Leringen van Meester Eckehart en anderen nu weer actueel I I o I r Bruggen tussen religies in Oost en West la 's WO' I 1F"„ b I door Th. J. Koeckhoven I HET ONGESCHREVEN i Pleidooi voor de ziel I „Theologie deutsch” 1 EVANGELIE TOCH IN EEN BOEK Het lied van de Mensenzoon Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes hebben zo’n negentien eeuwen geleden hun evangelies geschreven. Daarnaast zijn er nog evangelies opgedoken van Thomas en andere tijdgenoten van de leerlingen. Maar hun geschriften zijn nooit officieel erkend. Vandaar dat we zolang hebben moeten wachten op het volgende vijfde evangelie. Dat is nu in de handel als Het ongeschreven evangelie. De schrijver is R. Blijstra, die zich in dit geval opstelt als verteller. Dat ongeschreven moeten we dus niet te letterlijk nemen. Maar we doen alsof. Uitgever van dit zonder meer boeiende verhaal is De Beuk in Amsterdam (ƒ15). De Beuk is een stichting voor literaire publikaties. Hoewel dit boek van de onlangs overleden schrijver heel goed leesbaar is voor een grote groep van lezers, gaat Het ongeschreven evangelie kennelijk door voor een literair werkstuk. Zoiets heeft Blijstra vast niet zelf verzonnen. Hij presenteert zich als de verteller van het vijfde evangelie, dat het verhaal vertelt over het leven van Jezus Christus, maar op een heel andere manier dan we gewend zijn van Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes. Wie is hij toch? t t t r X 1 r Chögyam Trungpa „In plaats voor haar onvrede met de huidige maatschappij heil te zoeken in een kunstmatig en daarom vals paradijs door drugs opgeroepen, heeft een deel van de na-oorlogse jeugd toevlucht gezocht bij de oosterse mystiek om geestelijke inhoud aan haar leven te geven. Te midden van alle verwildering moet deze trend ons even hoopvol stemmen als de Jezusbeweging van vandaag. Zij getuigt van een onthechting aan het materialisme en egoïsme met daarnaast van een zichzelf hervinden in het waarachtig Zijn. Zonder nu Eckehart zó te willen interpreteren als zou zijn mystiek in wezen op verschillende vormen van oosterse mystiek inspelen zijn er ontegenzeggelijk aanknopingspunten daarvoor in zijn werk te vinden”. Yogananda b II II II II I li Nieuwe godsdiensten Epictetus E VJ s|S|S! .i®!'"'!'' h A II Bi I Rein Blijstra De Beatles vol bewondering voor Mahari shi Yogi HEIN STEEHOUWER ja I 1 I I Zo schrijft R. Blijstra niet over Jezus. Hij schrijft gewoon. Over eenvoudige vis sers en de tollenaar, over de twijfels en het geloof van eenvoudige lieden Wie is hij toch? is de voortdurende ondertoon van dit boek dat uitnodigt tot nadenken, tot mediteren. En dit alles in een sobere, be- in Hem aan het licht treedt: vernederden worden verhoogd en machtigen van hun troon gestoten. Het is het verhaal van de messiaanse bevrijding, met alle conse quenties van dien voor de handel en wan del van de christenen. Het verhaal van de vrijheid der kinderen Gods, die geroepen zijn „uit te breken uit alle voorgevormde kennis van goed en kwaad om op te breken naar de vrijheid der Godskinderen". Ook Ter Scheggets theologie is dus een exodus- theologie (een Naam-theologie a la Miskot- te, zijn leermeester). Want Gods naam geeft zijn bevrijdend handelen aan en Je zus is de naam van God die zijn tent onder ons heeft opgeslagen. In deze wereld van God met ons is de goede christen een partijgenoot van allen wie onrecht ge schiedt. In deze wereld ligt het verloren paradijs niet achter ons, maar in de toe komst, die met Jezus is begonnen. Dit is volgens Ter Schegget juist het evangelie in Fil. 2: 6-11 „dat de tot waardigheid be stemde, maar gebukt levende, tot leven kan misschien het beste worden vertaald met pleidooi voor de mens zelf, de mens bevrijd van de banden die hem de toegang verhinderen naar zichzelf en dus ook naar God We hebben hier met te maken met de gebruikelijke preekthema's. Dr. H. van Luijk, tot voor kort hoogleraar aan de katholieke theologische hogeschool in Am sterdam, confronteert zijn luisteraars, en nu zijn lezers, meer met algemene en toch diepere stof tot mediteren. Zoals een gods beeld, een vaderbeeld, de mythen en de oerverhalen van de mens. Hier is duidelijk de godsdienstpsycholoog aan het woord. Van Luijk is een zeer ontwikkeld man die zijn gehoor wat overschat door in de korte tijd van een toespraak zoveel in overwe ging te geven. Daarom is het maar goed dat de verhalen nu gedrukt zijn, zodat we wat meer tijd tot nadenken hebben. De toespraken van Henk van Luijk zijn het waard en dat zeg ik heus niet alleen, omdat ik een van zijn oud-studenten ben. i c 5 i I x i i 1 i I i i 5 1 I 1 1 I r s E 1. v d c t e c i r E c f I z s I s s v r y r c 1; c v e wogen stijl die bewondering afdwingt. Je zus wordt een meijs van vlees en bloed, een vent met een visie, te verheven en te onge woon misschien om door gewone sterve lingen te worden aanvaard. Daarom heeft hij ook op Goede Vrijdag aan het kruis gehangen op Golgotha. Blijstra beschrijft dit tafereel aan de hand van ooggetuigen, mannen en vrouwen die Jezus kenden als de wonderdoener, de Heiland, de timmer man ook uit Nazareth. En kan er uit Naza reth iets goeds komen? Het kan me helemaal niets schelen of Blijstra al dan niet heeft geschreven over eenkomstig de orthodoxe opvattingen Een van de meest beroemde leraren is de Tibetaanse lama van zeer hoge orde, die tijdens de Chinese inval en volke renmoord uit Tibet moest vluchten, Chögyam Trungpa. Hij heeft enige jaren geleden in Colorado in de Verenigde Staten een serie zeer opmerkelijke lezin gen gegeven over de achtergronden van het lamaïsme of Tibetaanse boeddhisme. Die lezingen zijn gebundeld verschenen Blijstra gaat niet verder dan Jezus' dood, daar hij als niet-christen onmogelijk in zijn opstanding kan geloven. Des te meer respect moeten we opbrengen voor een man die zich zo sterk heeft ingeleefd in het leven van de Heer zelf en in de perso nen die Jezus gedurende zijn openbaar leven van zo nabij, intiem bijna, hebben meegemaakt. We worden als het ware ge dwongen het verhaal van Jezus opnieuw te lezen, maar nu met de ogen van een man. wie alles vreemd was wat geschiedde na „de ontroerende gebeurtenissen van Je zus' dood en opstanding". Met de levende personen van de leerlingen krijgt ook de Meester zelf meer reliëf. In de leerlingen en hun verhouding tot Jezus herkennen we onszelf. Deze relatie is geen voor de eeu wigheid vastgelegd gegeven. Voor de een is Jezus de zoon van God, voor de ander een bron van inspiratie. Voor sommigen een dweper, voor anderen een rebel. Voor gelovigen alles en voor ongelovigen een interessant figuur. Voor de meesten een teken van tegenspraak of een hoeksteen die de bouwlieden hebben weggeworpen. En wat mijzelf betreft heeft Jezus beurte lings al deze gestalten aangenomen om keer op keer terug te komen als Gods levende woord onder de mensen Dat woord wordt alleen in waarheid gespro ken als mensen elkaar als gemeenschap willen zien. Als mensen durven geloven dat zij Gods woord spreken door de ander als mens te zien. Alleen zo wordt Gods koninkrijk onder ons in waarheid beves tigd Een geheel andere visie op Jezus vinden we in Het lied van de Mensenzoon. Dit is een studie over de Christuspsalm in de brief aan de gemeente van Philippi (2: 6-11) door dr G. H. ter Schegget. In deze uitgave van Het Wereldvenster te Baarn 17,50) komt Jezus naar voren in een strikt weten schappelijke benadering, die minder toe gankelijk is voor niet theologisch ge schoolde lezers, maar zeer waardevol voor vaklieden. De christologische hymne be zingt de Zoon, die gelijk aan God toch mens is geworden. Hij is gehoorzaam ge worden tot de dood aan het kruis en op grond daarvan heeft God hem een naam gegeven boven alle namen, opdat in de naam van Jezus iedere knie zich buige en alle tong belijder Heer is Jezus Christus. Ter Schegget ziet de psalm niet als een verhaal dat normaal loopt van begin naar einde. Het is een geschiedenis vol be weging, waarin je pas achteraf het begin ontdekt. Hij beschrijft Jezus de Messias als onze leidsman en lotgenoot. Hij is het verborgen woord van de geschiedenis die over de evangeliën. Trouwens de vier evangelisten leveren ons samen een ver haal, waarmee zelfs de theologen en de exegeten onder hen niet uit de voeten kunnen. Neen, dat geeft allemaal niets, want Blijstra schetst een man die je niet onverschillig kan laten. En hij zet ons leerlingen voor in wie je kunt geloven. Zo kunnen ze geweest zijn. Dit alles is ge schreven in een taal, waarin je de bekende sfeer van de oude verhalen proeft, de bruiloft van Kana, de genezing van de zieken, de prediking, het verzet tegen de wetgeleerden, de catastrofale ontmoeting tussen Jezus en Pilatus, Jezus en de hoge priester, het verraad door Judas en de kruisiging op Golgotha. En dan de leerlingen. Simon Petrus, gril lig van natuur. Zijn broer Andreas, zwijg zaam op de achtergrond. Jacobus Zebe- deus, de broer van Jezus, Judas Thaddeus en Simon. Hij begreep zijn broer niet, maar hij dacht dat het goed was hem te volgen waar hij ging. Johannes, de gelief de leerling van de meester, die Hem mis schien ook had willen beminnen zoals een man kan houden van een man. Filippus de filosoof. Bartholomeus de realist. Mat theus de tollenaar en de evangelist. Tho mas de ongelovige. Jacobus, hoofd van de gemeente in Jeruzalem en Judas Iskarioth, de verrader. De onverschrokken Judas Thaddeus en de rebel Simon. De Schrift geeft andere familierelaties en laat ons misschien andere mensen zien. Maar als we Het ongeschreven evangelie hebben gelezen, zeggen we wellicht: zó zou het ook geweest kunnen zijn. Het is jammer dat de schrijver dood is. Nu zal ik hem pas mijn complimenten kunnen aanbieden, als ik langs Simon Petrus de sleuteldrager ben gegaan Stoïcijnen onder Gaius Maximus Rufus, zijn leermeester. Hij raakte verbannen en stichtte in Griekenland een school, waar hij tot zijn dood, omstreeks 120 na Chr. doceerde. De leringen van de Stoïcijnen en dus ook van Epictetus liggen dicht bij die uit het vroege christendom, vooral waar het gaat om de mystieke band tussen God en mens. Hoewel hij geen christen was werd hij door de latere kerkvaders als Augustinus en Origenus geprezen om zijn wijsheid en godsvrucht. Epictetus ontwikkelde een praktische zedeleer, want hij stelde zich allerminst buiten de wereld. Een van zijn meest verspreide geschriften is het Encheiridi- on. Het bevat zeer toegankelijke teksten, geestelijke leefregels. Deze Encheiridion is nu als klein handboekje verschenen bij De Driehoek in Amsterdam in een heel duidelijke vertaling van enige leden van de Stichting School voor filosofie. Het bevat ook informatie over leven en bij Gottmer in Haarlem in de vertaling van J. F. Brouwer. Het boek heet „Geestelijk materialis me” omdat Chögyam Trungpa stelt dat veel westerlingen zich tot oosterse reli gies richten uit een soort geestelijk zelf belang. Ze willen er snel „beter van worden”. Dat gaat niet, stelt hij, want waarlijk geestelijk inzicht ontstaat al leen bij uitschakeling van het eigen egoïsme en dat is een harde weg, die hij niettemin heel begrijpelijk uitlegt, ook voor westerse oren. Bij hem is het een sterk op de praktijk toepasbare zedeleer, weergegeven zonder de vloed van Sans- kriet-termen die veel andere boeken op dit gebied zo moeilijk leesbaar maken. vertaald voor De Driehoek in de hierbo ven genoemde serie. Veel bekender dan bovengenoemde la ma is Paramahansa Yogananda. Hij kwam al, lang voor de tweede wereld oorlog naar Califomië. Met zijn volge lingen stichtte hij in Los Angelos zijn „Broederschap voor zelf-realisatie”, die in de gehele wereld duizenden leerlingen kent. Hij heeft een voor westerlingen toegankelijke meditatiemethode ontwik keld. Zijn bekendste boek is „Autobio grafie van een yogi”, dat ik hier volle digheidshalve noem omdat bij Ankh- Hermes in Deventer nu al weer de vierde druk is uitgekomen. Het is op zijn gebied een min of meer klassiek werk geworden. Een nieuweling op het „Californische terrein”, dat zo vruchtbaar blijkt voor exotische religies is eigenlijk Maharishi Mahesh Yogi. Hij is het meest bekend geworden van allemaal omdat hij de yogi van de Beatles is geweest. Omdat in Haarlem ook zijn beweging voor Trans- cedente Meditatie zeer actief is en hij hier veel volgelingen telt, wijs ik nog even op het boek van Anthony Camp bell, „De zeven bewustzijnstoestanden”, vertaald door A. E. Herckenrath en door Bert Bakker in Den Haag uitgegeven. Campbell legt de methode van de Maha rishi duidelijk uit en geeft er een we tenschappelijke achtergrond aan. lijke leer. Hij viel in ongenade, herriep in 1327 zijn leer en stierf kort voordat een aantal van zijn stellingen in 1329 door een pauselijke bul werden getrof fen. Het was in een tijd waarin de kerk zich te vuur en te zwaard keerde tegen alle vormen van christendom die niet dogmatisch waren gesanctioneerd. Eckeharts mystiek hier uitvoerig be spreken valt buiten het bestek van een krante-artikel. Genoeg zij, dat Benoit kort is in zijn inleiding en verantwoor ding. met daarachter een kleine maar goede bloemlezing uit de geschriften van Eckehart. In onze taal bestaat daaraan wel behoefte omdat Eckehart slechts spaarzaam is vertaald. en zijn leerlingen Invloed van dat klassieke denken is ook terug te vinden in de „Theologia deutsch”, een laat-middeleeuws mystiek geschrift uit de kring van de Rijnlandse „Gottesfreunde”. Het gaat natuurlijk ook terug op Eckehart. Het bijzondere is echter, dat Maarten Luther zo sterk door deze tekst werd getroffen, dat hij er een rechtvaardiging in zag voor zijn hervorming. Hij beriep zich erop dat door hem uitgesproken ideeën reeds eer der ongestraft waren verkondigd. Hij heeft de „Theologia deutsch” dan ook opnieuw uitgegeven. In zijn versie bevat het niet moeilijk leesbare geestelijke leefregels. Het is door Heleen Eskens geroepen, maar in de dood verkerende mens, de hemelse Adam als lotgenoot tot zich gekomen ziet en zo zijn oorspronkelij ke bestemming, zijn toekomst hervindt. Daarmee is een weg gewezen van zelfover gave en solidariteit". Ik heb veel bewonde ring voor de manier waarop de niet- exegeet Ter Schegget een der mooiste nieuwtestamentische teksten naar de rea liteit van iedere dag heeft getrokken Er is nog een derde manier om over Jezus te schrijven. Dat gebeurt in Pleidooi voor de ziel, waarin negentien toespraken door Henk van Luijk voor de Amsterdam se Studentenekklesia zijn gebundeld. In deze uitgave van Het Wereldvenster te Baarn 16,50) wórdt op zijn minst een inzicht gegeven in de manier waarop de verkondiging in deze kritische gemeen schap tot stand komt. Pleidooi voor de ziel Ongelovige’ eerbied voor Jezus Het bovenstaande is aangehaald uit „Meester Eckehart, een inleiding en bloemlezing door Jacques Benoit, uitge geven door Ankh-Hermes in Deventer, die eerder van dezelfde schrijver derge lijke beschouwingen uitgaf over de mys tiek van de Islam en over de mysticus Angelus Silezius. Meester Eckehart (of Eckhart, dan wel Ecehardus) is niet de vader van de Duitse mystiek, zoals nogal eens wordt beweerd. Hij was eerder een groot den ker, die ook vóór hem al wel uitgespro ken gedachten afrondde, er zeer sterk zijn stempel op zette en ze doorgaf. Een aantal mystica’s in Duitsland, met Sint Hildegard als meest bekende (1098-1179), was hem reeds voorgegaan, ook wat betreft hun tamelijk universele inzich ten. Hun geschriften vertonen reeds in vloeden uit het Oosten, met name van de soefi-leringen. Meester Eckehart, zoon uit een Thu- rings riddergeslacht is in 1260 in Hoch heim geboren. Zeer jong werd hij domi nicaan, later een geniale figuur, ook organisator, geroepen tot hoge ambten in zijn orde. Hij ontwikkelde als geleerde monnik en magister in de theologie, later professor in Keulen, een eigen zienswijze op de christelijke mystiek, mede voortbouwende op de Griekse wijsbegeert, vooral de leringen van Aris- toteles en uit het neo-platonisme. Hij stelde onder meer dat er een directe mystieke band kan bestaan tus sen God en mens. Daarmee gaf hij niet alle eer aan de genademiddelen en de tussenkomst van de dogmatische kerke- i i i i S i i i i i i i i i II In de aanhef schreven we reeds over de belangstelling in het westen voor oosterse religies. Jacob Needleman heeft er een uitstekend boek over geschreven „De nieuwe godsdiensten dat vertaald door J. Verheydt in de serie „Het nieu we denken” onder redactie van drs. Herman Cohen is verschenen bij de Wetenschappelijke uitgeverij in Amster dam. Needleham beschrijft vooral de Ame rikaanse situatie, met name in Los An gelos waar alle oosterse godsdiensten, vaak in toegepaste versie, vaste voet hebben gekregen en dat niet alleen bij jongeren. De schrijver is hoogleraar in Ie filosofie aan het San Francisco State kollege in Californië. Hij beschrijft niet alleen de aard van iet hindoeïsme, boeddhisme, soefisme, de subud-beweging, de leringen van Krish namurti en wat niet al. Die kan men nok elders lezen. Needleham beschrijft ;chter bijzonder knap de wisselwerking ;ussen de oosterse leringen en leraren en ie westerse leerlingen. Er zijn bijvoor- oeeld veel gesprekken opgenomen, door ie schrijver gevoerd met leerlingen en deelnemers aan Zen- en andere yoga- trainingen. Door de wisselwerkingen gaat het eigenlijk om „nieuwe godsdien sten”, ook al omdat de vele oosterse leraren zich aanpassen aan het westerse denken. Er ontstaat wellicht een soort oecumene uit, althans een veel beter begrip tussen Oost en West. Het is een uitstekend boek. Zijn de geschriften van Plato en Aris- toteles al vroeg in de christelijke kerk min of meer gecanoniseerd en vormden ze deels de voedingsbodem vbor de mid deleeuwse scholastiek, dit gold ook voor de Romeinse wijsgeer Epictetus. Hij is omstreeks 50 na Chr. geboren in Heïrapolis en kwam als slaaf naar Ro me. Hij werd daar vrijgelaten en ging studie maken van de leer van de leer van Epictetus bovendien een korte selectie uit diens „gesprekken”. Het boekje is zeer diepzinnig en toch heel eenvoudig. «Ji "ft?; l I ji

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 18