
rekte tv-show maar dan bijeengehouden
door een verhaal, een parodie op Koning
Arthur en zijn Ridders van de Ronde
Tafel die uittrekken op zoek naar de
Graal. Er valt hier en daar best te
lachen om de door Terry Gilliam en
Terry Jones geregiseerde onzin, maar
het parodistisch element ligt soms wat
makkelijk en de grappen zijn soms wat
erg dik opgelegd. De grappen beginnen
al in de „credit”-lijst en dan blijft het
doorgaan tot uit iedere scène alle
woordspelingen en beeldgrapjes gehaald
zijn die er bij mogelijkheid maar inzit
ten. Zodat je er moe van wordt en dat
niet eens van het lachen.
met verdekte kritiek op het fascistisch
regiem. Het verbod dat de film oor
spronkelijk treft, wordt door Mussolini
persoonlijk ongedaan gemaakt. „Osses-
sione”, zoals de film gaat heten, kan
beschouwd worden als de grondlegging
van het neo-realisme, een stroming in de
Italiaanse film die na de oorlog door
Rossellini en De Sica verder verdiept
zou worden.
Visconti zelf zet de door hem op gang
gezette beweging nog even na 1945 voort
in „La Terra trema” dat de onhoudbare
armoede op Sicilië, speciaal onder de
vissers in bijna documentair-realistische
stijl in beeld brengt (1948), maar enge
teleurstellingen door geweigerde projec
ten brengen hem van het filmpad af en
voeren hem naar het theater.
VISCONTI was een veelzijdig kunste
naar; zijn geestelijke bagage was om
vangrijk genoeg om zich in verschillende
media te kunnen manifesteren. Naast de
film ging een groot deel van zijn verba
zingwekkende creativiteit uit naar toneel
en opera. Het is niet toevallig dat twee
van zijn assistenten bij „La Terra tre
ma” Francesco Rosi en Franco Zeffirelli
zijn, toen beiden 26 jaar oud. Rosi heeft
zich ontwikkeld tot een sociaal-kritische
filmer („Salvatore Giuliano”, „Handen
op een Stad”), terwijl Zeffirelli de kant
uitging van het verfilmde theater door
in het bijzonder Shakespeare te gaan
verfilmen.
Na vijf jaar het Italiaanse theaterpu
bliek bekend te hebben gemaakt met het
werk van Cocteau, Sartre, Anouilh, Wil
liams, Williams, Arthur Miller, keerde
Visconti terug in de filmstudio’s en
maakte er „Senso” en „Le notti bianche”
(naar Dostojewski), beide sterk aanleu
nend tegen het theater om vervolgens
met „Rocco en zijn Broers” (1960) het
sociaal engagement weer op te vatten.
In „II Gattopardo” (De Tijgerkat”)
combineert hij beide genres, pen dure
met de aangrijpende rol van Dirk Bo
garde.
IN DIT KORT EN niet eens volledig
overzicht van zijn filmactiviteiten, moet
voorbijgegaan worden aan Visconti’s be
moeienissen met toneel en opera. Wie
zijn filmwerk gevolgd heeft zal hoog
stens een zwak idee hebben gekregen
hoe dat deel van zijn artistieke activitei
ten er uit moet hebben gezien. In ieder
geval verzorgd tot in het kleinste detail
en van een verfijnde smaak die iets van
zijn afkomst verried. Bij elkaar geno
men is Visconti’s dood dus niet alleen
een verlies voor de film, maar voor het
culturele leven van Italië in zijn geheel.
Zijn werkwijze is direct, zonder af lei
dende neven-intriges, geconcentreerd op
de jonge vrouw in haar aftakelingspro
ces. Isabelle Adjani speelt ontroerend en
beklemmend deze Adèle-rol, een hart
stochtelijke jonge vrouw, mooi in haar
grote liefde, maar na de eerste teleur
stellingen zich langzaam afsluitend van
de buitenwereld tot de waanzin haar
helemaal isoleert. Al zal deze L’Histoire
misschien minder belangstelling krijgen
dan die andere L’Historie. „L’Historie
d’O”, liefhebbers v an Truffaut en van
een zeer persoonlijke film mogen zich
door niets laten weerhouden om „L’His
toire d’Adèle H.” te gaan zien en op
nieuw te gaan zien.
VERMELDEN WE NOG even dat
„Stavisky” van Alain Resnais in The
Movies is gebleven en dat de op deze
pagina wat uitvoeriger besproken film
van Truffaut, „L’Historie d’Adèle H.” in
Alhambra I te zien is, dan is het over
zicht van de Amsterdamse filmagenda
wel ongeveer compleet op de nachtvoor
stellingen na.
„VOETSTAPPEN IN DE NACHT”
(„Macon County Line”) in Cineac Dam
rak I begint luchthartig met enige jon
gelui die enige dagen voor ze in dienst
moeten de bloemetjes nog even buiten
zetten maar dan verdacht worden van
een verkrachting en moord die in de
buurt waar ze door hun luidruchtigheid
de aandacht hebben getrokken, begaan
zijn. En de betrokken echtgenoot gaat
zelf gewapend en wel het vonnis aan de
schuldigen voltrekken. De vrolijkheid
slaat om in angst en achtervolging en
enige onschuldige doden. Dat alles ge
beurt in Macon County en het is alle
maal zo Amerikaans als bij. „The Cha
se”.
Malden als een andere bekende Ameri
kaanse generaal uit die tijd, Omar N.
Bradley. Het scenario was van Francis
Ford Coppolo die later vermaard zou
worden als regisseur van o.a. „De Peet
vader”, deel 1 en 2, de regie was in
handen van Franklin J. Schaffner die er
een groots en boeiend kijkspel van
maakte.
OVER DE SCIENCE-FICTION-
TEKENFILM „The Fantastic Planet”,
waarvoor niemand minder dan Roland
Topor de tekeningen maakte, valt helaas
niets te melden. De importeur vond de
film die in City 2 is ondergebracht,
waarschijnlijk niet belangrijk genoeg
om er van te voren een persvoorstelling
aan te wagen. Volgende week hopen we
on deze merkwaardige produktie die in
Cannes een „Prix Special” verwierf te
rug te komen.
Twee oude Shirley MacLaine-films
draaien resp. in Calypso Club (onder
Calypso) en Du midi: „What a Way to
go” uit ’64 en „Irma la Douce” uit ’53,
Cineac Damrak brengt een belegen
Hitchcock, „Spellbound” met Ingrid
Bergman en Gregory Peck. Bouwjaar
1945. Cineac Reg. Breestraat haalt een
stoffige Clint Eastwood voor de dag in
„Hang ’em High”. „De Nieuwe James
Bond” suggereert een advertentie voor
„On her Majesty’s Secret Service” maar
dat gold in ’69 toen de film met George
Lazenby, Diana Rigg en Telly Savalas
uitgebracht werd. Ook uit dat jaar stamt
„Once upon a Time in the West” die
Cinétol voor de 23ste week prolongeert.
adellijke geslachten van Milan. Milaan,
zijnjeugdt oont hij zich onevenwichtig,
hypergevoelig en door angsten gekweld.
Na zijn militaire dienst wijdt hij zich
vijf jaren aan de veredeling van het
paarderas en vertrekt daarna onver
wacht naar Parijs.
Deze vlucht uit zijn wat decadente
naaste omgeving en uit het muffe gees
telijke klimaat van het Italië onder
Mussolini kan niet anders dan zijn red
ding zijn geworden. Parijs rond 1936
moet een verademing voor hem geweest
zijn en zijn contacten met de internatio
nale intelligentia die daar samenkwam,
moet zijn verdere leven diepgaand be
paald hebben. Ook politiek, want de
juist uitgebroken Spaanse Burgerloorlog
dwingt de grafelijke Visconti in een
linkse hoek. Zij n hele leven is hij de
aristocratische communist gebleven zon
der zich ooit gebonden te hebben ge
voeld aan een bepaald politieke partij.
Voor de film is van belang dat hij
tijdens zijn Franse escapade in contact
komt met Jean Renoir, die hij assisteert
(hij ontwerpt o.a. de costuums) bij „Une
Partie de Campagne”. Een kort bezoek
aan Amerika geeft hem de overtuiging
alleeen in het klimaat van de oude
wereld te kunnen leven en hij blijft in
Italië na eerst daar Renaoir Renoir te
hebben, bij het maken van de operafilm
„La Tosca”, die hij afmaakt als Renoir
tegen het uitbreken van de Tweede We
reldoorlog overhaast het land van Mus
solini moet verlaten.
De film heeft Visconti dan in zijn
greep. Hij wordt medewerker aan het
Italiaans filmblad „Cinema”, waarvan
wonderlijk genoeg Vittorio Mussoloni
hoofdredacteur is. Deze samenwerking
zal Visconti straks ten goede komen als
hij zijn eerste film maakt in 1943 en het
politiek onschuldig lijkende romannetje
van James Cain, „The Postman always
rings twice” omzet tot een sociaal drama
DE ENIGE PREMIÈRE vindt men
deze week in Frans Hals die „Russian
Roulette” vertoont. Deze thriller van
Lou Lombardo, een debutant die het vak
als „editor” bij regisseur Robert Altman
geleerd heeft, gaat over een complot om
MET EEN ELEGANTE blijspel-regis-
seur als Stanley Donen („Charade”, „A-
rabesque”, „Bedazzled”) en met een rol
bezetting waarin Liza Minnelli, Gene
Hackman en Burt Reynolds voorkomen
had men pittiger amusement mogen ver
wachten dan „Lucky Lady” (hier omge
doopt tot „Smokkelschip Lucky Lady”)
te bieden heeft. Een onevenwichtig sce
nario dat wel op drie momenten afge
broken had kunnen worden, zonder dat
het iets aan het geheel zou hebben
afgedaan, camerawerk in ’n wat weeïge
pastelkleur, te sterk aangezet spel,
dat zijn wel zo de voornaamste bezwa
ren tegen een film die naast inzinkingen
toch ook wel zijn grappige fragmenten
heeft.
Het verhaal gaat over dranksmokkel,
speelt dus in de dagen van de „prohibi
tion”, de alcohol-drooglegging van de V.S.
en zit dus vol nostalgie naar de dertiger
jaren. Interieurs, kleding en muziek pro
fiteren daarvan, vooral de muziek die
met de schlagers van die tijd, „Ain’t
Misbehavin’’, „All I do is dream of You”
en „Who stole my Heart away?” het
verleden tracht op te roepen. Liza Min
nelli als Lucky Lady is in het begin van
de film geassocieerd met de onweer
staanbare charmeur Walker (Burt Rey
nolds) in een smokkelaffaire waarbij
Mexicaanse arbeiders heimelijk over de
grens met de V.S worden gebracht. La
ter voegt zich een handige zwerver Kib-
by (Gene Hackman) bij het tweetal en
wordt er overgeschakeld naar een meer
lucratieve smokkelhandel, de clandestie
ne bevoorrading van droog Amerika met
alcoholische dranken vanuit een Mexi
caanse havenplaats. Een oud zeilschip
van Walker doet dienst als transport
middel. Dat alcohol smokkelen brengt
het drietal in moeilijkheden, eerst met
de patrouillerende, scherp uitkijkende
Amerikaanse kustwacht, later met de
bendeleider die meent het alleenrecht op
de clandestiene dranksmokkel te hebben.
Er wordt van beide kanten met list en
machinegeweren gewerkt, er vliegen
heel wat boten de lucht in en onderwijl
heeft Liza Minnelli het maar moeilijk
om haar keuze te maken uit de beide
mannen die zich aan haar opdringen.
Allemaal bekende thema’s, zonder veel
originaliteit maar wel in laag tempo
gebracht. In City I.
DE DOOD VAN LUCHINO Visconti is
ten nieuwe slag voor de Italiaanse film
lie na het heengaan van Vittorio de Sica
ra Pasolini beroofd is van de top van
jjn internationaal vermaarde filmers.
Bet bericht van het overlijden van Vis
conti zal voor weinigen onverwacht zijn
lekomen. in juli 1972 kreeg hij op de
ioktuin van een groot Romeins hotel
ten hersenbloeding, die hem al bijna
letaal werd. Een jaar later, gedeeltelijk
wrlamd regisseerde hij vanuit een rol-
•toel de opera „Manon Lescaut’’ van
Puccini die op het festival van Spoleto
vertoond zou worden. Met een staande
ovatie werd de voorstelling door de
festivalgangers gehonoreerd, een ovatie
Be waarschijnlijk vooral de ongebroken
Vestkracht van de zwaar zieke Visconti
told.
Eveneens vanuit de rolstoel regisseer
de hij daarna de film „Gruppo di Fa-
foiglia in un Interno” (Familiegroep in
een interieur), hier afwisselend „Conver
sation Piece” en „Violence and Passion”
geheten. Het zou zijn laatste film zijn.
Plannen voor een nieuw filmproject
werden door de dood doorkruist. Met
geen betere film dan dit half-autobio-
grafische drama over het ouder worden
geïsoleerd raken van een verfijnd
kunstkenner die een vergeefse poging
doet op gelijke voet met een jongere
generatie te komen, had Visconti zijn
veelzijdige en door vele hoogtepunten
gemarkeerde filmcarrière kunnen afslui
ten. En dat die laatste film een der
hoogtepunten werd, bewijst de kracht,
fysiek en geestelijk, van de toen bijna
"O-jarige Visconti die tegen alle adviezen
van zijn doktoren in, was blijven wer
ken en daarbij het niveau van vroeger
werk wist te overtreffen.
ALS DON LUCHINO Visconti di Mo-
Irone wordt Visconti op 2 november
1906 geboren uit een van de oudste
y Tv'-