99
99
Tijdelijk dubbele waardepunten
•T op vacuumverse koffie
van Douwe Egberts.
IJ
wi
MINISTER VAN KEMENADE IN OE IJMOND:
Een nieuwe lente...
vertrouwde koffie van Douwe Egberts.
Vacuumverpakt, heerlijk vers, pittig en geurig.
En nu tijdelijk met dubbele waardepunten.
Om sneller te kunnen sparen
voor één van die waardevolle
Douwe Egberts geschenken.
ft»
’t staat in de krant
iedere dag weer
NIEUWS
UIT
STAD EN STREEK
197 6
WOENSDAG
2 4
MAART
Kwalijk
c
c
a s
IS ER NOG WAT TE ZIEN
VANAVOND OP DE BUIS
STIEN
Algemeen
Begeleiding
GEEN IDEE
IK PAK DE KRANT
WEL EVEN
i
c
1
1
1
1
Hoger onderwijs
Knelpunten
Middenschool
a
r-i
rcj
S
Scholen moeten niet op
eilandjes gaan zitten
(Van een onzer verslaggeefsters)
van
I
Wel vond minister Van Kemenade een
I
1
I
I
I
I
I
I
I
1
I
I
1
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
'r|
I
I
I
I
I
I
I
Kregen zij nu iets nieuws te horen uit
de mond van de minister? Eigenlijk niet.
Omdat hij sprak voor afgevaardigden
van alle onderwijsvormen, van de kleu
terschool tot en met het voortgezet en
hoger onderwijs, moest hij zich wel
beperken tot de algemeenheden die aan
de uitgangspunten voor een vernieuwend
onderwijsbeleid ten grondslag liggen en
tot de grote knelpunten die het eerst om
oplossingen vragen.
riteit in het oplossen van de knelpunten
zou moeten liggen bij het basisonder
wijs.
Over de vrijheid van onderwijs (bij
zondere scholen) zei de bewindsman:
„Als die honderd jaar geleden al niet
uitgevonden was zouden we dat nu moe
ten doen.” Het lom-onderwijs zou meer
in overleg moeten treden met het ge
woon lager onderwijs en de toelatingsei
sen van de lom-school zouden regionaal
beter moeten worden geregeld.
We doen veel werk dubbel, want scho
len leven te veel op een eilandje.”
Over de overeducatie, waarmee wordt
bedoeld, dat de mensen meer opleiding
krijgen dan ze nodig hebben voor de
funktie die ze later verwerven, hetgeen
bijvoorbeeld leidt tot werkloosheid van
hooggeschoolden: „Als dat een probleem
wordt genoemd, dan komt dat te veel
voort vanuit de gedachte, dat de mensen
worden opgeleid voor een beroep en dan
gaat men teveel voorbij aan de gedachte,
dat een goede opleiding ook van belang
is voor het funktioneren in de maat
schappij anders dan in een beroep.”
5
I
C
I
I
I
I
1
I
I
1
I
i
a
v
k
k
C
d
d
v
n
li
E
ji
a
rr
k
11
k
kwalijke zaak, dat het hoger en weten
schappelijk onderwijs te gespecialiseerd
is. Er zou meer differentiatie moeten
komen. „Men gaat nu naar een sociale
academie of een pedagogische academie,
niet omdat men maatschappelijk werker
wil worden of onderwijzer, maar omdat
men meer opleiding wil krijgen. Dat
vertekent de beroepsopleiding.”
BEVERWIJK. Op uitnodiging van
de Katholieke Schoolraad IJtnond kwam
minister dr. J. van Kemenade dinsdaga
vond zelf naar de IJmond om zijn
contourennota toe te lichten en in de
IJmond de discussie over deze „blauw
druk" voor het onderwijsbeleid op gang
te brengen.
Maar hij verpakte zijn visies in een
boeiend betoog en dan is het altijd
indringender uit zijn mond te vernemen
waar het nu allemaal om gaat, dan dit
uit een droge nota te moeten destilleren.
Een veelvuldig vernomen verwijt aan de
minister is, dat hij te snel vernieuwin
gen en veranderingen wil doorvoeren en
teveel tegelijk overhoop haalt.
De minister stelde daar tegenover, dat
de snelle ontwikkelingen in de maat
schappij het onderwijs dwingen tot ver
anderingen, waarbij men dan met elkaar
systematisch moet zoeken naar de sa
menhang in het totale onderwijs. Het
onderwijs is daarbij van zoveel belang
voor de ontwikkelingen in de gehele
samenleving, dat het ook geen zaak is
van het onderwijs alleen. Politieke orga
nisaties, vakorganisaties, het bedrijfsle
ven en vele andere groeperingen voelen
zich steeds meer betrokken bij dat on
derwijs.
Het hoger onderwijs is een probleem
op zich. In Nederland neemt nu 18 pet
van de achttien tot vierentwintigjarigen
deel aan het hoge onrderwijs, maar in
de toekomst zou dat 30 pet worden (in
Zweden en Amerika is dat ai zo). In
Nederland zou dat percentage al snel
worden bereikt als de meisjes naar
evenredigheid zouden deelnemen aan dit
onderwijs. „Dat zou miljarden vergen en
dat kan helemaal niet”, aldus de minis
ter.
Over de eventuele verlenging van de
leerplicht tot achttien jaar: „Eerst zullen
we het motiveringsvraagstuk op moeten
lossen” en „De open school voor ouderen
(tweede kans) maakt die invoering mo
gelijk minder noodzakelijk.’’
De niet beantwoorde vragen werden
verzameld om mede te dienen als mate
riaal voor de discussie i n de IJmond.
Voor het deelnemen daaraan kon men
zich tijdens en na de bijeenkomst opge
ven. De bedoeling is groepen te vormen
en het resultaat van de discussies in een
soort rapportt e verwerken en naar het
departement te sturen als bijdrage van
de IJmond in de algemene discussie over
de contourennota.
Uit de beantwoording kwam onder
meer het volgende naar voren. De prio-
In de pauze werd een lawine van
schriftelijke vragen aan de minister
voorgelegd waaruit hij natuurlijk maar
enkele kon sorteren.
Over de onderwijsbegeleiding: „We
moeten oppassen voor een te intensieve
Over de omstreden middenschool
merkte de heer Van Kemenade op, dat
het gaat om de vraag of we in staat
zullen zijn het „te grote sorteringsme-
chanisme” in te grove opdelingen, zoals
dat nu bestaat, wat terug te dringen en
de essentiële keuze van het kind, die nu
zo bepalend is voor zijn toekomst, wat
op te schorten naar een latere leeftijd.
begeleiding. De veranderingscapaciteit
van de scholen zelf moet beter worden
benut en daarbij moeten de scholen
meer profiteren van eikaars ervaringen
(informatiepool). De ene school weet
vaak niet waar de ander mee bezig is.
r
minister Van Kemenade (tweede
rechts) op zijn contourennota.
Honderden belangstellenden uit de
derwijswereld volgden de toelichting van
De Katholieke Schoolraad had voor
deze voorjaarsledenvergadering ook een
ruim aantal vertegenwoordigers van het
prot. christelijk en het openbaar onder
wijs uitgenodigd. Dat de contourennota
de onderwijswereld bezig houdt bleek
duidelijk uit de zeer grote belangstelling
voor deze bijeenkomst. De grote aula
van het Pius X college en ook het
balkon zaten vol met zo ongeveer ieder
een die in de IJmond met het onderwijs
te maken heeft, bestuurlijk of beroeps
matig.
De minister noemde enkele knelpun
ten in het onderwijs, waarvoor men via
de discussienota oplossingen wil zoeken.
Als ëën van die knelpunten legde de
heer Van Kemenade de nadruk op het
feit, dat het rendement van het onder
wijs voor alle groeperingen niet gelijk is
en als voorbeelden noemde hij dat de
meisjes duidelijk minder profiteren van
de onderwijsmogelijkheden dan de jon
gens en de grote verschillen in rende
ment per milieu.
Een ander knelpunt is dat tot nu toe
in het onderwijs te veel de nadruk is
gelegd op intellectuele talenten en te
weinig op andere gaven, zoals bijvoor
beeld het vermogen tot communicatie
dat in de toekomst van veel belang kan
blijken te zijn, evenals maatschappelijk
inzicht om te kunnen begrijpen en on
derscheiden wat er om ons heen gebeurt,
het verwerken van de grote hoeveelhe
den informatie die er tegenwoordig op
iedereen afkomen, de psychische beheer
sing en dergelijke.
In de traditionele onderwijsstrategie is
men er ook teveel van uitgegaan, de
mensen in hun eerste levensfase kennis
bij te brengen waar zij het hun hele
verdere leven dan maar mee moesten
doen. Volgens de minister kan dat gezien
de snelle ontwikkelingen niet meer en
dat stelt dan zaken als omscholing, her
scholing, bijscholing en dergelijke aan
de orde, maar ook de kans op oudere
leeftijd van onderwijsvoorzieningen te
profiteren, de zogenoemde tweede kans.
De minister vond het een teken aan de
wand, dat de moedermavo’s als paddes
toelen uit de grond schieten.
Als andere knelpunten noemde de mi
nister nog het ongemotiveerd zijn van
de leerlingen voor het onderwijs in de
vorm zoals het nu wordt gegeven en de
individualisering van het onderwijs.
Over het probleem van de aansluiting
van het onderwijs op de arbeidsmarkt
stelde de minister, dat het onderwijs
niet in de eerste plaats een toeleverings
bedrijf voor de arbeidsmarkt is, maar
dat men toch ook niet heen kan om de
kwestie van vraag en aanbod.
.z^
yZaB»-