Allen met het Monster
mee
Extra
koopjes: z
wf
/I
O®
OVER IJMUIDEN GESPROKEN
ft
>1 «L
Niet zo
Bloemstraat
C&di U töcft yfaftdeJfcjek!
Kortsluiting
Toch weg
w
a i r
W ilta
Hl
6
NIEUWS UIT STAD EN
STREEK
197 6
WOENSDAG
2 4
MAART
Zadelzit-broek
Snelle snit, in o.a. rood,
marine en zwart.
Polyester. 86-167
HET WAS HET GESPREK van
de dag in het dorp Velsen, waar
iedereen vond dat Amsterdam nu
maar eens moest ophouden met
„drammen”. Amsterdam had in
1876 zijn kanaal door Holland op
zijn smalst gekregen, de water
weg die dwars door Velsens be
langrijkste verbindingsweg ging:
schepen voeren waar eens de rid
derstoeten en nog kort geleden
de diligences hadden gereden. In
Velsen was ter compensatie een
brug gebouwd, die al gauw de
naam Velservoetbrug kreeg. Al
mopperend over al die verande
ringen door de komst van het
kanaal toonde Velsen zich toch
Superbroek
Steekzakken, riemlussen
en dubbele stiksels. Ijzer
sterk polyester. 86-176
Corduroy jeans
Onverwoestbaar katoen,
met steekzakken en jukstuk.
In donkere kleuren. 86-176
Acryl T-truitje in
supermoderne balkstreep.
122-146
Polyester/katoenen
'campus’-bloes in blauw
of rood ruitje, W
122-146 /-/
door Jan
,van Baarsel
I j
lil
1
o
FA
iill
-W:. A
X
1 o
I
I 1
nd 12-
V
iws”.
lat 4a:
Am-
..Once
wat h toffe broeken!
I
i
10.-14
lüüHlIllllllltfl
(M
voor slimme
moeders!
it. Ge-
olwas-
enbare
it, Ge-
9.30 u.
idweer
14:18;
i 20 u.:
1.15 u.:
Vfensen
19 en
aag en
en ik”
f Kijk nou es jongens
O
Bis» !>S
WW M
y f3
o
sis Hj
De Velservoetbrug was nog geen
kwart eeuw oud of ze werd al met
afbraak bedreigd. Ze was de inzet
van een felle actie die door de Am
sterdamse Kamer van Koophandel
werd gevoerd. De scheepvaart op het
Noordzeekanaal was aan het einde
van de vorige eeuw zo toegenomen
dat een vertragend element als de
De heer P. Bleeker te Santpoort:
„In uw blad las ik over grootscheepse
plannen voor de herdenking van het
honderdjarig bestaan van Noordzee
kanaal en IJmuiden. Het is te hopen
dat dit niet zo mag gaan als bij het
50-jarig bestaan. De bewoners hadden
toen veel werk gemaakt van het
versieren van straten, maar er was
aan de IJmuiderstraatweg bij het ca
fé van Braam ook een grote kermis,
met gevolg dat heel IJmuiden ’s a-
vonds daarheen trok. Ik b en toen
’s avonds door de versierde straten
gaan wandelen. Deze waren nog stil
ler als op een gewone avond, wat
zeer jammer was van de moeite die
de bewoners er voor over hadden
gehad. Het is te hopen dat een kermis
tijdens de feesten nu maar achterwe
ge mag blijven”. Tot zover de heer P.
Bleeker.
wel bijzonder trots op die brug.
Wie bezoek van buiten kreeg
maakte, weer of geen weer, met
zijn gasten een wandeling naar
de grote bezienswaardigheid. Als
het dorp toen al een VVV en dus
een folder zou hebben gehad zou
de Velservoetbrug zeer waar
schijnlijk op de voorkant van het
vouwblad hebben geprijkt.-
10:14:
jaLstad
Ondanks de vele en goede voorbe
reidingen is er in 1926, bij de viering
van het vijftigjarig bestaan van IJ
muiden, een kortsluiting geweest. Het
comité dat de feestelijkheden organi
seerde had talrijke commissies inge
steld, die zich elk op een bepaald
onderdeel concentreerden. Er was
geen commissie voor de kermis e.d.,
zodat deze blijkbaar buiten het comi
té om is gehouden. De zuigkracht van
de kermis was inderdaad zo groot dat
vele oud-IJmuidenaren die bekenden
in de versierde straten dachten te
ontmoeten zich afvroegen waarom ze
eigenlijk naar IJmuiden waren terug
gekomen: „Waar zit iedereen toch?”
Het antwoord was dat bijna „ieder
een” op de kermis zat, die buiten het
toenmalige centrum van IJmuiden
werd gehouden. De vraag rijst waar
om de kermis niet in het hart van de
plaats, op het Willemsplein, was op
gebouwd, zoals in andere jaren het
geval was. Waarschijnlijk had men
dat plein willen reserveren voor ge
beurtenissen die direct met de viering
van het jubileum verband hielden.
Velservoetbrug onduldbaar was. De
zeekastelen moesten wachten tot het
middenstuk van de brug met de hand
was opengedraaid. Bovendien was de
doorvaartwijdte zo gering dat aanva
ringen verre van denkbeeldig waren.
De vereisten voor het verkeer te
land? Daarvoor moesten maar ponten
worden ingezet.
Velsen kwam fel in het geweer.
Artikel 13 van de concessie die de
Koning op 10 december 1861 aan de
heer Jdhannes Godtlieb Jager te Am
sterdam had gegeven werd er op
nageslagen. Wat was vastgelegd in
deze vergunning „tot het maken en
gedurende een tijdvak van 99 achte
reenvolgende jaren exploiteren van
een (hét) Kanaal”? Het had niet dui
delijker kunnen worden gesteld: „Bij
de doorsnijding van den straatweg
tusschen Haarlem en Alkmaar moet
de concessionaris eene behoorlijke
brug maken, bedienen en onderhou
den, alles ten genoege van den Minis
ter van Binnenlandse Zaken”. Er
was ook en toelichting beschikbaar
van de heer Jager die had vastgelegd
dat de brug moest dienen „tot her
stelling van de gemeenschap”.
In maart 1872, een paar jaar later
dan de bedoeling was geweest, was de
Velservoetbrug in gebuik genomen.
De eerste dagen keken de Velsenaren
er argwanend naar. De brug met alle
bijkomnde werken had wel 120.000
gekost en er was goed, sterk hout in
verwerkt, maar de tweede dag al was
een paard en wagen tegen de leuning
gereden en die was prompt gebroken.
Dat kon zich iedere dag herhalen
want de paarden schrokken voortdu
rend van het lawaai dat de stoombo
ten maakten. Bij de aanleg van het
Noordzeekanaal waren er al veel
paarden verdronken; zou dat opnieuw
gaan gebeuren, nu met bestuurder en
al?
Velsen behoefde zich niet te scha
men over zijn twijfel aan de veilig
heid van een dergelijke brug. Toen
Rotterdam zes jaar later de Willems
brug kreeg als verbinding tussen de
Maasoevers liet men, alvorens de
brug te openen, er voor all- zeker
heid eerst tien sleperswagens, elk be-
3o u.:
Vro-
laden met vierduizend kilo basaltkei-
en, overheen rijden, stapvoets en
toen dat allemaal goed ging nog eens
in volle draf.
Ook de veiligheid van de Velser
voetbrug bleek uiteindelijk geen pro
bleem op te leveren, te meer toen de
schepen in de directe omgeving geen
stoom mochten afblazen, zodat de
paarden rustig bleven. Voorschrift
was dat er stapvoets moest worden
gereden, dat wel.
fantelijk de klokken van de Wester-
toren; iedereen die er belang had bij
de scheepvaart hing de vlag uit. Vel
sen zou de vlag liefst halfstok hebben
gehangen.
Het had allemaal niet geholpen: de
ingezonden stukken in dag- en week
bladen, de spotprenten, de vergade
ringen en zelfs niet het adres aan de
Tweede Kamer van een indrukwek
kende rij van burgemeesters: die van
Velsen, Haarlem, Alkmaar, Spaarn-
dam, Schoten. Haarlemmerliede,
Heemstede, Beverwijk, Wijk aan Zee
en Duin, Uitgeest, Akersloot, Castri-
rum, Limmen, Heilo, Egmond, Ber
gen. Zij hadden gepleit voor een
nieuwe brug met een doorvaartwijdte
van 55 meter in plaats van de 19,50
meter van de bestaande. Voor een
pontverbinding voelden ze niets. Ze
wezen op het gevaar dat zeeschepen
tegen de ponten zouden botsen, „ten
zij” merkten ze ironisch op
„men wacht op elk schip dat zich op
verre afstand vertoont”.
In 1899 passeerden dagelijks zo’n
3000 personen en 550 voertuigen de
Velservoetbrug. In datzelfde jaar won
de Amsterdams Kamer van Koop
handel haar strijd. Op 10 juli beslo
ten de Staten-Generaal de Velser
voetbrug te laten verdwijnen; op 24
juli werd de daartoe strekkende wet
van kracht. Amsterdam luidde triom-
Mevr. C. v.d. Wal-Bakker te Am
sterdam: „Een kennis stuurde mij de
krant met uw stukje „Van Gat tot
Stad”. De erbij afgedrukte foto her
kende ik direkt: de hoek Bloemstraat
- Keizer Wilhelmstraat. Ik kan me
maar niet herinneren van wie de
bakkerswinkel op de hoek was die op
de foto duidelijk is waar te nemen.
Weet u het?”
Dat was G. van der Putten, Bloem
straat 32, hoek Keizer Wilhelmstraat,
brood-, koek- en banketbakkerij. Bij
het vijftigjarig bestaan van IJmuiden
had Van der Putten een specialiteit:
het was het „eenigst adres der IJmui-
der Jubileum-Koekjes”. Even verder
op in de Bloemstraat was de even
eens op de foto afgebeelde vleeshou-
werij van De Beurs, IJmuidens eerste
slager.
(Schriftelijke reacties: bureau van
dit blad met vermelding „Van Gat tot
Stad”; telefonische reacties: (023)
378601-Jv(.
De man van de bitse onderschriften
kon het daarna op zijn normale”
ansiohtkaarten houden. Zijn naam
leeft voort in vele verzamelingen: J.
P. Nauta. Maar dat is weer een ander
verhaal.
De V elservoetbruginzet van een verwoede strijd.
aan beide zijden van het Kanaal”.
Niettemin, de wet was van kracht
geworden, de Velsenaren moesten
ach bij de feiten neerleggen. Maar ze
lachten zich een aap toen er proef
vaarten met ponten werden gedaan
en al die experimenten mislukten.
Een inwoonster van het dorp maakte
een hekellied: „Stoompont varen,
stoompont varen, allen met het Mon
ster mee!” Er kwamen prentbrief
kaarten in de handel met onder
schriften als „Onze beruchte Stoom
pont”, „Exercities met het Pontge-
vaarte”, „Onze Stoompont vastgespuid
in het remmingswerk der Velservoet
brug” en „De passagiersboot De Dol
fijn redt onze Stoompont van een
wisse ondergang en brengt haar in de
veilige haven.”
De man die deze onderschriften
maakte en de kaarten ook uitgaf
kreeg een keer bezoek van „autoritei
ten”. Wie het waren weten we niet,
wel dat ze de man dreigden met
repressailles als hij op deze weg bleef
doorgaan. Hadden de „autoriteiten”
een paar jaar gewacht dan was hun
„verzoek” niet nodig geweest. Op 18
januari 1906 werd de Velservoetbrug
voor de zoveelste maal aangevaren;
de schade was zeer groot. Een dikke
maand later werd de pontverbinding
in gebruik gesteld en kort daarop
werd de brug afgebroken.
s
.15 u.:
19 en
f.
i.: „De
De Haarlemse Kamer van Koop
handel stond mede vooraan in de
strijd voor het behoud van de brug.
Ze toonde zich vooral bezorgd over
het lot van „de koppels vee die op
gezette tijden in lange reeksen (ie
brug passeeren”. Op 20 november
1896 had ze de leden van de Tweede
Kamer al gewaarschuwd: „Men stelle
zich den last en het oponthoud voor
en het gevaar voor te water raken.
Reeds nu leidt het openetn van
de brug dikwijls tot opeenhoping
van voertiugen en voetgangers
yf
I
R6