VISCONTI: ARISTOCRATISCH COMMUiNiSl i FILMS K ift He ■I F kWI TRUFFAUT VERFILMDE LIEFDESVERHAAL MET HEFTIG SENTIMENT Oude films Voetstappen in de nacht Russian Roulette Tekenfilm 1 Films voor de jeugd N achtvoorstellingen Prolongaties ''0:' M N achtvoorstellingen Monty Python en de H. Graal Franse films Lucky Lady ■fc" z/ r- ■I 4 „L’HISTOIRE D’ADÈLE H.” is een film voor fijn proevers. Dat klinkt wat élitair, maar het is zonder neer duidelijk dat een groot publiek, opgevoed met jemakkelijk liggend en licht verteerbaar bioscoop- imusement ontoegankelijk is voor dit romantische lief desdrama over een dochter van de grote Franse roman schrijver Victor Hugo die aan haar liefde ten gronde gaat. in Amsterdam ■J 19 w w 9: Een heks wordt naar de brandstapel gebracht in Monty Python en de Heilige Graal. DE CHARLES BOOST Victor Hugo’s dochter maakte het romantisch ideaal waar Het Is een speling van het lot geweest dat deze Adèle in de meest letterlijke zin de romantische idealen van haar tijd, door haar vader al in een manifest uit 1823 vastgelegd, op- volgde in haar privéleven en door een onbeantwoorde liefde ii de volstrekte waanzin gedreven werd, zodoende dit leven lot de meest romantische roman van die jaren makend. DOOR HET UITVALLEN van Studio Isabelle Adjani als Adèle H. Als Adèle geen antwoord krijgt op laar gepassioneerde brieven die zij naar laar geliefde stuurt, besluit zij het ou- Een „amour fou”, zoals alleen de ro mantici van de 19de eeuw konden be schrijven, maar die Adèle H. zelf door maakte. Als kind van haar tijd of als slachtoffer van een dominerende vader en een lichtzinnige Engelse luitenant? derlijk huis te ontvluchten en naar Ha lifax te gaan in de vaste overtuiging dat haar brieven hem niet bereikt hebben of dat misschien de zijne verloren zijn gegaan op de grote afstand tussen Cana da en Guernsey. Adèle is voor haar leeftijd een onder nemende jonge vrouw. Ze reist naar Halifax, weet zonder papieren door de strenge douanecontrole te sluipen. Zij vindt onderdak bij een mrs. Saunders die niets begrijpt van dat eenzame meis je zo ver van haar ouderlijk huis. Ze weet dat zij voor hem verleden tijd is en andere plannen heeft. Adèle accep teert zijn duidelijk afwijzende houding niet en probeert van alles om de enige man van wie zij houdt terug te winnen. DE FILM EINDIGT met enkele oude prenten en foto’s die de geschiedenis afronden. De dood van Victor Hugo in 1885, en zijn vorstelijke begrafenis waaraan 2 miljoen Parijzenaars deelna men, het kerkhof waar de Hugo’s, einde lijk weer verenigd bij elkaar liggen. Een flashback meldt een vroegere trotse uit lating van Adèle, dat zij de enige is geweest wier liefde voor een man zo groot was dat zij er oceanen voor over stak om in zijn nabijheid te kunnen zijn. IN FRANS HALS „De Duivel kent geen genade” met het komische western duo Terence Hill en Bud Spencer, Lido komt in de nachtvoorstellingen van vrij dag en zaterdag met „Het Mysterie van de 7 Gouden Vampiers” en Luxor houdt „Straw Dogs” aan van Sam Peckinpah en met Dustin Hoffman in de hoofdrol. Ook Roxy prolongeert zijn nachtelijk programma met „Le Souffle au Coeur”, terwijl Palace komt met de spaghetti western „Hallelua”. Wegens verbouwing is Studio gesloten en geeft deze week dus noch dag- noch nachtvoorstellingen. zijn er ook geen kindervoorstellingen en met de jeugd zich tevreden stellen met de matinees in Rembrandt, waar op zaterdag, woensdag en zondag Laurel en Hardy voor veel plezier zorgen in „Brokken Piloten". Palace toont „Toni en de groene draak”. Drie jaar eerder, in '66 werd „The Cha se” gemaakt die naast Marlon Brando de jonge Robert Redford introduceerde. Hij draait nu met groot succes in Desmet. In Kriterion is „Le Bonheur” van Agnes Varda terug, een verdiende reprise van de inmiddels ook weer tien jaar oude film. Ook Kubricks’ „Clockwork Oran ge” is terug, in Nöggerath, de minst oude in deze reprisemarathon, nl. van '73. Zodat Victoria bijna de kroon spant met Cecil B. de Mille’s „De Tien Gebo den” uit ’56. overgeplaat'st wordt,nu naar Barbados in de Caraïbische zee, volgt ze hem als een trieste bedelares, zonder geld, in lompen gekleed en in een depressieve toestand die de waanzin nabij komt. Tenslotte wordt ze door een mulattin, madame Baa naar Frankrijk teruggebracht, waar haar vader inmiddels weer in ere her steld is en haar onderbrengt in een kliniek. Daar brengt zij rustig, maar ontoegankelijk nog veertig jaar door met tuinieren, pianospelen en het bij- houden van haar dagboek, dat zij altijd in losse bladen met zich heeft meege sleept. OVERGEBLEVEN UIT de bioscoop- igenda van de vorige week is natuurlijk Emmanuelle 2” die voor de derde week |n de gedaante van Sylvia Kristel blijft penken dat u haar maar half kent. En perder heeft ook „Mensen blijven Bees ten” in Lido de slechte kritieken over leefd, waarin de film onsmakelijkheid en een ongemotiveerd vertoon van wreedheid verweten werd. Tevergeefs, :oals blijkt. De nodige bloeddorstigheid maar min- ler suggestief gebracht, vindt men ook 1 „De duivelse Karate-Bende” die Rem- irandt Theater op het programma heeft lenomen. In Roxy handhaaft zich „Once upon a time in the West”, de nu wel bijna tlassieke western met de sterbezetting lenry Fonda, Charles Bronson, Jason iobards en Claudia Cardinale. En in Palace is de zes jaar oude film Over de leldendaden van de meest omstreden [eneraal uit de Tweede Wereldoorlog, Patton” nog steeds te zien. Er zitten inkele goede rollen in, o.a. van George C. Scott als generaal Patton en van Karl Om dit fictieve doel te bereiken is haar geen vernedering te groot, geen middel te min. Ze achtervolgt hem, schrijft aan haar ouders, dat ze getrouwd is met luitenant Pinson, zodat deze een huwelijksadvertentie plaatsen in de plaatselijke gazette. Ze biedt hem geld aan omdat hij altijd in schulden zit. Ze tracht hem, als hij zich verlooft, zwart te maken bij zijn a.s. schoonfamilie en stuurt tenslotte een hoertje op hem af om hem moreel ten val te brengen. Adèle vervreemdt zich van haar wel willende omgeving en schrijft in een zelf verkozen isolement als een waan zinnige een dagboek dat onleesbaar is doordat zij in een eigen bedachte code schrijft. Als luitenant Pinson opnieuw Burt Lancaster (l.) en Alain Delon in „De tijgerkat”, een van de best herinnerde films van Visconti. costuumfilm, spelend op Sicilië op het ogenblik dat Garibaldi met zijn rood- hemden in naam van koning Victor Emanuel het eiland in bezit neemt, maar met voldoende besef van de geprivile- geerde positie van de adel, in de persoon van Don Fabrizio, gespeeld door Burt Lancaster die Visconti ook voor zijn laatste film zou vragen. DE AMSTERDAMSE bioscoopagenda vertoont deze week ongeveer 10 aankon digingen van oude tot zeer oude films, als was er niets nieuws meer onder de schijnwerpers van Europa, Amerika, Ja pan of de derde wereld tot stand geko men. Met zijn „Duitse trilogie”, „The Dam ned” (ondergang van een familie-dynastie Krupp?), „Ludwig II” en „Dood in Venetië” (naar Thomas Mann, die ver dekt de laatste levensmaanden van Mahler vertelt) toont Visconti ons nieu we kanten aan zijn rijk talent dat vooral schittert in „Dood in Venetië” TRUFFAUT HEEFT DIT bijna on waarschijnlijke proces met overtuiging en heftig sentiment (zonder in sentimen taliteit te vervallen) in beeld gebracht. het Russische staatshoofd Kosygin te vermoorden tijdens een bezoek aan Van couver. Een interessant gegeven dat door Lombardo nogal conventioneel maar toch spannend in beeld is gebracht. George Segal speelt de gehuurde moor denaar die, zoals ieder nu wel weet, niet in zijn opdracht slaagt. „THE GREAT WALDO PEPPER” met Robert Redford als stuntvlieger in de beginjaren van de luchtvaart, een film die het niet gedaan heeft in de biosco pen en beter verdiend had, is nu ’s nachts in Calypso te zien. Ken Russel’s „Women in Love” met Glenda Jackson en Alan Bates beleeft zijn 18de week in Alhambra 2, Fellini’s „Amarcord” zijn derde week in het Leidseplein Theater. Andere opvallende films uit het dag programma als Varda’s „Le Bonheur” (Kriterion), „The fantastic Planet” (Ci ty 2 en Resnais’ „Stavsiky ’’(The Movies) zijn ook in de nachtvoorstellingen van de betrokken theaters te vinden. Specia le aandacht voor „Der schwarze Engel” van Werner Schröter die maar een week, dus vrijdag, zaterdag en zondag nacht in de Mini-Movies draait. Tegen goede reprises valt niets in te brengen. Maar als er teveel in eenzelfde week vallen, vraagt men zich wel af waar dan al die nieuwe films blijven waarover we horen praten zonder ze ooit te zien te krijgen. Ditmaal dus maar 5 premières. FRANCOIS TRUFFAUT, de meest eru diete en fijngevoelige regisseur van de .Nouvelle Vague”-beweging, is die lief desgeschiedenis nagegaan. Met behulp tan een nagelaten dagboek van Adèle heeft hij een scenario geschreven, waar van hij een onberispelijke en aangrij- pende film heeft gemaakt die tot het mooiste behoort wat we de laatste tijd ip het doek hebben gezien. Van 1852 tot 1870 heeft Victor Hugo ie een vurig propagandist was van de links-extremistische politieke beweging en daarvoor door Napoleon III uit het tod gezet werd, in ballingschap geleefd net zijn familie, achtereenvolgens in irussel en de Kanaal-eilanden Jersey en jtiemsey. Op dit laatste eiland hield hij rijn beroemde literaire „scéances” en onder zijn gehoor bevond zich dan vaak le jonge knappe Engelse luitenant Al lert Pinson. Adèle, de jongste dochter ran Victor Hugo wordt verliefd op Al- lert die aanvankelijk ingaat op haar ivances, maar haar vergeet als zijn egiment om politieke redenen (de Bur- leroorlog is inmiddels uitgebroken in de IS.) naar Halifax in Canada wordt rergeplaatst. DE „MONTY PYTHON Show” ken nen we van de televisie. Een serie ab surde grappen, opgeluisterd met bewe ging in foto’s en getekende intermezzi die doen denken aan wat de graficus Drupsteen wel eens in dwaze VPRO- programma’s uithaalt. Het is een soort moedwillig breken met de tv-conventies en als zodanig werkt het verfrissend. Overgebracht op een film van anderhalf en meer uur, ligt het effect anders. Men kan dat constate ren in Roxy waar .Monty Python en de heilige Graal” draait, een wat lang ge rekte tv-show maar dan bijeengehouden door een verhaal, een parodie op Koning Arthur en zijn Ridders van de Ronde Tafel die uittrekken op zoek naar de Graal. Er valt hier en daar best te lachen om de door Terry Gilliam en Terry Jones geregiseerde onzin, maar het parodistisch element ligt soms wat makkelijk en de grappen zijn soms wat erg dik opgelegd. De grappen beginnen al in de „credit”-lijst en dan blijft het doorgaan tot uit iedere scène alle woordspelingen en beeldgrapjes gehaald zijn die er bij mogelijkheid maar inzit ten. Zodat je er moe van wordt en dat niet eens van het lachen. met verdekte kritiek op het fascistisch regiem. Het verbod dat de film oor spronkelijk treft, wordt door Mussolini persoonlijk ongedaan gemaakt. „Osses- sione”, zoals de film gaat heten, kan beschouwd worden als de grondlegging van het neo-realisme, een stroming in de Italiaanse film die na de oorlog door Rossellini en De Sica verder verdiept zou worden. Visconti zelf zet de door hem op gang gezette beweging nog even na 1945 voort in „La Terra trema” dat de onhoudbare armoede op Sicilië, speciaal onder de vissers in bijna documentair-realistische stijl in beeld brengt (1948), maar enge teleurstellingen door geweigerde projec ten brengen hem van het filmpad af en voeren hem naar het theater. VISCONTI was een veelzijdig kunste naar; zijn geestelijke bagage was om vangrijk genoeg om zich in verschillende media te kunnen manifesteren. Naast de film ging een groot deel van zijn verba zingwekkende creativiteit uit naar toneel en opera. Het is niet toevallig dat twee van zijn assistenten bij „La Terra tre ma” Francesco Rosi en Franco Zeffirelli zijn, toen beiden 26 jaar oud. Rosi heeft zich ontwikkeld tot een sociaal-kritische filmer („Salvatore Giuliano”, „Handen op een Stad”), terwijl Zeffirelli de kant uitging van het verfilmde theater door in het bijzonder Shakespeare te gaan verfilmen. Na vijf jaar het Italiaanse theaterpu bliek bekend te hebben gemaakt met het werk van Cocteau, Sartre, Anouilh, Wil liams, Williams, Arthur Miller, keerde Visconti terug in de filmstudio’s en maakte er „Senso” en „Le notti bianche” (naar Dostojewski), beide sterk aanleu nend tegen het theater om vervolgens met „Rocco en zijn Broers” (1960) het sociaal engagement weer op te vatten. In „II Gattopardo” (De Tijgerkat”) combineert hij beide genres, pen dure met de aangrijpende rol van Dirk Bo garde. IN DIT KORT EN niet eens volledig overzicht van zijn filmactiviteiten, moet voorbijgegaan worden aan Visconti’s be moeienissen met toneel en opera. Wie zijn filmwerk gevolgd heeft zal hoog stens een zwak idee hebben gekregen hoe dat deel van zijn artistieke activitei ten er uit moet hebben gezien. In ieder geval verzorgd tot in het kleinste detail en van een verfijnde smaak die iets van zijn afkomst verried. Bij elkaar geno men is Visconti’s dood dus niet alleen een verlies voor de film, maar voor het culturele leven van Italië in zijn geheel. Zijn werkwijze is direct, zonder af lei dende neven-intriges, geconcentreerd op de jonge vrouw in haar aftakelingspro ces. Isabelle Adjani speelt ontroerend en beklemmend deze Adèle-rol, een hart stochtelijke jonge vrouw, mooi in haar grote liefde, maar na de eerste teleur stellingen zich langzaam afsluitend van de buitenwereld tot de waanzin haar helemaal isoleert. Al zal deze L’Histoire misschien minder belangstelling krijgen dan die andere L’Historie. „L’Historie d’O”, liefhebbers v an Truffaut en van een zeer persoonlijke film mogen zich door niets laten weerhouden om „L’His toire d’Adèle H.” te gaan zien en op nieuw te gaan zien. VERMELDEN WE NOG even dat „Stavisky” van Alain Resnais in The Movies is gebleven en dat de op deze pagina wat uitvoeriger besproken film van Truffaut, „L’Historie d’Adèle H.” in Alhambra I te zien is, dan is het over zicht van de Amsterdamse filmagenda wel ongeveer compleet op de nachtvoor stellingen na. „VOETSTAPPEN IN DE NACHT” („Macon County Line”) in Cineac Dam rak I begint luchthartig met enige jon gelui die enige dagen voor ze in dienst moeten de bloemetjes nog even buiten zetten maar dan verdacht worden van een verkrachting en moord die in de buurt waar ze door hun luidruchtigheid de aandacht hebben getrokken, begaan zijn. En de betrokken echtgenoot gaat zelf gewapend en wel het vonnis aan de schuldigen voltrekken. De vrolijkheid slaat om in angst en achtervolging en enige onschuldige doden. Dat alles ge beurt in Macon County en het is alle maal zo Amerikaans als bij. „The Cha se”. Malden als een andere bekende Ameri kaanse generaal uit die tijd, Omar N. Bradley. Het scenario was van Francis Ford Coppolo die later vermaard zou worden als regisseur van o.a. „De Peet vader”, deel 1 en 2, de regie was in handen van Franklin J. Schaffner die er een groots en boeiend kijkspel van maakte. OVER DE SCIENCE-FICTION- TEKENFILM „The Fantastic Planet”, waarvoor niemand minder dan Roland Topor de tekeningen maakte, valt helaas niets te melden. De importeur vond de film die in City 2 is ondergebracht, waarschijnlijk niet belangrijk genoeg om er van te voren een persvoorstelling aan te wagen. Volgende week hopen we on deze merkwaardige produktie die in Cannes een „Prix Special” verwierf te rug te komen. Twee oude Shirley MacLaine-films draaien resp. in Calypso Club (onder Calypso) en Du midi: „What a Way to go” uit ’64 en „Irma la Douce” uit ’53, Cineac Damrak brengt een belegen Hitchcock, „Spellbound” met Ingrid Bergman en Gregory Peck. Bouwjaar 1945. Cineac Reg. Breestraat haalt een stoffige Clint Eastwood voor de dag in „Hang ’em High”. „De Nieuwe James Bond” suggereert een advertentie voor „On her Majesty’s Secret Service” maar dat gold in ’69 toen de film met George Lazenby, Diana Rigg en Telly Savalas uitgebracht werd. Ook uit dat jaar stamt „Once upon a Time in the West” die Cinétol voor de 23ste week prolongeert. adellijke geslachten van Milan. Milaan, zijnjeugdt oont hij zich onevenwichtig, hypergevoelig en door angsten gekweld. Na zijn militaire dienst wijdt hij zich vijf jaren aan de veredeling van het paarderas en vertrekt daarna onver wacht naar Parijs. Deze vlucht uit zijn wat decadente naaste omgeving en uit het muffe gees telijke klimaat van het Italië onder Mussolini kan niet anders dan zijn red ding zijn geworden. Parijs rond 1936 moet een verademing voor hem geweest zijn en zijn contacten met de internatio nale intelligentia die daar samenkwam, moet zijn verdere leven diepgaand be paald hebben. Ook politiek, want de juist uitgebroken Spaanse Burgerloorlog dwingt de grafelijke Visconti in een linkse hoek. Zij n hele leven is hij de aristocratische communist gebleven zon der zich ooit gebonden te hebben ge voeld aan een bepaald politieke partij. Voor de film is van belang dat hij tijdens zijn Franse escapade in contact komt met Jean Renoir, die hij assisteert (hij ontwerpt o.a. de costuums) bij „Une Partie de Campagne”. Een kort bezoek aan Amerika geeft hem de overtuiging alleeen in het klimaat van de oude wereld te kunnen leven en hij blijft in Italië na eerst daar Renaoir Renoir te hebben, bij het maken van de operafilm „La Tosca”, die hij afmaakt als Renoir tegen het uitbreken van de Tweede We reldoorlog overhaast het land van Mus solini moet verlaten. De film heeft Visconti dan in zijn greep. Hij wordt medewerker aan het Italiaans filmblad „Cinema”, waarvan wonderlijk genoeg Vittorio Mussoloni hoofdredacteur is. Deze samenwerking zal Visconti straks ten goede komen als hij zijn eerste film maakt in 1943 en het politiek onschuldig lijkende romannetje van James Cain, „The Postman always rings twice” omzet tot een sociaal drama DE ENIGE PREMIÈRE vindt men deze week in Frans Hals die „Russian Roulette” vertoont. Deze thriller van Lou Lombardo, een debutant die het vak als „editor” bij regisseur Robert Altman geleerd heeft, gaat over een complot om MET EEN ELEGANTE blijspel-regis- seur als Stanley Donen („Charade”, „A- rabesque”, „Bedazzled”) en met een rol bezetting waarin Liza Minnelli, Gene Hackman en Burt Reynolds voorkomen had men pittiger amusement mogen ver wachten dan „Lucky Lady” (hier omge doopt tot „Smokkelschip Lucky Lady”) te bieden heeft. Een onevenwichtig sce nario dat wel op drie momenten afge broken had kunnen worden, zonder dat het iets aan het geheel zou hebben afgedaan, camerawerk in ’n wat weeïge pastelkleur, te sterk aangezet spel, dat zijn wel zo de voornaamste bezwa ren tegen een film die naast inzinkingen toch ook wel zijn grappige fragmenten heeft. Het verhaal gaat over dranksmokkel, speelt dus in de dagen van de „prohibi tion”, de alcohol-drooglegging van de V.S. en zit dus vol nostalgie naar de dertiger jaren. Interieurs, kleding en muziek pro fiteren daarvan, vooral de muziek die met de schlagers van die tijd, „Ain’t Misbehavin’’, „All I do is dream of You” en „Who stole my Heart away?” het verleden tracht op te roepen. Liza Min nelli als Lucky Lady is in het begin van de film geassocieerd met de onweer staanbare charmeur Walker (Burt Rey nolds) in een smokkelaffaire waarbij Mexicaanse arbeiders heimelijk over de grens met de V.S worden gebracht. La ter voegt zich een handige zwerver Kib- by (Gene Hackman) bij het tweetal en wordt er overgeschakeld naar een meer lucratieve smokkelhandel, de clandestie ne bevoorrading van droog Amerika met alcoholische dranken vanuit een Mexi caanse havenplaats. Een oud zeilschip van Walker doet dienst als transport middel. Dat alcohol smokkelen brengt het drietal in moeilijkheden, eerst met de patrouillerende, scherp uitkijkende Amerikaanse kustwacht, later met de bendeleider die meent het alleenrecht op de clandestiene dranksmokkel te hebben. Er wordt van beide kanten met list en machinegeweren gewerkt, er vliegen heel wat boten de lucht in en onderwijl heeft Liza Minnelli het maar moeilijk om haar keuze te maken uit de beide mannen die zich aan haar opdringen. Allemaal bekende thema’s, zonder veel originaliteit maar wel in laag tempo gebracht. In City I. DE DOOD VAN LUCHINO Visconti is ten nieuwe slag voor de Italiaanse film lie na het heengaan van Vittorio de Sica ra Pasolini beroofd is van de top van jjn internationaal vermaarde filmers. Bet bericht van het overlijden van Vis conti zal voor weinigen onverwacht zijn lekomen. in juli 1972 kreeg hij op de ioktuin van een groot Romeins hotel ten hersenbloeding, die hem al bijna letaal werd. Een jaar later, gedeeltelijk wrlamd regisseerde hij vanuit een rol- •toel de opera „Manon Lescaut’’ van Puccini die op het festival van Spoleto vertoond zou worden. Met een staande ovatie werd de voorstelling door de festivalgangers gehonoreerd, een ovatie Be waarschijnlijk vooral de ongebroken Vestkracht van de zwaar zieke Visconti told. Eveneens vanuit de rolstoel regisseer de hij daarna de film „Gruppo di Fa- foiglia in un Interno” (Familiegroep in een interieur), hier afwisselend „Conver sation Piece” en „Violence and Passion” geheten. Het zou zijn laatste film zijn. Plannen voor een nieuw filmproject werden door de dood doorkruist. Met geen betere film dan dit half-autobio- grafische drama over het ouder worden geïsoleerd raken van een verfijnd kunstkenner die een vergeefse poging doet op gelijke voet met een jongere generatie te komen, had Visconti zijn veelzijdige en door vele hoogtepunten gemarkeerde filmcarrière kunnen afslui ten. En dat die laatste film een der hoogtepunten werd, bewijst de kracht, fysiek en geestelijk, van de toen bijna "O-jarige Visconti die tegen alle adviezen van zijn doktoren in, was blijven wer ken en daarbij het niveau van vroeger werk wist te overtreffen. ALS DON LUCHINO Visconti di Mo- Irone wordt Visconti op 2 november 1906 geboren uit een van de oudste y Tv'-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 19